The Seed of the Sacred Fig

****
recensie The Seed of the Sacred Fig

Opnieuw vernietigende aanklacht tegen Iraanse ayatollah-regime

door Jochum de Graaf

Met There is No Evil, een caleidoscopische verkenning van de doodstrafpraktijk in Iran, won Mohammad Rasoulof in 2020 de Gouden Beer. Het kostte hem een jaar gevangenisstraf. The Seed of the Sacred Fig, juryprijs Cannes, werd voor een Oscar genomineerd. Vlak voor de première in Cannes 2024 kon Rasoulof ontsnappen aan een veroordeling tot acht jaar gevangenis, plus lijfstraf en een hoge boete; hij leeft tegenwoordig in Duitsland. The Seed of the Sacred Fig, misschien wel Rasoulofs belangrijkste film, is opnieuw een vernietigende aanklacht tegen het Iraanse ayatollah-regime.

Vader Iman is een ambitieuze advocaat die net is gepromoveerd tot onderzoeksrechter. Dat is nog maar één stap verwijderd van rechter in het revolutionaire hof, een zeer vooraanstaande positie in de Islamitische Republiek Iran. Daar hoort een aardige salarisverhoging en betere huisvesting, misschien wel een huis met voor de dochters een eigen kamer, bij. Maar de promotie heeft ook een keerzijde: Iman wordt nu nog meer een radertje in het gewelddadige rechtssysteem van de Islamitische Republiek. Tot zijn verontrusting ontdekt hij dat hij nu doodstraffen zonder vorm van proces moet gaan afstempelen.

The Seed of the Sacred Fig

Protesten worden hard neergeslagen
Tienerdochters, studente Rezvan en schoolgaande Sana, zitten urenlang met stijgende verbijstering op hun telefoons te kijken naar de gruwelijke beelden, het niets ontziende geweld waarmee het ayatollah-regime probeert de ‘Woman Life Freedom’-beweging die vanaf september 2022 door Iran raast, neer te slaan. Het is een voor Iran ongekende felle, omvangrijke  protestbeweging, ontstaan vanwege de dood van de 22-jarige Mahsa Amini, die was opgepakt omdat ze haar hijab verkeerd droeg.

Moeder Najimeh krijgt daar ook het een en ander van mee, maar volgt het nieuws via de staatstelevisie, die een zeer negatief beeld van de demonstranten schetst. Ze leeft met een loyaliteitsconflict, schipperend tussen haar plicht en liefde voor haar man en haar instinct om haar dochters te beschermen. Het gezin kan in deze rolverdeling gezien worden als een microkosmos van het huidige Iran.

Het nieuws van Mahsa Amini’s dood komt als een schok. Iman houdt stevig vast aan de officiële lezing en zegt dat het meisje duidelijk een beroerte heeft gehad. Maar Rezvan en Sana geloven het geen seconde. Op een avond, als het gezin aan het eten is en de tv het officiële nieuws uitzendt, gromt Rezvan: ‘Leugens, allemaal leugens.’ Iman barst tegen haar uit, beschuldigt hen ervan dat ze in de propaganda van vijanden en buitenlandse elementen trappen. ‘Welke buitenlandse elementen?’, vragen zijn dochters – maar Iman weigert nors nadere uitleg. Voortaan blijft de tv uit tijdens het eten.

De verhoudingen worden ernstig beproefd wanneer Sadaf, vriendin van Rezvan, het appartement wordt binnengebracht. Ze is bij de rellen fiks mishandeld, haar gezicht is aan een kant nogal bloederig, ze zal mogelijk een oog moeten missen. Moeder Najmeh weet zich in eerste instantie niet goed raad met de situatie. Onder geen beding mag Iman hier iets van te weten komen, de mogelijke betrokkenheid van Rezvan bij de rellen kan zijn reputatie ernstig schaden. Maar ze besluit toch achter de schermen hulp te zoeken en Sadaf te verzorgen. In een breed uitgesponnen scène verwijdert ze minutieus met een pincet de hagelkogeltjes uit Sadafs gezicht. Stuk voor stuk belanden ze in de gootsteen, er komt nogal wat bloed aan te pas.

The Seed of the Sacred Fig

Van drama naar thriller
En dan is er de plot rond een pistool, dat Iman bij zijn promotie kreeg uitgereikt. Het is voor zijn bescherming, zo wordt hem verteld. Hem wordt aangeraden niet al te openlijk over zijn werk te zijn. Er zijn talloze dissidenten in de straten van Teheran die een van de belangrijkste functionarissen van de theocratie willen uitschakelen. Als hij het wapen verliest of het gestolen wordt, riskeert hij een gevangenisstraf van minimaal drie jaar en is zijn carrière over.

Wanneer het pistool op zekere dag zoekraakt, wordt de film een thriller. Het tempo gaat omhoog, de gebeurtenissen volgen elkaar sneller op, de muziek zwelt aan, er volgt een spannend spel met telkens wisselende perspectieven.

Voor Iman begint en eindigt de lijst met verdachten met zijn directe verwanten, eventjes een collega, een broer die thuis op bezoek komt, maar vooral zijn vrouw, zijn dochters. Hij denkt de zaken beter onder controle te krijgen met een vlucht naar zijn geboortedorp, honderd kilometer buiten Teheran. Hij zet zijn gezin in de auto. Rezvan en Sana kijken naar familiefilmpjes uit hun jeugd, de vakanties waar ze met hun vader nog konden lachen en spelen, gezellig praten en discussiëren, maar nu zijn de verhoudingen stevig verstoord.

Vader Iman wordt steeds meer paranoïde, zeker wanneer hij door een stel reizigers gefilmd wordt die hem menen te herkennen en bedreigen. Achtervolging, opsluiting, gijzeling, verhoren in de beste c.q. slechtste traditie van de staatsveiligheidsdienst, de dreiging van een shoot out in een adembenemend decor van rotsen en spelonken leiden tot een opera-achtige apotheose.

De filmtitel verwijst naar een soort vijg waarvan de jonge scheuten zich om een andere boom wikkelen en deze uiteindelijk wurgen, een metafoor voor het theocratische regime, die je zou kunnen opvatten als wens of hoop op een einde van de Islamitische Republiek. Maar The Seed of the Sacred Fig is vooral zo sterk als toonbeeld van hoe de tentakels van een autoritair regime woekeren en wroeten in alle geledingen van de Iraanse samenleving. Masoulof maakte er opnieuw een vernietigende aanklacht van.

 

19 maart 2025

 

ALLE RECENSIES

CinemAsia 2025 – Deel 3: Delinquenten zoeken rechte pad

CinemAsia 2025 – Deel 3:
Delinquenten zoeken rechte pad

door Cor Oliemeulen

Als je jaren in de gevangenis hebt gezeten, zou je moeten snakken naar vrijheid. In dit laatste deel van ons verslag van CinemAsia 2025 drie films die laten zien hoe moeilijk een terugkeer naar de maatschappij kan zijn.

 

Pierce

Pierce – Broederliefde
Eens een crimineel, altijd een crimineel. De moeder van Zijie verbiedt haar jongste zoon contact met haar oudste zoon, Zihan, die na enkele jaren jeugdgevangenis wegens goed gedrag vrijkomt, maar thuis de deur wordt gewezen. Zihan werd veroordeeld vanwege de dood van een tegenstander tijdens een schermwedstrijd. Niemand geloofde zijn verhaal dat zijn degen per ongeluk afbrak, waarna het noodlot toesloeg. Zijie is de enige die geneigd is zijn broer te geloven. Dat komt omdat Zihan hem vroeger van de verdrinkingsdood heeft gered.

Pierce, het speelfilmdebuut van de Singaporese Nelicia Low, begint met die scène. Vage onderwaterbeelden met spartelende armen en benen, afgewisseld door beelden van moeder die roepend en schreeuwend naar het water rent, suggereren die reddingspoging. Aan het eind van de film zien we wat er precies gebeurde.

Het drama neemt veel tijd om het aarzelende weerzien tussen de twee broers vorm te geven. Zijie blijkt een heel zachtaardige jongen, die zijn oudere broer heeft gemist, en neemt het zijn moeder kwalijk dat zij niets meer met Zihan te maken wil hebben. De terugkomst van Zihan levert wel een dilemma op met de nieuwe partner van de moeder, die liegt over het verleden van haar oudste zoon. Zihan speelt het spel meesterlijk mee.

Het belangrijkste deel van Pierce speelt zich af in de schermschool, waar Zijie zich voorbereidt op een toernooi en waar hij wordt genegeerd door andere schermers, die weten dat hij Zihans broer is. Buiten de school krijgt Zijie les van zijn broer, maar ook soms binnen, want schermers hullen zich in identieke outfits en zijn vooral door de maskers onherkenbaar. Regisseur Low speelt met dit gegeven door thrillerelementen aan het verhaal toe te voegen, maar heel overtuigend is het niet. Door het groteske karakter komt de climax zeer onverwacht en met een keiharde twist, die het begrip broederliefde een nieuwe dimensie geeft.

Nog te zien tijdens CinemAsia 2025.

