Terugblik 2024 – Deel 3: Films als relaxmachine?

Terugblik filmjaar 2024 – Deel 3:
Films als relaxmachine?

door Bob van der Sterre

Mooie films, mindere films, geestige films, interessante films, ook 2024 bood weer van alles. Ondertussen is de neerwaartse spiraal in kwaliteit van films de laatste jaren maar lastig te breken.

Een neerwaartse spiraal is soms lastig te zien als je er met je neus op staat. Als je afgaat op festivals of arthousebioscopen, lijkt er niets aan de hand. Toch zie ik al jaren langzaam maar zeker een neergang. Het einde van cinema is ongetwijfeld al vaker verkondigd, ten tijde van de opkomst van televisie, thuisvideo, YouTube, noem maar op. Cinema overleefde alles. Maar de laatste jaren lijkt het echt serieus te zijn. De spoeling interessante films wordt dunner en dunner. De regisseurs ouder. En de meeste nieuwe films meer van hetzelfde.

Ghost Killer

Ghost Killer

Opvallend is ook hoe geruisloos sommige genres als sneeuw voor de zon verdwijnen: goede komedies, thrillers en romantische films zijn spaarzaam. Ja, horror doet het nog steeds heel goed – dat is de uitzondering op de regel.

Er is ook veel concurrentie. Interactieve films, games met cinematografische effecten, stijlvolle tv-series, virtual reality (komt gestaag op), of de dopamineprikkels van Instagram. Grappige katten, lekkere gerechten en platte humor winnen het van anderhalf uur – of nog veel langer – stilzitten.

Met de laatste trend (games die ‘verseriet’ worden bij streamingdiensten) is film helemaal buitenspel gezet.

Ondertussen begint het grote gegraai uit de tijd toen films nog grenzen verlegden. Vond je Cidade de Deus een goede film? Er is nu ook een serie van. Ook verseriet zijn Fargo, Dune, Westworld, 12 Monkeys, The Dark Crystal. Binnen nu en een paar jaar komt er vast een serie van iedere Coen-broers-film en – onvermijdelijk – iemand zal ooit 2001: A Space Odyssey in een serie veranderen.

Wat is dán de toekomst van cinema? Ik zie de bioscoopzaal wel veranderen in een ‘relax-ervaring’. Je zit op een grote bank, consumeert een aperol spritz, checkt je mobiel onophoudelijk en kletst door de film heen. Film? Kleurrijk behang op celluloid.

Toch blijft een dorpje van onverzettelijke cinemaliefhebbers koppig weerstand bieden… Wat er ook geprogrammeerd wordt op filmfestivals, mensen blijven in drommen komen en films kijken. Er is bijna een festival voor ieder soort film. Dus laten we samen vol voor het avontuur van de festivals gaan! Vooral de korte en mediumfilms (20-30 minuten) bieden kansen voor nieuwe talenten.

Er is altijd hoop!

Meest vermakelijke horrorfilm
The Flacalta Effect: Kwam het door de coronaperiode? Veel huizen deden raar dit jaar in films. A Mother’s Embrace, Sayuri, Daddy’s Head, Coléoptère… Ik had moeite om een vermakelijke horrorfilm te vinden (ze waren erg serieus) maar deze horrorkomedie van Rochée Jeffrey van zeven minuten deed me meer lachen dan menig andere film in 90 minuten. Gezien bij Imagine.

Meest uitzinnige film
Ghost Killer: Japanse film van Kensuke Sonomura ging uit van het bizarre gegeven dat een iele jongedame – werkend bij een snackbar – kan vechten als een professionele huurmoordenaar (een geest). Ze raken met elkaar in contact via een kogel. Enorm veel bizarre maar ook choreografisch indrukwekkende vechtscènes. Gezien bij Imagine.

Meest ontroerende film
Flow: Dieren die weer dieren mogen zijn – en dus geen bijna-mensen – in deze Letse animatiefilm. Een verhaal van een kat die samen met andere dieren op een boot overleeft. De mens is ver weg, sentiment is er amper en toch is het een warme, emotionele ervaring, met onder andere een knorrende capibara die zich nergens wat van aantrekt.

