Bird

***
recensie Bird
Een straatjochie met vleugels

door Bert Potvliege

Met haar nieuwe film, Bird, breit de Britse regisseur Andrea Arnold een volgend hoofdstuk aan een carrière-lang verhaal, waarin zij zich buigt over ontvoogding en coming of age in gemarginaliseerde milieus. De waarachtigheid van die in het leven geroepen wereld is tastbaar, maar de narratieve constructie voelt herkauwd. Dit verhaal en deze boodschap kreeg het publiek al talloze keer eerder voorgeschoteld, waardoor het potentieel van Arnolds cinema beperkt blijkt.

Twintig jaar geleden brak de cineaste door toen ze de Oscar voor beste kortfilm won met Wasp. Enkele jaren later was er dat eerste grote succes met de langspeelfilm Fish Tank, over een getroebleerd tienermeisje (tevens een van de doorbraakfilms van Michael Fassbender). Later volgde nog American Honey, een bevestiging van Arnolds talent. Dit jaar maakte ze met Bird terug furore in Cannes, ook al viel de film niet in de prijzen.

Bird

Afwezige roze tijden
Het twaalfjarige, zwarte meisje Bailey (Nykiya Adams) woont samen met haar broer en vader in een kraakpand in het Zuidoost-Engelse Kent. Het leven is er niet gemakkelijk. Haar onbezonnen en onrustige vader kondigt doodleuk aan dat hij komende zaterdag in het huwelijksbootje stapt. Haar broer verwekt een kind bij een veertienjarig meisje uit de buurt. Bailey maakt deel uit van een gang, een stoere jongensbende waarin haar jonge leeftijd en zwarte baggy kledij haar vrouwelijkheid nog verbergt. Er wordt al eens ingebroken, iemand haalt een mes boven en de tint van de toekomst blijkt niet rooskleurig.

Het verhaal schetst de week tot aan het huwelijk van haar vader, een narratieve constructie die het kader schept waarbinnen Bailey een ontluiking meemaakt. De jongedame eist met immer groeiende drang haar eigen plaats op. Doorheen het verhaal komt ze steeds vrouwelijker voor de dag, met kleurrijke kledij, het ontdekken van make-up, maar ook in het etaleren van een traditioneel aan vrouwelijkheid gelinkte zorgzaamheid. Daarnaast staat ze ook haar mannetje – een gedateerde zegswijze – wanneer de vriend van haar moeder zich agressief opstelt.

Dit opeisen van haar bestaansrecht als vrouw komt nadrukkelijker aan bod met het imaginaire personage Bird (een alweer fantastische Franz Rogowski), die Bailey verdedigt waar nodig. De magische figuur, met die speelse blik en dat balanceren op de randen van daken, is uiteraard een narratieve metafoor voor de emancipatie van de jongedame. Dat de vogel ook vrijheid representeert is een tot vervelens toe gebruikte symbolische constructie, die goedkoop smaakt om de thematiek te visualiseren.

Bird

Spelen om tot leven te komen
De sterkte van Arnold als cineaste situeert zich in het recreëren van een waarachtige setting, een wereld die door de degelijke casting van de vele bijrollen tot leven geroepen wordt. Het belang van het milieu in de film toont hoe Arnold haar verhalen over ontvoogding altijd binnen harde leefomstandigheden positioneert. Die benadering werkt in cinema, maar de meerwaarde van Bird voor de sociaal-realistische stroming in film lijkt troebel. Wat de cineaste doet, is origineel noch gewaagd.

De opgeroepen wereld mag een hoog realiteitsgehalte hebben, zonder acteurs om deze tot leven te doen komen, zou het finale werk een eind voor de finish stranden. Ronduit knap hoe Arnold de jonge actrice Nykiya Adams naar een succesvolle hoofdrol regisseert. Bird is het soort film die staat of valt met het empathisch vermogen van de kijker voor de hoofdfiguur. Arnold en Adams mogen zichzelf op de schouder kloppen voor de vlotheid waarmee ze dit voor de dag krijgen. Franz Rogowski is niet meer van onze radar weg te slaan sinds zijn glansrol in Passages. Hij lijkt elke dag meer op een Europese Joaquin Phoenix en het is een acteur met een uitstraling die van het scherm spat, zo ook in Bird. Ook de immens populaire Barry Keoghan, in de (te kleine) rol als Bailey’s vader, is een meerwaarde voor de film.

Met Bird slaagt Arnold in haar opzet, maar het verbaast dat net dit materiaal haar voldoende enthousiasmeerde om er een langspeelfilm mee te maken. De daadkracht van de film is minimaal, de bijdrage ervan in de filmografie van Arnold beperkt. De film slaagt heus wel in zijn opzet en sluit netjes aan bij haar ander werk, maar wild kan je er niet van worden. Deze bescheiden succesformule voor eeuwig herhalen, lijkt ons niet het te volgen pad voor Arnold. Misschien is het tijd om, net als Bird, haar vleugels uit te slaan.

 

26 november 2024

 

ALLE RECENSIES

Film Fest Gent 2024 – Deel 2: Veerkrachtig, maar kwetsbaar

Film Fest Gent 2024 – Deel 2:
Veerkrachtig, maar kwetsbaar

door Tim Bouwhuis

Tijdens de eerste dagen van Film Fest Gent 2024 maken twee gevoelsrijke coming-of-agefilms hun publiek deelgenoot van het stormachtige pad naar jongvolwassenheid. Julie Zwijgt en Good One volgen en doorgronden de belevingswereld van Julie en Sam, twee compleet verschillende tienermeisjes die in hun vroeg volwassen veerkracht tóch met elkaar zijn verbonden. In beide films gaat die veerkracht door toedoen van volwassenen een wrede balans aan met een nog altijd jeugdige kwetsbaarheid.

In de Belgische Oscarinzending Julie Zwijgt draagt een talentvolle tennisster op een eliteacademie een waarheid van lood met zich mee. Het ontslag van een geroutineerde coach heeft een onrustige stroom van geruchten op gang gebracht, en Julie is een van de speelsters die na zijn vertrek apart wordt genomen voor verkapte verhoorgesprekken. De titel verklapt hoe schuchter het meisje op de vragen naar haar ervaringen reageert.

