Ilyich’s Gate

*****
IFFR Unleashed – 1990: Ilyich’s Gate
Twintig zijn en opgroeien in de Sovjet-Unie

door Bob van der Sterre

Het leven van twintigers is niet zo makkelijk. In Mne dvadtsat let (I am Twenty, later Ilyich’s Gate) krijgen we dat in geuren en kleuren geschetst. Einde van de vrijblijvendheid, begin van ‘het serieuze leven’. Hoe blijf je jezelf?

We observeren het leven van drie vrienden: Sergej, een melancholicus; jonge vader Slava en versierder Nikolaj. Ook zijn er natuurlijk meisjes: Vera, de eigenwijze zus van Sergej; Ljoesja, partner van Slava en het meisje dat Sergej tegenkomt.

De flirt in de bus is groot. De blonde adonis Sergej staart naar de knappe Russische in een regenjas. Ze giechelt. Het is druk – Sergej moet het leuke meisje laten passeren. Als een echte heer, springt hij erachteraan en stalkt haar naar het nabijgelegen koffiebarretje, boekenstalletje, metro (Komsomolskaya) en haar huis. Waar hij zwaait. Later ontmoet hij haar (Anja) weer en hebben ze echt een gesprek: ‘Je zou een vrouw niet zo moeten achtervolgen, ik werd er bang van.’

Ilyich’s Gate

Het leven der twintigers
Ze leven het leven der twintigers: ‘Er is nog een halve fles over…’ ‘Is het feest nog steeds gaande?’ ‘Kom je de nacht doorbrengen?’ ‘Als je wilt.’ En op een vroege ochtend mijmeren ze: ‘Mannen en vrouwen, dat is de belangrijkste filosofische vraag.’

Bij het volwassen worden liggen depressies op de loer. Sergej – de hoofdrolspeler – krijgt ook last van de blues. Na zijn militaire tijd past hij zich aan als arbeider in een moderne fabriek. ‘Heb je geen spijt van al die verloren jaren?’ vraagt iemand hem. ‘Genoeg.’ Dezelfde vriend zegt zelf: ‘Elke morgen sta ik op, ga ik naar werk, koop ik sigaretten, eet, adem, ga naar de films en zie jullie. En dat is mijn leven. Ik kan het niet anders doen. Misschien is het een gewoonte? Ik wil mijn gewoonte niet veranderen.’

Sergej gaat met Anja op stap. In een museum ontmoeten ze een man. ‘Wie is dat?’ ‘Een vertaler. Die ook mijn echtgenoot is.’ Sergej wil weten welke mogelijkheden hun relatie heeft. Anja heeft daar moeite mee: ‘Ik ben geen harmonieus persoon.’ Een huis hebben, vindt ze niet zo belangrijk als hij. ‘De laatste tijd heb ik moeite met thuiskomen. Misschien komt omdat ik volwassen word.’ Haar vader schudt zijn hoofd: ‘Ik geloof niet in mensen die te jong al assertief zijn.’

Een rare geschiedenis
De hamvraag: wat doet een film uit begin jaren zestig bij de IFFR-films van 1990? Het is een rare geschiedenis. De film van Marlen Choetsijev begon al in 1960 met de productie via de Gorky Film Studio. Hij koos voor samenwerking met schrijver/dichter Gennady Shpalikov, die zelf pas 23 jaar was en dus goed kon aanvoelen in welke taal jongeren van die tijd spraken.

Partijleider Chroesjtsjov was geen fan van de films van Choetsijev (hij had er al twee gemaakt) en vond het maar een raar idee dat jongeren hun eigen leven konden leiden: ‘Iedereen weet dat zelfs dieren hun jongeren niet alleen laten.’

Dus greep de censor in en werd de film deels opnieuw gefilmd en flink ingekort (een derde ongeveer). De baas van Gorky Film Studio had wel eerder dit varkentje gewassen. Hij wist wat hij moest veranderen om de grote bazen te plezieren. Dus werd ook het einde – dat juist zo ongelooflijk mooi is maar waar Chroesjtsjov razend over werd – geofferd.

Rehabilitatie… vijfentwintig jaar later
In 1965 verscheen dan I am Twenty, de herziene versie van de film die in feite in 1962 al af was. Ironie: Chroesjtsjov werd afgezet in 1964. En deze versie won prompt de juryprijs bij het filmfestival van Venetië.

Fastforward naar perestrojka. In 1988 werd Ilyich’s Gate gerehabiliteerd. Choetsijev zag zijn kans schoon en maakte ook nog wat nieuwe edits. Die versie werd in 1990 naar Rotterdam gestuurd. In zekere zin duurde de productie van de film die je hier ziet dus dertig jaar.

Ilyich’s Gate

Beter laat dan nooit kun je zeggen… maar het niet verschijnen van Ilyich’s Gate betekende toch gederfde artistieke reputatie voor Choetsijev. Want het was een film die door zijn gedurfdheid wereldwijd succes en invloed had kunnen hebben. Later, ja, veel later, werd hij overladen met prijzen en onderscheidingen. Gebrek aan erkenning op het moment: een probleem waar wel meer Russische artistieke talenten mee te maken krijgen.

