Petrov’s Flu

***
recensie Petrov’s Flu
De Petrovs hebben griep

door Jochum de Graaf

De Engelse titel Petrov’s Flu is enigszins misleidend want de hele familie Petrov – man, vrouw, zoon – is ziek. De Petrovs hebben griep (‘Petrovy v grippe’ in het Russisch) zou beter zijn. Hiermee wordt de metafoor voor Rusland, land in verval, nog wat nadrukkelijker aangedikt.

De nachtelijke koortsdroom van de Petrovs in het desolate Jekaterinenburg is prachtig uitgelicht maar is toch minder indringend dan Leto (Zomer) waarmee regisseur Kirill Serebrennikov drie jaar geleden in ons land doorbrak.

Serebrennikov, gekend Poetin-criticaster, kent uit eigen ervaring de absurditeit van het huidige Rusland. In 2017 werd hij gearresteerd op verdenking van verduistering van subsidiegeld, kreeg huisarrest, werd in 2020 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en een geldboete en mag sinds begin dit jaar het land niet meer verlaten.

Tijd van morele degeneratie
Zoals vaak in zijn films is de sfeer belangrijker dan de plot. Leto, over de driehoeksverhouding van Natalja Maoenenko, haar man Majk en Victor Tsoi, de rocksterren van de jaren tachtig, was een zinderende film over de verandering, glasnost, die in de lucht hing. Petrov’s Flu moet het daarbij afleggen.

Petrov (Semyon Serzin) zit in een overvolle trolleybus, rijdend door het deprimerende Jekaterinenburg. De ramen zijn beslagen, buiten is het kil en koud, hij hoest de longen uit zijn lijf, hij heeft griep. We zijn in de tijd van post-Sovjet-Rusland, tijd van morele degeneratie, economische verarming, de ongekende vrijheden waar de Russen zich geen raad mee weten, het land op de rand van een complete sociale ineenstorting.

Petrov moet een tirade van een medepassagier aanhoren over Gorbatsjov en Jeltsin die het land verkwanseld hebben en wordt dan opeens uit de bus gehaald, krijgt een kalasjnikov in de hand gedrukt en moet meedoen met het fusilleren van een stel chic geklede mensen.

Petrov’s vrouw organiseert een literair avondje op de bibliotheek waar ze werkt, en ineens wordt haar oogwit zwart en slaat ze met welgemikte karateklappen een vervelende indringer tot moes.

Petrov brengt zijn zieke zoontje naar een Nieuwjaarsfeestje waar Djed Moroz (Vadertje Vorst, een soort Russische Kerstman) optreedt en hij mag dansen met het Sneeuwmeisje, net als zijn vader zelf dat eind jaren tachtig deed.

Oogverblindende sequentie
We zien een aantal gruwelijke scènes, de moeder die haar zoon de keel doorsnijdt met een mes, een of andere onverlaat krijgt een revolver in zijn mond geduwd en mag zelf de trekker overhalen, een ander wordt met verstikking door een kussen omgebracht. Het blijken allemaal wrede, hallucinante dromen.

Daar tegenover staat een technisch oogverblindende sequentie, een ononderbroken opname van ongeveer achttien minuten van Petrov die een ontgoochelde, suïcidale schrijver volgt: van een kantoorgebouw naar een lift, naar beneden in een garage, in de sneeuw, in een appartement en terug de sneeuw in. We zien dronken ritjes in een versierde lijkwagen, waaruit op zeker moment het lijk ontsnapt, we zijn getuige van nog dronkener discussies over het bestaan van God.

Maar met een lang uitgesponnen verslag van het feest van Ded Moroz en zijn Sneeuwmeisje wordt de zwerftocht eindelijk vermoeiend en wordt de film minder dan de som van de vele delen.

 

24 februari 2021

 

ALLE RECENSIES