Strips en films

Strips en films

door Bob van der Sterre

Jeu de Massacre ♦ Kdo chce zabit Jessii? ♦ Condorman

 

De Marvelhausse van het afgelopen decennium heeft op gigantische filmschaal comics populair gemaakt. Van Thor tot Spiderman, van Daredevil tot Iron Man. Met strips hebben ze alleen weinig meer te maken. Anders dan deze drie obscure voorbeelden.

Strips: dan kunnen we niet zonder Frankrijk. De beste kandidaat: Jeu de Massacre (1967). Een film van de onderschatte Alain Jessua, die eerder in Camera Obscura figureerde met Traîtement de Choc.

Playboy Bob
De hoofdpersoon van dit verhaal is playboy Bob. Hij is superrijk maar heeft het brein van een kind. Dat merken striptekenaars Pierre en Jacqueline, op bezoek bij zijn moeders landhuis in Zwitserland, waar hij nog woont.

Bob is wat getroebleerd. Hij speelt spionagespelletjes met Pierre en Jacqueline. Hij heeft een aparte schietkamer. Vaart ie op een motorboot, scheert hij langs zwemmers en vissers.

Als hij dan gaat meedenken met de nieuwste strip van het duo, met in de hoofdrol een gewapende playboy, genaamd Le tueur de Neuchâtel (‘de killer van Neuchatel’), zou je op je hoede moeten zijn. Als dan de portemonnee wordt getrokken, overtuigt Pierre dat voldoende (Jacqueline haar mening doet er niet toe, dit is 1967). Maar wie A zegt, moet ook B zeggen.

Jessua maakte volle en intense films zonder compromissen. Dat maakt ze nog steeds de moeite waard om te zien. Jeu de Massacre won in 1967 de prijs voor het beste scenario in Cannes.

Een plus zijn de kleurrijke strips die af en toe langskomen. Die doen denken aan Iris, de legendarische Nederlandse strip van Lo Hartog van Banda en The Tjong Khing.

Ook sterk: de montage. Die is van het type dat iemand zegt ‘Ik ga naar hem toe’, om vervolgens meteen op een deur te kloppen. Daarmee ontstaat ook een stripeffect. En je kunt meer vertellen in je film.

Tweedimensionaal scherm
Kdo chce zabít Jessii
(of: Who Wants to Kill Jessie?) is van een jaar eerder, 1966 dus, uit Tsjechië. Om maar meteen de titel te beantwoorden: dat zijn de bad guys ‘Superman’ en ‘Pistolnik’. En dat doen ze in een strip voor een blad voor wetenschappers.

De sullige wiskundeleraar Jindrich Beránek leest die strip op een achternamiddag. Vervolgens droomt hij over de sexy Jessie. Zijn vrouw dokter Ruzenka komt net thuis met de wetenschap dat ze met een serum dromen kan manipuleren. Ze checkt Jindrich’ droom, ziet dat hij droomt over Jessie, en spuit hem in met het serum om hem beter te laten dromen.

Er gaat iets fout. Jindrich’ droom ‘ontstaat’ in het gewone leven. Heldin Jessie en ‘Superman’ en ‘Pistolnik’ lopen ineens hun appartement te slopen.

Het knappe van Who Wants to Kill Jessie? is dat de strip op grappige wijze is overgebracht naar het tweedimensionale scherm. Dat gebeurt met stripfiguren die praten via echte tekstballonnetjes (‘ploeesjj’ klinkt dan). Ze blijven ook dezelfde eendimensionale figuren als in de strip. Veel meer dan hun stripwereld snappen ze niet.

De vakkundige komedieregisseur Václav Vorlícek (vorig jaar overleden) wist wel hoe hij de grappen uit zo’n script moest uitbuiten, zoals hij ook deed met andere films (Konec Agenta 4WC en Pane, vy jste vdova!). Hoog tempo, veel geestigheid.

Maar ook subtiele geestigheid. Zoals bij de rechtszaak: ‘Ze zijn niet echt mensen. Noem ze visioenen. We kunnen de visioenen niet aanklagen maar wel hun dromers.’ Andere politieke grapjes: het omkopen van de gevangenisbewaarder, de nutteloze agent bij de rioolput, de van het overtollig bier profiterende medewerker (die het vuile werk mag opknappen).

De film begint met echte striptekeningen van striptekenaar Kája Saudek, die nog een echte strip zou maken (Muriel) op basis van de actrice die Jessie speelt (Olga Schoberová). Later kwam ze nog op de cover van de Playboy terecht.

Ja, de film is wat conventioneel maar de creativiteit in deze film (kleding, montage, sets) maakt dat goed. Een Amerikaanse filmversie met Jack Lemmon zou er nooit meer van komen toen de Sovjettanks eenmaal weer rondreden in Praag.

Spionageparodie
Wel Amerikaans is Condorman uit 1981. Woody Wilkins, de hoofdrolspeler van de film, springt van de Eiffeltoren in een poging ‘condorman’ te zijn, zijn eigen stripkarakter. Zoals het meer gekken vergaat: hij verzuipt bijna (in de Seine).

Woody mag al blij zijn dat hij wat simpel koerierswerk mag doen voor zijn CIA-vriend Harry. Hij moet iets naar Istanbul brengen. Wie zou niet een half krankzinnige dromer vertrouwen met zo’n klusje? Alleen een beste vriend, die zegt: ‘Woody, je bent een goede tekenaar, en je bent een goede striptekenaar, maar je bent waardeloos als vogel.’

Uiteraard komt Woody terecht in maffe avonturen als Sovjet-spionne Natalia wil overlopen. Ze wil ook dat Woody de overstap regelt. Daardoor krijgt Woody de CIA zo gek om hem echt zijn eigen stripheld condorman te laten zijn. Compleet met condorwagens en condorboten.

Aan de andere kant wil de Sovjet-spion Sergey Krokov juist alles voorkomen. Temeer Natalia zijn oude liefje is. ‘Heb je dit rapport over deze Condorman gezien? Deze man Wilkins? Hij is een amateur, hoor je? Hij is geen agent van de CIA! Hij is striptekenaar!’

Klinkt wel aardig, en de geanimeerde intro belooft wel wat leuks, maar de uitvoering laat veel te wensen over. Hoewel het verhaal gebaseerd is op de spionageparodie van Robert Shackley (The Game of X), hoewel Michael Crawford (erg geestig in The Knack…) condorman speelt, hoewel Barbara Carrera (Never say Never Again) zijn tegenspeelster is, en hoewel Oliver Reed Krokov is, en hoewel Disney een redelijk budget had, is het bij elkaar niet echt geslaagd en is het niet raar dat de film destijds flopte.

Een ding is wél memorabel: de achtervolgingsscène met vier zwarte Porsches. En de speedboatachtervolging met lasers gaat voor de cultprijs.

Oliver Reed liet zich tijdens de opnamen van zijn meest oliverreedsiaanse kant zien toen hij de deur van de helikopter opendeed om Barbara wat angstiger te laten kijken (dat lukte) en stomdronken zijn smoking in zee smeet (werd gered door een assistent).

Toegegeven, Condorman heeft diverse stripachtige actiescènes. Desondanks is de film niet veel strip. Laten we daarom eindigen met een uur lang hysterische Spaanse striphumor met Mortadelo y Filemón (1971). Wie weet nog hoe dit stripduo in het Nederlands heet?

 

6 juni 2020

 

Kdo chce zabit Jessii?

 


Alle Camera Obscura