The Movie Teller

**
recensie The Movie Teller

Er was eens… een film die maar niet wilde boeien

door Cor Oliemeulen

Er was eens een dorp in de woestijn waar de mannen in een salpetermijn de kost moesten verdienen. Na een week hard werken, snakte iedereen naar de film die op zondag in de bioscoop draaide. Direct na de voorstelling vertelden bezoekers het verhaal van de film aan mensen die hem niet hadden gezien. Er was één meisje die dit kon als geen ander. Als zij in geuren en kleuren de film navertelde, hing iedereen aan haar lippen. Totdat er iets ergs gebeurde…

The Movie Teller is gebaseerd op de gelijknamige roman van de Chileense schrijver Hernan Rivera Letelier, geregisseerd door de Deense regisseur Lone Scherfig en voorzien van een cast met grote namen. De film volgt zeven bewogen jaren van een gezin in een Chileens mijndorp in de Atacama-woestijn, te beginnen in 1966.

The Movie Teller

Film als uitlaatklep
“Waarom ben je niet met iemand van je eigen leeftijd getrouwd?”, vraagt de enige dochter van het gezin, María Margarita (Alondra Valenzuela), de jongste van vier kinderen. “De mijn heeft hem oud gemaakt”, zegt moeder María Magnolia (Bérénice Bejo: Le passé).

Ze hebben het niet breed, maar precies genoeg om op zondag met zijn allen naar de bioscoop te gaan. Ditmaal is dat de western The Man Who Shot Liberty Valance met John Wayne, het idool van vader Medardo (Antonio de la Torre: Historias para no contar). In de bioscoop heeft moeder te weinig geld om versnaperingen te kopen, maar die worden graag betaald door ene Hauser (Daniel Brühl: The Face of an Angel), die een oogje op haar heeft.

De financiële situatie wordt pas echt penibel als vader gehandicapt raakt tijdens werkzaamheden voor de mijn. Voortaan kan slechts één kind van het gezin op zondag naar de film. Bij thuiskomst zit iedereen klaar om het verhaal van de film te horen. Maar niet iedereen is even goed in navertellen, zeker als het gaat om de ‘verdorven film’ From Here to Eternity met de beroemde zoenscène op het strand. María Margarita blijkt de ideale filmverteller, die op bevlogen wijze de toehoorders meesleept en soms tot tranen beroert. Iedere week wordt haar publiek groter.

The Movie Teller

Ondergang
In dit universele verhaal over het delen van emoties en de liefde voor film valt vooral het enthousiaste spel van de 11-jarige titelvertolkster op. De María Margarita van Alondra Valenzuela heeft een innemende uitstraling en is volwassen voor haar leeftijd. Tijdens een gesprek tussen moeder en dochter is zij het meest geloofwaardig als haar moeder vertelt over het leven als vrouw in een omgeving waarin de toekomst al bij je geboorte is vastgelegd. Het is jammer dat de rol van María Margarita enkele jaren later, wanneer moeder haar spijt van gemiste kansen een gevolg heeft gegeven, wordt overgenomen door Sara Becker.

Niet alleen door deze ingreep (ook haar drie broertjes worden later gespeeld door andere acteurs) wil The Movie Teller maar niet sprankelen. De makers verzuimen om het potentieel van Bérénice Bejo en Antonio de la Torre te benutten, en ook het tegenvallende scenario en de zoetgevooisde klanken op de achtergrond helpen niet mee.

Het was veel interessanter geweest om de vertelsessies van María Margarita uitgebreider aan bod te laten komen en meer diepgang te geven. Zoals dat bijvoorbeeld gebeurt in La Femme de chambre du Titanic (1997) van de Spaanse regisseur Bigas Luna. In die film is een arbeider van een Frans bedrijf in 1912 uitverkoren om het vertrek van de Titanic in het Engelse Southampton bij te wonen. Hij maakt daar kennis met een mooie vrouw die bij hem aanklopt in het hotel omdat zij geen kamer kan vinden. Terug in Frankrijk oogst hij grote successen met zijn pikante verhalen over hun romance, die nooit heeft plaatsgevonden. De arbeider verzint zelfs dat zijn geliefde samen met de Titanic ten onder is gegaan. Totdat hij de vrouw op een avond tot zijn schrik in het publiek ziet zitten.

 

11 juni 2024

 

ALLE RECENSIES

Lost in the Night

***
recensie Lost in the Night
Sociale kritiek zonder compromis

door Cor Oliemeulen

Van de romantiek en vrijheid van Mexico die beatnik Jack Kerouac in 1957 zo mooi verwoordde in zijn picareske roman On the Road blijft in de beleving van Amat Escalante bar weinig over. Ook in zijn vijfde speelfilm, Lost in the Night, behandelt de Mexicaanse regisseur thema’s als klassenverschil, drugsgeweld en corruptie. Net als de viervoeter Buñuel in de film blijft de kijker als een geslagen hond achter, hoewel er ditmaal aan het eind een sprankje hoop gloort.

Het is begrijpelijk dat Escalante de troosteloze Mexicaanse samenleving zo meedogenloos neerzet, want klassenongelijkheid, corruptie en drugsgeweld zijn er aan de orde van de dag. Vooral voor de jeugd in onderontwikkelde gebieden is er nauwelijks perspectief op een rooskleurige toekomst. Met zijn vastberadenheid plaatst Escalante zijn kijkers graag in een oncomfortabele positie en grijpt hij ter ondersteuning van zijn betoog met enige regelmaat naar provocerende beelden.

Lost in the Night

Zo kent Heli (2013) een scène waarin de genitaliën van een jongen worden overgoten met alcohol en in brand gestoken, terwijl afgestompte crackrokertjes een videospelletje spelen en iemand een filmpje voor YouTube maakt. In La región salvaje (2016) dient een octopusachtige fallische alien in een hutje op de hei als genotsmiddel voor wanhopige vrouwen. Het is jammer dat Amat Escalante, die genoeg talent in huis heeft, zo vaak de neiging heeft om de toekomst van zijn landgenoten op een nihilistische manier op te dienen.

Op zoek naar vermiste moeder
Escalante’s insteek van Lost in the Night is vermissing. Door drugs, mensenhandel en kidnapping zijn momenteel in Mexico meer dan honderdduizend inwoners en migranten vermist. In de film volgen we het reilen en zeilen van de tienerjongen Emiliano (Juan Daniel García Treviño) die op zoek is naar zijn verdwenen moeder. Drie jaar geleden protesteerde zij tegen de komst van een buitenlands mijnbedrijf omdat ze vreesde voor milieuschade. Na afloop van een bijeenkomst werd zij met vier andere actievoerders door de politie mishandeld en verdwenen ze allemaal van de aardbodem.

Emiliano komt als klusjesman terecht bij de rijke societyvrouw Carmen (Bárbara Mori) in een afgelegen villa aan zee. Zij woont daar met haar verveelde dochter Monica (Ester Expósito) en haar geliefde Rigoberto (Fernando Bonilla), een man die zich modern kunstenaar noemt. Hij toont Emiliano zijn fotoboek met close-ups van een lichaam met allerhande wonden en vertelt dat hij het lichaam had gekocht. Emiliano hoort ook dat Rigoberto en Carmen aandeelhouders zijn van de mijn, waartegen zijn moeder destijds protesteerde.

Lost in the Night

Verknipte gasten
Er ontstaat een band tussen Emiliano en Rigoberto. Emiliano probeert te ontdekken of Rigoberto, die dikke maatjes met de plaatselijke politiecommandant is, iets weet van de verdwijning van zijn moeder. Ondertussen lijkt Rigoberto last te krijgen van een schuldgevoel, nu hij wordt geconfronteerd met het verdriet en de pijn van Emiliano. Bovendien staat hij op gespannen voet met een godsdienstige sekte die zijn ‘kunstwerken’ veroordeelt. Emiliano komt in de belangstelling te staan van Monica, die haar uitzichtloze leventje met geënsceneerde suïcidepogingen deelt op sociale media voor likes. Emiliano valt voor haar avances omdat de ouders van zijn vriendin Jazmin (Mafer Osio) hem beneden hun stand vinden.

Al deze onderlinge verhoudingen en tegenstellingen leiden tot een tragische ontknoping. Met op de achtergrond thema’s als klassenverschil, illegale graven, jeugdtrauma’s, seksualiteit, godsdienstwaanzin, internetverslaving en drugsgeweld, levert Amat Escalante met Lost in the Night een degelijke thriller af. Je vraagt je af hoeveel moeite het voor hem moet hebben gekost om ditmaal te eindigen met enig perspectief op betere tijden.

 

15 mei 2024

 

ALLE RECENSIES

Charcoal

***
recensie Charcoal
Het nut van kleine houtskoolfabriekjes

door Cor Oliemeulen

In de duistere satire Charcoal portretteert speelfilmdebutant Carolina Markowicz een gezin op het Braziliaanse platteland waarvan de leden niet de gangbare normen en waarden volgen. Op een dag krijgen ze een aanbod dat ze moeilijk kunnen weigeren.

Juracy (Aline Marta Maia), een medewerkster van de thuiszorg, schetst de vrouw des huizes, Irene (Maeve Jinkings), een somber beeld als het gaat om haar vader Firmino. Hij heeft een beroerte gehad, kan niet meer praten en lopen en heeft een zuurstoftank nodig om goed te kunnen ademen. Firmino ligt bijna altijd in bed, in hetzelfde kamertje als van Irene’s negenjarige zoontje Jean (Jean de Almeida Costa).

“Opknappen in deze omgeving? Weinig kans!”, zegt Juracy. “Alleen maar staren naar rottend hout, terwijl de termieten naar beneden vallen? Die ouwe, ruwe lakens die langs zijn huid schuren. Een lekkende luier. Plastic buisjes die we naar binnen schuiven.”

Juracy stelt voor om Firmino om te ruilen voor iemand die in nood verkeert. Als dank zullen ze een aardige vergoeding krijgen. Op de radio klinkt ironisch een lied: “God wil dat je lacht. God zal je helpen.”

Charcoal

Criminele onderduiker
Irene gaat naar de priester en stelt hem vragen in de trant van ‘Wil God dat iemand alleen maar lijdt en geen kans heeft om beter te worden?’ en ‘Is zo iemand niet beter af in de hemel?’ Met de cryptische antwoorden van de priester kan Irene niet veel. Ze gaat naar huis en beslist met haar man Jairo (Rômulo Braga), die in eerste instantie faliekant tegen het plan is, dat ze Firmino zullen euthanaseren, zodat ze hun nieuwe gast kunnen verwelkomen.

Die gast heet Miguel (César Bordón), een Argentijnse crimineel wiens dood in scène is gezet, en moet onderduiken totdat hij terecht kan op een eiland waar hij in veiligheid kan genieten van zijn pensioen. “Je bent toch geen pedofiel, hè?”, vraagt Jean als Miguel in zijn slaapkamer gaat zitten. “Mijn opa sliep daar. Zijn luier lekte weleens, maar je kunt het matras omdraaien.” Aangezien de afspraak is dat Miguel zich niet buitenshuis mag laten zien, verandert het leven van zowel het gezin als van de crimineel ingrijpend.

Charcoal

Dromen onthullen verborgen verlangens
Met een goede mix van professionele acteurs en authentieke dorpelingen vangt Carolina Markowicz de rustieke atmosfeer en doorleefde schoonheid van een Braziliaans gehucht, waar overdag het geknetter van kleine houtskoolfabriekjes klinkt en ’s avonds het vuur de resten van vergane glorie vernietigt. De mensen leven er teruggetrokken, maar een goede buur is beter dan een verre vriend, of toch niet? Binnen in het bescheiden huisje van Irene en Jairo laaien langzaam spanningen en conflicten op en leren we alle personages pas werkelijk kennen. Morele waarden blijken inwisselbaar, geheimen dreigen te worden onthuld.

Het trage, ongecompliceerde leven komt steeds meer onder spanning te staan. Irene, die van Jairo geen romantiek of enige andere genegenheid hoeft te verwachten, laat zich een nieuw kapsel aanmeten, doet make-up op, koopt parfum en plakt een oude foto van zichzelf als ‘Miss Weerwolf 1995’ naast Miguels bed. Ook Jairo en Jean maken dankbaar gebruik van hun nieuwe financiële mogelijkheden, met het risico te worden betrapt. En ondertussen kwijnt Miguel weg in het kamertje en wordt hij opgefokt als hij door zijn voorraadje cocaïne heen is.

 

13 mei 2024

 

ALLE RECENSIES

Eco, El

***
recensie El Eco
Zware, maar idyllische kinderlevens

door Paul Rübsaam

Het leven van de kinderen die opgroeien in het Mexicaanse boerendorp El Eco is zwaar. Maar de natuur die hen omringt, de dieren om hen heen, de onderlinge saamhorigheid en de sterke familiebanden maken hun bestaan ook kleurrijk.

In haar naar het dorpje vernoemde, soms als speelfilm imponerende documentaire El Eco (The Echo) portretteert de Salvadoraans/Mexicaanse regisseuse Tatiana Huezo Sánchez (1972) vooral de meisjes in het armoedige boerengehucht. Zonder voice over, met betoverende scènes en de stoere Montse, de leergierige Sarahi en de dromerige Luz Ma als jonge protagonisten die met hun intense expressie menig volleerd actrice in de schaduw stellen, word je meegenomen in een verhaal dat soms wel verzonnen lijkt.

El Eco

Tegendraads lijkt het dat Huezo voor haar romantische (of geromantiseerde?) vertelling de documentairevorm heeft gekozen. Terwijl ze met Noche de Fuego een speelfilm afleverde over opgroeiende meisjes die geconfronteerd worden met de veel rauwere werkelijkheid van de gedeeltelijk door drugskartels geregeerde Mexicaanse samenleving.

Pijnlijke zaken, zoals vrouwenhandel en illegale houtkap, blijven in El Eco overigens niet helemaal buiten schot. Maar de kinderen uit het dorpje beleven dat soort zaken voornamelijk als van horen zeggen. Daarentegen zijn armoede, kinderarbeid en wezenlijk patriarchale familieverhoudingen wel aan de orde van de dag. Die lijken echter begunstigende omstandigheden te zijn voor het zo rijk geschakeerde leven van de jonge meisjes (en jongens).

Paardenraces en mest stampen
De moeder van Montse demonstreert haar dochter hoe deze haar stokoude, bijna tandeloze grootmoeder (een van de oudste bewoners van El Eco) moet wassen. De manier waarop de jonge puber zich van haar taak kwijt is imponerend. Ze wast en droogt haar oma zorgvuldig, drinkt thee met haar, luistert naar haar verhalen en kijkt haar voortdurend met een liefdevolle blik aan.

Maar zorgtaken verrichten is niet de enige passie van Montse. Als behendig ruiter wil ze niets liever dan meedoen aan de paardenraces die jaarlijks in de buurt van El Eco worden gehouden. Of ze van haar moeder deze jongensachtige voorkeur eveneens mag uitleven, is de vraag.

Tussen het werk door, van graan oogsten tot mest stampen, gaan de kinderen ook naar school. De intelligente Sarahi kan zich helemaal vinden in het schoolsysteem van El Eco, waarin de jongere kinderen op de basisschool geacht worden te leren van de oudere. Voor een publiek bestaande uit teddyberen en een barbiepop oefent ze alvast op bloemrijke lezingen over natuurkundige fenomenen als moleculen en over de rol van Emiliano Zapata in de Mexicaanse revolutie. Als ze van haar oudere zus zelf een lesje krijgt over het verschijnsel menstruatie wordt ze evenwel wat wit om de neus.

De ranke, lange Luz Ma met haar grote bruine ogen lijkt onafscheidelijk van haar kleine broertje Toño, die van zijn in de bouw in de stad werkende vader geen borden af mag wassen. Samen creëren Luz Ma en Toño spannende schaduwen met behulp van een wijd openslaande jas, roepen ze gekke dingen die versterkt worden door de echo waar het dorpje misschien wel zijn naam aan dankt en tekenen ze figuurtjes op een beslagen autoruit als ze in de regen zitten te wachten op hun vader. Maar volwassen lijkt Luz Ma ineens als ze haar moeder bijstaat bij het ter wereld brengen van een lammetje.

El Eco

Ongrijpbare verschijnselen
Meer dan een jaar heeft Tatiana Huezo de drie families waarvan de meisjes deel uitmaken en de andere bewoners van het uit barakken opgetrokken El Eco gevolgd. Dat leidt er niet alleen toe dat we het wel en wee van de bewoners gedurende het verloop van een bepaalde tijd kunnen volgen, maar ook dat we getuige kunnen zijn van hun leven bij dag en bij nacht en gedurende de sterk wisselende seizoenen in het bergachtige gebied.

Het camerawerk, waar Huezo’s partner Ernesto Pardo voor tekende, is van hoog gehalte. Niet zelden wordt er vanaf een laag standpunt, soms zelfs vanaf de grond en van dichtbij gefilmd, waarmee recht wordt gedaan aan het gezichtspunt van kinderen en dieren. Een kudde op hol geslagen schapen wordt bijvoorbeeld zodanig op de hielen gevolgd dat je af gaat vragen of herdershond Oso soms een camera om zijn hoofd gebonden heeft gekregen.

Veel aandacht is er voor ongrijpbare verschijnselen als een streep licht die door een raam op een kinderhand valt, wind, echo’s, schaduwen, wolken en onbestemde geluiden. Ze lijken de moeilijk te benoemen elementen te symboliseren van de op traditie gebaseerde, inclusieve kleine samenleving van El Eco, waar iedereen bij iedereen betrokken is.

Maar is dat totaalbeeld niet al te lief? Is er niet te veel in scène gezet? Of zijn er afgezien van een paar dissonanten die wel aan de orde komen zaken weggelaten die een minder rooskleurig beeld zouden kunnen schetsen van de kleine boerengemeenschap? En wat is de achterliggende stelling van Tatiana Huezo Sánchez die schuilgaat achter haar vertoon van een vooral op onderlinge solidariteit tussen vrouwen van verschillende generaties gebaseerde dorpsidylle. Gaat dat zo? Behoort dat zo te gaan? Is het misschien bij gebrek aan beter? Met dit soort vragen blijf je als kijker een beetje zitten. Wat niet afdoet aan de oogstrelende en hartverwarmende kijkervaring die de regisseuse ons te bieden heeft.

 

11 maart 2024

 

ALLE RECENSIES

Castigo, El

****
recensie El castigo
“Ik hou van hem maar haat dat ik zijn moeder ben”

door Cor Oliemeulen

Elke ouder weet dat je je kind af en toe wel achter het behang zou willen stoppen. Een straf ligt dan op de loer. In El castigo zet de moeder haar driftige 7-jarige zoontje af aan de rand van een bos nadat hij bijna een fataal auto-ongeluk heeft veroorzaakt. Twee minuten later is hij verdwenen en start een wanhopige zoektocht. Ondertussen ontwikkelt zich een existentialistische discussie over opvoeding, huwelijk en het verlies van vrijheid.

De Chileense regisseur Matías Bize heeft een voorkeur voor zich traag opbouwende drama’s. Zo confronteert hij in La vida de los peces (2011) twee ex-geliefden op indringende wijze met hun verleden en laat hen tijdens een feest onderzoeken of ze samen een toekomst hebben. In La memoria de agua (2015) ontrafelen een rouwende man en vrouw hun leven en hun huwelijk na de tragische dood van hun zoontje. Ook de echtelieden in El castigo (2022) ondergaan een soortgelijk lot nu hun zoontje vermist is.

El Castigo

De straf
Aanvankelijk lijkt er weinig aan de hand. Ana (Antonia Zegers) en Mateo (Néstor Cantillana), die eerder samen waren te zien in Una mujer fantástica (2017), denken dat hun zoontje Lucas juist hen wil straffen door zich in het bos te verschuilen. Eerst gaat Ana op zoek naar hem, daarna Mateo. Ze besluiten om de politie te bellen. Ana heeft weinig zin om haar impulsieve berisping op te biechten en vertelt dat Lucas moest plassen en in een ogenblik van onoplettendheid was verdwenen. De gearriveerde vrouwelijke politiesergeant (mooie rol van Catalina Saavedra, die eerder schitterde in de titelrol van La nana, 2009) wijst gevat op het remspoor van hun auto.

Mateo vertelt vervolgens wat er werkelijk is gebeurd. De politie belt voor speurhonden en ondertussen maken de ouders zich zorgen over wat de gevolgen zijn als Lucas is gevonden. Hun omgeving zal schande spreken van het leed dat ze hun zoontje hebben aangedaan en de autoriteiten zullen hen mogelijk vervolgen voor verwaarlozing of kindermishandeling. Tenminste, áls ze Lucas vinden. Het wordt langzaam koud en donker, terwijl de politiesergeant er hen fijntjes op wijst dat hier poema’s zijn gesignaleerd.

El Castigo

De bekentenis
Gesteund door het intelligente script van Coral Cruz weet Matías Bize de spanning over het wel of niet vinden van Lucas stapje voor stapje op te bouwen. Toch ontpopt El castigo zich vooral als een beklijvend drama waarin een discussie ontstaat over opvoeden, waarbij ook emoties en verwijten geleidelijk tot een kookpunt komen. Ana probeert een goede moeder te zijn, ze zegt dat haar hele leven rond Lucas draait. Door die toewijding stopte ze zelfs met haar baan van journalist. Ze vindt de zorg voor Lucas veeleisend en beangstigend. Ze noemt zichzelf consequent, terwijl het erop lijkt dat Mateo, die nog wel een baan heeft, vooral leuke activiteiten met Lucas onderneemt en veel van diens opstandige en gehaaide gedrag door de vingers ziet. “Ik werd zwanger en een modelmoeder voor jou”, snottert Ana tegen Mateo. “Was je bij me gebleven als ik niet zwanger wilde worden?”

In El castigo triggert de verdwijning van een kind dus de bekentenis van de beperkingen van het menselijke bestaan, het moederschap in het bijzonder. Wat de film nog meer bijzonder maakt, is het ontbreken van een soundtrack: we horen slechts het gepraat en geschreeuw van de protagonisten en de natuurgeluiden om hem heen. Het geheel mag dan misschien niet spectaculair in beeld zijn gebracht, maar het is een kunststukje hoe 80 minuten drama in één take en zonder montage de wanhoop invoelbaar maakt.

 

19 juli 2023

 

ALLE RECENSIES

Aguirre, der Zorn Gottes (1972)

Aguirre, der Zorn Gottes (1972)
Ontdekkingsreiziger met grootheidswaanzin

door Cor Oliemeulen

Nadat Spaanse ontdekkingsreizigers de Inca’s hardhandig hadden beroofd van hun rijkdommen en het koninkrijk Peru hadden gesticht, daalt enkele decennia later een nieuwe expeditie vanuit de bergen af naar de Amazone-rivier met als bestemming de legendarische stad El Dorado.

De openingsscène van Werner Herzogs Aguirre, der Zorn Gottes (1972) doet sterk denken aan die van The Gold Rush (1925) van Charlie Chaplin waarin een lang spoor van goudzoekers eind negentiende eeuw als mieren een besneeuwde berghelling in Alaska beklimmen om de goudvelden van Yukon te kunnen bereiken. Vanuit een hoge camerahoek zien we verkleumde, uitgeputte mannen langzaam vlak langs de lens naar boven schuiven. In Herzogs zestiende-eeuwse avonturenfilm staat de camera naast een kronkelend bergpad in de Zuid-Amerikaanse jungle en zien we een meer dan honderdkoppig gezelschap van soldaten, indianen, slaven en enkele hoogwaardigheidsbekleders zich moeizaam hogerop bewegen, bijna verloren tussen de wolken en het weelderige groen. Eenmaal afgedaald naar de rivier en getroffen door voedselschaarste, ziekte en onenigheid besluit een groep opstandelingen onder leiding van Lope de Aguirre (Klaus Kinski) tot muiterij. Ze willen op zoek naar het goud van El Dorado, een nooit ontdekte stad.

Aguirre, der Zorn Gottes (1972)

Overleven op een vlot
Vanaf hier speelt Aguirre, der Zorn Gottes zich helemaal af op een groot vlot met nog enkele tientallen overgeblevenen. Klaus Kinski speelt de psychopathische rebel, zoals hij die nog vaker zou spelen in films van Werner Herzog. Hier trekt hij met een been, veroorzaakt door een van de vele confrontaties met de inheemse bevolking tijdens eerdere expedities, demonstreert een ijzige blik, vertoont oppervlakkige charme, manipulatief en impulsief gedrag met korte uitbarstingen. Exact zoals het filmscript van Herzog het beschrijft: “Hij noemt zichzelf ‘De Grote Verrader’ ofwel ‘De Toorn van God’. Fanatiek, bezeten en met grenzeloze ambitie, maar uiterst methodisch in zijn handelen. Ongeveer veertig jaar oud, zwijgzaam, pezig en met handen als het vasthouden van stalen klauwen. Gewetenloos en met een bijna pathologische criminele energie, maar toch zo volkomen menselijk dat je het niet kon zeggen, dit soort man bestaat niet meer.”

We schrijven de jaren 1560 en 1561. Herzog baseerde zijn film op het dagboek van een priester die ook deel uitmaakt van de expeditie. Wat snel blijkt, is dat de Baskische conquistador Lope de Aguirre zich openlijk verzet tegen de Spaanse Kroon. Na de ophanging van de aanvankelijke expeditieleider en het elimineren van andere sta-in-de-wegs heeft Aguirre vrij spel. Zo nu en dan wagen ze zich op de oever om een kleine nederzetting plat te branden en om voedsel te bemachtigen, maar altijd moeten ze oppassen omdat ze drijvend op de rivier soms met snelle, korte gifpijlen door indianen en kannibalen worden beschoten.

Nadat twee gastvrije ‘wilden’ zich nabij het vlot wagen, tot grote woede van de priester de aangeboden Bijbel negeren, maar een hangertje met goud tonen, waant Aguirre zich rijk en claimt vanaf de rivier al het land zover hij kan zien. Hij vergelijkt zich met Hernán Córtez, de veroveraar van Mexico in 1521. Echter maanden hoofdzakelijk ronddobberen op een vlot begint zijn tol te eisen. Een voor een bezwijken de opvarenden tijdens hun barre tocht naar succes in de hen onbekende, vijandige omgeving. Het zal niemand verbazen dat de Amerikaanse regisseur Francis Ford Coppola zich met zijn Vietnamfilm Apocalypse Now (1979) liet inspireren door Herzogs verkenning van de psychologische impact van waanzin, afmatting en demoralisatie van de menselijke natuur.

Aguirre, der Zorn Gottes (1972)

Mens versus natuur
Op het vlot beginnen sommigen te hallucineren, wat leidt tot een wonderlijk shot van een zeilboot, de gewenste noodzakelijke uitweg uit de ontberingen, die onbereikbaar hoog bovenin een boom hangt. Op verzoek van Herzog werd het gevaarte ter plekke geconstrueerd en om de boom gedrapeerd door inlanders. Tien jaar later zou Herzog in Fitzcarraldo (1982) een nog veel sterker staaltje vernuft en doorzettingsvermogen tonen met een stoomboot die in datzelfde Amazonegebied over een berg moest worden getrokken.

Aguirre, der Zorn Gottes kent de beklemmende traagheid van het leven op een vlot. Zo nu en dan bedient Herzog zich van een onverwachte, absurdistische kwinkslag. Bijvoorbeeld als Aguirre over een soldaat zegt: “Die man is een kop groter dan ik, maar dat kan veranderen”, waarna het hoofd van de soldaat over de grond rolt. Of de soldaat die als eerste wordt getroffen door (niet een korte maar) een lange pijl, die hem doorboort: “Huh, die lange pijlen raken in de mode”, steunt hij voordat hij dood in het water valt. Alsof je een paar seconden kijkt naar Monty Python and the Holy Grail (1975).

Net als al in zijn debuut Lebenszeichen (1968), Grizzly Man (2005) en veel van zijn andere films plaatst Herzog zijn personages in extreme omgevingen en confronteert ze met de onvoorspelbaarheid en ontembare krachten van de natuur. Thomas Mauch (ook camera Fitzcarraldo) maakt in Aguirre, der Zorn Gottes weidse shots van grandioze landschappen om de schoonheid en de overweldigende natuur te tonen. Het benutten van natuurlijk licht creëert sfeer en emotie in zijn beelden. Ook als we inzoomen op het gezicht van Aguirre, die tegen beter weten in zijn strijd tegen de elementen in zijn voordeel denkt te kunnen beslechten. Ten langen leste draait de camera talloze malen rond het vlot om de uitzichtloosheid van de situatie te benadrukken.

De immer ambitieuze Werner Herzog vertelde later in een interview dat in het oorspronkelijke einde de hoofdrolspeler probeert het vlot de zee op te nemen, maar voortdurend door de plotselinge, symbolische tegenstroom van de Amazone naar de kust wordt geveegd, terwijl een papegaai cynisch ‘El Dorado, El Dorado’ krijst. Ook het gebruik van de zeilboot die boven in de boom hing, bleek technisch te ingewikkeld. Gelukkig waagde de regisseur zich in zijn film niet aan de letterlijke ondergang van Aguirre, volgens de overlevering neergeschoten, handen en hoofd afgesneden, en de rest aan de honden gevoerd. Voor een ontdekkingsreiziger is het niet al wat goud blinkt.

 

Kijk hier en hier waar Aguirre, der Zorn Gottes draait.

 

26 juni 2023

 

THEMAMAAND WERNER HERZOG

Fitzcarraldo (1982)

Fitzcarraldo (1982)
Het schip dat over een berg getrokken moest worden

door Jochum de Graaf

Met welke anekdote zullen we beginnen? Met Klaus Kinski die met zijn diva-gedrag en ongecontroleerde uitbarstingen vrijwel iedereen op de set tot waanzin dreef? Met de dreiging van Werner Herzog dat als hij daar niet mee op zou houden hem acht kogels door het lijf zou jagen en de negende voor zichzelf zou bewaren? Met het verhaal over Jason Robards die in eerste instantie de hoofdrol zou vervullen, met Mick Jagger als sidekick, maar daar na een gedwongen pauze in de opnamen, wegens andere contractuele verplichtingen niet meer aan kon voldoen? Met het feit dat maar liefst vier verschillende stoomboten moesten worden aangeschaft om de krankzinnig avontuurlijke opgave van het schip dat over een berg getrokken moest worden in beeld te brengen?

Werner Herzog heeft over de vier jaar dat hij met de film bezig was een dagboek bijgehouden, Conquest of the Useless (2010; 306 pagina’s). Les Blank maakte al in hetzelfde jaar van het verschijnen van Fitzcarraldo (1982) de anderhalf uur durende ‘making of’ documentaire Burden of Dreams. De film zelf duurt ruim tweeëneenhalf uur. En dan heeft Herzog ook nog een documentaire gemaakt over zijn bijzondere relatie met Klaus Kinski, hoofdrolspeler in maar liefst vijf van zijn speelfilms, Mein liebster Feind – Klaus Kinski (1999).

Fitzcarraldo (1982)

Alle rampen die maar te bedenken zijn
In zijn vorig jaar verschenen memoires Ieder voor zich en God tegen allen (368 pagina’s) wijdt hij nog ettelijke pagina’s aan Fitzcarraldo: dat hij meer dan drie jaar aan de voorbereiding besteedde, dat Jack Nicholson en Warren Oates ook nog in beeld waren voor de hoofdrol, dat ze midden in de grensoorlog tussen Peru en Ecuador terecht kwamen, dat hij aan de publieke schandpaal werd genageld omdat hij mensenrechten van de inheemse bevolking zou hebben geschonden, wat hem in Duitsland zelfs een openbaar tribunaal opleverde.

‘Alle rampen die maar te bedenken zijn, niet alleen maar filmrampen, maar echte rampen kwamen over mij heen’, schrijft hij. Er volgen weer vele details over de ongelukken die op de set plaatsvonden, het conflict tussen twee indianenstammen, het filmen van het onbestuurbare schip dat in een kloof op de rotsen knalde. Hij besluit met ‘ik was altijd bereid het hoofd te bieden aan alles wat in mijn leven en werkende bestaan op mij afkwam’.

Werner Herzog kwam op het idee voor Fitzcarraldo door het verhaal van een vriend over een rubberbaron die met een privélegertje van vijfduizend man een groot gebied in de Amazone-jungle heerste en die ooit een schip gedemonteerd zou hebben, het in onderdelen over een berg liet slepen en het aan de andere kant in de rivier weer in elkaar gezet zou hebben. Zelf vulde hij dit wonderlijke gegeven aan met het verhaal van de Ierse rubberbaron Brian Sweeney Fitzgerald – voor Latijns Amerika verbasterd tot Fitzcarraldo – die begin twintigste eeuw bezeten is van het idee om de Europese cultuur en in het bijzonder de opera naar Zuid-Amerika te brengen.

Droom
Om die droom te realiseren, wil hij fortuin maken met de exploitatie van een tot dan ondoordringbaar gebied met rubberbomen diep in de jungle van de Amazone. Om de rubber te kunnen verschepen, moet hij eerst met een schip een wat rustigere rivier stroomopwaarts bevaren en het schip op het smalst stukje overgang met hulp van de inheemse bevolking over een berg slepen om dan aan de andere kant stroomafwaarts de eindbestemming van de stad Iquitos, Peru, te bereiken. Het is een krankzinnig avontuur natuurlijk, en je vraagt je soms ook af waarom, waarom? Wat is dit voor een gekte, hoe haal je het in je hoofd? Maar het past natuurlijk wel mooi bij de vorm van een opera, waar doorgaans ook een grotesk loopje met de werkelijkheid wordt genomen.

Herzog filmt de hachelijke onderneming diep in de jungle met primitief levende indianenstammen, zonder trucages, haast documentair, zoals het leven zich daar begin twintigste eeuw voordeed. Dat kwam hem op de nodige kritiek te staan, en met de inzichten van tegenwoordig zouden we misschien op een andere manier met de inheemse bevolking omgaan. Herzog verdedigde zich met de opmerking dat in 1982 de Aguaruna’s, de belangrijkste stam, in het geheel niet totaal geïsoleerd in paradijselijke harmonie met de natuur leefde, maar met speedboten, radio’s en het dragen van Ray-Ban-zonnebrillen en John Travolta Saturday Night Fever-T-shirts al een behoorlijk aandeel in het twintigste-eeuws leven hadden genomen.

In een rustig tempo met weldadig uitgesponnen scènes beleef je intens de verwikkelingen van de muiterij aan boord waardoor nog maar vier niet-indiaanse bemanningsleden overblijven. Je ondergaat de crisis wanneer een van de indianen bij de Sisyfusarbeid op de berg onder de boeg van het schip terechtkomt en voor lijk in de modder ligt, waarop een staking dreigt. En wanneer eenmaal aan de andere kant van de berg gekomen een groot flottielje aan indiaanse boten de doorgang blokkeert, is de spanning uiterst voelbaar.

Fitzcarraldo (1982)

Maniakaal en totaal verknipt
Maar het sterkst wordt de film overeind gehouden door Klaus Kinski die op weergaloze wijze de geniale, maniakale maar ook totaal verknipte Fitzcarraldo gestalte geeft. Zoals hij zich telkens weer bij alle tegenslagen opricht, het heilige vuur voor het welslagen van het avontuur op iedereen weet over te brengen, onontkoombaar die verwilderde blik, die passie om de queeste te volbrengen. En dan die briljante scènes dat hij bij de hoogtepunten van het avontuur, maar ook op een dieptepunt wanneer er niets meer te redden lijkt, een His Masters Voice-grammofoon op het dek opstelt, een bakelieten plaat aanslingert en de stem van de beroemdste Italiaanse tenor Enrico Caruso door de jungle laat schallen. Geweldige, geniale, gekke film.

Kijk hier waar en wanneer Fitzcarraldo draait.

 

18 juni 2023

 

THEMAMAAND WERNER HERZOG

Clara Sola

****
recensie Clara Sola
Een wit paard, maar ook een prins?

door Paul Rübsaam

Clara heeft een vergroeide ruggengraat en leidt aan een ontwikkelingsstoornis. Volgens haar tirannieke moeder staat ze in contact met de maagd Maria, waardoor ze anderen zou kunnen genezen van hun kwalen. Zelf voelt Clara eerder een mystieke verbondenheid met de natuur. Bovendien raakt ze als veertigjarige vrouw in de ban van opkomende erotische verlangens.

Als gevolg van haar lichamelijke handicap loopt en beweegt Clara (Wendy Chinchilla Araya) moeilijk. Haar moeder Fresia (Flor Maria Vargas Chavez) en haar bijna vijftienjarige nichtje Maria (Ana Julia Porras Espinoza) moeten haar helpen met wassen en aankleden. Clara maakt bovendien de indruk te beschikken over de verstandelijke vermogens van een kind.

Clara Sola

Handen
De Costa Ricaans-Zweedse regisseuse Nathalie Álvarez Mesén besteedt in haar film veel aandacht aan de betekenis en verschillende functies van handen. Zo zien we de hoofdpersoon in de openingsscène haar vingers liefdevol uitstrekken naar de witte merrie Yuca. Het dier staat aan de andere kant van de met paarse linten omhangen palen die Clara van haar moeder niet passeren mag. Maar het paard zal zeker naar Clara toekomen, want de twee hebben een intieme band. Je zou het dier zelfs het alter ego van de vrouw kunnen noemen. Yuca rolt bijvoorbeeld met haar witte vacht in de modder, wat Clara ook een keer doet als ze in de witte jurk is gehesen waarin ze moet verschijnen als gebedsgenezeres.