 

Yen and Ai-Lee

Yen and Ai-Lee – Verstopte emoties
De delinquent in het sfeervolle, in zwart-wit geschoten, Taiwanese familiedrama luistert naar de naam Yen. In de openingsscène zien we haar van verre aan komen fietsen, en als ze voor de camera stopt, zien we bloedvlekken op haar shirt en gezicht. Met een mes in de hand loopt ze naar het politiebureau waar ze zichzelf aangeeft.

Acht jaar later keert Yen terug bij haar moeder Ai-Lee, die thuis een winkeltje runt. Yen trekt zich terug in haar kamer en probeert aan de nieuwe situatie te wennen. Ze gaat solliciteren, maar vindt moeilijk een baan. Ondertussen maakt ze contact met een jongen met wie ze vroeger op school zat en krijgt ze te maken met de vriendin van haar vader, die probeert haar zoontje Wei, Yens halfbroertje, naar eigen zeggen voor een maand bij Yen achter te laten. Yen ziet het idee niet zitten, maar heeft uiteindelijk geen keus om voor Wei te zorgen.

In zijn vijfde speelfilm Yen and Ai-Lee behandelt regisseur Tom Lin drie thema’s: huiselijk geweld, moeder-dochterrelatie en identiteit. Yen moest de gevangenis in omdat ze genoeg had van het huiselijke geweld en krijgt bij terugkeer opnieuw hiermee te maken. De fragiele relatie tussen moeder en dochter is subtiel opgebouwd en geloofwaardig neergezet. Vooral in haar precaire relatie met Wei glorieert Yang Kuei-mei, die de rol van moeder Ai-Lee voor haar rekening neemt. Zij is een bekende Aziatische actrice, die al in 1994 een hoofdrol speelde in Eat Drink Man Woman van Ang Lee.

En dan speelt nog het thema identiteit een wezenlijke rol in dit intelligente drama. De regisseur koos voor de rol van Yen zijn vrouw Kimi Hsia, die ook in haar echte leven worstelde met een disfunctionele familie. Zij speelt in Yen and Ai-Lee een dubbelrol: die van dochter Yen én die van Ai-Lee, een jonge vrouw die sterk lijkt op Yen en die zich aanmeldt voor een toneelklas. De keuze voor dit personage geeft niet alleen de filmtitel een extra lading, maar biedt de regisseur een mooie gelegenheid om verstopte emoties tot wasdom te brengen.

Nog te zien tijdens CinemAsia 2025.

 

Black Dog

Black Dog – Twee outsiders worden vrienden
Black Dog van Guan Hu is een sociaal drama dat zich richt op de rauwe realiteit van het hedendaagse China. Net als zijn collega-filmmakers Jia Zhang-ke (A Touch of Sin) en Wang Xiaoshuai (So Long, My Son), heeft Guan Hu een scherp oog voor de gevolgen van economische veranderingen. In een trage, poëtische verteltrant toont Black Dog de eenzaamheid en vervreemding van mensen aan de zelfkant van een snel moderniserende samenleving. Plaats van handeling is een spookstadje aan de rand van de Gobi-woestijn in Noord-China waar roedels zwerfhonden veel overlast veroorzaken.

Het verhaal draait om de mysterieuze dertiger Lang (Eddie Peng) die na een gevangenisstraf terugkeert naar de plaats waar hij opgroeide en (zo vertelt iemand) furore maakte als rockster. Het oude theater zal worden gesloopt, de meeste huizen zijn onbewoond na het verdwijnen van de mijnbouw. Om geld te verdienen, gaat Lang werken bij een team dat zwerfhonden vangt. Hij raakt gefascineerd door een grote, dunne zwarte hond, omdat die gevaarlijk zou zijn. Black Dog focust zich op de ontmoetingen tussen deze twee eenzame outsiders en de band die ze opbouwen. Ondertussen maken we kennis met Langs vader, een alcoholist die in een gesloten dierentuin voor een tijger zorgt, een meisje van een circus dat aan de rand van het stadje is neergestreken en de slangenkweker Hu, die Lang verantwoordelijk houdt voor de dood van zijn neef.

Er is weinig dialoog, de beelden van het vervallen stadje met resten van vergane glorie en de desolate uitgestrektheid van de woestijn geven de film een melancholische sfeer. En dan is er die indrukwekkende magisch realistische scène als Lang op zijn motor met zijn zwarte hond in het zijspan in de woestijn stuit op honderden stilstaande honden op en naast de weg.

Terwijl op de achtergrond bijna voortdurend goederentreinen langs het stadje tuffen en de eerste bulldozers woningen met de grond gelijk maken, ontdoet regisseur Guan Hu zijn protagonist van zijn heldenstatus. Dat het Lang tot tweemaal toe niet lukt om met zijn motor over een gapend gat in de weg te springen, laat zien dat hij een mens van vlees en bloed is. Met een voorliefde voor bijzondere honden. En Pink Floyd.

Nog te zien tijdens CinemAsia 2025.

 

9 maart 2025

 

CinemAsia 2025 – Deel 1: Onmogelijke liefdes
CinemAsia 2025 – Deel 2: Het welzijn van de generaties

 

MEER FILMFESTIVAL

CinemAsia 2025 – Deel 1: Onmogelijke liefdes

CinemAsia 2025 – Deel 1:
Onmogelijke liefdes

door Cor Oliemeulen

CinemAsia – van 6-11 maart in Amsterdam – mag dan niet een van de grootste filmfestivals van het land zijn, het programma biedt de laatste jaren een uitgekiende mix van debuutfilms, recente arthouse-pareltjes, gerestaureerde klassiekers en shorts uit Azië. InDeBioscoop ontdekte in deze editie drie interessante thema’s: onmogelijke liefdes, generaties en delinquenten. In dit eerste deel drie films over onmogelijke liefdes.

 

Bona

Bona – Een warm bad
De Filipijnse regisseur Lino Brocka (1939-1991) werd internationaal bekend door zijn kritische films tijdens de dictatuur van Marcos. Bona (1980) is grotendeels ongezien gebleven, omdat men lange tijd dacht dat er delen uit de film ontbraken. Dit drama is nu prachtig 4K-gerestaureerd en te zien op CinemAsia. Met Engelse ondertiteling, net als alle andere films op het festival.

Met Bona maakte Lino Brocka een van zijn meest gewaardeerde sociaal bewogen films die de onrechtvaardigheid en de problemen van de Filipijnse samenleving aan de kaak stelt. Vanwege zijn activistische inslag kreeg hij regelmatig te maken met censuur en vervolging. Deze film speelt zich af in een krottenwijk van hoofdstad Manilla waar de bewoners worstelen met armoede en troost zoeken in alcohol. Tegen de achtergrond van tradities en sociale normen, toont Brocka de indringende realiteit van het dagelijks leven door innerlijke, en vaak intens emotionele, conflicten van zijn personages.

Het verhaal begint met een religieuze processie met deelname van honderden jonge mannen. Het feit dat hier nauwelijks een vrouw valt te bekennen, zet de toon voor de verhouding tussen mannen en vrouwen in deze samenleving.

We volgen Bona (gespeeld door Nora Aunor, een van de meest geliefde actrices in de Filipijnse filmgeschiedenis), die liever naar filmopnamen in de buurt gaat dan naar school. Bona heeft liefdevolle gevoelens voor wannabee acteur Gardo (Phillip Salvador), die aan het miserabele leven in de krottenwijk wil ontsnappen, maar het moet doen met kleine filmrolletjes. Aan Bona zal het niet liggen. Na elke scène veegt ze zijn voorhoofd af, geeft hem een sigaret en een glas water. Nadat haar vader haar heeft mishandeld, omdat Bona niet naar school gaat en laat thuiskomt, vindt ze onderdak in het huisje van Gardo. Ze begint meteen te schrobben en te poetsen, zorgt voor het eten, wast zijn kleren, haalt water, stopt hem in een provisorisch badje en wast hem. Bona ziet met lede ogen hoe Gardo regelmatig dronken thuiskomt met scharrels om vervolgens een paar meter verder de liefde te bedrijven.

Brocka bouwt Bona’s nieuwe, slaafse leven met haar worstelingen langzaam op naar een onvermijdelijke climax. Want terugkeren naar huis is onmogelijk, net als haar verlangen naar liefde en erkenning. Sterke regie en hoofdrollen.

Nog te zien tijdens CinemAsia 2025.

 

The Glassworker

The Glassworker – Gebroken glas
Een leuk aspect van CinemAsia is de kennismaking met films die je anders waarschijnlijk nooit zult zien. Dat geldt zeker voor The Glassworker (2024), de eerste met de hand getekende Pakistaanse animatiefilm. Regisseur Usman Riaz en een team van tientallen tekenaars werkten bijna tien jaar aan deze sfeervolle film, die werd ingezonden voor de Oscars maar de shortlist niet haalde. De film ontving lovende kritieken voor de visuele pracht en de krachtige anti-oorlogsboodschap.

Het verhaal gaat over Tomas Oliver, een meester-glasblazer die zijn zoon Vincent opleidt om glaskunstwerken te maken. Een oorlog zet het idyllische leven van Vincent op zijn kop. Hij krijgt warme gevoelens voor Alliz, de dochter van de commandant wiens leger het land heeft bezet. Terwijl de meeste inwoners de bezetters met open armen lijken te ontvangen, worden Tomas en Vincent neergezet als pacifisten. Tomas verbiedt Vincent omgang met Alliz, en Vincent sluit zich in tegenstelling tot zijn vriendjes niet aan bij de jeugdbeweging van de bezetters. Ondertussen weten Vincent en Alliz elkaar vluchtig te ontmoeten, en wordt Tomas voor een dilemma geplaatst als hij wordt gedwongen glazen ‘rectifiers’ te maken voor oorlogsmachines.

