Belgisch Film Festival 2016

Belgisch Film Festival 2016:
Een sfeertekening

door Ralph Evers

De Belgen laten wederom zien dat ze indrukwekkend hoogstaande cinema maken. Dit jaar is daar Waals talent aan toegevoegd en wordt er met The Broken Circle Breakdown nog even teruggegaan naar een paar jaar geleden toen deze film in première ging.

In tegenstelling tot eerdere jaren ditmaal een korter verslag over het Belgisch Film Festival (BFF), vanwege ernstig tijdgebrek om goed verslag te doen. Toch zijn er een aantal films bekeken en is de sfeer geproefd (en oh la la, wat een genereus idee om bij de avondvoorstellingen de bezoekers een duveltje aan te bieden).

The Broken Circle Breakdown
Aanvankelijk lijkt het programma leger dan voorgaande jaren. Films kennen bijvoorbeeld slechts één vertoning. Een bewuste keuze van het festival: compacter worden. Zo kan er meer aanbod getoond worden en het vertaalt zich in een hogere kaartverkoop (gunstig voor een vervolg op dit erg leuke filmfestival). Het Ledig Erf, waar de bioscoop Louis Hartlooper Complex aan gelegen is, is vrijwel Belgisch gekleurd. Vlaggetjes, tafelkleden, frietpunten, stoof in het restaurant en rijkelijk vloeiend bier.

The Broken Circle Breakdown

Voorafgaand aan The Broken Circle Breakdown is er een bluegrass band die de soundtrack van die film ten gehore brengt. The Broken Circle Breakdown is misschien wel één van de sterkste films van onze zuiderburen. Een op papier dertien in een dozijn verhaal is uitgewerkt tot een meesterlijk melodrama, dat nergens over het randje gaat, maar voortdurend dicht bij het menselijke en reële blijft. Daarin is de film meedogenloos, hetgeen tegelijkertijd de kwaliteit is van de Belgische cinema. Het leed is zo echt, de scènes zijn zo alledaags, de personages zijn zo menselijk. Hun geheim? Men hoeft daar geen correct Vlaams of Waals te spreken, zoals ons obligate taalgebruik menig goeie film de nek omdraait.

Kwaliteit
Zijn er nog meer verschillen? Een gesprek tussen filmjournalist Kevin Toma en regisseur Robin Pront (D’ardennen) zou uitkomst moeten bieden. We krijgen een aantal fragmenten te zien van hedendaagse Waalse en Vlaamse films. Dat onderscheid wordt vaker benadrukt, het zijn twee verschillende werelden en filmtalen, doch beiden hoogstaand. Opvallend keer op keer is de eigenheid in die films. Eigen smoel, en vooral het lef om te experimenteren. Film is ook kunst en onze zuiderburen zijn in staat om kunst en kijkgenot samen te laten vloeien. Of het nou rauwe ellende is of maatschappijkritiek, in België heeft men de ruimte en creativiteit om dat bij elkaar te brengen. Wellicht met de kanttekening dat we hier alleen de geslaagde films zien. Echter, zelfs een lowbudgetfilm als De Maagd van Gent wist twee jaar geleden te overtuigen.

Het gesprek tussen Toma en Pront blijft echter iets teveel in de clichés hangen en gaat nauwelijks dieper in op culturele aspecten die een rol spelen. Pront noemt dat door het gunstige belastingklimaat voor cinema er veel mogelijkheid is om scripts te realiseren. Daarnaast noemt hij de geschiedenis waarin België een strijdtoneel is geweest van vele gruwelijke oorlogen. Ik zou daar aan toevoegen dat België ook het land van de strips (met grootse polariteiten tussen absurdisme en avontuur) en de surrealistische kunst is, het lijkt me dat dit een niet te onderschatten invloed kent. Ook weten Belgen lelijkheid en rauwheid esthetisch in te zetten.

Préjudice

Préjudice
Préjudice is een Franstalige Brusselse productie over een jongeman, Cédric, dertig jaar oud, dankzij een gedragsstoornis nog altijd bij zijn ouders wonend. Wanneer zijn zus zegt zwanger te zijn slaan bij Cédric langzaam de stoppen door en verwordt de blijde boodschap tot een beklemmend familiedrama. Een mix van Festen en El Ángel Exterminador (de hele film speelt zich in en rondom het ouderlijk huis af). De regisseur is echter vergeten de zo belangrijke spanningsboog in de film te brengen, waardoor de gebeurtenissen nogal afstandelijk worden. De vreemdheid die de film en de personages ademen houden de kijker mogelijk nog bij de les. Evenals de geniale soundtrack. Echter, de 105 minuten duren door de onrijpheid van de film vele malen langer. Vermoeiende zit.

D'Ardennen

D’ardennen
D’ardennen is de eerste lange speelfilm van regisseur Robin Pront. Geïnspireerd door de Amerikaanse, maar vooral de Engelse misdaadfilms is hij gebaseerd op een toneelstuk van hoofdrolspeler Jeroen Perceval (Dave). D’ardennen is typisch een voorbeeld van de eigenzinnigheid en creativiteit van onze zuiderburen. Iedereen spreekt in z’n eigen dialect, waardoor de personages een belangrijke mate van echtheid krijgen. Daarnaast een fijn oog voor details, waarmee bijvoorbeeld de gezinssituatie, zonder al te veel uitleg, heel invoelend wordt.

Hoewel de film qua geloofwaardigheid tegen het einde uit de bocht vliegt, houdt het sterke spel van de acteurs, het kundige camerawerk en de paar vreemde elementen, zoals de losgebroken struisvogels en de fucked-up-heid van Jan Bijvoet (wat een briljante kop heeft die vent!) en Sam Louwijck als travestiet, de film gemakkelijk overeind.

Wederom bewezen: de internationale cinema kan niet meer om België heen!

 

11 juni 2016

 
MEER FILMFESTIVALS