Camera Obscura Special: Londen in voor- en tegenspoed

Camera Obscura Special:
Londen in voor- en tegenspoed

door Bob van der Sterre

Londen is dé plek in Britse films en series. Geen enkele andere Britse stad kwam zo vaak op het witte scherm. Laten we het beroemde Londen van films als Four Weddings and a Funeral, Notting Hill, Match Point even links liggen, en zoeken we het échte, rauwe film-Londen op.

Londen… Welke film of serie je ook kijkt, Londen staat voor duur, chique, posh, exclusief. Moderne wolkenkrabbers domineren de skyline. En dat klopt ook wel: in lijstjes van duurste steden in Europa staat Londen derde na Genève en Zürich. Harold Shand vertelde in The Long Good Friday (1980) al waar het heen zou gaan.

Blow-Up (1966) - de beste films in en over Londen

Dat is natuurlijk niet altijd zo geweest. Tot en met de jaren zeventig was Londen vaak nog een rommelige stad. Getekend door de bombardementen van de Tweede Wereldoorlog. In Pool of London – al uit de jaren vijftig – staren we nog naar putten van bombardementen midden in Londen.

Een film als Pressure laat zien hoe Londen er uitzag als je van West-Indische afkomst was en in de jaren zeventig in een wijk als Notting Hill opgroeide.

Al deze films geven tezamen een mooi beeld van een stad die in de twintigste eeuw verschillende metamorfosen heeft doorgemaakt. Als Londen een artiest zou zijn, zou de documentaire London Nobody Knows (1967) het sleutelwerk zijn.

Let op: dit zijn geen recensies of analyses van films! Ook geen top tien. Ik wil alleen een verhaal vertellen over de samenhang tussen film en stad en kies daarvoor per decennium een passende film. Ik heb ook niet alle films ter wereld gezien, dus hier en daar zal ik een uitstekende film gemist hebben.

Dit artikel is gratis. Graag hoop ik dat de lezer zich als tegenprestatie wil opgeven voor de nieuwsbrief, of zich verdiept in culturele longreads.

 

Westminster Bridge, London (1896)

Westminster Bridge, London (1896): paardentrams met bovenbalkonnetjes

Locatie: Westminster

Wat zou je als oudste film over Londen kunnen beschouwen? De oudste bewaarde film ter wereld, Roundhay Garden Scene uit 1888, is niet in Londen gefilmd maar in Leeds. Zijn tien frames voldoende om voor film door te gaan? Trafalgar Square in 1890. Een ultrakorte opname van wat paard en wagens van Wordsworth Donisthorpe.

Meer filmische bang voor je buck krijg je met deze video van Piccadilly Circus uit 1896 (de gebroeders Lumière). Zij waren ook verantwoordelijk voor deze film van de Westminster Bridge (ook 1896). Let op de paardentrams met bovenbalkonnetjes. Wie wat filmt, bewaart wat. Die trammetjes komen ook voor in deze heerlijke video van oude Londense straatscènes, geüpload door de British Film Institute.

 

The Unfortunate Policeman (1905)

The Unfortunate Policeman (1905): vroege achtervolgingsfilm 

Locatie: Muswell Hill (Haringey)

Tijdens een koffiepauze van schilders gaat een politieagent flirten met de vrouw die de koffie brengt. Een van de schilders trekt dat niet en werpt een pot verf over hem heen. De agent sprint achter hem aan. Ze springen over wasgoed heen, lopen een vrouw die terugkomt van shoppen omver, botsen tegen de melkman op, en zo verder.

The Unfortunate Policeman is een vroege achtervolgingsfilm, die toen zo’n beetje ontdekt werd en in de jaren erna via slapstick meer zou evolueren. Deze film van iets meer dan drie minuten wordt leuk na anderhalve minuut, als ze de stad in rennen. Dat is de wijk Muswell Hill, een buitenwijk in het noordwesten van de stad, niet ver van Hampstead Heath.

R.W. Paul maakte de film, die na 1912 niet meer gemaakt kon worden. De British Board of Film Censors bepaalde toen dat je de autoriteit niet meer zo mocht bespotten.

A Visit to the Seaside uit 1908 is een klein stukje Britse filmgeschiedenis dat we echt even moeten noemen, ook al is het Brighton en niet in Londen. Je kijkt naar kinemacolor, de voorloper van technicolor.

Film: https://www.youtube.com/watch?v=KGUE0XloM4Q
Meer lezen: http://www.screenonline.org.uk/film/id/1229450/

 

The Sidney Street Siege (1911)

The Sidney Street Siege (1911): shoot-out maar dan echt

Locatie: Shadwell (Tower Hamlets)

In de periode tot 1920 werden in het Verenigd Koninkrijk veel korte films gemaakt. Check de lijst op Wikipedia. Ik kies voor de rauwe realiteit van The Sidney Street Siege van British Pathé. Ook al is het geen echte film met een verhaal, het heeft wel documentaire-achtige waarde.

In 1911 had een bende zich verschanst in Sidney Street, in de wijk Shadwell (vlakbij Whitechapel). Dat liep uit tot een schietpartij tussen hen en de politie. Winston Churchill, toen minister van Binnenlandse Zaken, bemoeide zich ermee, en is ook te zien in de opnamen (en op de foto tweede van links).

De film heeft geen geluid maar hier kun je goed zien hoe krachtig beeld kan zijn. Want je krijgt de sloppenwijk goed te zien, de mensen, de straten, de actie. Dat vertelt het verhaal beter dan een encyclopedie zou kunnen.

Nog meer geschiedenis? In 1913 moest suffragette Sylvia Pankhurst door de politie ontzet worden. Bekijk de video. Let ook op de bussen na ongeveer een minuut.

Film: https://www.youtube.com/watch?v=v0wPKpAVDGE
Meer lezen: https://www.historic-uk.com/HistoryUK/HistoryofEngland/The-Siege-of-Sidney-Street/

 

Piccadilly (1929)

Piccadilly (1929): stroom van beelden in studio-Londen 

Locatie: Westminster

Een grote club aan Piccadilly Circus. De dansact Mabel en Victor trekt veel bezoekers in een club. Shosho werkt in de keuken en danst liever dan ze afwast. Als er dan een vlekje op een bord wordt gevonden, vliegt zij eruit.

Het vertrek van danser Victor verandert de zaken. Mabel kan niet alleen publiek trekken. Shosho mag terugkomen om het een keer te proberen. Directeur Valentine maakt er een serieuze Chinese dansattractie van. Natuurlijk is het een hit. Hoe moet hij dat nu alleen aan Mabel brengen, met wie hij een relatie heeft? Het wordt ingewikkelder als Valentine gevoelens krijgt voor de koude en ambitieuze Shosho, en zij ook goed geld begint te verdienen.

Het aardige van de film is dat het meer wegkijkt als een stroom van beelden. Dansen. Mabel die ondeugend van een koekje knabbelt. Een briefje dat Mabel niet mag zien. Een partner die zich onder een krant bedekt.

Regisseur E.A. Dupont hield van expressionisme maar ik zou dit zacht-expressionisme noemen want het is nergens te experimenteel of serieus voor de gemiddelde kijker (toen en nu). Het drama van de ijdele Mabel heeft ook wel iets grappigs.

Wat zien we zoal van Londen? Betoverende neonbeelden van Piccadilly Circus. Een bushalte. We rijden mee met een Londense bus. We gaan naar een huis en winkel in Limehouse, waar veel Chinezen wonen. En we zien louche straten rondom Piccadilly inclusief een volkse bar. ‘Dit is ons Piccadilly…’ zegt Valentine. Leuk maar praktisch alles is in de studio gefilmd.

De film speelt soms een beetje met het racismethema omdat Shosho Aziatisch is en ze omgaat met de rijke (en blanke) Valentine. In een bar wordt een man boos als een vrouw met een donkere man danst. ‘Je weet dat je hier niet met een blanke vrouw mag dansen!’ Gelukkig is de film bij de tijd en bijt de vrouw van zich af (zoals vrouwen in de jaren twintig zelfstandiger waren dan de meeste mensen denken, net als dat Shosho hier heel zelfbewust is).

Het was best opmerkelijk dat de Chinees-Amerikaanse actrice Anna May Wong zo’n gelaagde rol kon spelen. Een gelukkige keuze want ze past perfect bij de rol van Shosho. Het was een tijd dat Aziatisch-Amerikaanse vrouwen amper rollen kregen. Ze speelde ook in Shanghai Express van Josef von Sternberg. Lees haar biografie.

Al met al domineert het racismethema de film niet en gaat het meer over algemeen menselijke thema’s, zoals jaloezie en ambitie. Toch blijft de film af en toe ook luchtig. ‘He started this club and made it. He also started Mabel, and made her too…’ En op het laatst zien we borden langskomen die aan een zekere Monty Python-film doen denken…

Ook mooi: het beeld van ondergronds Londen in de jaren twintig in Underground (1928), uiteraard over de metro. Bekijk een klein stukje van die film.

Film: https://www.youtube.com/watch?v=E-omm7T48xY
Meer lezen: http://www.screenonline.org.uk/film/id/486639/index.html

 

Sabotage (1936)

Sabotage (1936): apocalyptisch verlangen

Locaties: Westminster, Regent’s Park (Westminster/Camden) en Islington

Op een avond valt in heel Londen het licht uit. Verloc, de uitbater van Cinema Bijou, is de dader, maar doet of hij op dat moment lag te slapen. De groenteboer naast de bioscoop werkt als spion voor Scotland Yard en moet buurman Verloc in de gaten houden.

Bij films over Londen moet je toch minstens één productie van Alfred Hitchcock nemen. Hoewel Hitchcocks films meer in de studio zijn gemaakt – ook in Sabotage zien we vooral veel studiowerk – zien we hier wel een paar buitenlocaties van Londen. De London Zoo in Regent’s Park, Trafalgar Square, het warenhuis Selfridges (onderwerp van de serie Mr. Selfridge), Oxford Street en Chapel Market. Uiteraard de klassieke sprong in een rijdende stadsbus. Je krijgt het idee dat in Londen nooit iemand normaal in de bus stapt.

