The Matrix: blauwdruk van de superheldenfilm

The Matrix: blauwdruk van de superheldenfilm

door Alfred Bos

The Matrix was in 1999 de verrassingshit van een spectaculair filmjaar, waarin onder meer Eyes Wide Shut, Magnolia, American Beauty, The Sixth Sense, Being John Malkovich en Fight Club verschenen. De film was toen al een rare mix van nieuw en gedateerd. En is dat bij de hernieuwde kennismaking, nu hij opnieuw wordt uitgebracht, nog meer dan toen.

Niets veroudert zo snel als het bedoeld aparte, het bewust afwijkende, het nieuwe dat zichzelf als nieuw afficheert. Wat hip wil zijn, raakt snel gedateerd. Kijk naar sciencefictionfilms uit de jaren vijftig en je wordt bevangen door een zekere gêne. De deken van nostalgie kan de knulligheid van de verbeelde toekomst wel verzachten, maar niet verhullen. Daarom steken films als 2001: A Space Odyssey, Solaris en Blade Runner met kop en schouder boven de doorsnee-genrefilm uit. Het is hun tijdloosheid, hun niet-gedateerd zijn. Ze staan los van de mode en het moment waarop ze zijn gemaakt.

The Matrix

The Matrix verscheen in de zomer van 1999 en sloeg bij menige kijker in als een granaat. Het verbijsterende verhaal: de dagelijkse belevingswereld blijkt een geregisseerde constructie. De vernieuwende vorm: vechtscènes als kung fu-balletten. De visuele effecten: kogels die in slow motion over het doek vliegen, de bullit time. Het was verbluffend, een technisch hoogstandje. The Matrix – plus de vervolgdelen Reloaded en Revolutions – werd een cultfenomeen en de Wachowski-broers Larry en Andy (zussen Lana en Lilly, sinds respectievelijk 2003 en 2016) groeiden uit tot cultheld(inn)en.

Twintig zomers na de première is de bruis voor een flink deel platgeslagen. The Matrix is nog steeds een onderhoudende actiefilm met originele momenten en treffende effecten. Maar één van de beste sf-films ooit, passend in het eerder genoemde rijtje?

Wat nu vooral opvalt zijn de clichés. En dan niet wat inmiddels cliché is geworden: de kung fu in een westerse setting, de virtuele nepwereld, het ultrageweld. Maar de clichés die in 1999 al cliché waren, zoals de romance tussen de lotgenoten, en het verraad van de insider, of het slotgevecht waarin de bijna verslagen David op het allerlaatste moment de onoverwinnelijke Goliath vloert. Afijn, we kennen het van een miljoen andere films. The Matrix is door en door Hollywood. Maar toch ook weer niet. Het verpakt ideeën uit de tegencultuur in een mainstreamjas.

De wereld als simulatie
The Matrix is een film van zijn tijd, de jaren negentig van de vorige eeuw. Cyberpunk is van oorsprong een literair subgenre dat in de jaren tachtig zijn vorm werd gegeven door sciencefictionauteurs Bruce Sterling (The Artificial Kid, 1980) en William Gibson (Neuromancer, 1984). Cyberpunk verbeeldt een wereld waarin punks achter de computer zitten en zich als hacker verweren tegen de corporate wereld die de rol van de staat heeft overgenomen. Het genre leeft nog steeds, ook in de bioscoop: zie Upgrade (2018). En op televisie, blijkens Mr. Robot (USA Network, 2015) en Altered Carbon (Netflix, 2018).

Midden jaren negentig – en kort na de CGI (computer generated imagery)-revolutie – maakte cyberpunk de sprong van papier naar het het grote scherm via films als Johnny Mnemonic (Robert Longo, 1995), Strange Days (Kathryn Bigelow, 1995), Dark City (Alex Proyas, 1998) en eXistenZ (David Cronenberg, 1999). Die laatste verscheen in Amerika een paar weken na The Matrix en werd, onverdiend, geheel overschaduwd door het bravourestuk van de Wachowski’s.

De wereld als simulatie, buiten de onwetende hoofdpersoon om geregisseerd door een derde partij, is een idee van sf-schrijver Philip K. Dick. Hij introduceerde het concept in zijn roman Time out of Joint uit 1959. De digitale schijnwereld is een troop van het cyberpunkgenre: in zijn roman Neuromancer koppelt William Gibson de gesimuleerde wereld van Philip K. Dick aan het concept internet en noemde het—de matrix. Een virtuele wereld die bestaat uit data, uit enen en nullen. Gibson visualiseert computerbestanden als gebouwen, een quasi-werkelijkheid.

Geregisseerde namaakrealiteiten staan centraal in Strange Days en Dark City. David Cronenbergs eXistenZ speelt met hetzelfde concept. De tv-serie Wild Palms deed dat al in 1993. William Gibson schreef een op zichzelf staande aflevering van The X-Files, in Amerika uitgezonden op 15 februari 1998. In Kill Switch beleeft Mulder gruwelijke avonturen in een virtuele werkelijkheid die wordt geregisseerd door een kunstmatige intelligentie. Nieuw was het idee van de wereld als gemanipuleerde neprealiteit bepaald niet niet toen The Matrix op 31 maart 1999 in Amerika, en in Nederland op 17 juni, in de bioscoop verscheen.

The Matrix

Technologische overkill
‘Alles is bestemd om opnieuw te verschijnen als simulatie’, schreef de Franse filosoof Jean Baudrillard in America (1986). In cyberpunk staat de simulatie centraal; namaak is gewoon, bedrog de norm. De markt heeft de staat vervangen, internationaal opererende bedrijfsconglomeraten staan buiten de wet. De ultra-rijken leven in een bubbel van exorbitante luxe, geïsoleerd van de verpauperde massa. De wereld is een ecologische ruïne, de paleizen van het bedrijfsleven contrasteren scherp met de verloederde leefomgeving van de havenots. Steriel minimalisme – of opulente overdaad – versus de bouwval van het industriële, pre-digitale tijdperk.

De hyperrealiteit van The Matrix verhult een gruwelijke werkelijkheid. De mens is onderworpen door intelligente machines en verworden tot biologische batterij die de robotten van stroom voorziet. Hij wordt als pluimvee gekweekt in incubatiecellen, door de Wachowski’s verbeeld via een architectuur die technologische overkill op een onmenselijke schaal suggereert. Het kunstmatige ei waarin men virtueel droomt, is gedetailleerd beschreven in Halo, de eerste en enige roman van Tom Maddox uit 1991. Dat boek was weer geïnspireerd door Count Zero (1987) van William Gibson.

Ook typisch jaren tachtig is de aankleding van de werelden, reëel en virtueel, die de Wachowski’s de kijker voorschotelen, de werelden waarin de rebellen van The Matrix hun overheersers te lijf gaan. De straatbeelden van New York, met hun trottoirs vol anoniem maar vlot geklede consumenten en werkbijen, hadden uit Wall Street (1987) kunnen komen. Dat is de schijnwereld van de virtuele nabootsing. In de niet-gesimuleerde werkelijkheid van The Matrix bewegen de rebellen zich in een onderwereld vol metaal die eerder industrieel dan digitaal aandoet, evenveel tank is als computer.

The Matrix

Die onderwereld is de visuele pendant van de muziek die is gemaakt door industriële rockbands uit de jaren tachtig als Front 242, The Young Gods, Front Line Assembly, Nurse With Wounds en Ministry. De laatste is op de geluidsband van de film te horen, naast jaren negentig acts als Marilyn Manson, Meat Beat Manifesto en Rammstein. De muziek op de soundtrack is industrial en big beat, genres die in 1999 hip zijn in rockkringen waar met synthesizers wordt geflirt. De grunge van Nirvana en Pearl Jam is opvallend afwezig.

Nostalgische romantiek
De technologie van de rebellen doet ouderwets aan. In 1999 bestaat de smartphone nog niet, in de gesimuleerde wereld belt men met klassieke dumbphones voorzien van antennespriet; ze worden open en dichtgeklapt. Om van de gesimuleerde wereld terug te keren naar hun dystopische realiteit gebruiken de rebellen archaïsche telefoons met draaischijf of, in het beste geval, druktoetsen.

Telefoons en dus niet computers zijn de poort tussen de virtuele realiteit en de fysieke wereld: het is alsof de digitale revolutie en internet nog niet zijn gebeurd. De gesimuleerde wereld van The Matrix, die volgens het filmverhaal is gesitueerd in de late tweeëntwintigste eeuw, is die van de jaren tachtig van de vorige eeuw. Het moment waarop cyberpunk zich presenteerde als de nieuwe voorhoede.

The Matrix

Om van hun eigen wereld naar de simulatie te reizen, gebruiken de rebellen een andere cyberpunktroop, de plug die als breincomputerinterface in de nek wordt gestoken, door William Gibson geïntroduceerd in Neuromancer. De Wachowski’s hadden ook kunnen kiezen voor elektrodes die via de oogzenuw het brein verbindt met de computer en diens simulatie, zoals Pat Cadigan deed in haar roman Mindplayers uit 1987. Moet je wel eerst je kunstogen –simulaties – uitdoen.

William Gibson heeft in zijn essay Will we have computer chips in our heads? kanttekeningen bij die chirurgisch ingebrachte implantaten geplaatst. Hij ziet ze als ‘nostalgische romantiek’, vergelijkbaar met verouderde technologie als de vacuümbuis en de diaprojector. Biotechnologie en nanotechnologie zullen dergelijke invasieve ingrepen overbodig maken, stelde hij in het Amerikaanse weekblad Time. Internet was in 1999 niet langer het speeltje van academici en hackers, maar een massamedium. Cyberpunk begon al een beetje nostalgisch te voelen.

Morpheus’ monologen
Gibsons artikel verscheen op 19 juni 2000, zodat de Wachowski’s het niet gelezen kunnen hebben. De vervaarlijk ogende pluggen die de rebellen in hun nek steken om de virtuele wereld binnen te treden, herinneren eraan dat The Matrix, à la David Cronenberg, de nodige body horror bevat. Dat geldt ook voor de broedcellen waarin mensen worden gehouden als batterij. Nadat Neo heeft gekozen voor de rode pil (de waarheid), wordt hij wakker uit zijn gesimuleerde droom. De scène had van de Japanse horror-regisseur Shin’ya Tsukamoto (Tetsuo, 1989) kunnen zijn.

The Matrix

Het meest ouderwetse en het meest clichématige Hollywood-aspect van The Matrix is de verteltechniek. De expositie van het buitenissige achtergrondverhaal – de aard van het bestaan en de manipulatie – nodig om de pointe van de film te kunnen bevatten, gebeurt via monologen van Morpheus (Laurence Fishburne), de ziener, of zo men wil, de sjamaan van het verhaal.

Over de held-tegen-wil-en-dank, Thomas Anderson/Neo (Keanu Reeves, die eerder de hoofdrol speelde in het verwante Johnny Mnemomic, naar het gelijknamige verhaal van William Gibson), stort Morpheus een vloed aan informatie uit. Het is vermoeiend, niet alleen voor Neo, ook voor de kijker. Het doet ronduit onbeholpen aan.

In de klassieke mythologie is Morpheus een shapeshifter die in mensengestalte in dromen verschijnt. Zijn vader is Hypnos (slaap), zijn oom Tanathos (dood). Morpheus is als Dream het hoofdpersonage van The Sandman. Dat stripverhaal van Neil Gaiman hebben de Wachowski’s, comicfans en liefhebbers van popcultuur, zeker gelezen. Dream/Morpheus personifieert dromen en verhalen: de verbeelding. Hij bij uitstek kan het verschil maken tussen fictie en feit.

Geleende ideeën
The Matrix
gebruikt een interessant idee (de wereld als simulatie) en verpakt het in een vergezochte premisse (de mens als biologische batterij) om een kreupel uiteengezet verhaal (Morpheus’ monologen) via vernieuwende actie (kung fu) en dito beeldtaal (bullit time) een standaardvertelling te serveren (rebellen versus overheerser) die uitmondt in een clichéslot (David verslaat Goliath nipt). Het publiek reageerde enthousiaster (IMDb-waardering 8,7) dan critici en beroepskijkers (Metacritic-waardering 73).

The Matrix

The Matrix is een collage van ideeën die al geruime tijd leefden in sciencefiction en popcultuur. Het idee van de werkelijkheid als geregisseerde constructie hing in de lucht: een jaar voor de film over Neo, Morpheus en Trinity (Carrie-Anne Moss) in première ging, draaide in de bioscoop The Truman Show (Peter Weir, 1998), met Jim Carrey als verzekeringsagent die zich er niet van bewust is de hoofdpersoon te zijn van een reality tv-show. Ook qua vorm is de film van de Wachowski’s niet oorspronkelijk. Het idee van de bullit time komt van Michael Gondry, die het in 1997 gebruikte voor zijn clip van de Rolling Stones en hun cover van Bob Dylans Like a Rolling Stone.

Een vergaarbak van andermans ideeën, knip- en plakwerk van fanatieke fanboys—de Wachowski’s zijn meer dan eens beschuldigd van plagiaat. Dat is op zich niet opzienbarend, de populaire cultuur zit vol met me too-creaties die bestaan uit geleende ideeën. Ondanks zijn gebreken is de film invloedrijk gebleken. Dat komt niet door het basisidee van de wereld als constructie ten behoeve van parasiterende . Dat was eerder – en is vaker – en beter gedaan. Het komt ook niet door de regie, want die is niet van bijzondere kwaliteit. Het komt door de visuele flair van de actiescènes.

Toevalstreffer?
The Matrix
heeft de Amerikaanse actiefilm veranderd. Vóór 1999 was kung fu het domein van de Aziatische cinema. De Wachowski’s integreerden het in de Hollywood-modus en een jaar later maakte Ang Lee met Croughing Tiger, Hidden Dragon de spectaculair gechoreografeerde vechtkunst tot deel van de beeldtaal die iedere filmkijker verstaat. Quentin Tarantino nam het gretig over voor diens Kill Bill-films van 2003 en 2004. The Matrix heeft de toon gezet voor de golf superheldenfilms van het nieuwe millennium.

The Matrix

De acteurs hebben het meest geprofiteerd van het succes van The Matrix. Voor fotomodel en tv-actrice Carrie-Anne Moss was haar rol als Trinity de springplank naar een bloeiende filmloopbaan. Kenau Reeves groeide uit tot een ster en zowel Laurence Fishburne als Hugo Weaving (die de rol speelt van Agent Smith, de antagonist) zaten nadien geen dag zonder werk.

Na de vervolgdelen Reloaded en Revolutions, kort na elkaar uitgebracht in 2003, hebben de Wachoswki’s niets meer van vergelijkbare invloed of kwaliteit gemaakt. Hun laatste film, Jupiter  Ascending, is een warrige mislukking. De aanvankelijk veelbelovende tv-serie Sense8, geschreven in samenwerking met stripauteur J. Michael Straczynski, is na twee seizoenen van de buis verdwenen: weidse visie, torenhoge ambities, een overdaad aan personages, chaotische verhaallijn, geen focus.

Zo lijkt The Matrix een toevalstreffer. Of heeft de film zijn makers opgebrand?

The Matrix draait vanaf 29 augustus opnieuw in de bioscoop.

 

26 augustus 2019


ALLE ESSAYS