****
recensie So Long, My Son
Kroniek van verstrijkende tijd
door Tim Bouwhuis
De beste filmkronieken verweven een persoonlijk verhaal met een bredere stroom van (vaak) politiek-historische ontwikkelingen. Neem de som van de twee en je hebt het kloppende hart van So Long, My Son, een episch drama dat China vangt en verbeeldt als een kroniek van verstrijkende tijd.
De vertelling begint als de jonge, verlegen Xingxing door zijn vriend Haohao wordt uitgedaagd een duik te nemen in een waterreservoir in een noordelijk gelegen fabrieksstadje. Haohao voert de druk op door zijn kleren vast uit te trekken en zich na wat laatste aansporingen richting het water te spoeden. De camera laat hem vertrekken – we kijken mee over de schouder van Xingxing, die eenzaam achterblijft. De scène eindigt een stuk abrupter dan ze begon, en als we een minuut of tien later terugkeren bij het reservoir is er een ongeluk gebeurd.
Filmfractuur
Wat ontvouwde zich, en waarom waren wij er niet bij? Het is verleidelijk om So Long, My Son door de elliptische structuur te benaderen als een puzzelfilm. De openingsscène markeert namelijk lang niet het enige moment dat de continuïteit van de film doorbroken wordt. Regisseur Wang Xiaoshuai (Beijing Bicycle) schakelt welbewust tussen verschillende tijdvakken (rangerend van midden jaren tachtig, wanneer de film opent, tot het heden), maar laat de zo gebruikelijke tussentitels (locatie, jaartal) achterwege. In de vlekkeloze montage komen nieuwe dramatische ontwikkelingen en referenties naar een getroebleerd verleden samen.
Al die variabelen vragen, in bij uitstek positieve zin, om een actieve kijkhouding. En die houding loont, niet alleen omdat het scenario uitgekiend is en alle stukjes ook daadwerkelijk passen. Wangs uitgesproken stijl is namelijk noodzaak om daadwerkelijk te ervaren hoe het verleden tot ons komt: in half aan elkaar gelijmde brokken, en altijd gefragmenteerd. Wat rest zijn de details, de gesprekken die een breuk helen of er één teweeg brengen. Met zulke momenten zit So Long, My Son vol. Misschien is het te veel gevraagd, zoals Wang in een interview wel voorstelt, om de tijdsconstructie maar gewoon los te laten. Maar het lijdt geen twijfel dat een contra-intuïtieve mindset het kijken verrijkt.
Over levenswijsheid
Terug bij de twee jongens uit de openingsscène. Uit de (chronologisch eerder gesitueerde) scène die volgt, blijkt dat hun ouders goed met elkaar bevriend zijn. Het ongeluk zet die verhouding alleen flink onder druk. Wang neemt schuld en verlies als vertrekpunt en concentreert zich vervolgens op de ouders van Xingxing (rollen van Wang Jingchun en Yong Mei). Hoe verwerken zij wat er gebeurd is, en beter nog, hoe doen ze dat binnen een staatsapparaat dat vaststelt waar families ophouden en misdrijven beginnen? Tegen de achtergrond van de Chinese eenkindpolitiek (1979-2015) en de culturele revolutie die daaraan vooraf ging, is de meest intieme eenheid van de privaatsfeer immers altijd een publieke aangelegenheid. Ontwikkelingen op nationale schaal worden zo keer op keer gespiegeld aan het leven van Yaojun en zijn vrouw Liyun. Wong en Yang zien zich omringd door een zweem van authenticiteit die zich niet laat creëren; het is bijna ironisch dat hun ‘spel’ hen tijdens de Berlinale (zeer terechte) bekroningen opleverde voor beste acteur respectievelijk beste actrice. Noem het oprechte levenswijsheid, en je zit er niet ver vanaf.
Terwijl de tijd de geschiedenis steeds verder opslokt, beginnen Yaojun en Liyun steeds scherper te bevragen wat het heden nog kostbaar maakt. “Als er bijna geen sporen meer over zijn van het verleden”, zegt Liyun richting het einde, “hoe komt het dan dat we toch nog bang zijn om dood te gaan?” Het verloop van de film doet een suggestie voor een mogelijk antwoord: de dood gaat nooit alleen over ons. En uiteindelijk, in de laatste scène, dat een piepklein gebaar de meest gebroken familie nog hoop kan bieden.
27 juli 2019