Hitchcock bood het publiek samen met Charles Bennett (scriptschrijver) wat meer grapjes dan in zijn vroegere werk. Een absurde dialoog over kanaries (doet denken aan Monty Pythons Dead Parrot-sketch). Verrassend mooie cinematografie (van Bernard Knowles). Zoals het aquarium dat verandert in een apocalyptisch verlangen van Verloc. Of de close-up van de opkijkende Verloc (wenkbrauw). Of de quote als de detective-sergeant wordt ontmaskerd.

De casting was ook verzorgd. Oskar Homolka is sterk als saboteur Verloc (duister Duits accent, sardonische blik); William Dewhurst alias The Professor en Sylvia Sidney (die al bij twee films voorkwam in de Camera Obscura Special over New York). Hitchcock baalde alleen wel dat hij de acteur Robert Donat niet kon krijgen voor de belangrijke Scotland Yard-rol.

Zelf vond Hitchcock de verfilming van het boek van Joseph Conrad niet zo geweldig. Hij vond de explosie in de bus ‘een enorme fout, omdat zo de suspense uit de film werd gehaald’. De bom is inderdaad behoorlijk bruut maar ik ben het toch niet eens met Hitchcock: cinema is waar het (altijd) om draait. En de beelden van de straatklokken compenseren zijn ‘fout’ meer dan genoeg. 

Film: https://www.youtube.com/watch?v=Nm0xkgHv5Ds
Web: https://www.brentonfilm.com/alfred-hitchcock-collectors-guide-sabotage-1936

 

Passport to Pimlico (1949)

Passport to Pimlico (1949): brutale volkswijk eist zelfstandigheid

Locaties: Pimlico (Westminster) en Lambeth

Pimlico: een doodgewone volkswijk ten zuiden van Westminster. Getroffen tijdens de oorlog. Op een stuk braakland ligt een nog onontplofte bom. Tot die wél ontploft.

Een schat wordt zichtbaar. Daarin vinden ze ook een oud verdrag tussen Pimlico-voorgangers en de Bourgondiërs. De rechter die de schat wil verdelen, is stomverbaasd. ‘Je bedoelt dat deze mensen Bourgondiërs zijn?’ Geen halve maatregelen bij de kersverse Bourgondiërs. Douaneposten, paspoorten, een eigen munteenheid. ‘Dit is Bourgondië, hier bepaal ik hoe laat de bar dicht gaat.’

Het klinkt geweldig maar het is al snel een stuk minder leuk als de wijk wordt overlopen door zwarte marktverkopers. ‘Echte gestolen nylons! Wie maakt me los?!’ En dat is maar het begin van de problemen.

In Passport to Pimlico valt vooral het geestige script van T.E.B. Clarke op. ‘Drink je bier eens op, waar is je gevoel voor patriottisme?’ De Bourgondiër die binnen komt lopen en onmiddellijk gaat flirten. De Engelse ministers die het probleem alsmaar doorschuiven naar elkaar. Het duel tussen de megafoons. En deze geweldige quote: ‘We waren altijd Engels, en we zullen altijd Engels blijven, en het is juist omdat we Engels zijn dat we opkomen voor ons recht om Bourgondiër te zijn!’

Met de humor zit het goed, jammer is dat de film toch iets te oubollig is om vernieuwende cinema op te leveren. De film slaagt vooral als soap. Met de wijkagent, de wijkvoorzitter, zijn dochter, een groenteboer, zijn collega (en zangeres), een kledingverkoopster, de bankdirecteur, enzovoort. En we gaan nog met ze meeleven ook, dankzij het enthousiasme van de acteurs. Bekijk eens hoeveel lol ze hadden bij het filmen.

Passport to Pimlico heeft ook een paar buitenscènes. Daarin zien we de ravage van de bombardementen op Londen. Karkassen van huizen en braakland. We zien ook min of meer iconische Londense locaties als Piccadilly Circus, Westminster Bridge en Whitehall. De film speelt zich af in de hittegolf van 1947 maar werd gefilmd tijdens de natte zomer van 1948. Regisseur Henry Cornelius hield in elk geval geen goede herinneringen over aan de film: hij zou nooit meer voor Ealing Studio’s werken.

Alleen een ding… De film werd opgenomen in Lambeth aan de andere kant van de Thames, bij de kruising van Lambeth Road en Hercules Road. Dat zorgde voor deze geestige kop op de website van BFI: Passport to… Lambeth?

Aardig feitje: dertig jaar later putten krakers inspiratie uit deze film voor hun ‘republiek’ Frestonia, in de wijk Notting Hill. En nee, dat zijn niet The Young Ones. Dát huis stond in Bristol.

Film: te zien op Netflix
Meer lezen:
https://www.bfi.org.uk/features/passport-pimlico-locations-ealing-comedy

 

Pool of London (1951)

Pool of London (1951): spanning rondom de Thames

Locaties: City of London, Westminster, Greenwich, Southwark en Docklands

Amerikaanse mariniers meren aan in Londen. Ze zitten in de Pool of London: het stuk van de Thames van de Tower Bridge tot Rotherhide. Ze hebben drie dagen verlof en er is tijd om in de stad rond te dwalen.

Een van hen (Dan) is verwikkeld in smokkelzaken. Hij moet gestolen goederen meenemen naar Rotterdam. Dat doen ze vlakbij St Paul’s Cathedral. De politie heeft het nakijken. Dan schept alleen net iets te veel op tegen zijn vriendinnetje. Dat maakt het weer lastig voor Johnny, die net leuk contact had met Pat.

Aangename film van de ervaren regisseur Basil Dearden. Verzorgde karakters en verhaallijnen. Een heist, romantiek, actie, sfeervolle finale. Acteurs die goed passen bij hun rollen.

En we krijgen ook redelijk wat Londen te zien. Vanaf minuut 35 worden we getrakteerd op 10 minuten buitenopnamen van de omgeving van St Alban’s Church en St Paul’s Cathedral. Bijzonder moment als Johnny en Pat vanaf de kathedraal uitkijken op ruïnes van de oorlog die nog steeds zichtbaar waren. De achtervolging dwars door Leadenhall Market (zie foto) is ook een prachtig plaatje. Die passage ziet er nog net zo uit.

BFI heeft een artikel met de toen en nu’s van de locaties in de film. De dvd-uitgave heeft een handige featurette over alle locaties in de film. Er is veel veranderd natuurlijk. In Tooley Street in een dubbeldekkertram springen op weg naar Tower Bridge… dat was een jaar later na de film al niet meer mogelijk. The Queen’s Theater in East End was ook al in 1965 neergehaald. En een milk bar waar je ‘s avonds laat nog wat hapjes en drankjes bestelt: dat stukje cultuur is ook weg.

De Docks versjofelden in de jaren zestig en zeventig in hoog tempo, om vanaf de jaren tachtig een nieuw (luxe) leven te worden ingeblazen (komen we nog op terug). De St George Wharf komt drie keer in beeld. Die straat ziet er nog vrijwel hetzelfde uit. Het gebied bij de Thames rondom de Tower of London is vooral veel drukker geworden.

Frappant is dat de film weer net als Piccadilly (zijdelings) over racisme gaat. Johnny (Earl Cameron) krijgt te maken met een portie onaardige opmerkingen over zijn donkere uiterlijk. Hij heeft leuk contact met Pat maar tot een affaire komt het niet. Misschien ging dat in 1951 nog te ver voor het Britse publiek?

Meer films trokken in de jaren vijftig naar buiten, zoals deze:

  • We are the Lambeth Boys (Karel Reisz; en een vervolg in 1980)
  • A Kid for Two Farthings (Carol Reed)
  • The Yellow Balloon (J. Lee Thompson)
  • Night and the City (Jules Dassin)
  • The Ladykillers (Alexander Mackendrick)
  • I vinti (Michelangelo Antonioni)
  • En vooral The Blue Lamp van wederom Basil Dearden bevat veel shots van Londen

Film: te zien op Netflix
Meer lezen: https://www.bfi.org.uk/features/pool-london-locations
Aanrader: film over de Londense tram: The Elephant Will Never Forget

 

The London Nobody Knows (1967)

The London Nobody Knows (1967): James Mason bezoekt obscure plekjes

Locaties: zie tekst

In de ‘documentaire’ The London Nobody Knows uit 1967 (uitgebracht in 1969) zien we acteur James Mason rondlopen door de stad. Met paraplu, tweedjasje en pet vertelt hij op geestige wijze over obscure plekjes in Londen.

Hij bezoekt alleen plaatsen in verval. Vrijwel overal waar hij komt, ziet het er verwaarloosd uit. Inclusief de mensen in de film (veel daklozen). De plaatsen die hij bezoekt:

  • Het oude Bedford theater in Camden
  • Tunnels onder Camden Freight Terminal
  • Restanten van een spoorwegemplacement
  • Church Street Market en Chapel Market
  • Urinalen (‘een Victoriaanse wc is een kunstobject’)
  • Begraafplaatsen
  • Leger des Heils
  • Spittalfield (waar de moorden van Jack the Ripper plaatsvonden)

Dit is een speelse film van Norman Cohen, gebaseerd op het boek van Geoffrey Fletcher uit 1962. ‘Daar is voor iedereen die er interesse in heeft een egg breaking plant.’ Vervolgens zien we hoe een pletwals een paar eieren plet. Mason staat bij een oude mannen-wc, wijst met zijn paraplu naar een tank met water. ‘Hier zaten vroeger goudvissen. Deze vissen zitten hier nu natuurlijk niet meer, we hebben ze er alleen ingestopt ter illustratie.’

Schrijver Douglas Anderson legt in 2014 in een terugblik op de film uit wat de waarde ervan is vandaag de dag: ‘De gebieden die The London Nobody Knows bezocht, waren off the beaten track en het is waardevol om ze te zien hoe ze waren.’ De film toont daarmee een uniek Londen van toch slechts vijftig jaar geleden.

De filmstijl past bij de ‘swinging sixties’ of ‘swinging London’. Voor wie er niet mee bekend is: het was een soort culturele revolutie van jongeren. De Britse bevolking was door de babyboom behoorlijk jong: bijna 50% was onder de 30 jaar. Dat schepte mogelijkheden voor nieuwe artiesten. Ze wilden het anders doen: vrijer, moderner, hedonistischer, maffer.

