NFF 2015 – Deel 1

NFF 2015: veelzijdig filmfestival

door Ralph Evers

Afgelopen woensdag begon de vijfendertigste editie van het Nederlands Film Festival (NFF) in Utrecht. Een eerste balans. 

Aanvankelijk trad er verwarring op of je nu met je Cinevillepas naar de films op het NFF kon gaan. Er bleek een selectie van films waar je naartoe kon met je pas. Een vreemde keuze. Waarom niet de Nederlandse film toegankelijk maken voor het filmpubliek dat toch al graag naar dit soort films gaat? Er zullen vast redenen voor zijn, maar die blijven vooralsnog obscuur.

De voorstellingen kennen inleidingen over het feit dat de Nederlandse film internationaler is dan je denkt. Via skype worden een aantal mensen gevolgd die vertellen over wat ze doen. Voornamelijk zitten ze in Hollywood. Blijkbaar wordt dat onder “internationaler dan je denkt” verstaan. We zien dan bijvoorbeeld een patjepeeër met petje die dingen wil opblazen en ‘vette shit’ wil maken. Leuk… Next! De korte portretfilms zijn interessanter, vanwege de minder popi-jopi toonzetting en de meer persoonlijke kennismaking met mensen als kostuumdesigner Jany Temime.

De laatste nachten

Aanwezig
Wie door de binnenstad van Utrecht wandelt ontkomt niet aan de grootse presentatie en aanwezigheid van dit filmfestival. Straten worden afgezet voor rode lopers, het Neude is ingericht als kloppend hart en elke bioscoop (op het kleine Springhaver na) is besmet met Nederlandse films. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat is er veel te doen. Soms lopen er bekende acteurs rond, maar leuker nog is al het jonge talent, de vele Q&A’s en de presentaties van hun films. De nieuwe lichtingen zijn daarvoor de aangewezen programma’s.

Documentaires, kunstzinnige films en kortfilms passeren de revue. Variërend van aangrijpend – zoals De laatste nachten  waarin we getuige zijn van een terminaal zieke man wiens einde nadert. Hoe hij teder wordt begeleid door zijn vrouw en een vrijwilliger – tot gortdroog – zoals Lazarus, een vervreemdende roadtrip met livemuziek. En kunstzinnige projecten zoals I am under construction, over de vergankelijkheid van schoonheid en de rituelen van vrouwen om zich mooi te maken.

Natuurlijk zit er ook geflopt materiaal tussen, zoals de kleutertekeningetjes van A morning without coffee.

Vlaamse cinema en experimentele films
Er is niet alleen aandacht voor de Nederlandse cinema, ook de Vlaamse cinema wordt in het zonnetje gezet. Dit is met name interessant omdat hiermee de eventuele kwaliteitsverschillen zichtbaarder worden. Nu is dat laatste nogal aan smaak gebonden, maar wat wel een gedurfde zet is, is om Lucifer van Gust van den Berghe te vertonen. Dit is een zeer experimentele film met een duidelijk, uitgewerkt concept. Een film die niet gauw in Nederland gemaakt gaat worden, ondanks alle goede bedoelingen met wildcards of carte blanches die filmmakers van de geldschieters krijgen.

Those who feel the fire burning

Een wildcard is een bepaald bedrag voor meer experimentele films. Een voorbeeld van een film die met een wildcard gemaakt is: Those Who Feel the Fire Burning. Een interessante, experimentele film over bootvluchtelingen, maar nog altijd een stuk conventioneler dan Lucifer. Mede doordat eerstgenoemde film een geëngageerd karakter heeft en Lucifer  poëtisch, filmisch en narratiever is en daarmee gedurfder. Het is makkelijker een kunstfilm af te kraken dan een film met een duidelijke politieke en sociaal bewogen inslag.

Er is ook aandacht voor de animatiefilm. Een genre dat doorgaans duurder en tijdsintensiever is. Zowel korte films van net afgestudeerde studenten als van mensen die al langer in het veld bezig zijn, als langere animatiefilms, waarvan Cafard een opvallende presentatie is (hiervan binnenkort een reguliere recensie). Kortom een veelzijdig festival.

 

29 september 2015

 

VERSLAG NFF 2015 DEEL 2