The Glassworker is het eerste grote project van de Mano Animation Studios en doet door de traditionele handgetekende animatiestijl met de nadruk op natuur, emoties en menselijke relaties denken aan het werk van de beroemde Japanse animatiestudio Ghibli. De Pakistaanse stijl is indrukwekkend, maar mist de vloeiende, gedetailleerde animatie en nuance in beweging die Ghibli kenmerkt. Bovendien is de storytelling en de karakterontwikkeling van de personages minder subtiel.

Toch weet The Glassworker van begin tot eind te betoveren, bijvoorbeeld met twee krachtige overgangen. Eerst zien we een scène met Vincent en Alliz liggend in het gras tussen vlinders en klinkt romantische muziek op de achtergrond, abrupt verstoord door het sombere beeld van zeppelins die bommen op de stad gooien. Dan de scène met Vincent die teleurgesteld een zelfgemaakt glazen beeldje voor Alliz in het vuur van de glasblazerij gooit, gevolgd door de scène waarin Alliz thuis viool speelt voor de openhaard en we het instrument in het vuur zien branden.

Ondanks enkele kleine oneffenheden in het verhaal is The Glassworker een fantastische animatiefilm met een inspirerende boodschap, al even delicaat en liefdevol gemaakt als de glazen objecten van Oliver en Vincent.

Nog te zien tijdens CinemAsia 2025.

 

Salli

Salli – Online romance
In het romantische drama Salli (2023) is de afstand tot liefde nog groter dan in The Glassworker. Debuterend filmmaker Chien-Hung Lien portretteert de 38-jarige Hui-jun op het platteland van Taiwan waar ze een kippenboerderij runt. Haar omgeving vindt dat ze maar eens moet trouwen, maar de enige vent die dicht bij haar in de buurt komt, is haar onafscheidelijke witte haan. Misschien dat haar hippe, moderne tienernichtje het tij kan keren. Zij adviseert haar tante om online te daten en maakt voor haar een account aan met de naam Salli. Binnen mum van tijd zit Salli met behulp van een vertaalapp te chatten met ene Martin in Parijs. Terwijl haar omgeving roddelt over Salli’s online romance, waarschuwen haar tante en haar nichtje haar tegen online oplichters, zeker nadat Martin zegt dat hij met Salli wil trouwen en haar om geld vraagt. Maar in plaats van luisteren, danst ze van geluk tussen de kippen.

Salli draait om het contrast tussen traditie en het moderne leven. Een goed voorbeeld van bijgeloof zien we in de scène met een huwelijksadviseur die de juiste omstandigheden wil creëren voor de bruiloft van Salli’s broer. Salli mag niet op de bruiloft komen, want ze is geboren in 1986, het Jaar van de Tijger, én ze is ongetrouwd. Als ze wél naar de bruiloft komt, zal het stel geen kinderen krijgen. Ondertussen probeert Salli stiekem de lippenstift en nagellak van haar nichtje uit en betreedt ze de online wereld, die leidt naar de wereldstad Parijs, waar een cultuurclash wacht.

Salli is een feelgoodfilm die de grootste clichés van het genre weet te vermijden en eindigt minder voorspelbaar dan je misschien zou verwachten. De charme van hoofdrolspeelster Esther Liu als het naïeve boerenmeisje dat haar hart wil volgen, verliefd wordt op een onbekende, Franse hipsters ontmoet en enkele levenslessen leert, draagt bij aan het onderhoudende karakter van de film, en daar is alles mee gezegd.

Nog te zien tijdens CinemAsia 2025.

 

7 maart 2025

 

CinemAsia 2025 – Deel 2: Het welzijn van de generaties
CinemAsia 2025 – Deel 3: Delinquenten zoeken rechte pad

 

MEER FILMFESTIVAL

Caught by the Tides

****
recensie Caught by the Tides
De rijkdom van verarming

door Bert Potvliege

Jia Zhang-ke wordt beschouwd als een van de meest voorname hedendaagse Chinese filmmakers, maar toch blijft de man een onderbelichte figuur in onze contreien. Met zijn uitstekende nieuwe film, Caught by the Tides, bewijst hij voor een zoveelste maal waarom. Dit is minimalistische cinema die vormelijk uitdagend is en waar het ruimere arthouse-publiek moeilijk een toegang tot zal vinden. Een gemiste kans voor velen, want de cinema van Zhang-ke boeit. 

De 54-jarige regisseur heeft er al een lange en illustere carrière opzitten, met films die al sinds de eeuwwisseling wereldwijd prijzen winnen. De grootste wapenfeiten zijn de Gouden Leeuw op het filmfestival van Venetië voor Still Life (2006) en de prijs voor beste scenario in Cannes voor A Touch of Sin (2013). Met Caught by the Tides was hij reeds aan zijn zesde nominatie voor een Gouden Palm toe. Het werk van Zhang-ke leeft, maar door de idiosyncratische aard onterecht in een te grote stilte.

Caught by the Tides

Twintig jaar eenzaamheid
De aanzet van deze film was een gevolg van de COVID-19-pandemie. Filmen in China was moeilijk, dus dook de cineast in een verleden van twee decennia beelden maken. Hij realiseerde zich gauw dat een aantal hiervan gebruikt kon worden voor een nieuw werk. Enkel het laatste deel van de film, dat zich afspeelt in het hedendaagse China, werd opgenomen tijdens de coronajaren. Caught by the Tides is zodoende een mengelmoes van beelden die gedraaid werden over die lange periode, waarvan sommige fragmenten en personages zelfs uit eerdere films van Zhang-ke komen. Het geheel is een meanderende kijk op een evoluerend China – een ontwikkeling die voor de filmmaker eerder een neergang dan een verrijking lijkt.

Het verhaal vangt aan in de Noord-Chinese stad Datong in 2001, waar Qiaoqiao (Tao Zhao) een romantische relatie heeft met haar manager Guo Bin (Zhubin Li). Het is een mijnwerkersstad in verval, waar Qiaoqiao de kost verdient als zangeres en entertainer voor de arbeiders. Bin besluit de stad achter zich te laten, op zoek naar geluk elders. Na enige tijd vruchteloos wachten op nieuws van haar geliefde, gaat Qiaoqiao zelf op zoek naar hem. Haar tocht toont een China in zogezegde bloei en brengt haar onder meer bij landgenoten die verdreven worden door de komst van de Drieklovendam. Een uiteindelijke hereniging van de geliefden zal na enkele omzwervingen plaatsvinden tijdens de pandemie, een tijd waarin technologische ontwikkelingen een (ongewenste) modernisering inluiden.

Een cocktail van verval
Aangezien Zhang-ke plukt uit een rijk en divers archief aan beelden, oogt het resultaat vaak als een vrijblijvende en soms zelfs ronduit richtingloze kijk op een China in groei. De traditionele identiteit van het land lijkt gedoemd om te verdwijnen in het verleden. De cineast zegt het nergens expliciet, maar de weemoedige aard van zijn film bewijst dat die zogenaamde vooruitgang van zijn thuisland voor hem een achteruitgang betekent. Die problematische kijk op de toekomst kadert hij aan de hand van een liefdesverhaal dat gepresenteerd wordt als een relaas van isolatie en eenzaamheid – het oog van de camera en de aard van de vertelling gaan hand in hand.

Caught by the Tides is een formeel uitdagende prent die de conventies van cinema enigszins tart. Zhang-ke volgt enkel het eigen instinct en hij bevindt zich ergens tussen een dwarsligger en een revolutionair. Docu en fictie worden lukraak door elkaar gebruikt, ook al komt er naar het einde toe een grotere nadruk op fictie te liggen. De film is een cocktail van digitale beelden en pellicule (zowel 16mm als 35mm). De plot is flinterdun en komt in de meest minimale vorm aan bod – hoofdfiguur Qiaoqiao zegt letterlijk geen woord. Hierdoor komt de aandacht te liggen op de observerende aard van de camera, die op impressionistische wijze het Chinese land bestudeert. De potpourri van het geheel is, voor zij die op de golflengte van de prent geraken, visueel rijk.

Caught by the Tides

Drempelvrees
Een recente film die in de buurt komt van Zhang-ke’s benadering van cinema is Grand Tour van Miguel Gomes, nog zo een wonderlijke rit die een filmische uitdaging is door de atypische vorm waarin deze verschijnt. Caught by the Tides is provocerende cinema want haar ontoegankelijkheid – wat voor alle duidelijkheid geen punt van kritiek is – zal een hoge drempel zijn voor een aanzienlijk deel van het publiek. Deze stijl is deel van het idioom van de cinema van Zhang-ke, waar niet over onderhandeld moet of kan worden. Daarom blijft hij een onderbelichte figuur in ons cinemalandschap.