Beste romantische film
Chungking Expres: Bij gebrek aan nieuwe romantische films – er is mij geen een bijgebleven – noem ik deze ‘klassieker’ uit 1994 die ik pas weer eens zag. Agent 663 en een nieuwe serveerster die een oogje op hem krijgt, dat zij zonder hem te vragen zijn huis gaat schoonmaken. Film uit een tijdperk waar het speelse, grappige nog van de films spat.

Beste film waar je af en toe om kunt lachen
Dream Team: Pure cult van regisseurs Lev Kalman en Whitney Horn. Met een koraaldeskundige die steeds minder kleren overhoudt, stagiairs die gaan tennissen, een basketbalteam bij een wijnproeverij, een onzichtbare man die een sigaret opsteekt, enz. Gezien bij IFFR.

Beste misdaadfilm
Moscas: Net als vorig jaar was het goed zoeken naar de misdaadfilm. Adagio was de meest professionele, maar niet de beste. Ik kies toch voor Moscas van Aritz Moreno. Die profiteert van een geweldige rol als rotzak: Ernesto Alterio. Gezien bij IFFR.

Beste mysterieuze film
The Paragon: In deze fantasierijke Nieuw-Zeelandse film van Michael Duignan wil een ex-tenniscoach wraak nemen op iemand. Hij doet een cursus helderziendheid. Docent Lyra werkt met telelocatie, telekinese, etc. Ik verwachtte een flauwe komedie maar de lowbudgetproductie The Paragon lukte het vrij goed om mysterie met humor te mixen. Gezien bij IFFR.

Meest stilistische film
Mars Express: Geanimeerde SF-film van Jérémie Périn was een van de films waar ik het meeste van genoot dit jaar. De humor, SF-vondsten, het verhaal, het tempo (hoog), de stripachtige animatiestijl: alles gaat goed. Gezien bij IFFR.

Wander to Wonder

Wander to Wonder

Meest creatieve productie
Wander to Wonder: Zwart-humoristische stopmotionfilm van slechts veertien minuten, gemaakt door Nina Gantz. Vilten poppen die proberen te overleven door potten augurken kapot te maken. Weirde parodie op een tv-kinderprogrammastijl van de jaren zeventig én grappig. Gezien bij IFFR.

Meest experimentele film
REAL: film van regisseur Adele Tulli pakte een lastig onderwerp als video-essay (moderne communicatie). Het is niet het onderwerp maar de vormgeving die verrast: een wervelende productie die allerlei korte films als het ware aan elkaar last. De fisheyecamera maakt het artistiek. Gezien bij IDFA.

Film met meeste lef
Real: Dat móet wel deze film van Oleh Sentsov zijn, die toevallig ook Real heette. Sentsov maakt de film terwijl hij aan het (echte) oorlogsfront logistiek probeert te coördineren. Hij probeert om wapens en mannen op de juiste plek te krijgen. En filmt ondertussen de hele tijd met een camera op zijn helm. Ook gezien bij IDFA.

Beste documentaire
Archtectron: De nieuwste Kossakovsky, daar kan ik moeilijk omheen. De dansende stenen in slow motion verpakt in een antiverhaal over beton. Gezien bij IDFA.

Beste Camera Obscura-ontdekking
Regen: Ik zag helaas maar weinig camera-obscuristische films. Maar Regen van Joris Ivens, gebaseerd op het meesterwerk Berlin – Die Symphonie der Groszstadt (Walter Ruttmann) was een geweldige ontdekking.

Beste korte film
Don’t Talk to Strangers: Spaanse film van Imanol Ortiz López verraste met droog maar akelig verhaal, verteld vanuit het perspectief van een meisje. Gezien bij Imagine.

Ik wens alle filmliefhebbers een geweldig 2025!

 

27 december 2024

 

Terugblik 2024 deel 1 – Cor Oliemeulen: Wie ben ik?
Terugblik 2024 deel 2 – Ralph Evers: Volwassen rebellen
Terugblik 2024 deel 4 – Bert Potvliege: Misschien helpt meditatie
Terugblik 2025 deel 5 – Tim Bouwhuis: Palm, Leeuw en Beer
Terugblik 2024 deel 6 – Yordan Coban: We zijn verdoofd door geweld
Terugblik 2024 deel 7 – Hoe het ‘gewone’ leven doorging