Vijf Iraanse filmjuweeltjes
Films uit Iran schrikken vaak af als je niet weet wat voor wonderschone producties er in dit streng islamitische land worden vervaardigd. Misschien juist wel door de restricties lukt het cineasten artistieke films met grote zeggingskracht te maken. Dat geldt dus zeker niet alleen voor Taxi Teheran (Gouden Beer in Berlijn) dat deze week in première gaat.
door Cor Oliemeulen
1. – Baran (Majid Majidi, 2001)
Met weinig middelen gedraaid romantisch drama van een regisseur die alleen maar fenomenale speelfilms maakt (o.a. Children of Heaven, 1997 en The Song of Sparrows, 2008) speelt zich grotendeels af op een bouwterrein in Teheran. De 17-jarige Turkse jongen Lateef fungeert er als jolige boodschappenjongen die de arbeiders voorziet van thee en regelmatig in de clinch met hen ligt. Wanneer een illegale Afghaanse arbeider zich meldt met zijn kind Rahmat, blijkt laatstgenoemde niet geschikt voor zwaar werk. Lateef moet zijn baantje afstaan aan Rahmat en ontdekt na een aantal pesterijen dat zijn nieuwe collega een meisje met de naam Baran is. Het duurt niet lang voordat hij verliefd op haar wordt en alles voor haar zal doen. Na een onaangekondigde arbeidsinspectie moeten alle illegalen spoorslags vertrekken en besluit Lateef het meisje te zoeken.
Deze innemende film met komische en poëtische noten mondt uit in een trieste bestemming. De regen spoelt de laatste voetstap van Baran weg.
2. – Gaav (Dariush Mehrjui, 1969)
Dit op een toneelstuk gebaseerd drama over een man die zijn koe adoreert wordt beschouwd als het begin van de Iraanse New Wave. Dat regisseur Dariush Mehrjui zich liet inspireren door de Italiaanse neorealisten (o.a. Luchino Visconti en Roberto Rossellini) zie je aan de sfeervolle zwart-wit kaders gevuld met gewone mensen (inclusief door kinderen geplaagde dorpsgek), levend en werkend in hun eigen natuurlijke omgeving en worstelend met crisis en moraal.
De koe van Hassan is het enige rund van het dorp. Als haar baasje even naar de stad is, overlijdt het zwangere dier plotseling. De dorpsbewoners durven Hassan niet te confronteren met dit grote verlies, begraven de koe en vertellen Hassan bij terugkomst dat zij is weggelopen. Hassan wordt krankzinnig en gaat zich gedragen als zijn koe: loeiend liggend in de stal met zijn hoofd in de voederbak. De dorpsbewoners stellen alles in het werk om tot hem door te dringen.
Gaav is een gaaf en amusant verteld dorpsverhaal dat wel tragisch eindigt. Verplichte kost voor cinefielen en volgens bronnen de favoriete film van ayatollah Khomeini.
3. – No One Knows About Persian Cats (Bahman Ghobadi, 2009)
De Iraanse regisseur Bahman Ghobadi is een van de meest talentvolle Aziatische cineasten van deze eeuw. A Time for Drunken Horses (2000), Turtles Can Fly (2004) en Rhino Season (2012) zijn filmparels die bijzondere vertellingen in een weinig bekende historische context plaatsen. De semi-documentaire No One Knows About Persian Cats is misschien minder notoir, maar zeker zo interessant en realistisch.
In Iran kan Westers georiënteerde muziek alleen maar in het diepste geheim worden gepraktiseerd. We volgen het meisje Negar en de jongen Ashkan in hun zoektocht naar bandleden om een concert in Londen – en hun vertrek uit Iran – te kunnen bewerkstelligen. Verrassend goede en regelmatig aanstekelijke muziek (traditioneel, rock, blues, metal, rap en pop) wordt afgewisseld met gesprekken en beeldflitsen van het leven in dit repressieve moslimland.
4. – Nema-ye Nazdik (Abbas Kiarostami, 1990)
Vanwege zijn pure en artistieke manier van film maken staat Abbas Kiarostami hoog op het admiratielijstje van Jean-Luc Godard en Martin Scorsese. De begaafde Iraanse regisseur zelf oogt in interviews (altijd met zonnebril) bescheiden, maar eigenzinnig. Volgens hem valt de Iraanse censuur mee: ‘vrouwen zonder hoofddoek filmen mag niet, en verder maak ik gewoon wat ik leuk vind en zie ik wel of ze het goed vinden.’ Kiarostami gebruikt nooit geweld; zijn perfecte film is er eentje die moet ontspannen en waarbij je in slaap kunt vallen. Als je Nema-ye Nazdik (Close-Up) zonder enige voorkennis kijkt, onderga je mogelijk dat lot. Dus is het handig om te weten hoe dramatisch uniek deze combinatie van documentaire en fictie is.
Hossain wil iemand zijn. Hij is groot fan van Mohsen Makhmalbaf, geeft zich uit voor deze beroemde Iraanse regisseur en belooft een welgestelde familie een rol in zijn zogenaamde nieuwe film.
Het briljante van Kiarostami’s (soms wat droge) registratie is dat iedereen zichzelf (na)speelt: de misleider, de familieleden en de regisseurs. Zelfs de rechtszaak komt voorbij – die lijkt authentiek, maar zeker weten doen we het niet.
5. – Darbareye Elly (Asghar Farhadi, 2009)
Wat is er gebeurd met Elly? Dat is de hamvraag in Darbareye Elly (Zilveren Beer in Berlijn), het eerste meesterwerk van Asghar Farhadi die twee jaar later met het sensationele scheidingsdrama Jodaeiye Nader az Simin (A Seperation) een Oscar won. Een groep vrienden uit Teheran gaat voor een weekend naar de Kaspische Zee. Eén van de vrouwen heeft stiekem de schooljuf van haar dochter uitgenodigd om haar te koppelen aan een gescheiden vriend die in Duitsland woont. Maar dan dreigt een van de kinderen te verdrinken en blijkt de dromerige Elly, die toezicht zou houden, plotseling van de aardbodem verdwenen.
Dit sfeervolle, beklemmende drama met thrillertrekjes gaat vooral over menselijke verhoudingen: vriendschap, vertrouwen, vooroordelen, leugens en spijt. Geweldig geacteerd en mooi gefilmd. De kijker mag uiteindelijk zelf proberen de hamvraag te beantwoorden.
9 juni 2015