Julie Zwijgt

Julie Zwijgt

Trip met tentstokken
Als de Amerikaanse indie Good One zich in gang zet, is er eigenlijk nog niets dat aan het zwijgen van Julie doet denken. De goedlachse Sam pakt haar laatste spullen voor een uitdagende roadtrip, die haar in het gezelschap van haar vader en zijn beste vriend ver van de bewoonde wereld vandaan zal leiden. Speels en gevat gaat ze al snel de confrontatie met het bonte stel aan. Van de drie reizigers is Sam ironisch genoeg de best uitgeruste hiker: vooral de vriend van haar vader lijkt nog nooit tentstokken te hebben aangeraakt.

Als het drietal een tijdje in de natuur heeft doorgebracht, gebeurt er iets (verbeeldingsruimte is kostbaar) dat Sam compleet anders naar haar hiketocht laat kijken. Het is geen ‘worst case scenario’, zoals die waarheid van lood die Julie doet zwijgen. En toch zet het Sams denken behoorlijk op de kop, en verandert het Good One (als in: ‘goede grap’, vraagteken?) in één omslag van toon en richting.

Daders en slachtoffers
In Julie Zwijgt is vanaf het begin duidelijk dat we te maken hebben met een meer complexe en ambigue verwerking van een #MeToo-verhaal. Good One definieert zichzelf nooit op zo’n geëngageerde manier, maar de debuterende filmmakers achter de twee titels (Leonardo van Dijl, India Donaldson) onderscheiden zich nog altijd als creatieve en empathische verwanten. Hun aandacht voor de gevoelens en lichaamstaal van de meisjes is een verademing in een zee van films die zich blindstaren op ‘waarom’-vragen en tegenstellingen tussen daders en slachtoffers.

Dat laatste gaat vooral op voor Julie Zwijgt, dat niet in de valkuil valt om de gebeurtenissen van eerder tot in detail terug te willen halen. Van Dijl heeft een geslepen cameraman aan Nicolas Karakatsanis (Rundskop), die haar regelmatig isoleert tegen de wanden van kale (trainings)ruimtes en haar verschijning met subtiele wisselingen van lensfocus afzet tegen haar benauwende omgeving. Veel scènes zijn bovendien ongewoon donker belicht, nog maar eens een manier waarop we dichterbij Julies geestestoestand komen en voorzichtig kunnen proberen haar te gaan begrijpen.

Sprekende stiltes
Zowel in Julie Zwijgt als in Good One maken bedachtzame stiltes de spreekmomenten krachtiger. De actrices die Julie en Sam spelen, blinken uit in lichaamstaal: wat ze niét zeggen, schijnt regelmatig door in hun gelaatstrekken, en wat ze wel zeggen telt. De Vlaamse Tessa van den Broeck mag dan mede in Julie Zwijgt zijn beland omdat ze daadwerkelijk straf kan tennissen, ze blijkt een natuurtalent in het uitdrukken van verscholen ongemak.

Knap subtiel is een gesprek met haar nieuwe coach in de coulissen van de trainingshal, kort nadat hij haar publiekelijk geprezen heeft om haar slagtechniek. Als Julie hem vraagt om dat de volgende keer minder nadrukkelijk te doen, is op zichzelf overduidelijk waar haar geprikkelde gevoel vandaan komt. Wat de scène gelaagd maakt, is de manier waarop ze haar woorden kiest en die van haar coach weegt. Met elke waarheid die ze nog maar eens inslikt, navigeert ze zich langs de bezorgde mensen uit haar omgeving. Een omgeving die nog altijd een stempel van dreiging en ongemak draagt.

Good One

Good One

Over de Muur
Good One oogt lange tijd een stuk onschuldiger, en zoals het een aandoenlijke roadmovie past is het spel van de doorbrekende Lily Collias (die als verschijning doet denken aan Thomasin McKenzie, uit het met Good One vergelijkbare Leave No Trace) in eerste instantie ook een stuk speelser. Schalks lachend hoort Sam de sterke verhalen van haar reisgenoten aan, van haar vader die haar de les probeert te lezen over haar autorijkunsten tot de goede vriend die na deze natuurtrip het liefst heel China zou doorkruisen (althans, dat laat ‘ie zichzelf geloven).

Na de donderslag bij donkere hemel – die bij ondergetekende zodanig insloeg dat de bespreking ervan net dat beetje geheimtaal verdient – vervolgt Sam de tocht die ze al voor vertrek had ingezet. Haar pad naar volwassenheid leidt haar naar een wonderschoon kabbelende rivier, die in zijn close-ups van planten en dieren doet terugdenken aan de klassieker The Night of the Hunter (1955). Dichterbij de natuurlijke verbeelding van een overgangsritueel kun je als filmmaker haast niet komen.

Te jong volwassen
Night of the Hunter ontpopte zich in zijn christelijke symboliek als een donker en moralistisch sprookje over het verlies van onschuld. Julie Zwijgt en Good One houden zich ver van zo’n groter geheel: de gevoelens en inzichten van Julie en Sam zijn leidend, want dit is hún verhaal. En met hun scherpe blikken tonen ze een wereld die veel te jong volwassen is geworden.

Julie Zwijgt is op maandag 14 oktober nog eenmaal te zien in Gent, Good One op donderdag 17 oktober. Good One draait ook op het LIFF. Beide films verschijnen in 2025 in de Nederlandse filmtheaters.

 

13 oktober 2024

 

Deel 1: Openingsfilm
Deel 3: Competitiefilms (1)
Deel 4: Competitiefilms (2)
Deel 5: Henry Fonda for President
Deel 6: Films over rouw

 


MEER FILMFESTIVAL

Head South

**
recensie Head South
Anarchie in NZ

door Bert Potvliege

In Head South neemt regisseur Jonathan Ogilvie ons mee naar zijn jeugd in het Nieuw-Zeelandse Christchurch van 1979. De Britse punkmuziek liet er het hoofd van menig tiener op hol slaan. De cineast maakt er een muzikale nostalgietrip van en mijmert over de onschuld van de jeugd en de groeipijnen van het ontvoogden. Het resultaat is een gezellig kleinood dat vlot binnengaat maar inspiratie ontbreekt.

We volgen de coming-of-age capriolen van Angus, een onhippe tiener die peterselie slijt aan klasgenoten die op zoek zijn naar cannabis. Hij heeft een moeder die ervandoor is en een vader die een knoert van een midlifecrisis tackelt. Terwijl vader aan het rondklooien is in het ongewenste vrijgezellenbestaan (hij koopt een cabrio, steekt een grasmaaier in lichterlaaie) ontdekt zoonlief zijn liefde voor muziek.

Head South

Angus komt in contact met de platen van Britse punkband Public Image Ltd. Het zet een kettingreactie in gang die de jonge snaak doet openbloeien. Hij start als een grijze muis die de lange haren kort knipt om op een punker te lijken, een basgitaar omgordt om er hoogstens drie akkoorden op te tokkelen, en een jongedame leert kennen die zijn lendenen roert. Uiteraard zal dit alles leiden tot een concert waar de verlegen knaap als held wordt onthaald door alle stoere tieners die hem eerst niet zagen staan.

Verloren in eigen sentiment
Jonathan Ogilvie (Lone Wolf, The Tender Hook) schetst hoe zijn protagonist begeesterd wordt door punk, wat hem zelf overkwam in zijn jonge jaren. Hij verbeeldt zichzelf met de nodige nostalgie in de onstuimige Angus, voor wie punk de soundtrack van het leven blijkt. Nostalgie is evenwel niet zonder risico voor een filmmaker, want het navelstaren is altijd in de buurt. De verhalenverteller kan makkelijk verloren lopen in het eigen sentiment. Het universele thema van Head South houdt de film evenwel drijvende. Elk mens beleeft een ontvoogding, die eigen is aan het opgroeien. Daar hoort doorgaans een soundtrack bij. Voor de ene is het metal, voor de andere is het dance. Voor Angus en Ogilvie is het punk.

In zijn streven naar het verwerken van autobiografische elementen in het verhaal verliest Ogilvie soms de greep. Een aantal anekdotes wringen wat, zoals de scène met de naaktfotografie en de dramatische twist op het einde. De relatie met zijn vader is daarentegen wel een fijn waargebeurd element. Vader en zoon hebben een leuke dynamiek, terwijl ze zich onbeholpen door het leven slepen in een periode van verandering.

Voorspelbaar genieten
De plot van de introverte tiener die zich ontpopt tot een man is allesbehalve nieuw. Dat beproefde verhaal herkauwen moet met de nodige frisheid geschieden, maar het scenario en de regie van Ogilvie zijn ietwat inspiratieloos. Het traject dat de film aflegt is te voorspelbaar. Zodra Angus die punkplaat in handen krijgt, weet je hoe dit verhaal eindigt (ware het niet voor die dekselse twist). De enscenering is soepel maar ontbreekt een zin voor risico. De narratieve en stilistische insteek lijkt ontworpen om alles eenvoudig te houden. Je kan dat gerust smakelijk vinden, maar het mocht meer zijn.

Head South

Doordat de film een geëffend pad volgt, valt er wel te genieten. De bedeesde Angus zien openbloeien, is makkelijk om voor te supporteren. De punkmuziek zet aan tot assertief heupwiegen. Wanneer de pestkoppen van de jongeman zelf voor schut worden gezet, kan je enkel goedkeurend grijnzen. De omhelzing met Kirsten, die samen met hem een muziekgroep start, is verdiend.

Hoofdrolspeler Ed Oxenbould, als Angus, is een interessant studiegeval om wat bij te leren over acteren. Acteurs zijn in hun rol stukken expressiever dan echte mensen, waarbij ze emoties vertalen in gelaatsuitdrukkingen en lichaamstaal op een manier zodat een publiek ze correct kan interpreteren. Een getalenteerd acteur brengt hierbij de nodige finesse, subtiliteit en diepgang. Een matig acteur speelt het eenduidig en hapklaar, wat exact is wat Oxenbould hier aan de dag brengt. Hij speelt Angus als een knullige en schuchtere kerel, vaak met de mond licht open en een nerveuze blik in de ogen. Het is best fijn dat je in zijn voorkomen perfect kan lezen wat er in hem omgaat, maar het is ook overduidelijk geacteerd.

Je eigen pad volgen
De titel van de film verwijst naar een lied dat Kirsten schreef. Ze speelt de song voor Angus in de achterkamer van haar huis, waar beide tieners ontdekken dat ze samen muziek willen maken. De song ‘Head South’ gaat over het in handen nemen van de richting die je inslaat, over het niet verloren lopen in je leven. Het is de levensles die Ogilvie opdeed. De impact ervan was zodanig groot, dat het meer dan veertig jaar later zou leiden tot deze Head South. Punk kan nogal een ingrijpende indruk nalaten.

 

22 juli 2024

 

ALLE RECENSIES

The Movie Teller

**
recensie The Movie Teller

Er was eens… een film die maar niet wilde boeien

door Cor Oliemeulen

Er was eens een dorp in de woestijn waar de mannen in een salpetermijn de kost moesten verdienen. Na een week hard werken, snakte iedereen naar de film die op zondag in de bioscoop draaide. Direct na de voorstelling vertelden bezoekers het verhaal van de film aan mensen die hem niet hadden gezien. Er was één meisje die dit kon als geen ander. Als zij in geuren en kleuren de film navertelde, hing iedereen aan haar lippen. Totdat er iets ergs gebeurde…

The Movie Teller is gebaseerd op de gelijknamige roman van de Chileense schrijver Hernan Rivera Letelier, geregisseerd door de Deense regisseur Lone Scherfig en voorzien van een cast met grote namen. De film volgt zeven bewogen jaren van een gezin in een Chileens mijndorp in de Atacama-woestijn, te beginnen in 1966.

The Movie Teller

Film als uitlaatklep
“Waarom ben je niet met iemand van je eigen leeftijd getrouwd?”, vraagt de enige dochter van het gezin, María Margarita (Alondra Valenzuela), de jongste van vier kinderen. “De mijn heeft hem oud gemaakt”, zegt moeder María Magnolia (Bérénice Bejo: Le passé).

Ze hebben het niet breed, maar precies genoeg om op zondag met zijn allen naar de bioscoop te gaan. Ditmaal is dat de western The Man Who Shot Liberty Valance met John Wayne, het idool van vader Medardo (Antonio de la Torre: Historias para no contar). In de bioscoop heeft moeder te weinig geld om versnaperingen te kopen, maar die worden graag betaald door ene Hauser (Daniel Brühl: The Face of an Angel), die een oogje op haar heeft.