Die beweging stormde door de muziekscene (The Beatles, The Who, The Kinks, The Rolling Stones), de modescene (o.a. minirok) en ten slotte ook de filmscene. De invloed op de popcultuur was immens. Krijg een indruk via deze video van 7 minuten.

De Swinging Londen-films zijn duidelijk door jonge mensen gemaakt: enorm energiek, grappig en maf. Ook al waren de films komisch van toon, ze gingen toch over serieuze zaken als depressies, seksualiteit en relatieproblemen. Zelfs abortus en ongewenste zwangerschappen komen langs (Darling en Georgy Girl). Minpuntjes zijn misschien dat sommige Swinging London-films iets te hard hun best deden om eigenzinnig te zijn, en er soms wel erg makkelijk tussen komedie en drama heen en weer werd geschakeld.

De films speelden zich bijna allemaal af in Londen. Vooral rondom Carnaby Street (Soho) en the King’s Road (Chelsea). Maar ook in Hammersmith, Fulham en Notting Hill. Er valt veel meer over deze korte filmgolf vertellen, maar dat valt een beetje buiten deze rubriek. De liefhebber kan terecht bij deze website.

Mensen beschouwen Blow-Up van Michelangelo Antonioni meestal als de archetypefilm van Swinging London. Maar er zijn er meer:

  • Georgy Girl (Silvio Narezzano)
  • The Knack and How to Get It (Richard Lester)
  • The Pleasure Girls (Gerry O’Hara)
  • The Party is Over (Guy Hamilton)
  • Joanna (Michael Sarne)
  • Alfie (Lewis Gilbert)
  • Morgan, A Suitable Case for Treatment (Karl Reisz)
  • Darling (John Schlesinger)
  • I’ll Never Forget What’s’isname (Michael Winner)
  • Three Hats for Lisa (Sidney Hayers)
  • Smashing Time (Desmond Davis)
  • Bronco Bullfrog (Barney Platts-Mills; uit 1970)

De jaren zestig was een geweldige filmperiode want er was nog veel meer aan Londen te zien dan alleen de Swinging London-films:

  • The Ipcress File (Sidney J. Furie)
  • The Traitors (Robert Tronson)
  • The L-Shaped Room (Bryan Forbes)
  • A Hard Days Night (Richard Lester)
  • The Small World of Sammy Lee (Ken Hughes)
  • What a Crazy World (Michael Carreras)
  • The Servant (Joseph Losey)
  • Peeping Tom (Michael Powell)
  • Nerosubianco (Tinto Brass)
  • Repulsion (Roman Polanski)
  • Victim (Basil Dearden)
  • Piccadilly Third Stop (Wolf Rilla, door de metrotunnels)

Om meer te weten over de locaties waar de films van de jaren zestig zich afspelen, kun je luisteren naar deze presentatie van deze Britse hoogleraar (40 minuten).

Film: https://www.dailymotion.com/video/x5h8w0m
Meer lezen: https://psychogeographicreview.com/the-london-nobody-knows/ en https://www.theguardian.com/film/2003/nov/21/history

 

Pressure (1976)

Pressure (1976): Notting Hill in andere tijden

Locatie: Notting Hill

Londen ontwikkelde zich economisch in de jaren na de oorlog. Maar niet voor iedereen is economisch succes in Londen even realistisch. Voor zwarte Londenaren uit Notting Hill is een baan krijgen al moeilijk. Zelfs Tony, toch wel een intelligente jongen, raakt moedeloos van zijn afwijzingen. ‘Hoe lang ben je al in dit land?’ ‘Ik ben hier geboren, meneer.’

Aan de andere kant past Tony ook niet echt bij zijn Jamaicaanse en Trinidadiaanse straatschoffievrienden. ‘Wil je pattie?’ ‘Nee ik wil geen paté.’ Hilariteit… want pattie is slang voor fish and chips. Tony raakt betrokken bij hun winkeldiefstalletjes. Zijn broer verkondigt ondertussen black power. En snapt niet dat zijn broertje een wit vriendinnetje heeft.

Pressure is een unieke productie: de eerste film die écht het leven van een zwarte Londenaar weergaf. Met alle zaken die daarbij komen kijken: racisme, vooroordelen, verzet. De film kijkt genuanceerd: de witte mensen in deze film discrimineren niet allemaal. En dan met reggaemuziek als verrassende score.

De film is niet foutloos. Het script is vrij simplistisch. Regisseur Horace Ové, zelf in Trinidad geboren, had een documentaire-achtergrond. Dus legt hij een verhaal uit aan zijn filmpubliek, maar iets te didactisch, zoals een reviewer op IMDb treffend zegt. De hulp van romanschrijver Sam Selvon – ook afkomstig uit Trinidad – mocht ook niet baten. Alle moralisme heeft iets saais, zelfs als het terecht is.

Het acteerwerk is ook soms matig – zoals de hysterische moeder van Tony. Dat had ook te maken met de amateurs waar ze mee werkten. Selvon en Ové deden hun best om karakters op straat te vinden. Sommige acteurs in de film waren dus in het echt ook dakloos. Pressure doet daarmee ook wel denken aan Braziliaanse straatfilms als Pixote en Fábula.

De grootste uitdaging – niet vreemd – was het vinden van een budget om de film te maken. Ové: ‘Ze keken me aan of ik gek was dat ik dit verhaal wilde verfilmen.’ British film Institute (BFI) hielp uiteindelijk met de financiering maar veel was het niet. De meeste scènes werden zonder vergunning geschoten. Zelfs het stelen van appels op de markt. We zien wel een realistisch portret van Notting Hill. Met Ladbroke (lange rechte weg in Notting Hill), Portobello Road, Harrow Road. De liefhebber van locaties kan terecht op Reelstreets.

Veel van de film kwam uit Ové’s leven zelf. Hij werkte zelf als schoonmaker in een ziekenhuis, net als Tony. Ook de politie-invallen had hij zelf gezien. En vooroordelen waren hem ook niet onbekend. Hij haatte dat hij ‘zwarte filmmaker’ werd genoemd. ‘Je noemt toch ook niet iemand ‘blanke filmmaker zo-en-zo’?’ En hij werd boos als Trinidad als achterstandsland werd gezien. Ové maakte dus echt zijn eigen film en concludeerde al met al toch positief: ‘Je kunt dus toch films maken over de wereld om je heen.’

De jaren zeventig leverde een gevarieerde oogst op aan Londense films die ook de cultuur van die tijd afspiegelt: zoekende na de vernieuwende jaren zestig.

  • The Rise and Rise of Michael Rimmer (Kevin Billington)
  • Deep End (Jerzy Skolimowski)
  • Frenzy (Alfred Hitchcock)
  • Quadrophenia (Franc Roddam)
  • Melody (Waris Hussein)
  • A Touch of Love (Waris Hussein)
  • The Squeeze (Michael Apted)
  • Nighthawks (Ron Peck)
  • Una lucertola con la pelle di donna (Luciano Fulci, Britse ‘giallo’)
  • Performance (Donald Cammell en Nicolas Roeg, met Mick Jagger)
  • 11 Harrowhouse (Aram Avakian)
  • Death Line (Gary Sherman, horror in een oud metrostation, klinkt goed maar verwacht er niet te veel van)

Film: https://www.youtube.com/watch?v=uqSVGSUC5CI
Meer lezen:
https://faroutmagazine.co.uk/pressure-first-film-black-british-experience/ en https://www.bfi.org.uk/lists/hidden-history-uk-punks-11-films

And now for something completely different…

Special in een special: punkfilms
De 70’s was een moeilijk decennium. Woningproblemen, economische problemen en sociale problemen. Mensen zagen weinig hoop meer in hun toekomst. Dat zou in de jaren 80 alleen nog maar erger worden.

Veel hiervan is nog terug te zien in punkfilms in die tijd. Die vormden een kortstondige Londense filmhype. Extreem laag budget, meestal documentair en ook wel ‘aapjes-kijken’: wie zijn die punkers, hoe leefden ze… De documentairemakers wilden van hun kant de mens achter de punker laten zien aan de conservatieve medemens.

Punk Can Take It is een interessante vreemde eend in deze bijt. Het was een promo voor de punkband UK Subs. Deze mockumentary (twintig minuten, parodieert de propagandafilm London Can Take It) beschrijft de strijd die échte punk moet leveren om te overleven. Daarin zijn punkers net zo trots en verheven als de Londenaren in de oorlogsfilm. De prachtig voice-over van de toen al gepensioneerde nieuwslezer John Snagge is de bonus: ‘Op de zwarte markt zwaaiden de platenmaatschappijen met hun magische chequeboekjes om de nog vrije punkbands te contracteren.’

Regisseur Julien Temple zou later zijn spotternij ook inzetten bij het bekendere Great Rock ‘n’ Roll Swindle rondom The Sex Pistols. Daarna zou hij nog veel muziekvideo’s maken.

Het British film Institute toont 11 échte punkfilms (uit die tijd) via haar player. Die kun je helaas alleen in het Verenigd Koninkrijk kijken maar sommige films kun je vinden op YouTube. Hier een paar tips:

  • Punk in London (Wolfgang Büld)
  • Don’t Dream it – See It (Phil Munnoch, tijdsbeeld van Chelsea)
  • Knights Electric (Barney Broom, uit 1980)
  • Jubilee (Derek Jarman)
  • The Punk Rock Movie (Don Letts)

Meer lezen? Bekijk deze lijst van punkfilms op Pitchfork.

 

The Long Good Friday (1980)

The Long Good Friday (1980): de Docks in opkomst 

Locaties: Docks (Southwark), Canary Wharf/Isle of Dogs (Tower Hamlets), Brixton (Lambeth), Westminster, St Katherine’s & Wapping, Harringay en Lewisham

In The Long Good Friday kijken we naar de zelfingenomen gangsterbaas Harold Shand. Hij staat op het punt om een grote deal te slaan met Amerikanen. ‘Weet je wat dit waard gaat zijn in 1988?’ Het is de kans om ‘legit’ te worden voor Harold (Mister H. voor ondergeschikten).

Er gaat iets mis. Zijn rechterhand Colin wordt vermoord in een zwembad. Overal gaan bommen af. Er is iets gaande met de IRA maar Harold weet niet precies wat. De Amerikanen worden nerveus.

Deze Londense misdaadfilm is niet voor niets beroemd. De energie in het spel van Bob Hoskins, om maar iets te noemen. Ook Helen Mirrens rol doet ertoe. En het misdaadverhaal zelf zit ook goed in elkaar.

De Londense locaties in de film van John McKenzie spelen een belangrijke rol in de film. Dat begint al met Harry’s speech op de boot tussen de torens van de Tower Bridge. Die speelden ook al zo’n grote rol in de film Pool of London. Net als in die film zien we veel van het gebied ten oosten van de Tower Bridge: Isle of Dogs, Wapping en Poplar.

Nog meer in het oog in springt de locatie van de Docks. We zien onder andere St Katharine Docks, Canary Wharf, Wapping High Street. Toen nog afgesloten gebieden waar al tien jaar niets meer gebeurde. Nu een peperdure woonlocatie.

Harolds speech in 1980 raakt de kijker anno nu best hard: ‘This is the decade in which London will become Europe’s capital, having cleared away the outdated. (…) No other city in the world has got, right at its centre, such an opportunity for profitable progress!’ Londen zou daadwerkelijk een van de duurste steden ter wereld worden. Lees een interview met scriptschrijver Barrie Keeffe in The Guardian over deze ‘voorspellende gave’ van de film. ‘Ik heb het gevoel alsof we in het schaalmodel zitten van het nieuwe Docklands op Harolds jacht, bekeken door de agenten en raadsleden.’

Groot is het contrast met Brixton (district Lambeth) dat ook nog even in de film voorkomt. Die Londense achterstandswijk met slechte reputatie wordt in deze film ook vooral geassocieerd met drugsoverlast. Brixton kreeg weinig kans in de Londense cinema maar voor de liefhebber is er wel een film die zich alleen in Brixton afspeelt: Babylon, uit hetzelfde jaar als deze film.

De jaren tachtig lieten verder een rauw en ranzig London zien:

  • The Firm (Alan Clarke)
  • Withnail & I (Bruce Robinson)
  • The Chain (Jack Gold)
  • High Hopes (Mike Leigh)
  • My Beautiful Laundrette (Stephen Frears)
  • An American Werewolf in London (John Landis)
  • 84 Charing Cross Road (David Hugh Jones)
  • Mona Lisa (Neil Jordan)

Filmclip: https://www.youtube.com/watch?v=B90zNzyFk-w
Meer lezen: https://www.bfi.org.uk/features/long-good-friday-london-locations

 

Nil by Mouth (1997)

Nil by Mouth (1997): grofgebekte familie

Locaties: Lambeth, Southwark, Brixton, Lewisham en Camberwell

In een huis woont een grofgebekte familie: Raymond, zijn vrouw Val, haar broer Billy, moeder Jane en oma Kath. Het probleem is dat Billy verslaafd is en dat Raymond daardoor een ‘pakket’ misloopt. Dat is het begin van een neerwaartse spiraal: door een mix van coke en drank wordt Raymond steeds agressiever en komt Billy op straat terecht.

Nil by Mouth toont zonder gêne de aftakeling van deze Londense familie. Drugs, drank, misdaad, mishandelingen, geschreeuw. De sfeer is akelig. Neem de anekdotes van Mark waar Raymond hysterisch om moet lachen, bijvoorbeeld over een pil tegen depressie. Aarrghh… zet twee machomannen bij elkaar en ze zetten al snel hun eigenbelang boven het belang van de familie.

Dit was een persoonlijk project van Gary Oldman. Gary Oldman? Jawel, ook deze beroemde acteur maakte een film. Oldman was schrijver en regisseur en het script was losjes gebaseerd op zijn eigen jeugdige leven in Londen. Echt losjes, benadrukte hij later regelmatig, toen iedereen er een letterlijke biografie in zag.

Waarom deze ellende bekijken? Omdat Oldman – zelf acteur natuurlijk – wel het beste uit deze club acteurs wist te halen. Met name Ray Winstone is immens. Als je het karikaturale masker van zijn rollen in latere misdaadfilms afzet, kom je uit bij deze moeilijke, tragische rol in Nil to Mouth.

Van de stad zien we in Nil by Mouth vooral korte flitsen van Zuid-Londense straten: Lambeth (ook van Passport to Pimlico), Southwark, Brixton, Lewisham en Camberwell. Districten die je nagenoeg nooit in films over Londen ziet. Dit is de achterkant van het populaire Londen ten noorden van de Thames. De website Reelstreets heeft wederom de buitenscènes op een rij gezet.

De krant The Guardian vergelijkt de film met ‘geezer-crime movies of 90s Cool Britannia’, die in het spoor van deze film een commerciëler pad zouden afslaan. In deze film in elk geval geen ‘cool’ stilisme, maar juist een opzettelijk sobere filmstijl, die soms ook irriteert met de overdadige hoeveelheid close-ups van gezichten.