Fresia ziet haar dochter als een eeuwig kind, dat in rechtstreeks contact zou staan met de maagd Maria en daardoor bijzondere gaven heeft ontwikkeld. Op gezette tijden komen zieken en gehandicapten uit de wijde omgeving naar de gebedsruimte in het huis, om daar hún handen in devotie op te heffen naar de Maria aanroepende Clara, in de hoop verlichting van hun kwalen te ontvangen. Dat Clara zelf door een reguliere arts van haar eigen rugklachten zou kunnen worden afgeholpen, is iets waarvan de moeder niets weten wil. “God heeft haar zo gestuurd en zo blijft ze.”

Voorts zijn er de verleidelijke, golvende bewegingen van de hand van paardenverzorger Santiago (Daniel Castañeda Rincón) als hij deze uit het raam van de vrachtwagen in de wind steekt. Bewegingen die Clara later zal nabootsen. Of er is de uitgestrekte hand van Clara, als het kevertje Ofir, dat ze een keer ongemerkt van de rug van Santiago heeft geplukt, haar middelvinger beklimt alsof het een steile rotspiek is.

Verlangens en rivaliteit
Niet in de laatste plaats is de hand het instrument voor Clara’s door haar moeder ten strengste verboden handelingen. Op haar rug liggend in het dichte struikgewas van de Costa Ricaanse jungle legt ze op een gegeven moment een kluitje van gras en aarde op haar kruis. Er volgt een lichte aardbeving, alsof de beroering die Clara ervaart ook die van de Aarde is. Wanneer ze later op de televisie mensen met elkaar ziet zoenen, beroert ze opnieuw het gebied tussen haar benen, tot ergernis van haar moeder, die haar vingers voor straf insmeert met een extract van rode pepers. Maar ’s nachts kan Clara het niet laten zichzelf opnieuw te bevoelen en te bevredigen, met de pijnlijke gevolgen van dien.

Clara Sola

Clara hoopt dat haar verlangens een uitweg kunnen gaan vinden als Santiago haar met toenemende interesse begint te bejegenen. Of gaat zijn belangstelling toch meer uit naar haar nichtje Maria, wier vijftiende verjaardag, de overgang van meisje naar vrouw, traditioneel wordt gevierd? En Yuca, kan Clara zich daar nog op verlaten? Of heeft men voor het dier een andere bestemming gezocht en spreekt de geheime naam ‘Sola’ (‘Alleen’) die Clara voor zichzelf heeft bedacht toch boekdelen?

Bevrijding of blinde muur?
Clara Sola is een betoverende, maar ongemakkelijke film, die je niet snel loslaat. Dat laatste wordt mogelijk versterkt door in ieder geval de schijn van een oneffenheid in de verhaallijn. De rol die haar moeder Clara toebedeelt als gebedsgenezeres, met de daarmee gepaard gaande hardhandige onderdrukking van de seksualiteit van haar dochter, vormt letterlijk en figuurlijk een keurslijf. Clara wil zich daarvan bevrijden en zoekt heling in de natuur. Maar ook daarbij wordt gezinspeeld op haar weliswaar andersoortige, buitengewone gaven.

Is de film het verslag van Clara’s bevrijding, of wanneer je de bovennatuurlijke lagen eraf pelt toch eerder van de confrontatie van een gehandicapte vrouw met de blinde muur van haar erotische desillusies? Of die vraag een duidelijker antwoord had verdiend dan de film verschaft, kan iedere kijker het beste zelf beoordelen.

 

3 augustus 2022

 

ALLE RECENSIES

Tantas Almas

****
recensie Tantas Almas
Vallei van de zielen

door Cor Oliemeulen

Colombia is het land waar de meeste inwoners (bijna 7,5 miljoen) binnen de eigen landsgrenzen moesten vluchten. Zoveel zielen die hun huis tijdens de burgeroorlog niet verlieten, riskeerden hun leven. Vooral jonge mannen werden vermoord. Tantas Almas is een eenvoudig verteld relaas met een indringende queeste naar het hart van de duisternis.

In het Colombia van de late jaren 80 richtten drugsbaronnen, landeigenaren en politici paramilitaire organisaties op om hun belangen te beschermen. De veelal jonge milities van de Autodefensas Unidas de Colombia (AUC) zaaiden dood en verderf onder progressieve burgerorganisaties en de plattelandsbevolking.

Tantas Almas

Dood en zuivering
In het gebied rond de Magdalena-rivier dat jarenlang hard is getroffen, maken we in 2002 kennis met de vriendelijke, religieuze José, die ’s avonds na urenlang vissen in zijn bootje terugkeert naar zijn dorp aan de oever. Hij wordt opgeschrikt door geschreeuw. Om zichzelf te beschermen, keert hij pas tijdens het ochtendgloren terug. Hij hoort dan van zijn dochter Carmen dat zijn twee zoons zijn meegenomen, en hoogstwaarschijnlijk direct gedood en in de rivier gegooid. ‘Dood en zuivering. Verenigde Zelfverdediging van Colombia’ hebben milities op hun houten huisje gekalkt. José probeert de leus tevergeefs met zijn kapmes te verwijderen. Hij tuurt bijna stoïcijns naar de rivier, omhelst Carmen en neemt zich voor te zorgen voor een respectvolle begrafenis voor haar twee broers.

Tijdens zijn queeste wordt José geconfronteerd met mensen waarvan hij lang niet altijd zeker weet of hij die kan vertrouwen. Zijn ogenschijnlijke gelatenheid is de consequentie van zijn vastberadenheid om zijn zoons te vinden. Vooral hachelijk zijn de confrontaties met paramilitairen die verbieden om lijken uit de rivier te vissen en hem meenemen naar hun kamp. De commandant zit hier begeesterd een bergetappe van de Tour de France te kijken en hoopt vurig dat een Colombiaanse wielrenner wint, terwijl José als een vorm van vernedering wordt gedwongen om het ene na het andere bord soep leeg te eten.

Gouden greep
Regisseur Nicolás Rincón Gille, die na zijn bachelor economie in Bogota naar Brussel vertrok om er film te gaan studeren, maakt met Tantas Almas (Zoveel zielen) zijn speelfilmdebuut nadat hij eerder in drie documentaires de nasleep van het geweld van de paramilitairen in zijn moederland had behandeld. Hij maakt dankbaar gebruik van de sfeervolle breedbeeldcinematografie van Juan Sarmiento met de schoonheid van landschappen die zijn gedrenkt in oorlogsmisdaden. Ook de casting van niet-professionele acteurs op locaties waar het oorlogsgeweld zich het meest liet voelen, is uitermate geslaagd.

Tantas Almas

Vooral de keuze voor José Arley de Jesús Carvallido Lobo als vader José blijkt een gouden greep. Een oudere, pezige man – kalend, grijze haren en een flinke snor, doorleefd gelaat met sprekende ogen en bijna steeds gehuld in een voetbalshirt van het nationale elftal met zijn eigen naam op de rug – die zich laat leiden door de heilige Antonius, het geloof dat dode zielen tot leven kunnen komen, maar vooral door zijn opdracht om zijn twee zoons te vinden.

De cameravoering is rustig, de geluidsband vooral gevuld met omgevingsgeluiden, de spanning bijna steeds voelbaar. De regisseur neemt alle tijd om de kijker mediterend en gehypnotiseerd mee te slepen in José’s innerlijke gevoelswereld door de jungle en in de dorpjes, op weg naar een voor hem onvermijdelijke apotheose, waarvan de expliciete gruwelijkheid bewust bijna geheel buiten beeld wordt gehouden en daardoor juist effectief aanvoelt. Pas als José in het eindshot in een vissersbootje op de Magdalena-rivier steeds verder weg peddelt en langzaam verdwijnt in de onmetelijke natuur is ook de verblufte kijker in staat ‘s mans persoonlijke relaas een plekje te geven.

 

17 december 2021

 

ALLE RECENSIES

De nueva otra vez

*
IFFR Unleashed – 2019: De nueva otra vez
Een gebroken voorruit en verder?

door Paul Rübsaam

‘Docufictie’ staat in De nueva otra vez (2019) van de Argentijnse regisseuse Romina Paula blijkbaar voor twee keer niets. Diaseries en statische voordrachtjes compenseren allerminst het pijnlijke gebrek aan bewegend beeld dat de emotionele crisis van de protagoniste zichtbaar en voelbaar maakt.

Een dia van een bestelwagen met een gebroken voorruit. Ondertussen vraagt protagoniste en regisseuse Romina Paula (1979) zich in een voice-over af of het gezonde verstand haar de das om heeft gedaan. Met ‘gezond verstand’ bedoelt ze: je leven leiden zoals dat van je verwacht wordt. Daarmee is dit openingsbeeld van de hybride De nueva otra vez nog niet eens onaardig: je doet je best en toch krijg je panne.

De nueva otra vez

Huis-, tuin- en keukenscènes
Maar wat is er aan de hand met de hoofdpersoon? Haar vriend (tevens vader van haar driejarige zoontje Ramón) heeft het in hun landelijke huis nabij Córdoba druk met zijn werkzaamheden. Zelf heeft ze behoefte aan een retraite in Buenos Aires, in het huis van haar eigen moeder, die dan ook wat voor Ramón kan zorgen. Maar waarom precies? Heeft ze een verlate post-partumdepressie, een vroege midlifecrisis of leidt ze aan een chronische vorm van adolescentie?

Het moederschap valt Romina zwaar, mogen we geloven. Dat kan natuurlijk. Maar Ramón lijkt, voor wat we van hem te zien krijgen, toch een leuk knulletje. En van de nu en dan wat peinzende blikken van Romina zelf worden we ook al niet veel wijzer. De vriend begraaft zich ondertussen blijkbaar zo fanatiek in zijn werk dat we nauwelijks iets van hem te zien krijgen. We komen er dus ook niet achter wat hem beweegt.

En dan de moeder van Romina. In weinig verontrustende huis, tuin- en keukenscènes betoont ze zich als Romina’s steun en toeverlaat een oase van begrip. Of moeten we deze alleraardigste vrouw soms kwalijk nemen dat ze als Argentijnse van geboorte consequent de taal van haar Duitse grootouders is blijven spreken?

Voorts geeft Romina een jongeman die ze leuk vindt Duitse les, gaat ze naar een feestje waar zich tegen heug en meug settelende dertigers nog wat kunnen flirten en drinken en zoent ze een beetje met de artistieke jongere zus van haar beste vriendin Mariana, waaruit we dan nog kunnen opmaken dat haar seksuele identiteit nog niet helemaal een uitgemaakte zaak is.

Duitsland en jager-verzamelaars
De meer geënsceneerde delen van de film moeten Romina’s schimmige emotionele geworstel blijkbaar van een universelere dimensie voorzien. Zo vertelt Mariana staande voor de projectie van een dia waarvan de betekenis onduidelijk blijft iets over het verschil tussen het leven op het platteland en het leven in de grote stad, waarbij ze regelmatig en gretig de woorden ‘opinie’ en ‘abstractie’ gebruikt.

De jongeman die Duitse les krijgt, mag met behulp van dia’s van onder andere Der Brandenburger Tor iets vertellen over zijn geplande reis naar Duitsland, een land waarvan hij nog niet of het hem aantrekt of juist afstoot.

En de artistieke jongere zus van Mariana haalt in haar voordrachtje de mythe rond Zeus en zijn moederloze dochter Athena erbij om op te roepen tot de revolutie van de ‘dochters’ (kinderloze jonge vrouwen die in het Argentinië van de toekomst het voortouw moeten gaan nemen).

De nueva otra vez

Zelf leest Romina in de tuin haar moeder en andere oudere vrouwen uit het gymklasje van haar moeder voor uit een boek waarin betoogd wordt dat ‘de man’ is blijven steken in zijn oerfase van jager-verzamelaar, terwijl ‘de vrouw’ zich veel beter staande weet te houden in de moderne samenleving. Verder becommentarieert ze regelmatig dia’s uit het familiealbum, waarbij ze het doorsneegehalte en de Duitse origine van haar familie benadrukt. Wat dit te maken heeft met haar eigen, op zich al vaag blijvende huidige levensfase wil zich maar niet aan de kijker mededelen.

Nog maar eens een keer
Het geheel van De nueva otra vez imponeert niet als meer dan de som van de weinig overtuigende delen. Er is geen interactie van betekenis tussen het te alledaagse ‘dynamische’ gedeelte van de film en het te pretentieuze statische, die zich vermoedelijk als praktijk en theorie tot elkaar hadden moeten verhouden.

Blijkens de titel van de film (in het Engels: Again Once Again) wil de protagoniste door de weg van haar eigen leven in omgekeerde richting af te leggen tot dieper inzicht komen. Het jubilerende IFFR had hier echter geen reden in mogen zien om dit twee jaar oude, quasidiepzinnige oudere meisjesgezemel ‘nog maar een keer’ te programmeren.

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 9 juni 2021.

1 mei 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR