Terugblik 2024 – Deel 5: Palm, Leeuw en Beer

Terugblik filmjaar 2024 – Deel 5:
Palm, Leeuw en Beer

door Tim Bouwhuis

Hoe stel je vast of het voorbije kalenderjaar heeft geleid tot een mooie filmoogst? Bij InDeBioscoop kiezen we ervoor om de landelijke releaselijst van bioscooptitels als maatstaf voor jaarlijstjes te gebruiken, omdat het de enige ‘eerlijke’ manier is om af te bakenen wat Nederlandse filmkijkers sowieso op groot doek gezien kunnen hebben. Het is een criterium waar ik als redacteur achter sta, maar in een persoonlijke terugblik geniet je toch net wat meer vrijheid. Daarom een beschouwing aan de hand van drie monumenten: de prestigieuze filmfestivals van Berlijn, Cannes en Venetië.

Voor filmmakers met een onderscheidende visie zijn festivals anno 2024 nog altijd het walhalla van de cinema: passievolle evenementen waar hun werk een (eerste) publiek vindt en net even dat extra beetje aandacht geniet. Ergens voelt het achterhaald om dit zo stellig neer te pennen, omdat streamingdiensten al jaren aan de stoelpoten van de luie consument zagen. Tegelijkertijd leert de praktijk dat betrokken filmliefhebbers nog altijd smachten naar de voordelen van een fysieke vertoningsruimte en een gedeelde kijkervaring.

Samsara

Samsara

Prestigekwestie
Het afgelopen jaar keek ondergetekende met aandacht naar het aanbod van de drie grootste festivals die het filmlandschap rijk is. ‘Grootste’ is als het om festivals gaat vooral een prestigekwestie. Wie op het Lido van Venetië rondloopt, waant zich in een hoogzomerse microkosmos, maar de films die in de twee galazalen draaien doen er allemaal toe. Dat je in Berlijn twintig keer zo lang door de stad moet reizen om alle vertoningslocaties een bezoek te gunnen, plaatst het evenement niet automatisch in hoger aanzien.

Beer, Palm, Leeuw
Berlijn, Cannes en Venetië zijn begrippen in de festivalwereld, en een boeiend vertrekpunt als het om de duiding van de jaaroogst gaat. Loont het wat dat betreft om de winnaars van de drie hoofdprijzen (de Gouden Beer, de Gouden Palm en de Gouden Leeuw) naast elkaar te leggen, en vervolgens nog eens het palmares van eerdere edities erbij te pakken? Of zijn die prijzen al op voorhand te zeer besmuikt door de selecte voorkeuren van juryleden en bijkomende status-en erekwesties? Om die vragen goed te beantwoorden, zou op zijn minst een hele reeks artikelen nodig zijn. Toch hoop ik dat mijn beknopte besprekingen van de voorbije edities het gevoelsmatig mindere filmjaar (lees: festivaljaar) 2024 in een passend perspectief weten te plaatsen.

Cannes
In 2024 zijn alle drie de winnaars van de belangrijkste festivalprijzen nog in ditzelfde jaar uitgebracht in de filmtheaters. Anora van Sean Baker was met Halloween de eerste. Wie een kijkje op de fors gegroeide reviewsite Letterboxd neemt, ziet bijna alleen maar lyrische teksten over dit uitputtende melodrama voorbij komen. Opvallend, want de film heeft bepaald geen eenvoudige insteek (een Assepoester-achtig sprookje over een Amerikaanse prostituee die het geluk zoekt bij een steenrijke Russische jongen) en de actrice die de hoofdrol speelt schreeuwt in gezette scènes de halve geluidsband bij elkaar. Soit, je kunt het ook zo zien: de kijkers die er na een dik uur schoon genoeg van hadden, zijn waarschijnlijk sneller geneigd om zich op online platforms ook wat rustiger te houden.

Sinds zijn meest krachtige film, The Florida Project (2017), is Baker kind aan huis in Cannes. Na zijn competitiedebuut met Red Rocket (2021) voelt de bekroning van het fors opgeschaalde Anora als een rijkelijk vroege oeuvreprijs, temeer omdat de thema’s (arm en rijk, naïviteit en de ‘American Dream’, prostitutie) en de aangezette visuele contrasten van zijn eerdere films hier in overtreffende trap heersen. Een double bill met Triangle of Sadness (Gouden Palm 2023) zou niet misstaan. Een satire en een melodrama met uitgespeelde klassenverschillen als gemene deler.

Van de 22 titels die dit jaar in competitie draaiden, zag ondergetekende er vooralsnog negen (Anora meegenomen). Na het zien van Bakers film overheerste de gedachte dat er toch wel een meer verdiende winnaar van de Gouden Palm te vinden zou moeten zijn, maar van de acht andere titels in competitie konden er slechts twee op een (iets) hogere beoordeling rekenen: de intrigerende, maar iets te gretige satire The Apprentice en het conceptueel uitgekiende The Substance.

In mei, ten tijde van het festival, was de buzz dat The Seed of the Sacred Fig waarschijnlijk de hoofdprijs zou winnen. Daar lag echter een politieke factor aan ten grondslag: na de aankondiging dat het Iraanse drama mee zou dingen om de Gouden Palm, werden cast en crew ondervraagd door de autoriteiten en kreeg regisseur Mohammad Rasoulof zelfs een gevangenisstraf aan zijn broek. De maker van There Is No Evil (pakkende winnaar van de Gouden Beer in 2020) slaagde erin om zijn land te ontvluchten en stond bij de première op de rode loper, zonder enige kans op een behouden terugkeer.

Venetië
Waar de competitie-line-up van Cannes met terugwerkende kracht vooral teleurstellingen en zelfs regelrechte miskleunen (Emilia Pérez) opleverde, was de selectie van Venetië in 2024 juist een stuk sterker dan het jaar ervoor. Dat was alleen niet terug te zien aan de winnaar van de Gouden Leeuw. Arthouselieveling Pedro Almodóvar won in het verleden al wel eens een Oscar voor beste buitenlandse film, maar nam nog nooit een Beer, Palm of Leeuw mee naar huis. Juryvoorzitster Isabelle Huppert moét haast wel gevonden hebben dat daar een keertje verandering in mocht komen, en dat terwijl je zou wensen dat kwaliteit bij het jury-oordeel onbetwist op één staat.

Op het Lido liepen de reacties op Almodóvars eerste Engelstalige speelfilm uiteen. “Een mindere Almodóvar”, stelden sommigen, “vintage Almodóvar” hoorde je iets vaker. De meeste lof ging daarbij niet uit naar de maker, maar naar de vertolkingen van Tilda Swinton en Julianne Moore. Des te pijnlijker dat de jury boog voor een opzichtig geschreven issue-drama, dat zonder de overtuigingskracht van haar hoofdrolspeelsters al helemaal geen grond meer zou hebben gehad om op te staan. Almodóvar heeft echt al beter gedaan, en dat zegt iemand die geen liefhebber van het eerste uur is.

Door de flauwe oeuvreprijs voor de Spaanse meester was er minder erkenning voor The Brutalist, een groots drama-epos dat in selecte theaters kan blinken op 70 mm (IFFR en KINO, lezen jullie mee?). Brady Corbet was al eens in Venetië met het gedurfde Vox Lux en werd nu (terecht) tot beste regisseur uitgeroepen. Zijn derde en meest imposante film voelt als een machtige make-over van het minstens zo ongemakkelijke There Will Be Blood (Paul Thomas Anderson, 2008). Hoofdrolspeler Adrien Brody was sinds het zijdelings verwante The Pianist (de acteur vertolkt een Hongaars-Joodse migrant) niet meer zó goed. Nog meer indruk dan The Brutalist maakte het periodedrama Vermiglio (Maura Delpero), dat vrij onverwachts (maar geheel terecht) met de Grand Prix (in feite de ’tweede prijs’) ging lopen. Beide titels komen pas in het voorjaar van 2025 regulier uit in Nederland.

Van de 21 titels die dit jaar in competitie draaiden, zag ondergetekende er vooralsnog vijftien. The Brutalist en Vermiglio hadden allebei met stip de Gouden Leeuw mogen winnen; de huldiging van Almodóvar was een sof. Verder ben ik volgens mij nog altijd de enige journalist (althans, zo voelt het) die Pablo Larraíns operabio Maria prachtig én ijzersterk vond, deels omdat mijn verwachting van Angelina Jolies vertolking vooraf beneden het nulpunt lag. Babygirl van Halina Reijn (luidt op de Nederlandse releasekalender filmjaar 2025 in) zorgde voor de interessantste gesprekken, de tweede Joker-film ironisch genoeg voor de minst interessante.

Een kijkje in het Berlinale Palast tijdens het filmfestival van Berlijn 2024

Een kijkje in de Sala Darsena tijdens het filmfestival van Venetië 2024

Berlijn
Het filmfestival van Berlijn nam dit jaar afscheid van artistiek directeur Carlo Chatrian. Onder zijn hoede regende het artistieke vondsten in de Encounters-selectie, een tweede competitie die de grotere namen uit de hoofdcompetitie sinds 2020 regelmatig naar de kroon wist te steken. Aan het vertrek van de Italiaan lag een ingrijpende herstructurering van het festivalbestuur ten grondslag, waarbij bepalend was dat de organisatie van de Berlinale wordt aangestuurd vanuit het Duitse cultuurministerie.

Alsof Chatrian eigenlijk van tevoren al een beetje afscheid had genomen, voelde de Encounters-selectie dit jaar een stuk minder eigenzinnig en selectief dan in 2023, toen pareltjes als Samsara, El Eco en Here (alle drie in 2024 nog regulier uitgebracht) op het affiche prijkten en nog niet doorscheen dat er een baan op de tocht stond. Ook de hoofdcompetitie zorgde niet voor een spectaculair vaarwel, al liet de jury (onder leiding van Lupita Nyong’o) het voormalige programmahoofd van Locarno wel afzwaaien met een bijzondere winnaar.

Naar recent gebruik van Venetië (waar Julianne Moore in 2022 al de documentaire All the Beauty and the Bloodshed aanwees) bekroonden de 12 Years a Slave-actrice en consorten Dahomey, een verkapte essaydocumentaire die het via een bovennatuurlijke voice-over opneemt voor de slachtoffers van materieel kolonialisme. De film plaatst in amper een uur (!) vraagtekens bij de westerse behandeling (lees: roof) van kunst uit Afrikaanse landen, in dit geval Benin. Voor de Frans-Senegalese Mati Diop, eerder vooral bekend als actrice (35 Shots of Rum), gold dit hybride project als een meer uitgesproken opvolger van haar speelfilmdebuut Atlantique (2019).

Van de 20 titels die dit jaar in competitie draaiden, zag ondergetekende er vooralsnog twaalf. Vermoeiend was de zoveelste bijdrage van veelfilmer Hong Sang-soo, een van de weinige cineasten wiens werk je het liefst op een zo klein mogelijk scherm bekijkt. Grote hoogtepunten waren er eigenlijk niet, of ik slaagde er niet in om ze te zien (het Nepalese drama Shambhala moet erg bijzonder zijn).

Another End, met in de hoofdrollen Gael García Bernal en Renate Reinsve (The Worst Person in the World), verdween ter plaatse snel in het afvoerputje van de schrijvende pers, maar juist die film was door zijn futuristische thematiek (rouwen met behulp van verregaande technologie) en de melancholische toonzetting een van de beste vondsten. Het zegt veel dat er ondanks de aansprekende cast en het prestigieuze plekje op de line-up nog steeds geen Nederlandse distributeur is gevonden. Dat laatste geldt wel voor het knotsgekke L’Empire (de apocalyps in Bretagne, voor liefhebbers van Star Wars) dat eigenlijk dit najaar al uit zou komen, maar tot nu toe ontbreekt ieder spoor. Kennelijk moet het einde der tijden toch nog even wachten…


Top 5 van 2024

1. Samsara
2. La Chimera
3. Here
4. Melk
5. Showing Up

 

29 december 2024

 

Terugblik 2024 deel 1 – Cor Oliemeulen: Wie ben ik?
Terugblik 2024 deel 2 – Ralph Evers: Volwassen rebellen
Terugblik 2024 deel 3 – Bob van der Sterre: Films als relaxmachine?
Terugblik 2024 deel 4 – Bert Potvliege: Misschien helpt meditatie
Terugblik 2024 deel 6 – Yordan Coban: We zijn verdoofd door geweld
Terugblik 2024 deel 7 – Hoe het ‘gewone’ leven doorging