Dunkirk

*****

recensie Dunkirk

De Brexit van 1940

door Alfred Bos

Christopher Nolan verfilmt het oorlogsdrama over de omstreden evacuatie van de British Expeditionary Force uit het Noord-Franse Duinkerke, in de laatste meidagen van 1940, als een caleidoscopische vertelling.

De openingsminuten maken direct duidelijk dat Dunkirk, de tiende speelfilm van Christopher Nolan, geen oorlogsverheerlijkend bravourestukje is. Britse soldaten rennen door de straten en tuinen van Duinkerke om te ontkomen aan Duits spervuur. Van de ploeg weet alleen Tommy (de debuterende Fionn Whitehead) de Franse linie te bereiken. De kijker leert in luttele minuten: dit is geen heroïsche strijd, hier proberen mensen onder extreme stress te overleven.

Dunkirk

In de laatste week van mei 1940 dreigde het Britse leger dat in Frankrijk hielp de Blitzkrieg te weerstaan door de Duitse invallers in zee te worden gedreven. Het was een precair moment in de openingsweken van de Tweede Wereldoorlog. Nederland was al gevallen, Frankrijk kraakte in zijn voegen en toen op 28 mei België capituleerde, zaten zo’n 200.000 Britse soldaten vast op het strand van Duinkerke. Ze werden in een week tijd door een vloot van Britse, Belgische en Nederlandse vissersboten naar Engeland verscheept.

Nolan toont het drama van Operation Dynamo, zoals de reddingsoperatie officieel heet, via drie verhalen die elkaar aanvullen en via briljant spel met montage en tijd gaandeweg versmelten. Het is een geraffineerde aanpak – Nolan tekende ook voor het script – die de vaart er in en de spanning op kook houdt. Niet de strategie of het verloop van de oorlogshandelingen staat centraal, maar het persoonlijke drama van de betrokken militairen. De regisseur heeft slechts één uur en drie kwartier nodig om de logistieke monsteroperatie in de kern te raken. Dunkirk telt geen grammetje vet, iedere seconde is raak.

Dunkirk

Te land, ter zee en in de lucht
Op het strand annex kerkhof volgen we Tommy en diens toevallige maat Alex (One Direction-zanger Harry Styles in zijn filmdebuut) als mieren in de massa Britse soldaten die dienen als schietschijf voor de oppermachtige Luftwaffe. Door het Nauw van Calais koerst de Britse plezierboot Moonstone naar Duinkerke, met aan boord meneer Dawson (Mark Rylance), zijn zoon, diens vriend en een uit het water geviste soldaat met PTSD (Cillian Murphy). Zijn evacuatieschip is door de Luftwaffe naar de haaien geschoten en dat dreigt nogmaals te gebeuren.

Boven het Kanaal gaat een drietal Spitfires (met vaste Nolan-acteur Tom Hardy als piloot Farrier en Jack Lowden als piloot Collins) de ongelijke strijd aan met de Messerschmitt-jagers en Henkel-jachtbommenwerpers die zich als wolven op elke boot met evacués storten. Die dog fights, gezien vanuit de Britse cockpits, horen tot de enerverendste momenten van de film (die tevens in een IMAX-versie draait). Naast de vijand moeten de Spitfire-piloten de naald van hun brandstofmeter in het oog houden.

Dunkirk

Claustrofobische close-ups
Met die drie verknoopte verhaallijnen maakt Nolan een reeks aspecten van het Duinkerke-drama zichtbaar en vooral invoelbaar. De verwoestende uitwerking van de Junkers-duikbommenwerpers; de enormiteit van de taak waar de Britse marinecommandant Bolton (Kenneth Branagh) zich voor gesteld ziet; de paniek in het ondergelopen ruim van een schip dat door torpedo’s tot zinken wordt gebracht; de spanning tussen Britse en Franse soldaten; de chaos; de naakte overlevingsstrijd. In de ensemble cast figureert een peloton Britse acteurs van naam.

Geholpen door de grimmige, grotendeels elektronische soundtrack van Nolans vaste filmcomponist Hans Zimmer, weet de regisseur de spanning tot op de tel te doseren door de weidsheid van het strand, de zee en de lucht optimaal te contrasteren met de claustrofobie van de cockpit en de scheepsruimtes. Veel scènes spelen zich af in kleine of besloten vertrekken en de Nederlandse cinematograaf Hoyte Van Hoytema (hij deed ook Nolans voorlaatste film, Interstellar) brengt het drama naar de kijker met een reeks van close-ups. Het werkt bijzonder effectief bij de schermgrote koppen van de Spitfire-piloten, die opgesloten in hun cockpit door het zwerk zwieren.

Door de Britten werd ‘Duinkerke’ – om redenen van propaganda allicht – gevierd als een heroïsche overwinning, voor de Fransen was het een smadelijke aftocht; hadden de Britten door geknokt, dan was Parijs wellicht nooit gevallen en de oorlog heel anders verlopen. Daar houdt Dunkirk zich niet mee bezig, op een paar patriottische slotminuten na, zoals de film zich überhaupt niet bezighoudt met de Fransen noch de Duitsers. Dunkirk evoceert de historische gebeurtenis als een krankzinnige mix van heldenmoed en egoïsme. Een betere oorlogsfilm zal er dit jaar niet uitkomen. Misschien kunnen we dat ‘oorlogs’ wel weglaten.
 

18 juli 2017

 
MEER RECENSIES