Zes educatieve propagandafilms uit Nazi-Duitsland
In Nazi-Duitsland speelde de cinema een belangrijke rol in het omvormen van het volk. Filosoof Theodor Adorno omschreef in een recent herontdekte toespraak al hoe het fascisme meer draait om het etaleren van macht dan het uitdragen van een ideologie. Op logisch gebied valt er dan ook geen touw vast te knopen aan deze selectie. Intrigerend genoeg bevatten de expliciete propagandafilms dus innerlijke tegenstrijdigheden die onbedoeld een educatieve ervaring over de psychologie van het nazisme bieden.
door Sjoerd van Wijk
1. – Hitlerjunge Quex: Ein Film vom Opfergeist der deutschen Jugend (1933)
Vanaf moment één kijkt de arme Heini ademloos naar de marcherende Hitlerjongens die hem meer fascineren dan de zuipende communistenjeugd als hij tussen die twee moet kiezen. Deze fictie over Hitlerjugend-lid Herbert Norkus, een ‘martelaar’ neergestoken door communisten, bouwt enkele maanden na de staatsgreep lustig aan het mythologiseren van de opmars van de nazi’s met de hoop op een nieuw tijdperk.
Daar hoort een frappante hervertelling van de politieke situatie bij. De aan de kermis verslingerde communisten terroriseren een paramilitaire beweging die slechts posters plakken in uniform. De nazi’s waarvoor Heini zich opoffert, eisen hier de slachtofferrol op. Toch humaniseert de film enkele tegenstanders zo vroeg in het nazitijdperk. Ster Heinrich George als de nazi hatende vader maakt (parallel aan diens persoonlijke leven) een omslag nadat een slinks argument over de superioriteit van Duits over Engels bier (“denk daar maar over na”) hem laat twijfelen over het communisme.
2. – Das Mädchen Johanna (1935)
Atypisch voor Jeanne d’Arc-verfilmingen focust Das Mädchen Johanna op het gekonkel achter de schermen tussen de verschillende facties die strijden om Frankrijks kroon. Dat leidt tot een boel gesnauw waarin met name Heinrich George als de graaf van Bourgogne grossiert. Op het juiste moment strijkt de vrome Jeanne neer als een engel voordat een boze meute Charles de Zevende wil lynchen.
Terwijl het volk zich verzamelt achter het Führerfiguur Jeanne smeedt Charles een plan haar te gebruiken voor zijn eigen doeleinden. Onderstreept met een coda vijfentwintig jaar later voert hij triomfantelijk een soort ‘nacht van de lange messen’ uit. Zijn manipulaties geven tezamen met Jeannes hopeloze naïviteit de film een ambigue rand. Voor wie geldt het heldendom vanuit nazi-oogpunt? De onnozele Jeanne met het volk of Charles die als Hitler dolken in ruggen steekt?
3. – Ewiger Wald (1936)
Een strenge voice-over houdt een homilie over bloed en bodem van het niveau Varg Vikernes YouTube-geneuzel. Continu geeft deze documentaire vol dubieuze geschiedschrijving zich bloot in duidingen inclusief weinig suggestieve dissolves. Volk en woud vormen een organisch geheel conform Völkische ideeën en trachten zo de dreigingen van de Romeinen, het Christendom tot de industrie tegen te houden.
Maar in dit Avondland waar iedereen gezellig onder de meiboom danst blijkt desalniettemin geen ruimte voor een ecologisch bewustzijn. De spiritualiteit blijkt een façade als Ewiger Wald hamert op de wederopstanding van het bos met een crossfade van soldatenbenen in het gelid naar kaarsrecht geplante bomen. Een productiebos zo militaristisch als het volk zelf – een uiting van de zucht naar veiligheid. Waarin het volk kan genieten in de Berlijnse Lustgarten zonder last van indringers.
4 – Jud Süß (1940)
Wonderbaarlijk genoeg etaleert de meest kwaadaardige film de grootste ambiguïteit. Op orders van Goebbels moest alles uit de kast om het antisemitisme aan te wakkeren. De nieuwe hertog van Württemberg leent voor zijn ambities geld bij de sluwe Jood Süss en zakt daarbij steeds verder weg in diens manipulaties. Volgens de gezapige burgers leidt dat tot de horror van balletvoorstellingen en het openstellen van de stad voor Joden, in andere tijden juist tekens van vooruitgang. Maar hier verdient louter de nijverheid lof. Elke afwijking van de status quo (inclusief wegenbelasting) geeft de kriebels.
Ondanks de nare streken van Jood Süss geeft Ferdinand Marian een dermate weergaloos optreden waarin diens sympathieke voorkomen beklijft. Tegenover lompe racist uithangende rechtschapen burgers zet hij een charmant figuur neer en is hij de vriendelijkheid zelve. In een van de innemendste scènes ontmoet Süss op weg naar Stuttgart de dochter van een van hen. Het amicale gesprek dat ontspint, staat in schril contrast tot de latere karaktermoord van Süss. Zo onderstreept de film tegenwoordig eerder de waanzin van haat dan dat het ophitst.
5. – Ohm Krüger (1941)
In Ohm Krüger urmt Emil Jannings als de gevluchte Zuid-Afrikaanse politicus Paul Kruger uit de Tweede Boerenoorlog. In flashbacks doet hij uit de doeken hoe zijn volk de strijd verloor van de Britten, met een bijtende veroordeling van de internationale gemeenschap die de Boeren nooit te hulp kwam. De leider een met zijn volk is een hulpeloos slachtoffer en verdedigt zich tegen al het meedogenloze geweld wat regisseur Hans Steinhoff razend in beeld brengt.
Zeer vooropgezet mislukken de handreikingen aan de Britten van Krugers in Oxford opgeleide zoon. Want de anderen manipuleren en daar komt de agressie vandaan. Terwijl de Führerfiguur steeds meer rondwentelt in aan zichzelf opgelegde zieligheid raken de dapper strijdende Boeren in steeds diepere zorgen. Daarbij komt een stuk weerzinwekkende psychologische projectie kijken, als de film de Britten (weliswaar historisch accuraat) veroordeelt voor het gebruik van concentratiekampen.
6. – Titanic (1943)
Het iconische schip als metafoor voor het kapitalisme ramt keihard af op de ijsberg omdat een snelle overtocht de aandelenprijzen van de rederij ten goede komt. In dat decor speelt zich een contrast af tussen het lagere dek van gezellige arbeiders en het hogere dek vol konkelende Britse kapitalisten. Slechts één officier ziet de bui al vroeg hangen, toevallig een Duitser.
Onderkoeld en zakelijk volgt regisseur Herbert Selpin (die wegens kritiek het Naziregime niet overleefde) alle handelingen als een opsomming van feiten. De camera snijdt van sentimentele Duitse romance en principiële officier naar bange kapitalisten die leren dat niet alles te koop is. Een fatalistisch doemdenken komt tot uitbarsting met een overdaad aan beelden van paniek. Alsof de film het einde van de Tweede Wereldoorlog aan zag komen noopte die fanatieke registratie Goebbels tot het verbannen van de film in Duitsland zelf.
Alle genoemde films zijn werken van fictie. Elke overeenkomst met de werkelijkheid van 2021 is puur toevallig.
2 februari 2021