*
recensie Lo and Behold, Reveries of the Connected World
Internet is de wraak van de nerds
door Alfred Bos
Gevierd documentairemaker Werner Herzog vertilt zich lelijk aan het internet. Lo and Behold mist focus. Enige kennis van zaken en een kritische blik hadden kunnen helpen.
Werner Herzog is een groot bewonderaar van de menselijke geest en wat die vermag. Zijn speelfilms en documentaires getuigen er van: kunst uit prehistorische tijden (Cave of Forgotten Dreams), het onverzettelijk najagen van een droom (Aguirre, Fitzcarraldo), heroïsch overleven in de woeste natuur (Rescue Dawn, Grizzly Man) – het zijn films die je bijblijven.
De grootste kwaliteit van filosofisch angehäuchte Duitser met het karakteristieke accent is wellicht zijn nieuwsgierigheid naar en verwondering over het uitzonderlijke. Het kleine en het dagelijkse lijken hem minder te boeien, zijn onderzoekende geest is gevoelig voor de poëzie van het extreme. Zelf door-en-door bourgeois ziet zijn blik de heroïek van de onaangepasten.
Het schiet allemaal tekort in Lo and Behold, Herzogs documentaire over het internet. De ondertitel – dagdromen over de verbonden wereld – impliceert dat hij zijn vertrouwde benadering heeft ingezet die eerder zulke fraaie resultaten opleverde. Maar het internet is anders. Het is een labyrint waarin de maker en diens documentaire hopeloos verdwalen.
Bewonderende warboel
Internet is revolutionaire technologie met verstrekkende gevolgen voor mens en samenleving. Het is een veelomvattend fenomeen, met een groot aantal deelaspecten, dat zich heeft genesteld in de haarvaten van het dagelijkse leven. Er is veel te vertellen, uit te leggen en te duiden in de honderd minuten die Herzog zich heeft toegemeten. Hij komt er niet uit. Hij heeft te weinig kennis van zaken. Hij stelt geen kritische vragen. Hij is een fan die geïmponeerd wierook brandt op het altaar van de wetenschap. Lo and Behold is een warboel, de meester onwaardig.
De film springt van de hak op de tak, holt van de ene opzienbarende technologie naar de volgende, snuffelt even in lyrische verwondering aan de buitenkant, graaft nimmer door en gaat met schokkend onbegrip voorbij aan de schaduwkanten van digitale technologie: privacy issues, cyberpesten, de surveillance society, de groeiende macht van Silicon Valley en de kwetsbaarheid van de genetwerkte samenleving, om maar wat te noemen.
Welke invloed die revolutionaire en uiterst dynamische, zich dagelijks ontwikkelende technologie heeft op mensen en hun gedrag, is geen onderwerp van Herzogs dagdromen. Waarom internet revolutionair is, zoals de regisseur aan het begin van de film terecht stelt, maakt Lo and Behold niet duidelijk. Er is zelfs geen aanzet tot een eerste begrip. Er zijn vooral veel pratende hoofden van wetenschappers, ondernemers en een enkele hacker die keuvelen zonder context. Ordening en duiding laat Herzog aan de kijker over. Die verzuipt in de datastroom.
Disneyland
Het aardigste van Lo and Behold is de eerste van de tien hoofdstukken, over de beginjaren van internet. Op 29 oktober 1969, om half elf ’s avonds, werd voor het eerst een elektronisch bericht verstuurd. De beoogde boodschap was ‘log in’. Bij de derde letter liep de computer vast. Het eerste e-mailbericht luidde: lo. Vandaar de titel van de docu.
De negen daarop volgende hoofdstukken zijn het beeldverslag van een tiener in Disneyland. Het is wow en what the fuck, schiet alle kanten uit, weigert te reflecteren of kritische vragen te stellen. Wat doen radioastronomie en hersengolven in een docu over internet? Waarom wordt het darknet, het ondergrondse internet waar drugs en wapens worden verhandeld, niet belicht? Is er over hackers niets meer te melden dan de jaarlijkse bijeenkomst DEFCON? Wat is de link tussen kunstmatige intelligentie en internet? Lo and Behold opent vele deuren, maar stokt op de drempel.
Stuxnet
Onprofessioneel is het niet doorvragen, bijvoorbeeld waarom voetbalrobot 8 zoveel beter is dan zijn collega’s. Verschillende wetenschappers noemen het internet der dingen, Herzog gaat er niet op in. Beschamend is het gebrek aan inlevingsvermogen voor de familie die op misselijkmakende wijze het slachtoffer werd van cyberpesten. Volstrekt ridicuul is hoofdstuk 7, Internet op Mars. Werner, heus?
Bepaald knullig is het hoofdstuk over cyberspionage: Herzog behandelt een oude kwestie (Titan Rain) en laat de meest spectaculaire en ingrijpende zaak (stuxnet) ongenoemd. Hij haalt mensen voor de camera die niets over de kwestie kunnen zeggen, terwijl er genoeg veiligheidsexperts zijn te vinden die wel willen praten, zoals Frank Wiering in de Tegenlicht-uitzending van najaar 2014 over zero days (ongebruikte beveiligingslekken) liet zien.
Wie op zoek is naar documentaires over internet kan online terecht, op YouTube zijn er genoeg te vinden. En wie in de bioscoop een internet-docu wil nuttigen, spoede zich naar Alex Gibney’s Zero Days. O ja, die draait niet in Nederland. Inloggen dan maar, en illegaal downloaden. Ook dat is internet.
9 september 2016