Dead Man

****
IFFR Unleashed – 1996: Dead Man
Van onschuld naar wijsheid

door Alfred Bos

Dead Man is een acid western, de psychedelische variant van de cowboyfilm. De film van Jim Jarmusch breekt met de traditionele waarden, ook van het genre.

De klassieke western, dat is de wereld in zwart-wit. Blanke man goed, indiaan fout. Blanke man sterk, vrouw zwak. Blanke man baas, rest knecht.

Het subversieve tegendeel van de klassieke western is de acid western, voortgekomen uit de psychedelische revolutie van de jaren zestig. Daarin is elk geloof in sociale orde verdwenen. De samenleving is corrupt, mensen onbetrouwbaar, solidariteit een illusie. De personages leven in een existentiële wildernis waar alles ongewis is. De acid western visualiseert een hallucinant, naar absurdisme hellend wereldbeeld. Chaos regeert.

Dead Man

De term, in 1971 gemunt door de vermaarde filmcriticus Pauline Kael, verwijst naar het surrealisme. Kael typeerde Alejandro Jodorowsky’s El Topo als ‘een spaghettiwestern in de stijl van Luis Buñuel’. De acid western is psychedelisch. Vervreemding is het thema, zijn (anti)held psychotisch. De held van Dead Man is passief.

Vervreemd van zichzelf
Dead Man, de zesde speelfilm van Jim Jarmusch, is – met El Topo – het archetype van de acid western. Alles aan de film is subversief. Hij is gedraaid in zwart-wit, wat de financiering niet eenvoudiger maakte. Hij gaat over een man die dood is en zijn ziel zoekt, vertolkt door een Hollywood-ster; in een genre dat in 1995, het jaar van verschijning, allang passé is: de western. Veel meer afstand van de bestaande orde kun je als onafhankelijk filmmaker niet nemen.

Dead Man typeert de maatschappij van de blanke man als immoreel, ontdaan van spiritualiteit, een gruwelijke grol. Moordzuchtig nihilisme, blinde hebzucht, tomeloze wellust, rabiaat egoïsme, zelfs kannibalisme—niets is de blanke man vreemd. Hij is gestoord, vervreemd van zichzelf.

De hoofdpersoon, gespeeld door Johnny Depp, heet William Blake, naar de achttiende-eeuwse auteur van Songs of Innocence and of Experience. Onschuld en ervaring zijn de yin en yang van de menselijke ziel. Maar Dead Man is subversief: onschuld staat voor naïviteit, onbenul. En ervaring niet voor door de wol geverfd, maar voor wijsheid.

“Dit is Amerika”
Jarmusch verbeeldt het leven als een reis, in de proloog letterlijk. William Blake zit in de trein en kijkt naar buiten, naar het landschap. Daar grazen bizons, die voor de sport worden afgeknald. Hij is onderweg naar het stadje Machine, waar hij in de staalfabriek als boekhouder aan de slag wil. Machine is de hel, het einde van de reis. De hel als smidse is een klassieke troop, van Griekse mythologie tot Lord of the Rings. We gaan een mythische film zien. Misschien zelfs wel een epos.

Machine is gestoffeerd met doodskisten, schedels (ook menselijke), geweien, jachttrofeeën. Het is het oord van de dood. De handwerkers zijn asociale bruten, de kantoorklerken laffe kuddedieren, de fabrieksdirecteur een gestoorde maniak. In deze door mensen gecreëerde hel staat iedereen iedereen naar het leven.

Blake helpt een bloemenmeisje en vindt in haar bed een pistool. Waarom heeft ze een pistool, wil hij weten. “Dit is Amerika”, antwoordt ze. Haar ex-vriend komt binnen en wil zijn rivaal doodschieten. Het bloemenmeisje vangt de kogel op, maar niet helemaal. Hij doorboort háár en blijft steken in Blake. Dan begint zijn reis van onschuld naar wijsheid.

Dead Man

“Stupid fucking white man”
De film opent met een citaat van een surrealist, de Belgische schrijver Henri Michaux, en is surrealistisch van toon, voelt als een droom. Verantwoordelijk voor de schitterende zwart-witfotografie is de Nederlandse cinematograaf Robbie Müller, hij werkte eerder met Jarmusch aan diens Down By Law (1986) en Mystery Train (1989).

Het is het palet van de film noir en Jarmusch vond inspiratie in de noir western Blood on the Moon van Robert Wise uit 1948 (met Robert Mitchum in de hoofdrol, hij speelt hier de fabrieksdirecteur), Fritz Langs Rancho Notorious uit 1952 (diens enige western in zwart-wit) en Johnny Guitar (1954) van zijn leermeester Nicholas Ray.

Die films zijn door Jarmusch getypeerd als Brechtiaanse westerns. “Ze zien er anders uit. Ze pretenderen niet een western te zijn.” De western is bij uitstek het genre waarin Amerika zichzelf en zijn geschiedenis beziet. In Dead Man verwoordt de indiaan Nobody (gespeeld door Gary Farmer) de kijk van Jarmusch, naast regie tevens verantwoordelijk voor het scenario: “Stupid fucking white man”. Nobody is Blakes gids in de zoektocht naar aanvaarding. De reis door de wildernis is een allegorie.

Soundtrack Neil Young
Dead Man toont de barbarij van een ontzielde wereld, niet als aanklacht, ook niet als satire, maar als een absurdistische klucht. Ook zonder slapstick zit er een vleugje Buster Keaton en Charlie Chaplin in de film en niet omdat Jarmusch terugvalt op het sjabloon van zijn tweede speelfilm Stranger Than Paradise: korte scènes gedraaid in zwart-wit, onderbroken door zwarte schermen. De wereld van Dead Man is inderdaad geen paradijs, hij is veel vreemder. De film is existentieel én psychedelisch. Hij oogt als een droom.

Bij zijn verschijning werd Dead Man zeer gemengd ontvangen. Er was lof en er was onbegrip. Maar een kwarteeuw later is de receptie gekanteld naar jubel. De absurde personages, de gitzwarte humor, de maatschappijkritiek verpakt als allegorie, de soundtrack met de minimalistische motiefjes van Neil Youngs vervormde gitaar, de speelsheid binnen de strikte vorm en niet in de laatste plaats de visuele pracht van Robbie Müllers cinematografie—het komt allemaal naadloos samen. Dead Man is wellicht Jim Jarmuschs beste film.

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 12 mei 2021.

4 april 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR