IDFA 2015 – De kleurrijke werkelijkheid van Errol Morris

De kleurrijke werkelijkheid van Errol Morris

door Bob van der Sterre

Errol Morris begon zijn loopbaan in 1978 met een portret van dierenbegraafplaatsen, getiteld Gates of Heaven. De IDFA-gast van dit jaar heeft altijd een voorkeur gehad voor aparte onderwerpen en kleurrijke karakters.

Vrijdag 20 november om 13.00 in Tuschinski 1 kun je de regisseur zelf horen vertellen in zijn masterclass. In zes punten schetsen we Morris’ stijl als documentairemaker.

Een duidelijk verhaal
Welke film van hem je ook aanzet: we zien altijd een helder verteld verhaal van een ploeterend persoon. In Mr. Death volgen we bijvoorbeeld het bizarre levenspad van elektrische stoel-designer Felix Leuchter; in Tabloid leren we hoe Joyce McKinney een huwelijk met geweld probeerde af te dwingen; in The Fog of War laat oud-minister Robert McNamara zijn licht schijnen op de oorlog van Vietnam.

Die opzet heeft als voordeel dat je je cinematografisch wat vrijer kunt bewegen. Het zijn kleine onderwerpen met veel vertakkingen. Al die vertakkingen bieden weer nieuwe visuele mogelijkheden.

De karakters zijn altijd wat merkwaardig
De personages hebben een opvallende overeenkomst: ze zijn veelbesproken geweest en hebben zelf ook behoefte aan klaarheid. Voor hen is de documentaire van Errol Morris een mogelijkheid om zelf overzicht te kunnen krijgen op wat er is voorgevallen.

Wat te denken van de vriendelijke, innemende moordenaar in The Thin Blue Line? Ontzettend aardige jongen. Wel een maniak. Of de excentrieke Felix Leuchter die elektrische stoelen in elkaar knutselt (bijnaam: The Florence Nightingale of Death Row) en tegelijk denkt dat hij een expert is op het gebied van concentratiekampen. Of men neme Joyce McKinney, die in Tabloid in geuren en kleuren vertelt hoe ze haar verloofde uit de handen van de mormonen kidnapte.

Maar ook Rumsfeld en McNamara hebben behoefte om hun posities in de wereldgeschiedenis in een helder licht te plaatsen. En Stephen Hawkings portret in A Brief History of Time (1991) past in zekere zin ook in dat plaatje.

Interviews zijn essentieel om de karakters te leren kennen
‘Ik weet niet zeker of ik een idee heb waar het maken van een documentaire precies aan moet voldoen, maar in mijn hart ben ik een onderzoeker, en dus weet ik nooit wat ik ga horen in een interview’, zegt hij tijdens een filmfestivalinterview. ‘Waarom zou je ze anders houden?’

Morris heeft sinds de jaren negentig een eigen stijl van interviewen. Die kunst heet interrotron. Hoe krijgt hij McNamara zover om recht in de camera een traan te laten? Hier wordt het uitgelegd.

Het is alsof met deze methode ineens de mens achter de mythe naar voren komt. Rumsfeld een vreselijke vent? Kijk goed naar The Unknown Known en je gaat hem sympathiek vinden wanneer hij zegt: ‘Of er een les uit te leren is? Nou, dat sommige dingen goed gaan en sommige dingen niet.’

Geregeld krijgt Morris te horen dat hij te aardig is voor zijn protagonisten. Hij legt het zelf anders uit: ‘Je ziet het portret ook in de dingen die niet gezegd zijn. In het geval van Rumsfeld zie je dat hij totaal niet in staat is om ironie te begrijpen.’

Hij velt geen oordeel over de personages
Opmerkelijk aan de documentaires van Morris is dat hij voorzichtig te werk gaat met conclusies trekken – alsof het hem echt tegenstaat iets te zeggen buiten de wereld van de feiten om.

In The Thin Blue Line zien we hem eigenlijk geen suggestie geven hoe de moord wél heeft plaatsgevonden. In Tabloid  blijft in het midden of McKinney nu wel of geen misdaad heeft gepleegd. Was Rumsfeld nou wel of niet verantwoordelijk voor waterboarden in Guantanamo Bay? Is Leuchter terecht of ten onrechte aan de schandpaal genageld?

Kortom: hij puzzelt de stukjes bij elkaar maar de puzzel uiteindelijk in elkaar zetten, dat moet de kijker zelf doen. Om dat makkelijker te maken, zeggen de karakters het over het algemeen zelf wel. Zo zegt McNamara: ‘Hij en ik gedroegen ons als oorlogsmisdadigers.’ Leuchter concludeert dat hij een niet-praktiserend revisionist is. En in The Thin Blue Line is Adams’ verhaal zo plausibel, dat naar aanleiding van de film de zaak werd heropend en hij werd vrijgesproken.

Morris erkent dat hij niet weet wat er in zijn protagonisten omgaat. ‘Wie denkt dat ik nu weet wie Joyce McKinney is, heeft het mis.’ Voor iemand als Michael Moore is deze aanpak vermoedelijk een gruwel: hij trekt dolgraag  conclusies ook al kent hij de mensen totaal niet.

De montage is uitstekend
Pratende hoofden in documentaires kennen het risico dat je van verveling in slaap valt maar Morris is een meester  van de montage. Op de juiste momenten worden er altijd interessante zaken bijgehaald: archiefbeelden, landkaarten, nieuwsberichten.

En niet zelden wordt een verhaal ondersteund met nagespeelde beelden. The Thin Blue Line is het beste voorbeeld van wat je bijna een kruising kunt noemen tussen speelfilm en documentaire.

De slow motion van de moord op de agent, vanuit verschillende punten, de milkshake die door de lucht vliegt. Een ander goed voorbeeld is de close-up van het kapot hameren van stenen in Mr. Death. Of Rumsfeld die keer op keer navraag doet bij het leger over de situatie van detainees in Irak, en we zien zijn woorden letterlijk in een zwarte, donkere put verdwijnen.

Close-ups van bandrecorders komen vaak terug. Dat ontstond per ongeluk, toen voor het beslissende interview in The Thin Blue Line zijn camera stukging en hij alleen een microrecorder bij zich had. Later kijk je verbouwereerd naar bandrecorders (met dat typische sjlip sjlip geluid) en hoor je Lyndon B. Johnson Robert McNamara de les lezen, nadat we eerder Kennedy van gedachten hoorden wisselen met McNamara.

Zelf zegt Morris er het volgende over: ‘Als alles gepland zou zijn, zou het vreselijk zijn. Als alles ongepland zou zijn, zou het even vreselijk zijn. Cinema bestaat omdat er elementen van beide in voorkomen. En in documentaires is dat ook zo.’

De muziek voegt veel toe
Philip Glass was tot The Unknown Known de vaste componist voor zijn films. Het valt nu pas op hoe die vioolrijke tunes zo ongeveer gemeengoed zijn geworden in series en documentaires. Neem de muziek die je hoort bij de B29-bommenwerpers in de film over Robert McNamara. Of de pure cinema als je kerstmuziek hoort en in slow motion een helikopter ziet klapwieken (The Unkown Known). Daarin is Errol Morris absoluut een voorloper geweest, samen met Adam Curtis.

Conclusie
Regisseur Werner Herzog kent Morris al jaren en zegt het volgende in een interview: ‘Een State of the Union zegt je eigenlijk niets over deze tijd. Maar een film van Errol Morris doet dat wel, is als een tijdcapsule. Die films weerstaan de tand des tijds.’

Persoonlijke top 5 van Errol Morris-documentaires:

  1. The Thin Blue Line (1988) – trailer
  2. Tabloid (2010) – trailer
  3. The Fog of War: Eleven Lessons from the Life of Robert S. McNamara (2003) – trailer
  4. Mr. Death: The Rise and Fall of Fred A. Leuchter, Jr. (1999) – trailer
  5. The Unknown Known (2013) – trailer

Hier kun je Errol Morris’ top tien van favoriete documentaires vinden, en hier lees de toelichting op zijn keuze. En hier vind je Sietse Meijers analyse over Errol Morris.

18 november 2015

DEEL 2: Mensen die hun nek uitsteken

DEEL 3: Pijnpunten, moed en humor als wapen

DEEL 4: De kracht van muziek

DEEL 5: Van zwarte panters tot huiveringwekkende nachtmerries 

DEEL 6: Het goede voorbeeld en Hollands leedvermaak

 
 
MEER ESSAYS