Midnight Special

****

recensie  Midnight Special 

De messias als zevenjarig jongetje

door Alfred Bos

In zijn vierde film ronselt regisseur Jeff Nichols een batterij gekende acteurs in hoofd- en bijrollen voor een psychologisch portret van het hedendaagse Amerika, vermomd als mysterieuze actiethriller.

Jeff Nichols is wellicht de interessantste regisseur die er de afgelopen tien jaar in Amerika is opgestaan. Als je een luie denker bent, zou je hem de nieuwe Terrence Malick kunnen noemen. Maar dat doen we niet, want Nichols is zijn eigen man. Een auteur met een persoonlijke stem die zijn eigen scripts schrijft en met een vast team van acteurs werkt, zoals Kurosawa en Fellini dat deden.

Midnight Special

Nichols’ films hadden alleen nu, in de eenentwintigste eeuw, gemaakt kunnen worden. Ze handelen over onzekerheid en paranoia, en het vastklampen aan een irrationele overtuiging omdat er verder niets is om in te geloven. Het is het Amerika van na 11 september, een onttoverde wereld waarin de mens zich staande moeten houden. Dat doet hij met magisch denken.

Vervreemding
Net als zijn drie voorgaande films speelt Midnight Special zich af in een onbestemd landschap, een niemandsland zonder identiteit of geschiedenis. Roy (vaste Nichols-acteur Michael Shannon) en Lucas (een onderkoelde en sterke Joel Edgerton) racen in een verduisterde auto van motel naar motel, aan de haal voor autoriteiten – naast FBI ook NSA – en wraakzuchtige leden van een onbestemde sekte. Op de achterbank zit Alton, de zevenjarige zoon van Roy en het object van verering van voornoemde sekte. Ze zijn op weg naar zijn moeder, gespeeld door Kirsten Dunst in een rol die herinnert aan haar personage in de tv-serie Fargo.

Alton is geen gewoon jongetje. Hij heeft de gaven van een superheld, kan met zijn geest de kosmos dirigeren, zoals enkele spectaculaire scènes illustreren. Omdat Nichols de achtergrond van het verhaal stukje bij beetje onthult via spaarzame dialoog, blijft de kijker lang onzeker over de betekenis van de handeling en bedoelingen van de diverse partijen. Niet alleen het landschap is vervreemdend, dat is het gedrag van de mensen ook. De elektronische soundtrack versterkt de onbestemde sfeer.

Midnight Special

Oeuvre in aanbouw
Midnight Special is evenwel geen puzzelfilm (zoals het gemaniëreerde Gone Girl) noch een superheldenepos uit de stal van Marvel of DC, maar gebruikt die tropen om de psychische Gestalt van het huidige Amerika te verbeelden. Alton is uitzonderlijk begaafd: “I think you’re a weapon”, zegt Sevier (Adam Driver), de man van de NSA. Het leger, met opmerkelijk veel Afro-Amerikanen, benadert iedereen als schietlustige terrorist en ook de sekte, geleid door een wereldmoede dominee (Sam Shepard), leeft in zijn eigen waanwereld. In Midnight Special is het leven een begoocheling geworden.

Sciencefiction dus, maar dan van de onderkoelde, op psychologie leunende soort, vergelijkbaar met het recente The Wakhan Front uit Frankrijk. Je zou er ook verwijzingen in kunnen zien naar George Lucas’ THX 1138 en (vooral) Spielbergs Close Encounters of the Third Kind. Maar Nichols is zijn eigen man en Midnight Special past naadloos in een oeuvre in aanbouw. Het heeft de paranoia en claustrofobie van zijn debuutfilm Shotgun Stories, de poëzie van Take Shelter en de buiten de beschaving opererende levenswil van Mud.

Zou het toeval zijn dat de film zijn kosmische climax bereikt in het Texaanse zoutmoeras langs de Golf van Mexico, dezelfde ecotoop waarin de Amerikaanse SF-auteur Jeff Vandermeer zijn Southern Reach-trilogie heeft gesitueerd? Het oord is een overgangsgebied tussen zee en land, zout en zoet, aarde en hemel, fysica en metafysica, de gradiënt waar het wonder zich voltrekt. Maar dan in omgekeerde vorm, want de goden hebben ons verlaten.

 

10 mei 2016

 

MEER RECENSIES