**
recensie Every Thing Will Be Fine
Gevoelstemperatuur onder nul
door Alfred Bos
De nieuwe film van Wim Wenders is een studie in afwezigheid. James Franco speelt een romanschrijver die buiten zijn schuld een kind doodrijdt. Al duurt het jaren, er komt verlossing.
Wim Wenders, de man van Paris, Texas en de Buena Vista Social Club-documentaire, is het slag regisseur dat vooral aandacht besteedt aan personages en sfeer, minder aan verhaal en intrige. Zijn laatste werkstuk is een goed voorbeeld van die aanpak. In Every Thing Will Be Fine moet een opkomende schrijver, gespeeld door James Franco, zijn intellect in balans brengen met zijn gevoel. Hoewel uiterlijk succesvol, schrijnt zijn ziel. Hij heeft buiten zijn schuld een kind doodgereden. Hij is een instrument van het lot en dat knaagt.
James Franco als karakteracteur, wie had dat durven dromen. Hij komt er heel aardig mee weg, mede omdat zijn personage, auteur Tomas Eldan, vooral in diens hoofd leeft en nauwelijks emotioneel contact lijkt te maken met zijn omgeving. Zijn vriendin, Sara (Rachel McAdams), kan met zo’n afwezige man niet leven en verlaat hem. Wanneer ze elkaar jaren later tegenkomen – zij getrouwd en moeder, hij successchrijver en stiefpa – beseft Tomas nauwelijks wat hij bij Sara verkeerd heeft gedaan. Hij is meer geest dan mens.
Confrontatie
Zijn tegendeel is Kate (Charlotte Gainsbourg), de moeder van het verongelukte jongetje. Ze is een alleenstaande ouder, eveneens een geabsorbeerde creatieveling, een illustrator, die op het platteland van Quebec, Canada in haar eigen wereld opgaat. Anders dan Tomas accepteert ze haar rol in het drama. Kate koestert geen wrok tegen de man die haar jongste kind doodreed en helpt hem het trauma te verwerken. Ze is nuchter en aards, ziet schoonheid in de dagelijkse dingen, de natuur en de seizoenen.
Kate’s oudste zoon, Christopher (Robert Maylor), was getuige van het noodlottige ongeval en is in zekere zin het spiegelbeeld van Tomas, broeierig en bezeten. Hij groeit zonder broer op tot een getroebleerde tiener die geobsedeerd is door de man die zijn leven overhoop trok. Wanneer Tomas twaalf jaar later een roman publiceert waarin het incident een rol speelt, zoekt Christopher hem op. Door de confrontatie worden de wonden eindelijk geheeld, het gat gevuld.
Mannelijke identiteitscrisis
Every Thing Will Be Fine is een film over absentie: Kate was er niet voor haar zoontjes, ze was verdwenen in het boek dat ze zat te lezen. De mannelijke hoofdpersonen, Tomas en Christopher, missen een emotionele basis, een fundament onder hun bestaan. De vrouwelijke personages daarentegen, Kate en Sara, zijn zeker van hun zaak. Zo is de film te ‘lezen’ als een eigentijdse zedenschets met een emancipatoire ondertoon, een politiek correct commentaar op de mannelijke identiteitscrisis. Feit is dat het draaiboek werd geschreven door de Noor Bjørn Olaf Johannessen; in zijn script van Nowhere Man (2008) staat eveneens een twijfelende man centraal.
Het tempo van Every Thing Will Be Fine is traag, onthecht bijna. Het suggereert een diepgang die nimmer manifest wordt en zo is de film zelf de uitdrukking van zijn hoofdthema, afwezigheid. Er valt op Wenders’ werk nauwelijks iets aan te merken: de fotografie is fraai, de acteurs competent, het thema verantwoord. En toch is het lastig om gevoelsmatig contact te maken met het verhaal, alsof het allemaal te afstandelijk, te netjes, te verantwoord is. Wenders’ laatste fictiefilm, Palermo Shooting (2008), had een mediterraanse esprit. Deze film staat daar haaks op. De Scandinavische kilheid slaat naar binnen en laat, helaas, de kijker koud achter.
14 juli 2015