***
recensie Maryland
Knuffelhulk als hoeder
door Alfred Bos
De Franse regisseur Alice Winecour schreef haar tweede speelfilm Maryland speciaal voor Matthias Schoenaerts. De Belgische acteur speelt met verve een soldaat met posttraumatische stress-stoornis.
Vorig jaar was hij in vier speelfilms te zien en dit jaar eveneens, in producties van Britse, Franse, Italiaanse en Amerikaanse makelij. Sinds zijn indrukwekkende transformatie tot menselijke bulldog in het Belgische drama Rundskop (2012) is de uit Antwerpen afkomstige Matthias Schoenaerts uitgegroeid tot een van de meest gevraagde acteurs van zijn generatie. En een van de meest opmerkelijke.
Zo opmerkelijk, dat de Franse regisseur Alice Winocour het draaiboek voor haar tweede speelfilm Maryland schreef met Schoenaerts in gedachten. Die is gespecialiseerd in het vertolken van de sensitieve oerman, de knuffelhulk met de gewonde ogen, een slapende vulkaan met driften die elk moment kunnen opspelen. Gevaarlijk, maar aaibaar. Of andersom. Het goede nieuws: Schoenaerts maakt de verwachtingen waar. De film minder, die ontwikkelt zich van veelbelovend tot generiek.
Pseudo-gezin
In Maryland vertolkt Schoenaerts de rol van Vincent Loreau, een soldaat die in Afghanistan emotioneel is beschadigd en op retraite in Frankrijk een bijbaantje krijgt aangeboden als beveiliger van een feest met hoge gasten uit zakenleven en politiek in het landhuis van een steenrijke Libanese zakenman. Wanneer die voor zaken naar het buitenland afreist, huurt hij Loreau in voor de bescherming van zijn achterblijvende vrouw Jessie (de Duitse actrice Diana Kruger) en zoontje Ali. Gaandeweg worden moeder, zoon en beveiliger een pseudo-gezin.
Winocour maakt er geen geheim van dat Schoenaerts de raison d’être van haar film is. Hij is in zo ongeveer ieder shot te zien, vaak in close-up; de camera volgt hem als een verliefde hond. Het geeft de acteur de kans om zijn voornaamste wapen, zijn sprekende ogen waarachter een draaikolk van emoties schuilgaat, ten volle in te zetten. Het geeft de film ook iets claustrofobisch, te meer daar een flink deel van Maryland zich afspeelt in het landhuis van die naam. De elektronische soundtrack van de Franse techno-producer Gesaffelstein (Mark Lévy) verklankt de chaos in Vincents hoofd.
Overprikkeld en paranoïde
De Afghaan-veteraan is – zeker na de recente gebeurtenissen in Parijs – symbolisch voor de huidige staat van de Franse, en bij uitbreiding, westerse samenleving. Hij zit vol wantrouwen; is ronduit, maar niet ten onrechte, paranoïde. Nimmer op zijn gemak, altijd op zijn hoede, is hij overprikkeld; hij staat strak als een gespannen veer, klaar om bij de geringste aanleiding te exploderen in een orgie van geweld. Dat laatste komt goed uit, wanneer de vrouw en haar kind door kidnappers en huurmoordenaars worden belaagd.
Overprikkeld en paranoïde, dat zijn symptomen van een getraumatiseerde persoonlijkheid. Daarom is het net iets teveel gevraagd van de geloofwaardigheid om de met zijn demonen kampende beveiliger te laten ontwikkelen tot zorgzame hoeder. De situatie en omstandigheden zijn op maat voor emotionele interactie tussen beide hoofdpersonen, maar het script laat hen in de steek. Zowel Schoenaerts als Kruger hebben weinig om mee te werken, waardoor de film langzaam leegloopt. Grof geweld en genreclichés moeten de spanning erin houden.
Winocour draaide deze psychologische thriller met horror-feel (het afgesloten, donkere, labyrinthische landhuis is een klassieke setting van de gothic novel) als een reportage, met veel van de schouder geschoten beelden. Het geeft Maryland een rauwe urgentie, die spoort met Schoenaerts’ intense vertolking. Vrouwen van een zekere leeftijd en opleiding hebben een nieuw lustobject.
16 november 2015