Met dit werk verbeeldt de filmmaker tragische sferen over China, waarbij de intentie niet hapklaar te definiëren valt. Hoofdrolspeelster Tao Zhao – tevens de echtgenote van de regisseur – troont de kijker mee in dit melancholisch schouwspel, als de cruciale factor in het mee communiceren van die intentie naar de kijker. Er schuilt een poëtische droefenis in haar blik, niet in het minst bij de fantastische slotscène met de groep joggers. Haar personage kwam ook al aan bod in de eerdere film van haar man, het niet onopgemerkt gebleven Ash is the Purest White.

Het vergt een overgave en bereidwilligheid van de kijker om deze film te kunnen smaken. Zij die er de maag voor hebben, zullen een prikkelende filmmaker aantreffen met een atypische stem. Jia Zhang-ke gaat op een andere manier aan de slag met het medium en toont een door droefenis geteisterde nostalgie. Dat het publiek kan en mag delen in die melancholie, is niks minder dan wondermooi.

 

19 februari 2025

 

ALLE RECENSIES

IFFR 2025 – Deel 4: Zuidoost-Aziatische luchtigheid

IFFR 2025 – Deel 4:
Zuidoost-Aziatische luchtigheid

door Bob van der Sterre

Aziatische films komen steeds vaker uit andere landen dan de traditionele filmlanden Japan, India en Zuid-Korea. Ook bijvoorbeeld Thailand, Filippijnen, Indonesië en Maleisië worden steeds belangrijkere filmleveranciers van IFFR. Veel sympathieke films, maar het resultaat is wisselend.

 

Operation Undead

Operation Undead – Zombies als wapens (Thailand)
Het is oorlog. De Japanners staan klaar om Siam (Thailand) binnen te vallen. De Thaise verdedigers hebben aanvankelijk vooral lol. Seks, voetbal aan het strand, vrouwen ten huwelijk vragen. De Japanners dreigen met inzet van een biologisch wapen. Alleen heeft het biologische wapen ‘Fumetsu’ al de benen genomen. Met alle gevolgen. Ook voor protagonist korporaal Mek.

Er zijn vast mensen die elke zombiefilm gezien willen hebben en dan is deze film een mooie aanvulling. Omdat de setting zo apart is: de Tweede Wereldoorlog in Thailand, tijdens de inval van Japan. Het is ook net even anders: ze worstelen met emoties, kunnen zelfs een beetje praten (en zingen) en vliegen soms spontaan in brand.

Vermoedelijk verwijzen deze zombies naar de jonge soldaten die tijdens deze oorlog hun onschuldige levens verloren, maar dan ga ik interpreteren en dat is altijd risicovol.

Ondanks de suggestie van een boodschap houdt Operation Undead zich niet in met de (overigens best creatieve) bodyhorror. Het is echt erg bloederig. Waarom word ik altijd onpasselijk van zombiefilms? De geluiden, het elkaar opeten, het hhhgghhhgg geluid. Je moet er wel zin in hebben.

Nog te zien op IFFR 2025

 

The Good Loan Sharks

The Good Loan Sharks – Amateurs versus grote crimineel (Maleisië)
Een man in laboratoriumpak wordt achtervolgd door gangsters en rent een flat in. Hij ontsnapt via balkons en komt bij het huis van een stel. Zij willen hem geruststellen en beginnen al zingend een verhaal te vertellen. Over de baas van een pretpark, Ah Long. Die heeft er genoeg van dat zijn zonen lopen te niksen en dwingt ze om hun eigen weg te volgen. ‘In het leven heb je ambitie, focus en discipline nodig.’ Ze schrikken zich kapot.

De zonen leren per toeval hoe je woekeraar kunt zijn, dus onderhandse leningen uitgeven en dan immense rente rekenen. Een winkel is de dekmantel voor hun ‘praktijk’. Als een echte misdaadbende erachter komt dat ze dit doen, willen ze hen een les leren. Als praten niet werkt, zoeken ze naar andere middelen. Oftewel: de amateurs versus de grote crimineel.

Wat een energie! Tussen de vele serieuze drama’s op IFFR vind je ook zo’n kleurrijke musicalkomedie als The Good Loan Sharks. Er wordt gezongen (je kunt meezingen), komisch geacteerd, gedanst. Er zitten talloze culturele grappen in (vader-zoonrelaties; citeren van miljardair Jack Ma; invloed tradities en religie). Het beste zou natuurlijk zijn om deze film in een Maleise bioscoop te zien – ik weet zeker dat er op los geschaterd wordt. Het zou me verbazen als deze productie daar geen hit wordt.

Een type ‘doldwaze komedie’, eerder The Naked Gun dan een sophisticated comedy. Voor zo’n type film is twee uur te lang en uitputtend. Maar vervelen doe je er niet bij en de acteurs zitten boordevol energie.

Opvallend is de belangrijke rol voor de coronaperiode. Iedereen draagt mondmaskers. En de criminelen hebben een nieuwe markt ontdekt: desinfecterende handgels. Het staat in het Maleis toegelicht voor de film begint – alleen was Covid-19 het enige woord dat ik ervan begreep.

 

An Errand

An Errand – Even een T-shirt en wat pillen halen (Filippijnen)
Moroy is privéchauffeur in Baguio. Zijn baas, een rijk man, zegt: ‘Kun jij voor mij een T-shirt halen met de Mona Lisa erop en meteen pillen mee terugbrengen?’ Manila is wel honderden kilometers ver weg van Baguio.

Moroy droomt onderweg lekker weg, van uitgaan met bevriende chauffeurs, eerdere uitstapjes met zijn baas, gesprekken met diens minnares. Puzzelstukjes vallen samen. Ze schetsen een beeld van een gedienstig persoon, die flarden van de louche zaken van zijn baas meekrijgt.

De film van Dominic Bekaert is gebaseerd op een verhaal van de schrijver Angelo Lacuesta, die ook nauw betrokken was bij de productie. Het is best aardig om  het verhaal rondom de productie te lezen, bijvoorbeeld dat Bekaert en zijn vrouw, die producer is van de film, ook nog een kind kregen precies op het moment dat ze de film afrondden.

Ambitieuze film. Dat hoor je aan de muzikale ondersteuning en zie je aan de aandacht voor kleur en details in beelden, waardoor IFFR er een ‘neo-noir’ in ziet. Je krijgt beelden van de verschillende klassen in de Filippijnen, rijk en niet zo rijk. Een gesprek met een masseuse. Een rij in een apotheek. Rijdend midden in totaal verlaten bergen. Etcetera.

Ik miste dramatische, spannende of komische momenten om een echte connectie met de film te maken, maar kon het wel waarderen dat de film clichékeuzes mijdt. Dat zorgt er wel voor dat de betrokkenheid van de kijker op de proef wordt gesteld. Toch is dit een van de weinige films op IFFR die ik (deels) twee keer heb gekeken.

Nog te zien op IFFR 2025

 

No Magic for Socialists

No Magic for Socialists – De horrorfilms die niet meer mochten van het socialisme (Myanmar)
De vroege films van Birma (het huidige Myanmar) zaten vol met spiritualiteit, horror en magie. Kunstenaar en regisseur Htoo Lwin Myo vertelt via interviews met betrokkenen het verhaal van de Myanmarese horror- en genrefilmindustrie uit de jaren vijftig.

In de film zien we voorbeelden van deze oude mysterieuze films. Iemand in een bos (een koning) eet een stuk fruit en verandert in een soort weerwolf. In een ander voorbeeld zien we hoe ze met eenvoudige effecten een reuze demon laten vechten met de kleine held. Dan vliegt er een vliegend bootje een rots binnen.

Begin jaren zestig veranderden ze de Birmese maatschappij in een socialistische, vertelt een oud-regisseur. ‘Vanaf dat moment kreeg geen een bovennatuurlijke productie nog volledige toestemming van de censor. Een gevolg was dat de visual effects verdwenen.’ Brave, melodramatische films namen het over.

De oude generatie krijgt nu alsnog erkenning. In een frappante scène zitten de nieuwe en oude generaties tegenover elkaar. De nieuwe bedankt de oude voor hun goede daden. ‘Nu mag u hulde geven aan de ouderen.’

Er zijn nog een paar voorbeelden, vrijwel allemaal in slechte staat. En passant gaat het ook een beetje over de Thaise filmgeschiedenis, waarin ook veel horror voorkomt. De toegankelijke (maar ook wel erg trage) documentaire neemt je mee naar een filmwereld waarvan je voor deze film vermoedelijk geen idee had.

Nog te zien op IFFR 2025

 

Finding Ramlee

Finding Ramlee – Imiteer je uit een schuld (Maleisië)
Een zanger met geldzorgen moet op appèl komen bij de crimineel Mr. Yusuf. ‘Ik beloof dat ik mijn schuld in een keer zal betalen.’ Gelukkig komt net Mr. Yusufs zus binnen die hem verwart met de zojuist overleden filmmaker P. Ramlee. En waarvan ze fan is. ‘Als je het dertig dagen doet voor haar, is je schuld weg.’

De namaak-Ramlee kwijt zich goed van zijn werk. Hij danst met de zus van Mr. Yusuf, vertelt over nieuwe films, kletst over Some Like It Hot. De nep-Ramlee heeft een zus, theatermaakster, die zonder te weten helpt met de kennis van nep-Ramlee, zoals anekdotes over zijn ‘voorbeeld’ Akira Kurosawa.

