Religie in de woorden van Andrej Tarkovski

Religie in de woorden van Andrej Tarkovski
Kunst als verlangen naar het ideaal

door Tim Bouwhuis

Er is veel gezegd en geschreven over de rol van religie in de films van de Russische beeldpoëet Andrej Tarkovski (1932-1986). Sommigen noemen hem agnost of juist (orthodox-)katholiek, anderen spreken over existentiële vraagstukken en spirituele zoektochten. Er zijn er ook die de met religie doorsponnen dialogen in films als Andrej Roebljov en Stalker terzijde schuiven, of de plaats die religie zou innemen relativeren. Maar wat zegt Tarkovski er zelf over?

Het is niet overdreven te stellen dat Sculpting in Time (eerste druk 1984, in het Nederlands vertaald als De Verzegelde Tijd) diep doordringt tot de kunstenaarsgeest van de maker. Tarkovski schreef het als een serie van oorspronkelijk losstaande reflecties op zijn ontwikkeling als filmmaker, de aard van de filmkunst en de relatie tussen zijn werk en het publiek. Kern van aanpak? Er bestaan geen grenzen tussen je identiteit als filmmaker en je lotsbestemming als mens. Échte kunst kent uiteindelijk geen geheimen: het is een offer op het doek, een uitnodiging om te communiceren. Met zo’n uitgangspunt liggen misschien ook de antwoorden op onze vraag binnen handbereik.

De Spiegel (1975)

De Spiegel (1975)

Het offer van de kunstenaar
Kunst als verlangen naar het ideaal
, het tweede hoofdstuk van De Verzegelde Tijd, gaat bij uitstek over Tarkovski’s kijk op de hoge roeping van kunst. ‘Hoge roeping’ mag daarbij letterlijk worden begrepen, als een geestelijke plicht die het aardse ontstijgt en in wezen haast religieus is. In dat kader heeft kunst voor Tarkovski het doel de zin van het leven te verklaren, of, als ze niet verklaart, haar publiek tenminste met dat vraagstuk te confronteren.

Het bijzondere van de kunst is dat ze dat publiek hierin niet wil overtuigen met onverbiddelijk geldende rationele argumenten, maar met de geestelijke energie waarmee de kunstenaar het werk geladen heeft. Die energie heeft alles weg van een offer. Het bevestigt de status van de kunstenaar als een dienaar, die zijn publiek wil helpen het ware voor het gevoel toegankelijk te maken: ‘’de algemene functie van kunst ligt voor mij onbetwistbaar besloten in het idee van het kennen, in de catharsis, het inzicht dat als een schok tot stand komt’’. De menselijke ziel streeft intuïtief naar het kortstondige ogenblik waarop het ideaal van de harmonie voelbaar is.

De boom van kennis
Een dergelijke visie kan niet zonder het geloof dat de mens zo’n hang naar het absolute ideaal, vaak uitgedrukt als ‘de waarheid’, ook daadwerkelijk bezit. De notie van religie is dichtbij als het ideaal buiten ons en buiten de (materiële) wereld wordt geplaatst. Dit is precies wat Tarkovski ook betoogt. Omdat het ideaal buiten ons ligt, is het verlangen naar dat ideaal onvervulbaar. Menselijke ontevredenheid en geestelijk lijden ontspringen in het besef van ieder mens dat zijn vermogen te kennen altijd ontoereikend zal blijven.

Waar ging het mis? Hadden we het ideaal ooit in handen? Dit is waar het Bijbelboek Genesis, dat expliciet door Tarkovski aangehaald wordt, concrete invulling geeft aan de oorsprong van de menselijke zoektocht naar kennis. Deze zoektocht is in dit verband geen nobele taak, maar een vloek die de mensheid (door Adam en Eva) treft als ze de boom van kennis verkiest boven de boom van het leven. Hier krijgt Tarkovski’s redenatie zelfs een cynisch randje: ‘’zo verscheen de mens, deze kroon der schepping, op aarde en eigende zich haar toe. De weg die hij sindsdien is gegaan en die men gewoonlijk evolutie noemt, is voor hem een pijnlijk proces van zelfkennis geworden’’.

Kunst als geestelijk wapen
Ieder mens heeft de keuze om zijn drang naar kennis te (h)erkennen en hem te cultiveren of te onderdrukken, en als we iets weten uit de menselijke geschiedenis is het wel dat kennis daarin een eenduidige definitie weigert. De waarheden die de ziel van de ene persoon voeden zijn voor de ander de fabels van een fantast. Tarkovski erkent die verschillen, en schrijft in zijn nawoord in teneur over de tekenen van zijn tijd, en over de materieel georiënteerde mens die het geestelijke achterliet. Sterker gesteld: kunst is voor hem altijd een wapen geweest in de strijd van de mens tegen het materiële dat de geest dreigt te verslinden.

Die band tussen kunst en geest brengt ons weer terug bij het absolute, het ideaal: voor Tarkovski kan het absolute alleen door geloof en door de creatieve daad worden bereikt. Misschien, schrijft hij in zijn slotparagraaf, is ons vermogen om te scheppen wel het bewijs dat wij zijn geschapen naar Gods beeld en gelijkenis.

Andrej Roebljov (1966)

Andrej Roebljov (1966)

De maker en zijn publiek
De kunst die uit het scheppen van de kunstenaar voortkomt kan alleen geaccepteerd worden als de toeschouwer het beeld en zijn waarheid gelooft, en de kunstenaar daarin onvoorwaardelijk vertrouwt. Tarkovski legt zo een belangrijke verantwoordelijkheid bij de toeschouwer: als hij de waarheid niet zoekt, blijft ook het schone voor hem verborgen. Die uitspraak is geen toonbeeld van arrogantie, maar één van de vele bevestigingen van de maker dat zijn films om een specifieke mentaliteit vragen. ‘’Er is (…) een diepe verwantschap tussen de zuivere religieuze ervaring en de ervaring die een spiritueel en ontvankelijk mens bij een kunstwerk ondergaat’’.

Betekent dit direct dat een persoon die zo’n ervaring niet nastreeft niets met de films van Tarkovski kan aanvangen? Het antwoord ligt bij de lezers (en kijkers) die er een ander wereldbeeld op nahouden, maar zich toch aan zijn oeuvre wagen. Eén ding is wel duidelijk: onze westerse consumptie-en commerciecultuur en de hang naar (filosofisch) materialisme hebben een hoge barrière opgeworpen voor diegenen die zonder overheersende scepsis mee willen denken met de Tarkovski die in De Vergezelde Tijd al zijn kaarten op tafel legt. De uitdaging is om jezelf met zijn vragen te confronteren, ook als je tot geheel andere antwoorden komt dan de maker zelf. Het landelijke retrospectief in EYE en verwante filmhuizen biedt een uitgelezen mogelijkheid om dat de komende maanden te doen.

 

2 oktober 2019


MEER ANDREJ TARKOVSKI
 
ALLE ESSAYS