De financiële situatie wordt pas echt penibel als vader gehandicapt raakt tijdens werkzaamheden voor de mijn. Voortaan kan slechts één kind van het gezin op zondag naar de film. Bij thuiskomst zit iedereen klaar om het verhaal van de film te horen. Maar niet iedereen is even goed in navertellen, zeker als het gaat om de ‘verdorven film’ From Here to Eternity met de beroemde zoenscène op het strand. María Margarita blijkt de ideale filmverteller, die op bevlogen wijze de toehoorders meesleept en soms tot tranen beroert. Iedere week wordt haar publiek groter.

The Movie Teller

Ondergang
In dit universele verhaal over het delen van emoties en de liefde voor film valt vooral het enthousiaste spel van de 11-jarige titelvertolkster op. De María Margarita van Alondra Valenzuela heeft een innemende uitstraling en is volwassen voor haar leeftijd. Tijdens een gesprek tussen moeder en dochter is zij het meest geloofwaardig als haar moeder vertelt over het leven als vrouw in een omgeving waarin de toekomst al bij je geboorte is vastgelegd. Het is jammer dat de rol van María Margarita enkele jaren later, wanneer moeder haar spijt van gemiste kansen een gevolg heeft gegeven, wordt overgenomen door Sara Becker.

Niet alleen door deze ingreep (ook haar drie broertjes worden later gespeeld door andere acteurs) wil The Movie Teller maar niet sprankelen. De makers verzuimen om het potentieel van Bérénice Bejo en Antonio de la Torre te benutten, en ook het tegenvallende scenario en de zoetgevooisde klanken op de achtergrond helpen niet mee.

Het was veel interessanter geweest om de vertelsessies van María Margarita uitgebreider aan bod te laten komen en meer diepgang te geven. Zoals dat bijvoorbeeld gebeurt in La Femme de chambre du Titanic (1997) van de Spaanse regisseur Bigas Luna. In die film is een arbeider van een Frans bedrijf in 1912 uitverkoren om het vertrek van de Titanic in het Engelse Southampton bij te wonen. Hij maakt daar kennis met een mooie vrouw die bij hem aanklopt in het hotel omdat zij geen kamer kan vinden. Terug in Frankrijk oogst hij grote successen met zijn pikante verhalen over hun romance, die nooit heeft plaatsgevonden. De arbeider verzint zelfs dat zijn geliefde samen met de Titanic ten onder is gegaan. Totdat hij de vrouw op een avond tot zijn schrik in het publiek ziet zitten.

 

11 juni 2024

 

ALLE RECENSIES

Holdovers, The

****
recensie The Holdovers
Overblijven en overleven

door Cor Oliemeulen

Nadat de dennennaalden allang bij elkaar zijn geveegd, verschijnt The Holdovers bij ons in de bioscoop. Deze lang verwachte film van Alexander Payne is dan ook geen traditionele kerstfilm met winteractiviteiten, zich volvretende families of kleffe geliefden tussen de kerstballen, maar een komisch schooldrama met een positieve boodschap.

Na zijn jammerlijk geflopte sociale satire Downsizing (2017), waarin een man zich laat verkleinen tot krap vijftien centimeter om zijn ecologische voetafdruk te reduceren en op die manier toch in weelde te kunnen blijven leven, keert de Amerikaanse filmmaker Alexander Payne terug naar de sfeer van zijn bejubelde films About Schmidt (2002), Sideways (2004) en Nebraska (2013). Het zijn allemaal karakter gedreven verhalen met een satirische benadering van menselijke relaties in een complexe samenleving.

The Holdovers

No-nonsense
De regisseur liet zich inspireren door het plot van de oude Franse komedie Merlusse (1935) van Marcel Pagnon. Die film gaat over een verre van populaire leraar die tijdens de kerstvakantie op een groepje scholieren moet passen. In The Holdovers schittert Paul Giamatti (nog meer dan in Sideways) als oppasleraar van een handjevol rijkeluisjongens op een privéschool die door omstandigheden de kerstvakantie niet bij hun familie kunnen doorbrengen.

Deze Paul Hunham is zeker geen leraar die zijn leerlingen inspireert, zoals bijvoorbeeld Robin Williams dat deed als John Keating in Dead Poet’s Society (1989) van Peter Weir. Hunham is stug, cynisch en no-nonsense. Hij noemt zichzelf geen leraar geschiedenis maar leraar oudheidkunde en zadelt zijn leerlingen op met kennis waarvan zij zich afvragen wat zij er in hemelsnaam mee moeten. Zeker voor tienerjongens is het dan ook lastig te duiden welke invloed de Tweede Peloponnesische Oorlog (vijfde eeuw voor Christus) heeft op het leven in de huidige tijd. Het mag dan wel kerstvakantie zijn, de jongens moeten van hun oppasser absoluut blijven studeren, maar ook regelmatig sporten, ook al vriest het buiten. “De Romeinen namen een buitenbad bij minus 15 graden”, zo vertrouwt Hunham hen toe.

Wanneer de decemberdagen van 1970 op de Barton Academy langzaam verstrijken, leren we onze leraar oudheidkunde beter kennen. Hij blijkt nauwelijks de campus te verlaten, is eenzaam en drinkt alcohol om zijn saaie leven wat op te vrolijken. Dat laatste geldt ook voor het hoofd van de keuken, Mary (Da’Vine Joy Randolph), die rouwt om haar in Vietnam gesneuvelde zoon. Samen met Hunhams beste leerling Angus (verrassende debutant Dominic Sessa), die uiteindelijk als enige leerling overblijft, proberen ze er het beste van te maken. De focus ligt op de relatie tussen de mopperende Hunham en de recalcitrante, maar breekbare Angus die elkaar langzaam beter leren kennen door elkaar uit te dagen en oprecht te zijn.

The Holdovers

Catharsis
De films van Alexander Payne kenmerken zich door sterke karakterontwikkelingen. En zoals in eerdere films is er in The Holdovers uiteindelijk sprake van een roadtrip die leidt tot een catharsis en een extra mogelijkheid om de sfeer en cultuur van de betreffende plaatsen op te snuiven. De regisseur draaide geen enkele scène in de studio. Hij construeerde de fictieve Barton Academy uit vijf bestaande Amerikaanse scholen; de eetzaal, gymzaal, kapel, gangen en de buitenkant van het gebouw passen uitstekend bij elkaar.

Net als in recente films als The Fabelmans (Steven Spielberg), Empire of Light (Sam Mendes) en Fallen Leaves (Aki Kaurismäki) speelt de liefde voor cinema in The Holdovers een mooie bijrol. Voordat Alexander Payne begon met filmen, bracht hij een deel van de acteurs en de crew in aanraking met de uitstraling en het gevoel van weleer door het vertonen van typische  jarenzeventigfilms als The Graduate, The Last Detail, Paper Moon en Harold and Maude. En hoe vaak zou het gebeuren dat leraar en leerling samen in de bioscoop kijken naar Little Big Man van Arthur Penn? Het nieuwe jaar is pas net begonnen en telt met The Holdovers al het eerste hoogtepunt.

 

7 januari 2024

 

ALLE RECENSIES

Toen we van de Duitsers verloren

****
recensie Toen we van de Duitsers verloren
De sfeer van de jaren zeventig

door Jochum de Graaf

Striptekenaar Guido van Driel maakte met De wederopstanding van een klootzak en Bloody Mary furore op het IFFR. Met Toen we van de Duitsers verloren verfilmde hij zijn gelijknamige stripboek, gebaseerd op een waar gebeurd drama uit zijn jeugd in de jaren zeventig. Met haarscherpe zwart-witbeelden kleurt hij een prachtig coming of age-verhaal in.

Het is een van die dagen waarvan je nog altijd weet waar je was op dat moment: zondag 7 juli 1974, de finale van het WK-voetbal in Duitsland. Het was de dag dat we van de Duitsers verloren. Een nationaal voetbaltrauma dat pas veertien jaar later in datzelfde Duitsland enigszins verwerkt zou worden.

Toen we van de Duitsers verloren

Ontdekkingstocht
De camera pent in de beginbeelden van Toen we van de Duitsers verloren door een doorzonwijk. Het is stil op straat. In de huizen zitten en staan groepjes mannen, jongens, families, gespannen naar de tv te kijken. We horen flarden van de karakteristieke stem van sportcommentator Herman Kuiphof, de eerste minuut van de wedstrijd wanneer nog geen Duitser de bal geraakt heeft en Nederland een penalty krijgt. Maar er zijn ook mensen die niet kijken. We zien een groepje mensen in een kring, de handen gevouwen. Er wordt een gebed gepreveld, een vrouw krijgt een handoplegging.

Een volgende scène speelt zich af op een lagere school, zoals dat in de jaren zeventig nog heette. De schoolfotograaf komt langs, de klassenfoto wordt genomen, ieder kind komt nog apart op de foto, say cheese. Een meisje wil niet op de foto, de fotograaf neemt haar apart, vraagt waarom ze niet mag van haar geloof.

De dag na de finale komen de klasgenoten Daan en Jonas (fantastische rollen van respectievelijk Kylian de Pagter en Rein Hoeke) elkaar toevallig op straat tegen. Het is vakantie en er is geen fuck te doen. Daan woont in een van de doorzonwoningen met tuintje in een middenklassewijk, Jonas woont met zijn gewelddadige dranklustige vader vijf hoog op een winderige flatgalerij.

Hoewel ze elkaar nauwelijks kennen, is er gelijk een chemie tussen de twee. Ze gaan op ontdekkingstocht door de buurt, schieten papieren pijtjes met een pvc-buis door de brievenbus van een buurman die met ontbloot onderlijf door zijn kamer loopt. Ze gaan schatgraven in de duinen. Jonas heeft een eigen museum in de schuur waar hij pijpenkoppen en potscherven verzamelt. Op Daans slaapkamer playbacken ze, inclusief de befaamde danspasjes van de hit ‘Dynamite’ van Mud.

Toen we van de Duitsers verloren

Ontluikend
In de flat van Jonas’ vader (Peter Blok, de enige meer bekende acteur) trekken ze een boek van Jan Wolkers uit de kast en lezen elkaar luid giebelend pikante passages voor. Onder het bed ontdekken ze een stapeltje Chicks en Candy’s, de meest populaire pornoblaadjes in die tijd. In het blad Sextant zien ze foto’s van een vrouw die Jonas’ moeder zou kunnen zijn. Ze komen een paar meisjes uit de klas tegen, doen wat spelletjes en vragen zich af waar Cato is. Jonas is heimelijk verliefd op haar. Ze hangen rond bij de garageband van Daans oudere broer. Ze gaan op zoek naar klasgenoot Kasper, met wie ze allebei nog wat te verhapstukken hebben. Van zijn Duitse moeder bietsen ze een sigaret.

Maar onder het oppervlak van die op het oog rustige omgeving borrelt van alles. Bij Jonas thuis hebben ze boeken over de Tweede Wereldoorlog. Ze kijken lang naar een foto van een SS-er, zo ziet een oorlogsmisdadiger er dus uit. In het duingebied is de politie in een ven aan het dreggen. De jongens worden op afstand gehouden, een voorbijganger die aan de overkant staat te kijken, roept de jongens bij zich en weet te melden dat er een meisje wordt vermist, vermoedelijk Cato Vermeulen, hun klasgenote. Daan zegt tegen Jonas dat hij Cato op het schoolreisje had moeten kussen, toen het nog kon.

De afwikkeling van het drama is misschien iets te schetsmatig, maar het sterke is dat het nergens expliciet wordt opgediend. Toen we van de Duitsers verloren gaat eerst en vooral om sfeer, om gevoel. De sfeer van de jaren zeventig met de ontluikende seksuele revolutie, de achtergrond van de oorlog, de opkomst van de popmuziek, het bijzondere milieu van de Jehova’s getuigen. Het gevoel bij de jongens dat ze gebeurtenissen meemaken die van beslissende invloed zijn op de rest van hun leven. Een coming of age-film die je terugvoert naar je eigen jeugd en je nog lang zal bijblijven.

 

21 september 2023

 

ALLE RECENSIES

Aurora’s Sunrise

**
recensie Aurora’s Sunrise
Het gewicht van de Armeense genocide

door Tim Bouwhuis

De geanimeerde documentaire Aurora’s Sunrise tekent een onvoorstelbaar dunne lijn tussen de persoonlijke beleving van een historisch trauma en de representatie daarvan. Luttele jaren na het ontvluchten van de Armeense genocide (1915) werd een getroffen tienermeisje in New York gecast als vertolker van haar eigen leed. Deze gemankeerde film over haar leven zorgt voor gemengde gevoelens: de makers onderstrepen terecht hoe belangrijk het is deze volkenmoord te erkennen en te memoreren, maar stappen daarbij te makkelijk over de schrijnende rol van de door Hollywood misbruikte Aurora heen.

“Ik was geen actrice”, zegt Aurora Mardiganian aan het begin van deze aangrijpende vertelling over haar leven. Als minderjarig weesmeisje belandde ze door de hulp van Amerikaanse missionarissen in New York, waar haar pogingen om haar eerder geëmigreerde broer te vinden de aandacht trokken van journalisten. In 1918 kreeg ze de kans haar memoires te publiceren: eerst in de krant, later in boekvorm. Het duurde niet lang voor Hollywood op de stoep stond.

Aurora's Sunrise

Archief, animatie en representatie
Aurora’s verhaal is onwaarschijnlijk, maar waar. In 1919 zat ze op de voorste rij van het filmtheater bij de première van Auction of Souls, een stille film over haar eigen trauma. Op verzoek van het meisje maakte de kostuumafdeling zelfs de kleding na die ze tijdens haar vlucht had gedragen. Aurora’s Sunrise verweeft een geanimeerde verbeelding van de veelbewogen reis met beelden van Auction of Souls (in 1994 werden er achttien minuten teruggevonden en later gerestaureerd) en fragmenten uit een archiefinterview met de (dan bejaarde) hoofdpersoon.

Animatie kan een waardevolle techniek zijn om herinneringen op een gevoelige, detailrijke manier te doen herleven, maar in Aurora’s Sunrise voelt de verbeelding van de vlucht meer als een creatieve oplossing (er zijn geen historische opnames, en de beelden van Auction of Souls zijn beperkt en vertekend) dan als een volwaardige artistieke keuze. Dat heeft er deels mee te maken dat de montage (archief, representatie en animatie) gefragmenteerd is, waardoor de animaties niet voldoende op zichzelf staan: de beelden vertellen telkens alleen een opgebroken stukje van het verhaal, en komen op die manier (en door de aanvullende voice-over) maar beperkt tot leven.

Als de animaties kwalitatief hadden overtuigd, had de bewust gefragmenteerde opzet van de film minder zwaar gewogen. Helaas is de dynamiek tussen de verbeelding van mensen en het omringende landschap niet in evenwicht: de schilderachtige decors zien er prachtig uit, maar de mensen bewegen en spreken onnatuurlijk en houterig. Op specifieke momenten stoort ook de muziek: die is tijdens Aurora’s reis soms ongepast opzwepend, alsof we naar een actiefilm in wording kijken.

Het kwaad in beeld
Het is moeilijk om met animatie tot de kern van het kwaad door te dringen. De kunstvorm is vaak een dankbaar poëtisch middel, maar als de film het wangedrag van een stel soldaten richting vrouwen en kinderen verbeeldt doet hij even denken aan Ari Folmans Waar Is Anne Frank? (2021), waarin de nazi’s schetsmatig en door kinderogen worden bekeken en neergezet. Animatie kan uitermate genuanceerd zijn, tot je iets moet animeren dat moeilijk te nuanceren is. Het ware leed wordt in Aurora’s Sunrise dan ook pas tastbaar als de geanimeerde scènes overlopen in Auction of Souls en we een slachtoffer aan een symbolisch kruis zien hangen. In werkelijkheid, vertelt Aurora, wachtte een nog veel vreselijker lot.

Regisseuse Inna Sahakyan stelt alles in het werk om het gewicht van de Armeense genocide over te brengen en invoelbaar te maken, maar vergeet om scherper te reflecteren op de rol van het meisje dat centraal staat. Hollywood kwam Aurora’s verhaal op het spoor en zag een verdienmodel: dat het meisje letterlijk gebukt ging onder het gewicht van haar eigen herinneringen, die ze alleen kon ‘spelen’ door ze opnieuw te beleven, wordt in Aurora’s Sunrise wel duidelijk gemaakt maar niet ontleed.

Aurora's Sunrise

Dubbelgangers
Toen de inmiddels (naar schatting) achttienjarige Aurora (die ook niet zo heette, maar zo wel ’toegankelijker’ was voor het publiek) al lang in een tehuis was opgevangen, en geen premières meer bijwoonde, gebruikten de makers nog steeds dubbelgangers (andere meisjes) om Auction of Souls zo optimaal mogelijk in de markt te zetten. Als de stille film op de aftiteling van Aurora’s Sunrise wordt geroemd om zijn onmisbare bijdrage aan de Amerikaanse liefdadigheidscampagne, voelt dat kortzichtig en ongepast: Auction of Souls had nooit gemaakt moeten worden met Aurora zelf in de hoofdrol.

Sahakyan gaat bovendien te eenvoudig uit van een belangeloze Amerikaanse overheid en een goedhartig cordon van weldoeners (Aurora bevindt zich op een gegeven moment in het welgestelde gezelschap van magnaat John D. Rockefeller en andere rijkelui). Er werden overzees inderdaad talloze wezen opgevangen en de bevolking doneerde massaal, maar de staatsreactie op de genocide was ook een politiek spel, waarbij de regering van Woodrow Wilson in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog een nieuwe landindeling voorstelde en intensief betrokken was bij het voortwoekerende conflict met Turkije (in de complexe overgangsfase van het Ottomaanse rijk naar onafhankelijkheid).

De tol van trauma
Noem het cynisme, maar liefdadigheid heeft in politieke en welgestelde kringen vaak meer dan één doel of betekenis, en Hollywood gaf in 1919 meer om een potentieel kassucces dan om de mentale gezondheid en het reële trauma van Aurora. Deze observaties schijnen zijdelings óók door in Aurora’s Sunrise, maar worden niet onderstreept of hard gemaakt, waardoor de film ondanks zijn goede bedoelingen (internationale erkenning voor – en herinnering van – de Armeense genocide) niet tactvol overkomt. Hoeveel mag een trauma kosten, en wat mag het opleveren? Deze geanimeerde documentaire leert in ieder geval om nog eens kritisch naar de mogelijke tol van representatie te kijken.

 

25 april 2023

 

ALLE RECENSIES

Alma Viva

***
recensie Alma Viva
Benauwend magisch realisme in Portugees bergdorp

door Paul Rübsaam

In Alma Viva heeft Salomé een innige band met haar grootmoeder. Oma’s plotselinge dood zet de verhoudingen tussen de moeder, tantes en ooms van het meisje onder druk. Ook de gehele familie komt ter discussie te staan in het dorp. Niet in de laatste plaats omdat Salomé in de voetsporen treedt van haar van hekserij betichte grootmoeder.

In de eerste scènes van Alma Viva (Levende Ziel), het speelfilmdebuut en familieportret van de Frans-Portugese regisseuse Cristèle Alves Meira (1983), zien we hoe de ongeveer negenjarige Salomé (Lua Michel, dochter van de filmmaakster) stiekem getuige is van een seance waarin haar grootmoeder Avó (Ester Catalão) de dolende ziel van een pas overledene in goede banen tracht te leiden. Al gauw mag Salomé haar grootmoeder ter zijde staan bij het aanroepen van Sint-Joris. Deze heilige moet de levenden beschermen en de demonen in hun omgeving verjagen.

Alma Viva

Sterke band
Salomé woont met haar moeder in Frankrijk, zo blijkt. Maar ze logeert bij haar familie van moederskant in de bergachtige regio Tras-os-Montes in het noordoosten van Portugal. Ook haar vrijgezelle tante Fátima (Ana Padrão), haar blinde, maar visionaire en muzikale oom Dantas (Duarte Pina) en een neefje van Salomé wonen daar nog. Haar met een Franse vrouw getrouwde oom Joaquim heeft er bovendien een buitenhuis. Maar het sterkst is Salomé’s band toch met haar grootmoeder. Die helpt ze niet alleen met het begeleiden van dolende zielen, maar weet ze ook te verleiden tot samen ’twerken’ (dansen met schuddende heupen en billen). Als waren ze twee ondeugende vriendinnen.

De identificatie van Salomé met Avó gaat zo ver dat ze al bij voorbaat weinig moet weten van buurvrouw Gracinda, met wie haar oma een vete heeft in verband met een oude liefdesaffaire. Toch neemt het meisje een door Gracinda bereide vis voor Avó mee. Wordt die mogelijk vergiftigde vis oma fataal? Of is het de taart van oom Joaquim die de suikerzieke oude vrouw gegeten heeft?

Krachten en tegenkrachten
Als familie en bekenden in de hete Portugese zomer samenkomen in de kleine kamer waar Avó zonder koeling licht opgebaard, leidt dat tot hartverwarmende, maar soms ook pijnlijke en groteske taferelen. Het weerzien met Salomé’s snel uit Frankrijk over gekomen moeder Aida (Jacqueline Corado) is hartelijk. Er is echter ook het nodige oud zeer tussen de broers en zussen, die niet allemaal afkomstig zijn van dezelfde vader en het er niet over eens kunnen worden wie op moet draaien voor de kosten van de begrafenis. Ondertussen gaat Salomé’s dikke neefje Rúben met een vliegenmepper manmoedig de vliegen te lijf die al afkomen op het stoffelijk overschot van Avó. Niet iedereen vindt dat geklap onder de omstandigheden even gepast klinken.

Geplaagd door verdriet en schuldgevoel gaat Salomé het liefst onder de doodskist zitten, waar de anderen omheen staan. Met haar ‘ontvankelijke lichaam’, zoals haar grootmoeder dat bij leven uitdrukte, kan ze zich niet losmaken van haar dwalende geest. Nachtmerries en visioenen overtuigen het meisje ervan dat het haar taak is de oude rekeningen van Avó te vereffenen. Dit zet haar aan tot dubieuze daden op nachtelijke dwaaltochten, die haar en haar familie in diskrediet brengen.

Alma Viva

Het ten grave dragen van Avó, een gebeurtenis die onder invloed van verschillende natuurlijke omstandigheden echt niet langer uitgesteld kan worden, zal evenwel krachten en tegenkrachten oproepen. Want Salomé’s grootmoeder was ook een bindende figuur. Niet alleen voor haar familie, maar voor het hele dorp. Zo zijn sommige dorpsbewoners de ‘overspelige heks’ nog altijd dankbaar voor de zorgen waarmee ze hun dierbare overledenen omringde.

Ongemakkelijk
Mogelijk bovennatuurlijke gebeurtenissen worden in Alma Viva weerlegd noch bewezen. Ook wie werkelijk verantwoordelijk waren of zijn voor bepaalde misstanden blijft ietwat mysterieus. Maar dat is niet per se een bezwaar. Vetes en bijgeloof lijken immers een integrerend onderdeel te vormen van de streng katholieke cultuur van de regio Tras-os-Montes, waarin de kijker wordt ondergedompeld.

Verheven of dromerig is de film allerminst. Het is juist een bij uitstek lijfelijke film, op het plastische af. Daardoor kun je je wat ongemakkelijk gaan voelen. Soms echter worden ontroerende momenten wat al te lukraak afgewisseld met impressies die eerder een gevoel van verbijstering, of zelfs weerzin oproepen. Alsof Cristèle Alves Meira zelf nog niet helemaal heeft uitgeknobbeld wat haar eigen overheersende gevoel is met betrekking tot haar familie van moederskant en de streek waar deze vandaan komt.

 

17 april 2023

 

ALLE RECENSIES

Armageddon Time

***
recensie Armageddon Time
Opgroeidrama slaat niet in als een bom

door Cor Oliemeulen

Opgroeidrama’s lijken populairder dan ooit. Alsof filmmakers teruggrijpen naar een tijd dat alles beter of interessanter was. Of terugdenken aan hun eigen jeugd toen ze zelf gevormd werden. De vraag is of het publiek op die herinneringen zit te wachten.

Je kunt natuurlijk ook graag films over vroeger willen maken omdat je vindt dat je te laat bent geboren. De Amerikaanse filmmaker James Gray had het liefst films gemaakt in de jaren zeventig toen zijn idolen Francis Ford Coppola, Martin Scorsese, Robert Altman en Stanley Kubrick het ene na het andere meesterwerk lanceerden. Het is dan ook niet vreemd dat Grays films zich afspelen in het verleden. Ze gaan vaak over immigranten (o.a. zijn debuut Little Odessa en The Immigrant) en spelen zich meestal af in New York. Met zijn achtste speelfilm, het coming-of-age drama Armageddon Time, keert Gray terug naar de tijd dat hij als elfjarige opgroeide in Queens als nazaat van joodse Russische immigranten.

Armageddon Time

Opa’s wijze les
Paul Graff (Banks Repeta) is het alter ego van de jonge James Gray, die liever tekent dan op school zit. Vader Irving (Jeremy Strong) en moeder Esther (Anne Hathaway) halen hun zoon na enkele incidenten van een particuliere school. Het ergste voor Paul is dat hij nu niet meer kan optrekken met zijn zwarte vriendje Johnny (Jaylin Webb). Hij mag dat sowieso niet van zijn vader sinds Paul en Johnny  werden betrapt toen ze samen op school een joint rookten. Als Paul samen met enkele jongens op het plein van zijn nieuwe, veel strengere school staat te praten, komt Johnny voorbij, maar Paul reageert afstandelijk omdat zijn nieuwe klasgenoten niet van ‘niggers’ houden. Paul voelt zich ongemakkelijk door de situatie en vertelt het voorval aan zijn grootvader Aaron (Anthony Hopkins), het enige familielid met wie hij een goede band heeft. Aaron verhaalt over hoe hij zelf als jood gediscrimineerd werd en draagt zijn kleinzoon op om op te komen voor minderheden en zich als een ‘mensch’ te gedragen.

Armageddon Time speelt zich af in 1980. Paul en zijn familie zien op tv hoe de republikein Ronald Reagan wordt gekozen tot nieuwe Amerikaanse president. “Dat wordt een kernoorlog”, verzucht Pauls moeder. Deze conservatieve tijd met het vooruitzicht dat democratische verworvenheden zullen worden teruggedraaid, onderstreept het lot van minderheden in de Amerikaanse samenleving. Maar het gaat regisseur James Gray vooral om de kijker zich te laten realiseren dat zijn jeugdjaren werden geteisterd door de angst voor een nucleaire oorlog vanwege de immer dreigende relatie met de Sovjet-Unie.

Armageddon Time

Toekomst
Met zijn opstandigheid en wijsneuzerige gedrag is Paul als puber geen uitzondering. Het enige wat hij wil, is een beroemd artiest worden. Nergens wordt duidelijk dat hij (of iemand anders) zou lijden, laat staan beïnvloed worden, door de angst voor een armageddon. Ook het reggaenummer Armagidion Time van The Clash en de korte links die Gray legt met het opvoeren van de vader en de zus (cameo van Jessica Chastain) van de latere president Donald Trump kunnen de kijker niet overtuigen van die te verwachten onheilspellende toekomst.

Het zijn vooral de uitmuntende vertolkingen van de hele cast die Armageddon Time de moeite van het kijken waard maken. Het familiedrama is met zorg vervaardigd, echter het script is niet verrassend genoeg en ook het gemis van enige nostalgie en wat humor doet de film geen goed. Het meest wezenlijke thema is de nasleep van het moment waarop Paul en Johnny zijn betrapt op diefstal en eerstgenoemde belangrijke keuzes over zijn eigen positie moet maken. Bij thuiskomst merken we dat Paul zich eenzamer dan ooit voelt.

 

7 december 2022

 

ALLE RECENSIES

Nowhere

***
recensie Nowhere
Van nergens tot hier

door Cor Oliemeulen

Twee mannen rouwen. De een is op zoek naar wat hij heeft verloren, de ander naar wat hij nooit heeft gehad. Nowhere is een wat traag, maar soms aandoenlijk drama over het verlies en gemis van dierbaren.

Na zijn bejubelde speelfilmdebuut Offline (2012), waarin een ex-gedetineerde zich probeert te verzoenen met zijn familie en Le Ciel Flamand (2016), waarin een seksmisdrijf in een bordeel tot moord leidt, biedt de Belgische regisseur Peter Monsaerts in zijn derde langspeler Nowhere zijn personages hoop op betere tijden. Ook ditmaal bewegen de belangrijkste personages zich in de marge van de samenleving en wachten zij op betere tijden.

Nowhere

Rouw
Ex-vrachtwagenchauffeur André (Koen de Bouw: Het Vonnis, De Premier) is ingehuurd om van een afgelegen pand een wegcafé te maken. In de eerste helft van de film zien we hoe hij overdag buitenlandse werknemers in een busje ophaalt en ’s avonds filmpjes kijkt van zijn op 13-jarige leeftijd overleden dochter, die naar later blijkt vijf jaar geleden werd doodgereden. André is het type ijzervreter en een man van weinig woorden, maar ontdooit enigszins nadat hij de 17-jarige Noord-Afrikaan Thierry (Noa Tambwe Kabati) heeft betrapt tijdens een inbraak. De vijftiger ziet hoe de tiener net als hijzelf worstelt met het leven.

Dit gegeven doet toevalligerwijs denken aan een ander Belgisch drama dat zojuist in de Nederlandse bioscoop is verschenen. Ook in Dealer van Jeroen Perceval is een tienerjongen op zoek naar zijn identiteit en een rolmodel die een heilzaam perspectief kan bieden en probeert een volwassene de leegheid van zijn bestaan in te vullen. Dit klassieke gegeven zien we terug in Nowhere als André Thierry wil behoeden om niet verder weg te zakken in de uitlaatklep die criminaliteit heet. “Die jongen is gewoon op zoek naar wie hij is. Hij heeft gewoon iemand nodig”, zegt André tegen een politievrouw. Op haar beurt moet zij erkennen dat Thierry meedoet aan de ‘Ronde van Vlaanderen’, zoals Vlaamse hulpverleners dat noemen: “Hij is van opvangplek naar opvangplek gegaan.”

Nowhere

Moeder
In de tweede helft van de film blijkt dat André en Thierry elkaar meer nodig hebben dan zij denken om een nieuwe afslag in hun leven te vinden. Zo wil André als compensatie voor zijn overleden kind nu voor een andere onvolwassen persoon zorgen en heeft Thierry van een oudere een duwtje nodig om op zoek te gaan naar zijn roots. Hij weet dat zijn vader ‘waarschijnlijk Marokkaans’ is en heeft ook geen idee waar zijn moeder is. Tijdens hun gezamenlijke roadtrip naar Frankrijk blijkt dat Thierry’s moeder is verstoten door haar familie omdat ze hem op jonge leeftijd kreeg.

Regisseur Monsaerts pleit in Nowhere voor optimisme om te kiezen voor connectie in plaats van afzondering en uitsluiting. Hij is niet blind voor de uitdagingen van de multiculturele samenleving, maar wil een hoopvol tegenwicht bieden aan de polemiek in de media en de politiek. Hoe broos die lijn tussen inclusie en exclusie is, tonen de letters van de filmtitel in de aftiteling: ‘Nowhere’ (nergens) verspringt naar ‘Now here’ (nu hier).

 

26 september 2022

 

ALLE RECENSIES