Aardig om eens een 70’s retrofilm te zien vanuit een ander land dan je gewend bent: Maleisië. De kleding, sfeer, drankjes, omgangsvormen, meubels, lampen etc.

De film is sympathiek maar ik had er wat meer van verwacht. Finding Ramlee combineert op een wel wat te verwarrende manier een hippe 70’s retro komische misdaadfilm, met een spannend verhaal (ontdekt zij zijn bedrog?) en puur Maleis melodrama. Veel van dit soort scènes hebben we bovendien al vaker gezien (‘Waarom heb je me niets over die leningen verteld?’ ‘Omdat je mijn kleine zus bent!’). Ook jammer dat het acteerwerk houterig is. Al met al iets te gemiddeld om je echt te laten verwonderen.

Nog te zien op IFFR 2025

 

Bury Us in a Lone Desert

Bury Us in a Lone Desert – Inbreker geronseld voor begrafenis (Vietnam)
Een inbreker breekt in een huis en ziet een pop op bed liggen. Hij wordt neergeslagen door een oudere man, die hem vervolgens vastbindt en vraagt of hij hem wil vermoorden. ‘Ik heb alles klaargezet, je hoeft alleen maar mijn lead te volgen. Niemand zal het ooit weten.’

De man – niet zo verrassend – blijkt een beetje apart. Zijn vrouw is tien jaar geleden overleden en hij heeft haar opgezet (de pop die de inbreker zag liggen). Hij laat de inbreker vrij en die gaat bij hem wonen. Hij wil dat hij hem helpt bij de begrafenis van hem en zijn vrouw in de woestijn.

De film van Nguyễn Lê Hoàng Phú heeft een zachtaardig en artistiek hart. Een rond beeld zie je niet elke dag. De film (60 minuten) volgt zijn eigen logica en biedt ook nog wat luchtige momenten. Het had wat vlotter gekund – maar het werkt wel.

Termite Feeding Show – Termieten strippen een stukje kabel (Taiwan)
Termieten hebben een stukje kabel vastgebonden en snijden er telkens een stukje af. Dat gaat naar de larven. Deze Taiwanese korte film van nog geen tien minuten geeft best wat droogkomische momenten en heeft wel iets van Jan Svankmajer. Ik miste alleen een plot.

 

6 februari 2025

 

IFFR 2025 – Deel 1: Humor, of het ontbreken daarvan
IFFR 2025 – Deel 2: Kunstmatige intelligentie in opmars
IFFR 2025 – Deel 3: Videofanaten
IFFR 2025 – Deel 5: Baden in het zonlicht
IFFR 2025 – Deel 6: Films die de grenzen opzoeken
IFFR 2025 – Deel 7: Drie keer fictie versus werkelijkheid
IFFR 2025 – Deel 8: Tragische figuren

 


MEER FILMFESTIVAL

The Monk and the Gun

****
recensie The Monk and the Gun
Orde op zaken stellen bij volle maan

door Paul Rübsaam

Een boeddhistische monnik die met een geweer op zijn schouder door het betoverende Bhutaanse landschap schrijdt. De witte dienstauto van een regeringsvertegenwoordigster die het volk van het Himalayastaatje vertrouwd moet maken met democratische verkiezingen. En een haperend rood wagentje met een Amerikaanse verzamelaar van antiek wapentuig en zijn zogenaamde gids als passagiers. Ze vormen de elkaar kruisende lijnen in Pawo Choyning Dorji’s mild satirische tweede speelfilm The Monk and The Gun.

Wat democratie inhoudt, moet je leren. Maar anno 2006 wilde Jigme Singye Wanchuk, de toenmalige vorst van het traditionele boeddhistische koninkrijk Bhutan, zijn volk dat leerproces niet onthouden. Nadat de Bhutanezen al hadden kunnen wennen aan televisie en internet moesten oefenverkiezingen ze rijp maken voor het grote moment in 2008 waarop ze voor het eerst hun eigen leiders zouden kunnen kiezen.

The Monk and the Gun

Varkensziekte? 
Maar in de in het jaar van de oefenverkiezingen gesitueerde speelfilm The Monk and the Gun lijkt de bevolking van Bhutan daar niet bepaald op te wachten. Zo ondervinden Phurba en zijn assistente Tshomo (Deki Lhamo), die in het dorpje Ura met grote borden in verschillende kleuren proberen te demonstreren, wat kiezen betekent en de aspirant stemgerechtigden vaak tevergeefs naar hun volledige naam en geboortedatum vragen. ‘Verkiezingen? Is dat een varkensziekte?’, vraagt iemand. Het tekent de algehele stemming.

Dat verkiezingen eerder voor tweedracht zorgen dan dat ze bijdragen aan het in Bhutan gekoesterde ‘bruto nationaal geluk’ ervaart Tshomo in huiselijke kring. Haar man Choephel is in de ban van een zekere Thinley, die zich kandidaat heeft gesteld voor de verkiezingen in 2008 en industriële vooruitgang propageert. Maar voor zijn schoonmoeder heeft de op traditionele sociale verbanden hamerende kandidaat Loro de voorkeur. Tshomo’s dochtertje Yuphel (Yuphel Lhendup Selden) wordt bovendien op school getreiterd, omdat haar vader de verkeerde keuze zou maken.

Schietgrage lama? 
In het boeddhistische klooster in de bergen boven Ura lijkt er ook iets aan de hand te zijn. Als monnik Tashi (Tandin Wangchuk) met een gastank op zijn rug zijn rondjes heeft afgelegd rond een stoepa op een heuveltop en terugkeert in het klooster hoort hij daar de lama (Kelsang Choejay) in raadselen spreken. Uiterlijk op de dag dat het volle maan is, wil de lama over twee geweren kunnen beschikken. Omdat er orde op zaken moet worden gesteld, volgens de geestelijke. Tashi moet voor de geweren gaan zorgen.

De monnik heeft nog nooit van zijn leven een geweer gezien en heeft geen idee waar hij zo’n wapen vandaan moet halen. Maar hij is gewend de opdrachten van zijn leidsman uit te voeren zonder diens beweegredenen in twijfel te trekken. Dus trekt hij, opnieuw te voet, van de ene boerderij naar de volgende, op zoek naar iemand die een geweer in huis heeft. Tot hij de tip krijgt dat een zekere Ap Dorji daarover zou beschikken.

Nerveuze verzamelaar 
Als bewoner van de Bhutanese hoofdstad Thimphu is Benji (Tandin Sonam) een meer op het westen georiënteerd personageHij spreekt goed Engels en wil graag snel geld verdienen. Waarmee is minder belangrijk. Want om zijn vrouw te ondersteunen die als nierpatiënt regelmatig gedialyseerd moet worden, heeft hij het geld hard nodig.

Benji haalt de zwijgzame, nerveuze Amerikaan Ron Coleman (Harry Einhorn) van het vliegveld. Coleman is een verzamelaar van geweren uit de Amerikaanse burgeroorlog. Een zeldzaam exemplaar zou in het bezit zijn van een boer die in een afgelegen dorp ergens in de Himalaya woont. Benji weet wel waar Ron zijn moet. Maar onderweg kunnen ze zich beter uitgeven voor respectievelijk een toerist en een gids die hem rondleidt langs boeddhistische tempels. Als Benji’s rode autootje, waarvan hij de radio op de motor heeft aangesloten, maar starten wil, moet alles dan goed komen.

The Monk and the Gun

AK-47 
Tot schrik van Phurba en Tshomo arriveert Yangden Tsherin (Pama Zangmo Sherpa), de stadse dame die de schijnverkiezingen moet coördineren, met haar witte auto eerder in Ura dan gedacht. Het tweetal krijgt een uitbrander van haar omdat ze nog zo weinig opgeschoten zijn met de voorbereidingen. Maar oefenverkiezingen organiseren in Ura is iets anders dan Yangden met haar hooggestemde verwachtingen van het democratisch proces denkt. Bovendien zal ze nog ondervinden dat iets kleins als een gummetje veel kan betekenen voor het geplaagde meisje Yuphel.

Monnik Tashi blijkt ook maar een mens te zijn. In het café annex dorpshuis van Ura drinkt hij graag een flesje ‘zwart water’ (Coca Cola). En hij kijkt zijn ogen uit als hij op de grote televisie fragmenten ziet van een James Bondfilm. Vooral het AK-47 machinegeweer waarover die geheim agent 007 beschikt, intrigeert hem mateloos. Dat zal nog consequenties hebben voor Ron en Benji, die hun voordelige koopje bij Ap Dorji al rond dachten te hebben, maar toch achter het net blijken te vissen.

Wassende maan 
Dat Pawo Choyning Dorji een begenadigd cineast is, bewees hij al met Lunana, A Yak in the Classroom. Het door hem geschreven en geregisseerde The Monk and the Gun herbevestigt zijn kunnen. Amusant en betoverend zijn de superieure tempowisselingen in de film, die recht doen aan het kalme, traditionele Bhutaanse leven, maar ook aan westerse invloeden waarbij geld verdienen, zaken doen, haast en organisatiekunde de sleutelwoorden zijn. Dat het aftellen van de dagen, zoals past bij een film met spannende plotwendingen, gestalte krijgt middels impressies van een steeds iets wassende maan boven het nachtelijke Bhutaanse berglandschap, sluit daar naadloos bij aan.

Toch maakt de lyriek in Dorji’s tweede speelfilm meer plaats voor milde maatschappijkritische humor. Dat draagt ertoe bij dat je deze filmmaker wilt blijven volgen. Al zou hij zich in een mogelijke derde speelfilm meer kunnen gaan buigen over verschijnselen als armoede, etnische tegenstellingen en een beperkte godsdienstvrijheid, die ook kenmerkend zijn voor Bhutan.

 

2 juli 2024

 

ALLE RECENSIES

Terrestrial Verses

**
recensie Terrestrial Verses
Schreeuw om een politieke aardverschuiving

door Tim Bouwhuis

Eind maart 2023 was Ali Asgari te gast op het Movies that Matter Festival. Hij presenteerde er het beklemmende drama Until Tomorrow, amper anderhalve maand voor hij Cannes zou bezoeken met Terrestrial Verses. Toen Until Tomorrow in december 2023 een reguliere Nederlandse release kreeg, had de Iraanse regisseur een reisverbod doorstaan en wist hij hoe het was om zijn paspoort te verliezen. Schrijnend, maar puur door de lens van het regime wel begrijpelijk: Terrestrial Verses combineert een bekende maatschappijkritiek met een radicale roep om verandering.

Terrestrial Verses begint en eindigt met een statisch beeld van de metropool Teheran. Bezien vanuit de lucht oogt de Iraanse hoofdstad als vele andere megasteden: oprijzende hoogbouw wint het van een overzichtelijk stratenplan, de miljoenen inwoners zie je pas als je dichterbij komt. Ook in Teheran bewegen deze mensen zich dagelijks over bruggen, kruispunten en zebrapaden, en toch brengt de film verder niets van dat alles in beeld. Integendeel: elk van de totaal negen scènes speelt zich volledig achter gesloten deuren af, als een mozaïsch schouwspel dat zich doelbewust aan de buitenwereld onttrekt.

Terrestrial Verses

Binnen bestaat niet
Er zijn hooguit twee scènes voor nodig om te begrijpen waarom Asgari en zijn co-regisseur Alireza Khatami (Los Versos del Olvido) de tegenstelling tussen ‘buiten’ en ‘binnen’ zo aanzetten. In de eerste scène komt een vader zijn pasgeboren zoon aangeven. Trots noemt hij de naam die zijn partner en hij voor zijn kroost hebben uitgezocht, om er vervolgens achter te komen dat de burgerdienst alleen ‘Iraanse’ namen toestaat. In de tweede scène wordt een jong meisje in een kledingwinkel aangemaand om vooral niet de verkeerde kleur jurk te kiezen. “Als ze er een beetje rood onder zien, sturen ze je naar huis”, klinkt het overtuigd. Wat het meisje zelf mooi vindt, is van ondergeschikt belang.

Doffe medaille
Zoals veel maatschappijkritische films uit Iran gaat Terrestrial Verses over de manier waarop autoriteit doordringt tot de privésfeer. Hoewel alle scènes zich achter gesloten deuren afspelen, bekleedt dit satirische drama een uiterst publiek kader: hoe verhouden de autoriteiten van stad en land zich tot het leven van de burgers? Wie de cinema van makers als Jafar Panahi en Mohammad Rasoulof kent, heeft het antwoord op die vraag voor het oprapen. Gesloten deuren staan in Iran altijd op een kier, leren negen scènes ons nog maar eens. Publiek en privé zijn twee kanten van dezelfde doffe medaille.

Door de kritieke productiecontext en de scherp uitgelijnde thematiek kost het weinig moeite om de urgentie van Terrestrial Verses te (h)erkennen. De omnibusfilm kaart nog maar eens het probleem aan dat de Iraanse maatschappij in een houdgreep houdt: pogingen om een eigen leven te leiden worden vakkundig gedwarsboomd, alleen een volmondig ‘amen’ bezorgt burgers de illusie van vrijheid.

Terrestrial Verses

Het gewicht van de vorm
Een nagespeelde (meta)discussie tussen een censor en een filmscenarist onderstreept met viltstift wat er voor Iraanse kunstenaars op het spel staat, en de epiloog gaat zelfs nog een subversieve stap verder. De ironie wil dat Asgari’s oproep tot een politieke aardverschuiving de film wel gewichtig maakt, maar ook afbreuk doet aan de overtuigingskracht. Elke scène is zo overmatig doordacht, dat het moeite kost om de gelegenheidsacteurs op waarde te schatten. De persoonlijke problemen van hun personages hebben emotioneel geen enkele lading, omdat ze een hoger doel dienen: het overdragen van een eenduidige kritische boodschap.

Until Tomorrow bevatte die menselijke toets wel, en terugdenkend aan een van Asgari’s vroegere kortfilms (More Than Two Hours, over de bureaucratische misère in Iraanse ziekenhuizen) is het wel te begrijpen hoe zijn werk richting zo’n ferme satire is geëvolueerd. Het ongemak zit hem in de geforceerde wijze waarop Terrestrial Verses zijn personages ondergeschikt maakt aan de relevantie die het uit wil dragen.

Schreeuwen of fluisteren
De negen scènes die deze omnibus rijk is, leggen een wijzende vinger op de zere plek, schreeuwend om verandering. Een aantal van de beste én scherpste films uit Iran (van Close-Up tot A Separation) bedienden zich van een subtieler jargon: ze schreeuwden niet, maar fluisterden. En toch barstten ze van de zeggingskracht. De waarheid die Terrestrial Verses van de daken roept, was tussen die (aardse) regels door misschien sterker overgekomen.

 

20 april 2024

 

ALLE RECENSIES

CinemAsia 2024 – Deel 2: Over verlies, en dingen die voorbij gaan

CinemAsia 2024 – Deel 2:
Over verlies, en dingen die voorbij gaan

door Tim Bouwhuis

De kenners die het festivalaanbod van CinemAsia programmeren, bestrijken geografisch én filmisch zo’n immens terrein dat het extra prikkelt om zelf naar gedeelde thema’s en andere overeenkomsten te zoeken. Deze editie gaan ten minste vier geselecteerde titels over het vloeibare spectrum van verlies, verval, rouwverwerking en herinnering. Wat hebben films uit India, China, Taiwan en zelfs Costa Rica te zeggen over de dingen van het leven die onherroepelijk voorbij gaan?

“Alles verdwijnt in deze vallei”, zegt een grootvader die in het Indiase Guras een minimaal rolletje speelt. Hoe prachtig het gebied waar de film zich afspeelt er ook uitziet, door de onzekere arbeidsomstandigheden zijn de bergen van Darjeeling – een stuk minder ‘vluchtig’ verbeeld dan in de komedie van Wes Anderson – al even geen weelderige trekpleister meer. De prijs van kardemom, een specerij die verwant is aan gember, is zodanig gedaald dat de bewoners zich zorgen maken.

Guras

Guras

Het water aan de lippen
Dat het water sommigen letterlijk aan de lippen staat, wordt mysterieus uitgedrukt in de langgerekte openingsscène. Een man wordt met een paar volgepakte juten zakken afgezet op een brug, waar hij even lijkt te aarzelen of hij zijn onbestemde plannen ten uitvoer zal brengen. Als het beeld na een minuut of tien op zwart springt, zijn de juten zakken achteloos over de reling gesmeten. De man, zo lijkt het althans, springt er op het laatste moment uit wanhoop achteraan.

Na dit raadselachtige begin verplaatst de actie zich vrij abrupt naar een schoolklas, waar het negenjarige titelpersonage liever uit het raam staart dan dat ze luistert naar de instructies van de onderwijzeres. Vanuit een kinderlijke ooghoek komen de landbouwinspanningen van haar ouders onder toenemende druk te staan. Het gegeven van dalende voedselprijzen mag dan wel degelijk door de actualiteit zijn ingegeven, regisseur Saurav Rei voelt zich verder niet aangetrokken door de wetten van het sociaalrealisme. De belevingswereld van Guras heeft elementen van een sprookje, met een opeenvolging van dromen, geruchten en wonderen.

Dreiging en suggestie
Sluipt er inderdaad een gevaarlijk luipaard door het bos, en heeft die misschien Guras’ dierbare hond meegenomen? Wat gebeurde er nu precies op die brug? En waarom komt de stem die het meisje (spiritueel) leidt uit een volledig afgedekt graf? Het is jammer dat de film er richting het einde niet in slaagt om alle suggestieve lijntjes op een bevredigende manier met elkaar te verbinden, en dat een bij vlagen schelle geluidsband op geforceerde wijze moet zorgen voor extra spanning. Guras onderscheidt zich namelijk wel door concrete thema’s (bestaanstekort, verval en een stukje rouwverwerking) gedeeltelijk te verpakken in magische toespelingen.

All Ears

All Ears

De blik van een buitenstaander
Vergelijkbare thema’s zijn een stuk tastbaarder in All Ears, Guián en Be With Me, stuk voor stuk films die warme herinneringen aan vroeger balanceren met een randje van oprechte melancholie. In elke van de drie films bestrijken de herinneringen een persoonlijk en herkenbaar kader, namelijk de familiesfeer; toch is All Ears alsnog een boeiende uitzondering, omdat hij de banden tussen generaties beschouwt met de blik van een buitenstaander.

De Chinese film gaat over uitvaartspeeches (met een duur woord: eulogieën), de laatste woorden van houvast door de bescheiden Wen Shan op papier worden gezet. Dit verantwoordelijke werk lijkt voor de middelmatige (en na verloop van tijd voormalige) scenarist een welkome uitweg om te ontsnappen aan een lonkende midlifecrisis. Maar wat doe je als de verhalen die je pad kruisen je persoonlijk gaan raken? Blijf je dan een simpele spreekbuis, of kan de tragiek van anderen ook voor onverwachte verandering zorgen in je eigen leven?

Het mag All Ears dan aan een stukje overtuigingskracht ontberen, het drama doet in zijn ernst en aandachtigheid wel mooi denken aan het Japanse Departures (Oscar voor beste niet-Engelstalige film, 2009). Ook in die film zorgt een nieuwe baan voor gevoelens van medeleven en (levens)bestemming.

Guián

Guián

Van China naar Costa Rica
Guián is tussen al het fictiegeweld in dit verslag de enige documentaire. Dat Costa Rica op de filmpagina wordt genoemd als productieland, is voor CinemAsia-begrippen op zijn zachtst gezegd opvallend. Tót je meer weet over de achtergrond: de maker van dit egodocument reist na het overlijden van haar grootmoeder terug naar China, waar ze met de camera in de hand reflecteert op het gewicht van afstand en verschil: afstand in plaats (Nicole Chi Amén woont en werkt in Costa Rica) en verschil in taal (Nicole leerde nooit Chinees, haar grootmoeder nooit Spaans). Gelukkig blijkt dat gewicht relatief, omdat de kleindochter (en maker) haar persoonlijke rondreis aangrijpt om dichterbij het verleden en de belevingswereld van haar grootmoeder te komen.

Améns herinneringen aan toen komen grotendeels tot stand als een dialoog, waarbij na het treffende eerste kwartier wel de vraag rijst hoe wij, als buitenstaanders, los van die intieme woorden ooit grip kunnen krijgen op dit vervlogen verleden. De maakster van Guián lijkt zichzelf die vraag blijvend te stellen. Het beeldende verslag van haar bezoeken en ontmoetingen, onder meer met de broer van haar grootmoeder, is ook een onvolmaakte zoektocht naar de vorm waarin je het verleden als documentairemaker kunt gieten.

Creatieve luxe
Nicole Chi Amén deelt niet de creatieve luxe van Hwarng Wern-ying, de geprezen art director van de Taiwanese regisseur Hou Hsiao-hsien (helaas gepensioneerd door intredende dementie). Hwarng, die in 2015 nog meewerkte aan de vormgeving van kostuumdrama The Assassin, debuteert als filmmaker met de urgentie van iemand die haar persoonlijke verhaal in haar eigen taal wil vertellen. De parallellen tussen haar werk in de filmindustrie en het scenario van Be With Me liggen voor het oprapen: drie keer raden wat het beroep is van de mijmerende hoofdpersoon.

Be With Me

Be With Me

Net als Guras gaat Be With Me over een deels onbestemd gevoel van gemis, over het idee dat er iets mist dat het leven volledig maakt. Waar de film uit India dit haast in het mythische trekt (al was de verdwijning van een hond voor die regisseur wel degelijk een bron van inspiratie), laat dit stemmige drama zien hoe het voor art director Faye moeilijk is om in het heden te leven. Aan de hand van flashbacks krijgen we als kijkers wat grip op haar eerdere relaties, waardoor herinneringen aan vroeger nog meer de boventoon gaan voeren. In het hier en nu lijkt ze verdwaald, geplaagd door een zoektocht naar wat nog ‘echt’ is in een wereld (en werkveld) vol representaties.

Representatie en werkelijkheid
Het meest sprekende moment van de film volgt tijdens een wandeling in de natuur, als de schoonheid van het uitzicht zo tot de verbeelding spreekt dat een klein ‘wauw’-effect (óók door het krappe kader van een tv-scherm) niet kan uitblijven. Faye heeft alle gelegenheid om het vergezicht zelf ook in zich op te nemen, maar haar eerste impuls is een vluchtige foto maken.

“Als ik teveel van mezelf in mijn filmprojecten stop, kan ik niet meer terugkeren naar het normale leven”, zegt ze in een andere scène. Zie daar het gevolg van een constant ontsnappen aan de werkelijkheid, een vluchten in herinnering; voordat je het doorhebt, bestaat het ‘nu’ niet meer, en is het echte leven een slaaf geworden van de verbeelding. Maar oordelen daarover, dat escapisme kritisch terzijde schuiven? Dat doen we ook niet. Daarvoor is cinema ons uiteindelijk te lief.

Alle vier de films uit dit verslag zijn tussen 6 maart en 10 maart nog op het festival te zien. Bezoek de website van CinemAsia voor tijden en extra filminformatie.

 

6 maart 2024

 

DEEL 1: Aziatische misdaadfilms

 


MEER FILMFESTIVAL

CinemAsia 2024 – Deel 1: Aziatische misdaadfilms

CinemAsia 2024 – Deel 1:
Aziatische misdaadfilms

door Cor Oliemeulen

CinemAsia brengt al 20 jaar een selectie van Aziatische cinema naar Nederland. Het jubileum wordt gevierd van 5 tot en met 10 maart op drie locaties in Amsterdam. InDeBioscoop brengt in twee artikelen enkele opvallende films van het festival onder de aandacht. Allereerst drie misdaadfilms: uit Indonesië, Hongkong en China.

 

13 Bombs

13 Bombs – Bitcoin als redding
Populaire Indonesische films zijn vooral horror, romantiek en komedie. Als het gaat om misdaadfilms kom je al snel uit bij The Raid (2011) en The Raid 2 (2014). Die hebben een moordend tempo, bloedstollende spanning en prachtig gechoreografeerde martial arts, maar zijn ook intens gewelddadig en bovendien geregisseerd door een Welshman. Enkele jaren geleden verscheen de eerste Indonesische superheldenfilm, Gundala (2019), maar deze verdienstelijke poging voelde wat onbeholpen aan en neigde te veel naar de Amerikaanse Marvel-films. Ook de Indonesische filmmaker Angga Dwimas Sasongko probeert het misdaadgenre nieuw leven in te blazen. 13 Bombs (13 Bom di Jakarta, 2023), naar verluidt de duurste Indonesische film ooit, werd in eigen land bezocht door ruim een miljoen bioscoopgangers.

De film begint spectaculair met een gewelddadige overval op een geldwagen in Jakarta. Opvallend genoeg nemen de overvallers het geld niet mee en zien we hoe burgers met rond dwarrelende bankbiljetten aan de haal gaan. De nationale antiterreurorganisatie ontvangt een videoboodschap van de overvallers. Ze zeggen dat ze dertien bommen in de hoofdstad hebben geplaatst en dat er elke acht uur eentje zal ontploffen. Ze willen 100 bitcoins, gelieve over te maken via het crypto-platform Indodax. Bendeleider Arok (Rio Dewanto) laat de autoriteiten weten dat hun acties zijn gericht tegen de rijken en de corrupte financiële systemen. Dat hun terreurdaden onschuldige slachtoffers treffen, pareert Arok met de opmerking dat er veel meer mensen sterven aan honger en door gebrek aan gezondheidszorg. Zowel Arok als de door hem gerekruteerde handlangers worden in hun daden gedreven door persoonlijk leed of leed van hun naasten, veroorzaakt door het kapitalistische systeem.

Hoe nobel de Robin Hood-gedachte en de aandacht voor sociale leefomstandigheden ook mogen zijn, het kat-en-muisspel tussen de terroristen en de politie volgt bijna tweeënhalf uur lang alle gangbare paden van het misdaadgenre, met een voorspelbaar plot op de koop toe. Frappant is de aanwezigheid van de twee jonge oprichters van Indodax, William en Oscar. Zij worden verdacht van medeplichtigheid en kunnen zich vrijpleiten door hun techno-skills aan te wenden om de terroristen te verhinderen hun bommen te laten ontploffen. Deze twee crypto-nerds zijn ook in het echte leven de oprichters van Indodax én producenten van 13 Bombs. Samen met de kritiek op traditionele financiële instellingen en de schrijfwijze van de letter ‘B’ (het bitcoin-logo) in de filmtitel ligt de reclame voor deze cryptomunt er wel heel dik bovenop.

Kijk hier waar en wanneer deze film draait.

 

Mad Fate

Mad FateHet lot tarten
Ga maar eens goed zitten voor deze mysterieuze thriller uit Hongkong en probeer daarna maar eens iemand het krankzinnige plot uit te leggen. In Mad Fate (Ming’an, 2023) van Soi Cheang pretendeert een chaotische waarzegger (Ka-Tung Lam) het noodlot van zijn klanten te kunnen veranderen. In de openingsscène zien we een onheilspellend ritueel op een kerkhof waar hij een jonge vrouw zogenaamd begraaft om het universum te foppen. Tijdens de zwarte kunst van de waarzegger barst een onweer los en mislukt het plan. De vrouw rent naar huis en komt daar alsnog aan haar einde door een seriemoordenaar.