Londen kwam vaak voor in cinema in de jaren negentig. Een speciale vermelding voor de ongelooflijke productie van Mike Leigh in dat decennium. Hij filmde ieder jaar door vrijwel heel Londen – in krakkemikkige huizen en armoeiige straten. Zijn Naked staat te boek als Britse filmklassieker. Ik genoot meer van het warmere Career Girls. Beide films met de veel te jong overleden actrice Katrin Cartlidge. Wie hoopt op een toen-en-nu van Mike Leighs films: BFI heeft precies dat gedaan. Zijn jaren negentig-films:

Andere films uit de jaren negentig met Londense straten: 

  • The Krays (Peter Medak)
  • Lock, Stock & Two Smoking Barrels (Guy Ritchie)
  • Velvet Goldmine (Tod Haynes)
  • Wonderland (Michael Winterbottom)
  • Scum (Alan Clarke, tv-film-versie van de film uit 1979)
  • Riff-Raff (Ken Loach)
  • Notting Hill (Roger Mitchell)

Meer lezen: https://www.theguardian.com/film/2022/nov/03/nil-by-mouth-review-gary-oldmans-overwhelming-study-of-family-violence

 

Fish Tank (2009)

Fish Tank (2009): rebelse tiener in Oost-Londen 

Locaties: Barking, Tower Hamlets en Havering

Mia – een tiener met een grote mond – moet overleven in een verpauperde Londense buitenwijk. Ze komt nogal snel in ruzies terecht. Niemand houdt van haar. Haar moeder heeft ook geen interesse en haar zusjes bekken haar altijd af.

Op een dag komt een nieuwe vriend van haar moeder (rol van Michael Fassbender) de keuken ingelopen. Hij is aardig. Ze krijgt een band met hem. Hij geeft haar een camera en probeert haar te laten geloven in haar danstalent. Maar dan…

Fish Tank van Andrea Arnold is het type film dat ik normaal mijd: het arthousedrama. De scripts ervan zijn zo algemeen dat het door een algoritme geschreven had kunnen worden.

We volgen de hele film één persoon, zittend, pratend, lopend (schokkende camera erachteraan). Die persoon komt vaak uit een verwaarloosd arbeidersmilieu, woont in een slechte buurt, volop gebroken gezinnen, te jonge moeders, mannen die zich als honden gedragen óf juist als goedzakken (zoals Connor). En dan probeert de persoon ‘stand te houden’ via een soort droom (hier het dansen) die uiteraard op het einde in gruzelementen wordt gegooid. Via lompe edits worden de deprimerende scènes aaneengeschakeld. Vergeet niet het schokeffect ergens midden in de film.

Waarom dan toch kijken? We krijgen hier een zeldzaam beeld van de Oost-Londense buurten Dagenham en Barking. Wijken tjokvol armoede (volgens dit online tijdschrift) en misdaad (volgens het forum Reddit). Buurten met verlopen flats, troep op straat en openbare ruzies.

De shots van de Tower Hamlets Estates in Dagenham en de man die daar op zijn balkonnetje zit: daarin zit de kwaliteit. Het matige verhaal moeten we dan maar op de koop toe nemen. Overigens werd niet alles daar opgenomen, ook een stuk in Essex (district ten oosten van Greater Londen).

Opvallend aan de film – zeldzaam in filmproducties – is dat het chronologisch werd opgenomen en de acteurs niet meer dan een week van te voren wisten wat er die week gefilmd werd, en geen idee hadden van het verloop van de film.

Sinds de jaren nul figureert Londen in veel bigbudgetactiefilms. Het was verder niet het beste decennium voor de Londense film. Een paar aardige films hebben nog wel scènes in de stad:

  • Snatch (Guy Ritchie)
  • Shaun of the Dead (Edgar Wright)
  • Happy-Go-Lucky (Mike Leigh)
  • 28 Days Later (Danny Boyle)
  • Kidulthood (Menhaj Huda) / Adulthood (Noel Clarke)
  • Scenes of a Sexual Nature (Ed Blum)
  • Made in Dagenham (Nigel Cole) 

Kortom…

Londen mag blij zijn dat het ook is vastgelegd in economisch mindere tijden. Als je het huidige dure Londen als maatstaf zou nemen, zou je bijna niet meer weten hoe de stad er ooit uitzag. Zelfs de scriptschrijvers van The Long Good Friday hadden zelf vermoedelijk ook niet kunnen denken dat de film zo precies op een grens van arm en rijk Londen zou zijn gemaakt.

Films hebben de diverse kanten van Londen laten zien. Van Soho tot Lambeth, van Notting Hill tot Chelsea. Het is alsof de Londense filmmakers wel geloven dat de mooie, dure stad bestaat maar dat simpelweg weigeren te bevestigen op celluloid. Een stad waar mensen leven en gebruik van maken, is immers veel interessanter om te filmen. 


Overige bronnen

 

10 maart 2023

 

Lees ook deel 1: Camera Obscura Special: Parijs
Lees ook deel 2: Camera Obscura Special: New York
Lees ook deel 4: Camera Obscura Special: Tokio
Lees ook deel 5: Camera Obscura Special: Amsterdam