Tantas Almas

****
recensie Tantas Almas
Vallei van de zielen

door Cor Oliemeulen

Colombia is het land waar de meeste inwoners (bijna 7,5 miljoen) binnen de eigen landsgrenzen moesten vluchten. Zoveel zielen die hun huis tijdens de burgeroorlog niet verlieten, riskeerden hun leven. Vooral jonge mannen werden vermoord. Tantas Almas is een eenvoudig verteld relaas met een indringende queeste naar het hart van de duisternis.

In het Colombia van de late jaren 80 richtten drugsbaronnen, landeigenaren en politici paramilitaire organisaties op om hun belangen te beschermen. De veelal jonge milities van de Autodefensas Unidas de Colombia (AUC) zaaiden dood en verderf onder progressieve burgerorganisaties en de plattelandsbevolking.

Tantas Almas

Dood en zuivering
In het gebied rond de Magdalena-rivier dat jarenlang hard is getroffen, maken we in 2002 kennis met de vriendelijke, religieuze José, die ’s avonds na urenlang vissen in zijn bootje terugkeert naar zijn dorp aan de oever. Hij wordt opgeschrikt door geschreeuw. Om zichzelf te beschermen, keert hij pas tijdens het ochtendgloren terug. Hij hoort dan van zijn dochter Carmen dat zijn twee zoons zijn meegenomen, en hoogstwaarschijnlijk direct gedood en in de rivier gegooid. ‘Dood en zuivering. Verenigde Zelfverdediging van Colombia’ hebben milities op hun houten huisje gekalkt. José probeert de leus tevergeefs met zijn kapmes te verwijderen. Hij tuurt bijna stoïcijns naar de rivier, omhelst Carmen en neemt zich voor te zorgen voor een respectvolle begrafenis voor haar twee broers.

Tijdens zijn queeste wordt José geconfronteerd met mensen waarvan hij lang niet altijd zeker weet of hij die kan vertrouwen. Zijn ogenschijnlijke gelatenheid is de consequentie van zijn vastberadenheid om zijn zoons te vinden. Vooral hachelijk zijn de confrontaties met paramilitairen die verbieden om lijken uit de rivier te vissen en hem meenemen naar hun kamp. De commandant zit hier begeesterd een bergetappe van de Tour de France te kijken en hoopt vurig dat een Colombiaanse wielrenner wint, terwijl José als een vorm van vernedering wordt gedwongen om het ene na het andere bord soep leeg te eten.

Gouden greep
Regisseur Nicolás Rincón Gille, die na zijn bachelor economie in Bogota naar Brussel vertrok om er film te gaan studeren, maakt met Tantas Almas (Zoveel zielen) zijn speelfilmdebuut nadat hij eerder in drie documentaires de nasleep van het geweld van de paramilitairen in zijn moederland had behandeld. Hij maakt dankbaar gebruik van de sfeervolle breedbeeldcinematografie van Juan Sarmiento met de schoonheid van landschappen die zijn gedrenkt in oorlogsmisdaden. Ook de casting van niet-professionele acteurs op locaties waar het oorlogsgeweld zich het meest liet voelen, is uitermate geslaagd.

Tantas Almas

Vooral de keuze voor José Arley de Jesús Carvallido Lobo als vader José blijkt een gouden greep. Een oudere, pezige man – kalend, grijze haren en een flinke snor, doorleefd gelaat met sprekende ogen en bijna steeds gehuld in een voetbalshirt van het nationale elftal met zijn eigen naam op de rug – die zich laat leiden door de heilige Antonius, het geloof dat dode zielen tot leven kunnen komen, maar vooral door zijn opdracht om zijn twee zoons te vinden.

De cameravoering is rustig, de geluidsband vooral gevuld met omgevingsgeluiden, de spanning bijna steeds voelbaar. De regisseur neemt alle tijd om de kijker mediterend en gehypnotiseerd mee te slepen in José’s innerlijke gevoelswereld door de jungle en in de dorpjes, op weg naar een voor hem onvermijdelijke apotheose, waarvan de expliciete gruwelijkheid bewust bijna geheel buiten beeld wordt gehouden en daardoor juist effectief aanvoelt. Pas als José in het eindshot in een vissersbootje op de Magdalena-rivier steeds verder weg peddelt en langzaam verdwijnt in de onmetelijke natuur is ook de verblufte kijker in staat ‘s mans persoonlijke relaas een plekje te geven.

 

17 december 2021

 

ALLE RECENSIES