Een psychotische pizzabezorger (Lok Man Yeung) loopt de seriemoordenaar tegen het lijf, betreedt het appartement van de jonge vrouw en ziet haar hangen boven een plas bloed. Op dat moment voelt hijzelf de behoefte om iemand te doden, zoals hij dat vanaf zijn jeugd steeds probeert met een zwarte kat (een sinister CGI-schepsel als running gag). Wanneer ook de bezorgde waarzegger in het appartement arriveert, realiseert hij zich dat hij nu het lot van de pizzabezorger moet proberen te veranderen. Er ontvouwt zich een uitzinnig verhaal waarin de paden van de waarzegger, de pizzabezorger, de seriemoordenaar en een politieman elkaar voortdurend kruisen.

Mad Fate, dat vorig jaar zijn wereldpremière beleefde in Berlijn, is een film over lotsbestemming, astrologische voorspellingen en toeval. Het ene moment een donkere neo-noir met psychedelische luchten waaruit bakken regen valt, het andere moment een psychologische thriller over psychische stoornissen en met schokkende plotwendingen waarbij je soms niet meer weet wie de goede en wie de slechte is. Of zoals de waarzegger tegen de pizzabezorger zegt: “Je pad is al uitgestippeld, maar je moet zelf kiezen of je het bewandelt.”

Kijk hier waar en wanneer deze film draait.

 

Only the River Flows

Only the River Flows – Politieman in crisis
Ook de personages in Only the River Flows (He bian de cuo wu, 2023) moeten zich schikken in hun lot. Dit moordmysterie speelt zich af in een Chinees dorp medio jaren 90 als de traditionele samenleving langzaam verandert in een moderne samenleving. Een oude vrouw die vist in de rivier wordt vermoord. De meest voor de hand liggende verdachte is een zwakzinnige jongeman die door de vrouw was geadopteerd. Politie-inspecteur Ma Zhe (Zhu Yilong) blijft twijfelen of hij wel de dader is, zelfs nadat de jongen onder het bloed en met een kapmes wordt aangetroffen.

Deze sterke misdaadfilm van Wei Shujun brengt een aantal lagen aan in het verhaal, dat qua atmosfeer, psychologie en zwarte humor echo’s oproept van de Chinese thriller Black Coal (2014) en het Koreaanse meesterwerk Memories of Murder (2003) waarin ook personages worstelen met zowel de nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen als met hun privéleven. Ma Zhe belandt na een schokkende gebeurtenis in een persoonlijke crisis, krijgt zorgen door de zwangerschapscomplicaties van zijn vrouw en kampt met een haperend geheugen. Terwijl de hele film is geschoten op 18mm gebruikt de regisseur voor Ma Zhe’s dromen en nachtmerries een digitale camera om het verschil in beleving tussen waan en werkelijkheid te benadrukken.

Only the River Flows is een origineel en vakkundig gemaakt misdaadmysterie met pingpongende politieagenten, poëzieliefhebbers, fabrieksarbeiders en een kapper die zich als vrouw verkleedt. De kalme muzikale klanken van Howard Shore en Beethoven begeleiden hun verborgen geheimen en persoonlijke tragedies. Een mooie vondst is de verhuizing van het plaatselijke politiebureau naar een bioscoop die vanwege tanende belangstelling de deuren heeft moet sluiten. Nu is het podium de plaats waar Ma Zhe met zijn team het bewijsmateriaal kan presenteren, waar dode varkens hangen om daarop de impact van verschillende steekwapens te kunnen testen en waar de politie-inspecteur zijn eigen voorstellingen kan projecteren.

Kijk hier waar en wanneer deze film draait.

 

5 maart 2024

 

DEEL 2: Over verlies, en dingen die voorbij gaan

 


MEER FILMFESTIVAL

Monster

****
recensie Monster
Maakt het uit wie het ‘monster’ is?

door Tim Bouwhuis

De bewonderingswaardige werkethos van Hirokazu Koreeda zorgt ervoor dat er bijna elk jaar wel een (al dan niet bekroonde) festivaltitel van de Japanse filmmaker in de Nederlandse zalen draait. Een jaar na de release van Broker, een geslaagd uitstapje naar Zuid-Korea, verschijnt Monster, een ambigu drama waarmee de bescheiden grootmeester opnieuw fascineert en beroert. Wie of wat is het monster waar de filmtitel naar verwijst? Of is die vraag te makkelijk gesteld, en is het Koreeda om veel complexere thema’s te doen?

“Als een mens de hersenen van een varken krijgt, is het dan een mens of een varken?” Het is geen vraag die je verwacht van een jongen in de basisschoolleeftijd, maar Minato confronteert zijn moeder er zonder schroom mee. De twee staan op het balkon van hun appartement terwijl er verderop een zware brand woedt. Al snel blijken die brand én Minato’s opmerking allebei van belang om het mysterie van Monster te doorgronden.

Monster

Verhaal halen
Saori maakt zich zorgen om haar zoon. De dood van Minato’s vader (en dus haar partner) heeft een litteken veroorzaakt, maar het kind lijkt bovenal geplaagd door gebeurtenissen die plaatsvonden in het klaslokaal. Als het hoge woord er bij Minato uitkomt, heeft Saori alle reden om verhaal te gaan halen. Heeft klasmeester Hori haar zoon inderdaad een klap in het gezicht gegeven, en hem een monster genoemd? En waarom zou een leraar zijn leerling ook nog eens aanmanen om zijn haar korter te knippen?

Het daadkrachtige optreden van Minato’s moeder mondt uit in een contrastrijke confrontatie. Waar Saori haar opkomende woede niet kan verbergen, blijven het bejaarde schoolhoofd en haar collega’s de rust en eerbied zelve. “We nemen uw mening serieus, en in de toekomst zullen we het beter doen”, klinkt het keer op keer. Tot klasmeester Hori het beu is dat Saori die uitleg niet accepteert, en hem in plaats daarvan met vragen over zijn betrokkenheid blijft bestoken. “Dit soort bezorgdheid is typerend voor alleenstaande moeders”, klapt hij uit de school. “Ik kan het weten, ik heb er zelf één.”

Een stap verder zetten
Een andere filmmaker dan Koreeda had van Monster waarschijnlijk een drama over grensoverschrijdend gedrag gemaakt. Die thematiek is actueel en prikkelend, maar de vragen die erbij horen liggen in zo’n scenario wel direct voor het grijpen: zodra duidelijk blijkt wat er precies in het klaslokaal is voorgevallen, kan de film verkennen of er wel of niet sprake was van ongepast gedrag of zelfs misbruik. Ook de rol van leraren als surrogaatouders kunnen in zo’n drama nader onder de loep genomen worden.

Koreeda (h)erkent de relevantie van dergelijke thematiek wel degelijk, maar is te ruimdenkend om zich volledig in de materie stuk te bijten. Net als Nuri Bilge Ceylan (wiens About Dry Grasses zich ook gedeeltelijk op een basisschool afspeelt) zet hij een stap verder: Monster gaat uiteindelijk niet zozeer over de vraag wie wat heeft gedaan (en of dat geoorloofd is), maar over de maatschappij waarin misverstanden over zulke incidenten kunnen ontstaan.

Monster

Andere vragen stellen
Door continue wisselingen van vertelperspectief onthult Monster geleidelijk zijn ware aard. Nét als in het onderschatte The Third Murder (2017), dat op papier een gelaagd moordmysterie lijkt, maar in feite geen grootse plotwendingen hanteert om de waarheid te onthullen. Dat die aanpak kijkers kan verwarren, heeft ermee te maken dat scriptschrijvers in (met name) Hollywood al decennia dezelfde mechanismes gebruiken om mysteries op te lossen. Na de introductie van een centraal vraagstuk werken talloze films via een reeks obstakels naar een duidelijk ’aha’-moment toe.

Zijn de vragen die we als filmkijkers stellen misschien te triviaal? Ook ondergetekende stelde zich na de sprekende dialogen in de openingsakte direct de vraag wie of wat het ‘monster’ moest voorstellen. ‘Het zal Minato toch niet zijn?’, is de gedachte die zich als eerste opdringt. Als kijker kun je er eenvoudig naar neigen om in ieder geval te sympathiseren met degene die als hoofdpersoon wordt geïntroduceerd. Je wilt niet dat Minato zichzelf demoniseert omdat iemand anders hem op verkeerde gedachten heeft gebracht. Is klasmeester Hori dan de boosdoener? Of schuilt er een addertje onder het gras?

Koreeda deelt voldoende hints uit om de vraag naar het ‘monster’ oplettend te kunnen beantwoorden. De echte openbaring zit hem erin dat als je dat antwoord eenmaal kunt geven, de oorspronkelijke vraag naar het wat en waarom van het klasincident al bijna weer vergeten is. In Monster gaat het er uiteindelijk niet om wie er ‘schuldig’ is en wat er precies is voorgevallen, maar hoe die gebeurtenissen (en onze blik daarop) de maatschappij en zijn keten van complexe sociale verhoudingen (her)vormen. De film verhaalt over (voor)oordelen, sociale druk en verwachtingspatronen. En hoe donker de lucht daarbij soms ook kleurt, aan het (in Monster letterlijke) eind van de tunnel gloort altijd nog wat hoop om opnieuw te kunnen beginnen.

 

14 januari 2024

 

ALLE RECENSIES