Inexorable

***
recensie Inexorable
Onverbiddelijk conventioneel

door Cor Oliemeulen

De Belgische meester van suspense Fabrice du Welz smeedt vanaf zijn experimentele horrordebuut Calvaire (2004) niet-alledaagse verhalen rond verknipte personen. In zijn zevende speelfilm Inexorable is het plot ondergeschikt aan de spanning.

Marcel Bellmer (Benoît Poelvoorde), zijn vermogende vrouw Jeanne (Mélanie Doutey) en zijn dochtertje Lucie (Janaina Halloy) hebben zojuist hun intrek genomen in een gigantisch landhuis in Wallonië. Marcel is een gevierd schrijver die teert op het succes van zijn roman ‘Inexorable’, maar zijn inspiratie is opgedroogd. Het huis was van Jeanne’s overleden vader, een grote uitgever, wiens familie vroeger banden had met Belgische fascisten.

Inexorable

Indringer
Misschien dat de jonge, mysterieuze Gloria (Alba Gaïa Bellugi) voor wat inspiratie kan zorgen. We zien hoe ze heeft ingecheckt in een naburig hotelletje en al snel kennismaakt met de rijkaards. Om zich toegang tot het gezin te verschaffen, maakt ze eerst vriendschap met de hond, takelt ze later haar gezicht flink toe met een colablikje en doet alsof ze is beroofd. Jeanne heeft medelijden en nodigt haar uit. Gloria kan het vervolgens bijzonder goed vinden met Lucie en wordt in dienst genomen als hulp in de huishouding.

Er ontstaat een connectie tussen Marcel en Gloria. Hij heeft een schrijversblok, zij is fan en kent ‘Inexorable’ uit het hoofd, omdat dat boek naar eigen zeggen haar leven heeft gered. Jeanne moet vaak weg voor haar werk, Gloria begint zich langzaam aan Marcel op te dringen. Marcel is seksueel uitgeblust bij zijn eigen vrouw over wie hij geen ‘macht’ heeft, en wordt onhoudbaar wellustig bij een meisje dat hem bewondert en over wie hij wel macht heeft. Tenminste, dat denkt hij. Gloria vindt Marcels geheime brieven en weet de drie gezinsleden onverbiddelijk (‘inexorable’) tegen elkaar uit te spelen.

Misère
Fabrice du Welz heeft zich duidelijk laten inspireren door beroemde erotische Amerikaanse thrillers van eind jaren tachtig, begin jaren negentig, zoals Fatal Attraction (1987) en Basic Instinct (1992), en leunt bovendien wat op Stephen Kings boekverfilming Misery (1990). Poelvoorde en Bellugi zijn goed op dreef, maar het afgelegen kolossale huis, waar de verlichting regelmatig uitvalt, is het toonaangevende personage.

Inexorable

De cinematografie van Manuel Dacosse is vertrouwd sfeervol, het repeterende klassieke muziekdeuntje van Vivaldi’s ‘Nisi Dominus – Cum Dederit’ is functioneel maar wordt de laatste jaren te vaak in films gebruikt (ditmaal zonder countertenor Andreas Scholl). Met de spannende momenten zit het wel snor, maar het geheel voegt weinig toe aan het filmcanon. De personages wekken onvoldoende sympathie op om de kijker tot het eind toe te boeien. Gelukkig is het einde onvoorspelbaar, maar maakt het je uiteindelijk niets uit wie overleeft.

Een begenadigd filmmaker als Fabrice du Welz is geen man voor conventionele films. Hoewel je Gloria natuurlijk liever niet in het donker tegenkomt, zorgt de kleine Lucie voor de grootste verrassing, met de meest verontrustende performance. Tijdens haar verjaardagsfeestje, waarvoor de hele klas is uitgenodigd, klimt ze op het podium in de tuin. Vanaf het moment dat er een death metal-nummer uit de speakers knalt, danst en schreeuwt ze als door de duivel bezeten. Daarmee degradeert ze het stoere personage van Abigail Breslin in Little Miss Sunshine (2006) tot ideale kleindochter.

 

28 mei 2022

 

ALLE RECENSIES