Touch of Zen, A

****
IFFR Unleashed – 1995: A Touch of Zen
Kungfu met een spiritueel randje

door Cor Oliemeulen

Zwaardvechten, politiek drama, feminisme, boeddhisme en een spookverhaal komen samen in deze wuxia-film van King Hu. Centraal in het plot staat de relatie tussen dertiger Ku, een portretschilder, en de vrijgevochten Yang. Zij is op de vlucht voor strijders van de imperialistische eunuch Wei die haar vader, een generaal, hebben vermoord. A Touch of Zen (1971) is kungfu met een spiritueel randje.

We schrijven de veertiende eeuw ten tijde van de Ming-dynastie. De jonge vrouw Yang (Hsu Feng) neemt haar toevlucht tot een verlaten fort. Volgens de inwoners van het stadje zijn daar geesten. Yang raakt bevriend met de moeder van Ku (Shih Chun). Zij wil dat haar zoon iets nuttigs met zijn leven doet en voor meer inkomsten zorgt. Op haar ziekbed spreekt moeder haar zorgen uit over het verbreken van de bloedlijn van haar familie. Yang offert zich op en duikt met Ku de koffer in. Steeds meer opgejaagd door Wei´s strijders vinden ze uiteindelijk bescherming bij enkele boeddhistische monniken. Die leggen een sterk staaltje geweldloze martial arts aan de dag.

A Touch of Zen

Martial arts
King Hu was een Taiwanese filmmaker. Hij volgde in Beijing een kunstacademie, verliet China voor Hong Kong en trad in 1958 in dienst van de beroemde broers Shaw. Aanvankelijk als acteur en schrijver, later als regisseur. De broers Shaw hadden destijds de grootste Chinese filmstudio en waren toonaangevend in het vervaardigen van martial artsfilms. In 1967 startte Hu een filmstudio in Taiwan. Hij keerde in de jaren 70 terug naar Hong Kong, maar bleef ook films maken in Taiwan en China.

Hu ontwikkelde zich al snel tot een auteur: een filmmaker die zoveel mogelijk onafhankelijk opereert en een zeer persoonlijke stempel op zijn producties drukt. Hij bleef de wuxia-film verfijnen met meer subtiliteit en expressiviteit. Te beginnen met Come Drink With Me (1966) en gevolgd door Dragon Inn (1967). In deze films waren de acrobatische bewegingen, zwaardgevechten en rondvliegende pijlen nog dynamischer en opwindender, want Hu maakte efficiënt gebruik van breedbeeld en bijna naadloze montages (let bijvoorbeeld op het beeld en geluid van rennende personages). Bovendien introduceerde hij principes en effecten uit de Peking Opera, bijvoorbeeld de minimalistische percussieklanken.

Onderhoudend en dynamisch
A Touch of Zen (1969) is een episch hoogtepunt in King Hu’s oeuvre. De film is gebaseerd op een klassiek Chinees verhaal en verscheen aanvankelijk in twee delen in de Taiwanese bioscoop. In 1971 werden die samengevoegd tot één film. De lengte van 400 minuten werd teruggebracht tot zo’n drie uur voordat hij zijn internationale première op het Filmfestival van Cannes beleefde. Al met al geen minuut teveel voor dit onderhoudende epos.

Zoals zijn vakgenoot Akira Kurosawa in Japan de samoeraifilm op de kaart had gezet, zo ontpopte King Hu zich als bepalende regisseur van de wuxia-film, zeg maar kungfu met de nadruk op zwaardvechten. Hu had goed gekeken naar Kurosawa, getuige zijn creaties van dynamische beeldkaders, in dit geval met veel nevel en regelmatig een spel met licht, donker, kleur en zon. De cinematografie is zeker voor die tijd opzienbarend, maar doordat een aantal actiescènes zich in het halfduister afspelen, zijn die niet altijd even gemakkelijk te volgen.

A Touch of Zen

De vrouwelijke zwaardvechter
Terwijl Kurosawa louter mannen laat vechten (heel vaak huisacteur Toshiro Mifune) introduceerde Hu de vrouwelijke zwaardvechter. In Come Drink With Me glorieert actrice Cheng Pei-pei. Na een klein rolletje in Dragon Inn doet de mooie Hsu Feng in A Touch of Zen menig mannenhart sneller slaan. Toen ze samen met King Hu te gast was tijdens de vertoning in Cannes ontmoette Feng zoveel ambitie en artistieke visies dat ze besloot om meer te gaan doen dan alleen acteren. Ze zou uitgroeien tot een succesvol filmproducer. Achttien jaar later tijdens datzelfde filmfestival mocht ze als producer van Farewell My Concubine van Chen Kaige de Gouden Palm ophalen.

Tal van filmmakers hebben de choreografie van de martial arts in King Hu’s films gekopieerd. Denk daarbij vooral aan acrobatisch springende zwaardvechters en andere soms komisch werkende bewegingen. Het grote publiek zou hiermee pas kennismaken in Crouching Tiger, Hidden Dragon (2000) van Ang Lee. Naast Hu’s aandacht voor kungfu, drama, spookverhaal, oorlogstactieken en spiritualiteit, biedt A Touch of Zen in bijna elke scène een korte contemplatie over de relatie van de mens met de natuur. De sleutelscène met de fantastische clash in het bamboebos, badend in brekend zonlicht, is van een ongekende schoonheid.

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 12 mei 2021.

2 april 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR