Duke, The

***
recensie The Duke
Herinnert u zich die gekke vent nog?

door Paul Rübsaam

In The Duke geeft Jim Broadbent overtuigend gestalte aan de excentrieke Kempton Bunton, die in 1965 terechtstond voor de diefstal van het schilderij ‘Portrait of The Duke of Wellington’ van Francisco Goya. Toch weet de film van Roger Michell niet uit te stijgen boven het niveau van een aardige anekdote. 

Een oudere autodidactische intellectueel, gehuld in een lange regenjas, met een slappe vilten hoed op zijn hoofd en een pijp in zijn mond, die veel, héél veel praat. Niet zonder humor, maar met een vleugje bitterheid stelt hij voortdurend sociale misstanden aan de kaak, ten overstaan van iedereen die dat horen en niet horen wil.

The Duke

Zo’n type was Kempton Bunton (1904-1976), in ieder geval in de interpretatie van acteur Jim Broadbent in The Duke van de Britse regisseur Roger Michell (1956-2021). The Duke toont een werkloze chauffeur, die in 1961 het door de Britse staat voor honderdveertigduizend pond gekochte schilderij ´Portrait of The Duke of Wellington’ van de Spaanse schilder Francisco Goya gestolen zou hebben uit The National Gallery in Londen. 

Podium
In de flash forward van de openingsscène zien we Bunton voor het gerecht staan. Volgens de film was dat een paar maanden na de diefstal, in werkelijkheid vier jaar later. De rol van verdachte van een geruchtmakende kunstroof zou hem het podium kunnen verschaffen waar hij al zo lang naar snakt. In de arbeidersbuurt in Newcastle waar hij woont is hij al een bekende met zijn acties tegen het vragen van kijkgeld aan gepensioneerden en oorlogsveteranen voor televisie-uitzendingen van de BBC.

Bunton schreef toneelstukken, maar die vonden nooit een uitgever. Echter voor een publiek, dat de hele staat vertegenwoordigt, zou hij de show kunnen stelen en aandacht kunnen vragen voor zijn Robin Hood-achtige altruïsme. Want Bunton heeft het losgeld dat hij vroeg voor het ontvreemde schilderij, aangekocht met belastinggeld van de Britse burgerij, nooit voor zichzelf willen houden.

De Buntons
Zal het pleidooi van de verdachte zelf de jury overtuigen, of heeft zijn aanvankelijk zwijgzame advocaat Jeremy Hutchinson (Matthew Goode) ook nog argumenten ten gunste van zijn cliënt? Voor we daar achter komen, leren we meer over het dagelijks leven van Bunton in de tijd voorafgaand aan de kunstroof en de periode waarin hij samen met zijn zoon Jackie (Fionn Whitehead) het ontvreemde schilderij niet alleen voor de buitenwereld verborgen probeert te houden, maar ook voor zijn  ietwat knorrige vrouw Dorothy (Helen Mirren), die tegenwicht probeert te bieden aan haar idealistische, maar onverantwoord handelende echtgenoot.

Naast de nog thuiswonende Jackie hebben Kempton en Dorothy nog een oudere zoon: Kenny (Jack Bandeira). Hij woont in het volgens Dorothy sowieso al twijfelachtige Leeds, waar hij er eveneens twijfelachtige, al dan niet criminele activiteiten op nahoudt. Ook Kenny verschijnt nog regelmatig in zijn ouderlijk huis, soms in gezelschap van zijn niet al te sympathieke vriendin Pammy. Die laatste zou Kempton nog wel eens in de problemen kunnen brengen. De Buntons hadden ooit ook nog een dochter: Marian. Zij kwam dertien jaar eerder bij een verkeersongeluk om het leven.

The Duke

Glimlachje
Er zijn genoeg redenen te bedenken waarom The Duke op onze sympathie mag rekenen. De première is lang uitgesteld vanwege meerdere lockdowns; regisseur Roger Michell overleed in september zonder de vertoning van zijn laatste film in de bioscopen te hebben meegemaakt; de film heeft een plezierige, voor de vroege jaren zestig gepaste soundtrack (met onder andere ‘Walking back to Happiness’ van Helen Shapiro) en Broadbent en Mirren vormen een sterk protagonistenkoppel. Bovendien presenteert de film recentere (maar niet nieuwe) informatie, die de ongerijmdheid kan verklaren dat de tamelijk oude en zwaarlijvige Bunton zich destijds gebruikmakend van een ladder en een klein toiletraampje toegang zou hebben weten te verschaffen tot The National Gallery.

Maar Roger Michell, die bij zijn dood in september 2021vooral herdacht werd als de regisseur van het onvermijdelijke Notting Hill (1999) demonstreert toch te weinig behoefte om een spraakmakend nieuw licht op de oude geschiedenis van Bunton te werpen. Stonden politie en justitie met hun aanvankelijke veronderstelling dat een groep professionele criminelen verantwoordelijk was voor de inbraak destijds niet volledig voor gek? Had Bunton niet een punt met zijn opvatting over een rechtvaardigere besteding van belastinggelden? Vormden zijn familieomstandigheden niet eerder de ingrediënten voor een intens drama, in plaats van dat het allemaal zo grappig en lichtvoetig was?

Een dwingende keuze uit dat soort mogelijke invalshoeken, die redengevend zou kunnen zijn voor het hervertellen van het zevenenvijftig jaar oude verhaal, ontbreekt. Het gevolg is dat je na de aftiteling van The Duke als kijker slechts een obligaat glimlachje produceert en je aandacht al gauw weer richt op actueler en belangrijker lijkende zaken.

 

12 maart 2022

 

ALLE RECENSIES