Toch jammer. Want ‘moreel ziek’, zoals Chroesjtsjov ze noemde, nou nee. Deze personages zijn niet rebels en verzetten zich niet echt. De film ontwapent eerder dan hij confronteert. Daarmee had de film het communisme eerder een goede zaak kunnen doen.

Warm en evenwichtig beeld van Moskou
De verbeterde Ilyich’s Gate duurt weliswaar bijna drie uur maar heeft zoveel variatie, zoveel tempo, zoveel beeld: knappe jongen die zich hierbij verveelt. (En dan heb ik het hier niet eens over het thema, de opvolging van generaties, dat voor het veelbesproken einde zorgt.) Geniet bijvoorbeeld van de warme en gevoelvolle filmstijl van cinematograaf Margareta Pilkhina. Spontaniteit met handheld camera’s wisselen strakke beelden in kaders af. Het close-upeffect wordt zeer met mate ingezet.

Ilyich’s Gate doet daardoor soms denken aan Godard (maar dan een Godard light), Alexander Kluge (Yesterday Girl) en zelfs een beetje Terrence Malick. Dat komt door de combinatie van experimentele montage en buitenbeelden. Een dialoog terwijl je alleen maar een camera in een park van links naar rechts ziet gaan. Beelden van de universiteit, voice-over van Sergej. Enzovoort.

Geen wonder: vanaf zijn eerste film (Vesna na Zarechnoy ulitse uit 1956) toonde Marlen Choetsijev al interesse in de nouvelle vague. Dat sloeg ook aan: die film trok 30 miljoen bezoekers. Choetsijev rijpte deze ‘Godard-light’-stijl met deze film en July Rain (1967), die als zijn twee meesterwerken worden gezien.

Soms is het zeer ingenieus gefilmd. Zoals de scène in de kantine waarbij Nikolaj twee gesprekken tegelijkertijd voert. Het feestje (let op de choreografie tijdens de discussie). Het ‘laten we zeggen waar het op staat’ gesprek op het bankje van de metro na een uur of twee is praktisch een korte film op zichzelf.

Fluïde montage
De film bevat soms, tot afgrijzen van Godard ongetwijfeld, ook een zeer prettige, fluïde montage. Iemand die van straat een huis binnenloopt, gaat zo snel dat je het bijna niet merkt. Snelle stukken met veel mensen en intieme stukken in huizen houden elkaar goed in evenwicht. Het heeft wat van een muzikale composities met adagio en lento. Ene moment een druk straatfeest, andere moment Sergej die ‘s nachts al rokend alleen over straat kuiert. Sfeervol shot in tram, seconde later een actie in een ijshockeywedstrijd.

Anders dan bij de Godards van de wereld domineert het experimentele niet. Een emotioneel evenwichtig verhaal over mensen is meestal het eerste dat sneuvelt bij de creatieve hemelbestormers. Dat had hier niet gekund. Drie uur experiment is simpelweg niet uit te houden. En het Sovjetsysteem had het niet toegelaten.

Ilyich’s Gate

Dwarsdoorsnede van Moskou
De film heeft ook historische waarde. De echte Russofiel geniet van dit beeld van de Russische maatschappij van de jaren zestig. Glazen op je lichaam als medicijn (vacuüm massage, nog steeds populair). Voordrachten van de gedichten en de hele zaal is geconcentreerd (deze scène duurde trouwens uren, de dichters waren beroemd, men liep te hoop bij dit theater). Overvolle woningen delen met familie. Een verwijzing naar het blad Ogonyok (dat afgelopen december na 100 jaar ter ziele ging). De barre Russische oorlogsgeschiedenis komt ook ineens bovendrijven als moeder voedselbonnen vindt.

En daarbij ook nog eens een liefdevol portret van Moskou van die tijd. Van Rode Plein tot theater, van high societyfeestjes tot fabrieken, van de tram tot het Poesjkin-museum, van nieuwskiosken tot metrostation, van een sloopmachine tot straatbarretje.

Niet alles is goud. Het minste punt zijn de schetsmatige karakters van Sergej (ook superarbeider) en Anja. Die held en eigenzinnige vrouw is een bekend stramien in Russische films (zoals de in deze film ook gememoreerde Girls). De ontmoeting tussen Katja en Nikolaj in de tram bevatte meer kansen voor iets oorspronkelijks.

Onbekende held
Wie was dan toch de man die hier zo indrukwekkend tekeer ging, de toch volledig onbekende Georgische regisseur Marlen Choetsijev, wiens film beroemder is dan hijzelf? Er is heel weinig over hem geschreven, hoewel er veel te vertellen is (hij was student van Boris Barnet, maakte maar zes films in 65 jaar tijd en helemaal niets meer na 1992, zijn laatste film over Tsjechov en Tolstoj is nooit afgemaakt). De liefhebber doet er goed aan twee goede stukken over hem te lezen: dit profiel van een Argentijnse criticus en dit stuk van Harvard Film Archive.

Choetsijev stierf twee jaar geleden, vlak na het overlijden van zijn vrouw. Zijn film heeft hem ondanks alles toch overleefd en oogt nu, weer dertig jaar na 1990, nog steeds fris. Dat heet artistieke rechtvaardigheid.

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 12 mei 2021.

25 maart 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR