Other Futures 2018

Other Futures: toekomst op zoek naar traditie

door Alfred Bos

Niet-westerse sciencefiction was het onderwerp van Other Futures, een driedaags festival in De Melkweg en Sugarfactory in Amsterdam, met muziek, voordrachten en lezingen, mediakunst en films. Wat doen filmmakers uit Afrika, Latijns Amerika en Azië met die van oorsprong westerse cultuuruiting, sciencefiction? Is niet-westerse sciencefiction een vorm van cultureel kolonialisme of biedt het een frisse en verrassende blik op SF-clichés?

Sciencefiction is geland in het dagelijkse leven, het is mainstream geworden. Vroeger een speeltje van nerds, nu onderwerp van spraakmakende tv-series en stukken in de krant. De toekomst is ingehaald door het heden. Geautomatiseerde persoonsherkenning, kunstmatige intelligentie, virtueel vertier, hologramprojecties, gepersonaliseerde reclame—dagelijkse realiteit.

Sciencefiction is ook geland op continenten die in een andere tijd werden aangeduid als ‘de Derde wereld’. In landen die in luttele jaren door een evolutie van ‘onderontwikkeld’ tot ‘hi-tech’ zijn gejaagd, iets waar het Westen anderhalve eeuw over heeft gedaan. In culturen waarvoor sciencefiction een exotische importproduct is. En dus heel anders tegen sciencefiction aankijken. Die harde rebootfuture shock bovenop culture clash – kan resulteren in chaos en verwarring. Of juist verrassend frisse ideeën opleveren.

Pumzi

Watertekort
Het beste voorbeeld dat Other Futures daarvan te bieden had was Pumzi, de kortfilm uit 2009 van de Keniase regisseur Wanuri Kahiu (onder dit artikel is de film in zijn geheel te zien). Ze slaat de ingesleten westerse kijk op Afrika aan gort met een film die handelt over water, of het gebrek daaraan. De film oogt als westerse SF, maar zet clichés op zijn kop: de wetenschappers zijn zwarte vrouwen, de mannen vooral dommekrachten en het toilet wordt schoongemaakt door een blanke sloof. Pumzi wil iets recht zetten, ziet er schitterend uit en verveelt geen seconde.

“Onze omgang met natuurlijke hulpbronnen is problematisch”, zegt Kahiu tijdens de Q&A. Zo wordt er voor de productie van plastic flessen meer water gebruikt dan de fles bevat. Pumzi, de hoofdpersoon van de film, plant een boom als politieke daad. “Ze gedraagt zich als hoeder van de natuur”; niet als uitbuiter. Watertekort is inmiddels realiteit in Kaapstad, de stad in Zuid-Afrika met drie miljoen inwoners.

Wanuri Kahiu is een vertegenwoordigster van Afrofuturisme, sciencefiction die toekomstfantasieën mengt met Afrikaanse tradities en spiritualiteit. De geestelijke vader van het genre is de Amerikaanse jazzmuzikant Sun Ra (1914-1993), die vanaf de jaren vijftig de big band swing van zijn Arkestra evolueerde tot kosmische jazz, volkomen unieke muziek die vergezeld ging van een even unieke filosofie. Het universum bestaat uit vibraties, muziek, en muziek kan de mens verheffen uit zijn benarde aardse bestaan.

Sun Ra en zijn Arkestra staan centraal in Space Is The Place, de speelfim uit 1974 van John Coney (zijn enige film). De kosmische ziener Sun Ra landt op aarde om zijn zwarte broeders te verheffen. “I come to you as a myth, because that’s what black people are, a myth.” Zwarte junkies en een zwarte pooier zitten hem dwars, evenals twee gewelddadige blanke FBI-agenten. Space Is The Place draait de boodschap van de jaren zeventig blaxploitation-film om: misdaad is niet slim of cool. Sun Ra ontleende zijn iconografie aan de Egyptische mythologie en de film sluit – geheel in de geest van A Hard Day’s Night – af met een concert. De junkies geven de dope op en Sun Ra vertrekt met zijn bizar vormgegeven ufo richting Saturnus.

UFO’s in Ethiopië
Spiritualiteit en space komen samen in twee recente films uit Ethiopië. Crumbs (2015) is na enkele kortfilms het feature debuut van de Spanjaard Miguel Miguel Llansó. De film, die in 2015 op IFFR te zien was, wordt gemarket als de eerste SF-film uit Ethiopië. In de lucht hangt een ruimteschip, in een leeg landschap met vervallen pretparken en verlaten dierentuinen scharrelt een gebochelde dwerg. Crumbs is absurdistische satire op het consumentisme, een exotische neef van Quentin Dupieux’s Réalité, IDB’s film van 2015.

Nee, niet Crumbs, maar Beti and Amare is de eerste Ethiopische sciencefictionfilm, zegt regisseur Andy Siege, als we in de rookruimte een sigaret opsteken. “Miguel Llansó werkte op de Spaanse ambassade in Addis Abeba . Daar hoorde hij over mijn film en hij heeft gewoon mijn idee gejat.”

Beti and Amara is gesitueerd in 1936, als het Italiaanse leger van Mussolini het laatste niet-gekoloniseerde land in Afrika, Ethiopië, is binnengevallen. Het is een minimalistische arthousefilm, in 2014 gedraaid voor 14.000 dollar. En dat zie je er niet aan af. Regisseur Siege speelt met kleur en zwart-wit, met droom en realiteit, met feit en fictie. En, net als in Pumzi, speelt water een hoofdrol.

De ongeletterde jonge vrouw Beti moet dagelijks water halen in een poel. Daar vindt ze op een dag een soort kosmisch ei waaruit een alien is gekropen: Amara. Die spreekt uiteraard geen woord Ethiopisch, maar er groeit een band tussen de vrouw en de wilde, ongeciviliseerde Amara. Hij beschermt haar tegen handtastelijke vrijheidsstrijders, corrupte ambtenaren en een verdwaalde Italiaanse soldaat, gespeeld door Siege zelf. Animaties, archiefbeelden en visuele effecten garneren de magische toon van de film. En de ongekunstelde blik van Beti: “That’s the rest of the world, the place that isn’t here.”

Andy Siege heeft een Duits paspoort, werd geboren in Kenia en groeide op in Tanzania. Hij scharniert tussen twee werelden en zijn film doet, ondanks het a-typische gegeven en de veelheid aan vormen, nimmer gekunsteld aan. Zijn tweede film, een SF-film gedraaid in India, is in post-productie.

Bad luck is een ziekte
Les Saignantes (‘zij die bloeden’), een film uit 2005 van regisseur Jean-Pierre Bekolo uit Kameroen, staat te boek als de eerste Afrikaanse sciencefictionfilm. Het is het verhaal van twee jonge vrouwen, Majolie en haar vriendin Chouchou, in een samenleving vol corruptie, van hoog tot laag. Majolie heeft seks met een hoge ambtenaar die tijdens de daad het leven laat. Chouchou helpt haar het lijk te laten verdwijnen, maar er zijn complicaties.

Bekolo heeft de film geplaatst in de toekomst van een imaginair Afrikaans land. De kritische boodschap is verpakt als sciencefiction, want Kameroen mag in naam een democratie zijn, president Paul Biya heeft weinig geduld met kritiek en tegengeluid. Het verhaal wordt – geheel in de stijl van Godard – becommentarieerd via spottende teksten die scènes markeren. De laatste: “How can you watch a film like this and do nothing after?”

Bekolo’s meest recente werkstuk is van een gans andere orde, zowel qua vorm als inhoud. Naked Reality is gedraaid in zwart-wit, maakt veelvuldig gebruik van filmbeelden die over elkaar zijn geplaatst (superimposition) en is meer filmessay dan speelfilm. Hij speelt 150 jaar in de toekomst, de heersende ziekte is bad luck. Er is een energietekort en mensen bidden om energie te sturen naar geliefden. Met deze Engelstalige film hoopt de regisseur een breder publiek bereiken.

Naked Reality heeft een afwijkende vorm, want we moeten andere manieren van kijken ontwikkelen, zegt de regisseur na afloop. “We zijn door Hollywood en de media-industrie in een kijk-format geduwd.” De film betoogt dat spiritualiteit en technologie elkaar niet hoeven uit te sluiten. “In de toekomst woont iedereen in steden, het platteland verdwijnt en daarmee de traditie.” Die moet behouden blijven.

Naked Reality bepleit een nieuwe vorm van voorouderverering, dat is ‘de missie die in ons DNA is geschreven’. Bekolo: “Als je ziek bent, vraag je je voorouders wat het juiste medicijn is. In Afrika is bad luck een ziekte, daar zijn behandelingen voor.” De missie is derhalve spiritualiteit in een wereld die wordt gedomineerd door technologie. Bekolo schetst een toekomst die op zoek is naar traditie. Hij heeft het natuurlijk over het heden.

Politieke satire
Tradities zijn er voor de Filipijnse regisseur Khavn de la Cruz om zijn middelvinger tegen op te steken. De 44-jarige veelfilmer uit Manilla is een geboren rebel en – volgens sommigen – de vlees geworden wansmaak. Other Futures toonde twee van zijn films die eerder hebben gedraaid op IFFR, beide met een vage SF-link. EDSA XXX: Nothing Ever Changes in the Ever-Changing Republic of Ek-Ek-Ek uit 2012 opent als Star Wars-parodie en blijkt totaal krankzinnige kolder in musicalverpakking. Alles aan deze film, van verhaal en personages tot plotwendingen en muziek, is bewust knullig. De politieke satire: door de film zijn archiefbeelden gesneden van de opstand tegen president Marcos in 1986.

Alipato: The Very Brief Life of an Ember (2016) is het vervolg op Mondomanilla uit 2010. Dat was het nihilistische en ultragewelddadige verhaal over een bende van kinderen, amputees en freaks in de sloppenwijken van de Filipijnse hoofdstad. Alipato speelt in de toekomst en overtreft zijn voorganger is grofheid, wansmaak en nihilisme. Het is het terrein van de Japanse cultregisseur Sion Sona.

Khavns vaste ploeg acteurs speelt de Kostka-bende, een bizarre verzameling van kindcriminelen rond de Boss. Wanneer een bankoverval verkeerd uitpakt, verdwijnt Boss voor achtentwintig jaar in het gevang. Als hij in 2053 vrij komt ontstaat er onenigheid over de buit. De bendeleden worden een voor een vermoord en uiteindelijk blijft de meest onzichtbare van de surrogaatfamilie over met de poet.

Alipato is een en al ontaarding. De sloppenwijken, de oneindige riolen en vuilnisbelten, de parade van freaky karakters, de brute omgangsvormen, het excessieve geweld—elke vorm van beschaving is verdwenen. Had de regisseur geen problemen met de censuur? “Censuur is handel in de Filipijnen”, vertelt Khavn – hanenkam, potsierlijke vlinderbril, panterprintbroek, groene overjas met bijenprint – na afloop van de film.

Alipato zou zelfs een gewone rating hebben kunnen krijgen als hij de seksscène met een zwangere vrouw had verwijderd, aldus Khavn. Met de verkrachting van de bejaarde huishoudster die een pistool tegen haar hoofd krijgt gedrukt, had de censuur dus geen moeite? Inderdaad.

Misverstanden over SF
Naast de genoemde films had Other Futures films uit Marokko, Brazilië, Iran en Mexico op het programma, alle in meerdere of  mindere mate met sciencefiction-elementen, maar vooral reflecties op identiteit. De keuze voor de slotfilm, de anime uit 1995 van Mamoru Oshii naar de gelijknamige Japanse jaren tachtig-strip Ghost in the Shell (vorig jaar verfilmd als live action), toont de achilleshiel van het festival. Qua concept zit Other Futures boven op de geest van de tijd: het is het eerste in zijn soort en zal ongetwijfeld elders navolging krijgen. Maar de aannames achter het idee zijn verward.

In het programmaboekje schrijft Brigitte van der Sande, initiatiefneemster, dat denkers en scheppers in politiek instabiele landen de potentie van het genre – het verbeelden van mogelijke toekomsten – eerder ontdekten dan ‘wij in het westen’. Dat is aperte onzin. Sciencefiction gaat niet over ‘macho helden’: zie Ursula Le Guin, Margaret Atwood, Octavia Butler, Connie Willis en nog een stoet aan vrouwelijke auteurs die SF rond vrouwelijke helden hebben geschreven. Bovendien, de eerste SF-roman, Frankenstein, is geschreven door een vrouw, Mary Shelley.

Sciencefiction is meer dan stoere mannen met hi-tech schiettuig die aliens bekampen of planeten aan de rand het universum koloniseren. Sinds Jefgeni Zamjatins Wij uit 1926 is sciencefiction de aangewezen vorm om politiek engagement te verwoorden. Ook westerse SF behandelt tijd als cyclisch in plaats van lineair: zie films als Alphaville en Arrival.

Als slotfilm was Neill Blomkamps SF-satire District 9 (over apartheid en kolonisatie van de geest) passender geweest, maar kennelijk ziet de organisatie Zuid-Afrika als westers. Daar zal Neill Blomkamp anders over denken. Als sciencefiction ‘geen bevestiging maar een kritiek van ons bijna failliete modernistische project is’ (citaat uit programmaboekje), is de voor de hand liggende slotfilm The Brother from Another Planet van John Sayles (blank, Amerikaan) uit 1984, over een alien die als Afro-Amerikaan in de straten van Harlem wordt achterna gezeten door buitenaardse premiejagers. Een volgende keer wellicht, want Other Futures verdient herhaling.


 
De tentoonstelling Creating Other Futures is tot en met 11 februari te zien in Melkweg Galerie te Amsterdam.
 

6 februari 2018

 

MEER NIEUWS EN ACHTERGROND