Card Counter, The

***
recensie The Card Counter
Boontje komt om zijn loontje

door Cor Oliemeulen

Een mysterieuze man slijt zijn dagen in het casino. Hij is bedreven in kaartspellen, maar wordt gekweld door nachtmerries waarin mensen worden gemarteld. Als hij kennismaakt met een jongeman wil hij deze behoeden voor fouten die hijzelf beging. Wie houdt van feelgood kan misschien beter geen films van Paul Schrader kijken.

Als vertegenwoordiger van de nieuwe generatie filmmakers die vanaf begin jaren zeventig symbool stonden voor New Hollywood (de zogenaamde movie brats) is de Amerikaanse regisseur en scenarist Paul Schrader veel minder bekend dan Steven Spielberg, Francis Ford Coppola en Martin Scorsese. Natuurlijk oogstte Paul Schrader veel lof en faam voor het schrijven van Scorsese’s Taxi Driver (1976), maar de gemiddelde filmliefhebber zal niet snel een aantal films kunnen noemen die hij regisseerde.

The Card Counter

Einzelgänger
Desalniettemin is vooral het begin van Schraders oeuvre – met films als Blue Collar (1978), Hardcore (1979), American Gigolo (1980) en Cat People (1982) – indrukwekkend. Maar de laatste decennia vallen er bar weinig hoogtepunten te ontdekken, uitgezonderd bijvoorbeeld First Reformed (2017), waarin een priester zijn geloof in God en de mensheid verliest (sterk geïnspireerd door Winter Light (1963) van Ingmar Bergman en Journal d’un curé de campagne (1951) van Robert Bresson) en zich in de finale uitrust met een bomgordel teneinde zichzelf en de hypocriete kerkgangers tijdens een dienst op te blazen.

Het zijn dus geen alledaagse verhalen die Paul Schrader zijn publiek vertelt. Je kunt het hem nauwelijks kwalijk nemen dat er bij zijn hoofdpersonages altijd wel een steekje loszit. Als jochie in Michigan opgevoed door streng-calvinistische ouders zag hij pas op zijn achttiende voor het eerst een film, The Nutty Professor (1963) met Jerry Lewis. Maar dat soort komedies vond hij flauw en hadden volgens Schrader niets te maken met de menselijke ziel. Liever ging hij zelf films schrijven met karakters die zich bewust of onbewust moederziel alleen bewegen in de schaduwzijde van de samenleving én een daad willen stellen, met als doel verlossing.

Martelpraktijken
The Card Counter
(2021) past naadloos in dat stramien. Ditmaal introduceert Paul Schrader een wat zwijgzame man die zich William Tell noemt. Oscar Isaac (Inside Llewyn Davis, 2013) is geloofwaardig als notoir casinobezoeker die zijn demonen op afstand probeert te houden. Na ruim acht jaar gevangenschap, waarin hij zich danig heeft bedreven in het tellen van speelkaarten en kansberekeningen, wordt hij nog steeds gekweld door nachtmerries. Niet vreemd als je getuige bent van misstanden in geheime kelders waarin van terreur verdachte islamieten worden vernederd en gefolterd (denk aan Abu Ghraib in Irak).

The Card Counter

Vanaf het moment dat duidelijk is dat ook onze William Tell meedeed aan deze mensonterende praktijken wordt het voor de kijker beduidend moeilijker zich met dit op het oog sympathieke hoofdpersonage te identificeren. Of moeten we Tell misschien ook beschouwen als slachtoffer? De man lijkt veel spijt en schaamte te hebben. Destijds was hij ‘slechts’ een jonge soldaat die zich had laten hersenspoelen door zijn omgeving, in het bijzonder majoor Gordo (Willem Dafoe), die de groentjes klaarblijkelijk geen andere keus liet.

Wraak
Op een dag wordt Tell in een casino benaderd door Cirk (Ready Player One, 2018) wiens vader ook moest deelnemen aan het vernederen en martelen van gevangenen, echter die pleegde zelfmoord. Cirk wil nu wraak nemen op Gordo, ook omdat die net als andere hooggeplaatste officieren niet werd veroordeeld. Hoewel Tell er alles aan doet om de zoon van zijn oud-collega te behoeden voor stommiteiten en hem een kansrijke toekomst zonder ellende wil aanbieden, ligt het voor schrijver/regisseur Paul Schrader ook ditmaal voor de hand om zijn verhaal te laten uitmonden in een bloedbad (weliswaar buiten beeld).

Het ongemak bij het kijken van The Card Counter heeft alles te maken met het mishandelen van mensen (wetende dat in de gemiddelde thriller mensen bij bosjes worden doodgemaakt), maar de flarden van vernedering en foltering zijn kennelijk nodig om je beter te kunnen inleven. Ook het eind vorig jaar verschenen The Mauritanian – over de ten onrechte langdurig opgesloten en gemartelde Mohamedou Ould Slahi (die zijn getuigenissen optekende in een bestseller) in Guantánamo Bay – is geen pretje om naar te kijken. We wachten op een film over de Oeigoeren…

 

5 februari 2022

 

ALLE RECENSIES