Kon-Tiki

****

recensie  Kon-Tiki

Hoe gevaarlijk het was en hoe ver

door Alfred Bos 

Op 28 april 1947 vertrok de Noorse wetenschapper Thor Heyerdahl op een primitief vlot vanuit Callao, Peru. Hij dreef 101 dagen over de Grote Oceaan om aan te tonen dat de eerste bewoners van Polynesië niet uit Azië, maar uit Zuid-Amerika kwamen. Kon-Tiki toont de romantiek van het ontdekken, in een tijd zonder GPS of satelliettelefoons.

Waar zijn ze gebleven, de ontdekkingsreizigers? De mannetjesputters die de wurggreep van de samenleving ontvluchten om de elementen te trotseren en iets groots te verrichten Je vindt ze in het museum. En in wetenschappelijke bases op Antarctica, voorzien van alle digitale gemakken. In een tijd waarin je smartphone app je vertelt waar je vrienden op dat moment uithangen, is de sprong in het onbekende bepaald exotisch en ook iets nostalgisch.

Kon-Tiki

Het Noorse filmduo Joachim Rønning en Espen Sandberg verbeeldt in Kon-Tiki het staaltje bluf waarmee Thor Heyerdahl een wild idee wilde bewijzen. Volgens de staande theorie waren de eilanden in de Stille Oceaan gekoloniseerd vanuit Indonesië en de Filippijnen. Niet waar, meent Heyerdahl. Tijdens een verblijf op Fatu Hiva hoort hij van de eilandbewoners dat niet alleen de zonnegod Kon-Tiki, maar ook zijzelf uit het oosten kwamen. Zuid-Amerika dus. Heyerdahl heeft iets te bewijzen, hij bijt zich erin vast.

Mascotte Rolita
Kon-Tiki is een film over karakter. Heyerdahl is niet bang van gevaar, zoals de openingsscène over zijn jeugd aantoont. Hij is een natuurlijke leider en een onafhankelijke geest. Tegen de klippen op – niemand gelooft in zijn theorie en financiering is ver weg – weet hij zijn expeditie van de grond en op het water te krijgen. Er is hulp van een viertal avonturiers. En van een gesjeesde koelkastverkoper met een romantische inborst. Probleem voor de kijker: alle Noorse mannen zijn blond, hebben een stoere kop en een woeste baard. Je houdt ze nauwelijks uit elkaar.

Het hart van de film is de 101 dag durende dobbertocht over de immense blauwe vlakte. Dat lijkt saai, maar het gevaar komt in vele vormen. Tropische stormen, onzichtbare stromingen die het vlot de verkeerde kant uit stuwen, vraatzuchtige haaien en communicatieproblemen. Om contact te kunnen maken met verre kusten wordt de radioantenne opgelaten aan een ballon. Maar de mascotte, papegaai Rolita, knaagt graag aan een draadje en pats, daar gaat de ballon – radio onbruikbaar. Dat is slechte karma en Rosita komt gruwelijk aan haar einde, wat de start is van een bloedstollende scène.

Kon-Tiki

Oscar
Rønning en Sandberg maakten eerder Max Manus, eveneens gebaseerd op het avontuurlijke leven van een opmerkelijke Noor (een verzetsheld). Kon-Tiki, vernoemd naar Heyerdahls vlot, biedt gelikte filmkunst, met een allure waartegen de Nova Zembla-rolprent uit het productiehuis van Reinout Oerlemans een beetje bleekjes afsteekt. Zes man op een vlot, dat klinkt nergens naar en toch vliegt de tijd.

De historische reis maakte van Thor Heyerdahl een wereldster. Hij legde de tocht vast op super 8-film en daaruit werd een documentaire gesneden, die in 1951 een Oscar won. Heyerdahl beschreef zijn avontuur in een boek, dat in de loop der jaren in vele talen werd vertaald en meer dan 50 miljoen exemplaren verkocht. Het klinkt als een jongensboek, maar Kon-Tiki vertelt geen sprookje. Indiana Jones is er niets bij.

 

1 april 2013

 

MEER RECENSIES