IFFR 2016 – Deel 1

Deel 1: Poppen, indianen, muzikanten en een megaflat

door George Vermij

De filmtijger waart weer rond in Rotterdam en Indebioscoop is erbij! In ons eerste festivalverslag een animatiefilm van Charlie Kaufman, bloeddorstige indianen in het wilde westen, een ontmoeting tussen oosterse en westerse muzikanten in India en bizarre taferelen in een brutalistische megaflat. 

Anomalisa

Geanimeerd onbehagen
Charlie Kaufman kennen we natuurlijk van zijn originele en slimme scripts voor Eternal Sunshine of the Spotless Mind en Adaptation.. Hij debuteerde een aantal jaar geleden met het complexe Synecdoche, New York. Zijn nieuwste film, Anomalisa, heeft een simpel uitgangspunt, maar is op een andere wijze ambitieus. Kaufman werkte voor de film samen met stop-motionanimatoren en dat heeft een wereld opgeleverd die herkenbaar is maar ook vervreemdend. Sommige poppen zijn levensecht terwijl anderen mechanisch en onpersoonlijk ogen.

In dat universum volgen wij Michael Stone. Een schrijver van businessboeken die op zakenreis is in een non-descript en zielloos Cincinatti. In een luxueus maar steriel hotel peinst hij over zijn leven en concludeert hij dat hij ongelukkig is. Dat verandert als hij de pure en onschuldige Lisa leert kennen en valt op haar stem.

Kaufmans film weet door subtiele en minder subtiele trucjes het groeiende onbehagen van Michael te illustreren. De stemmen van David Thewlis, Jennifer Jason Leigh en Tom Noonan geven de poppen een extra lading, waarbij vooral Leigh met een mooie ingetogen versie van het liedje Girls just want to have fun weet te ontroeren. De stem van Noonan werkt vooral als tegenpool van de menselijkheid en emotie van Thewlis en Leigh.

Die spanning is essentieel voor de film die gaat over het vastzitten in een kleurloze wereld waar gemak en comfort een groter gevoel van zinloosheid niet langer meer kunnen onderdrukken. Naar het einde toe verliest Anomalisa de richting en zorgen wat vreemde wendingen voor een onevenwichtige conclusie. Toch is de moderne malaise die de film als zijn onderwerp heeft op momenten pijnlijk herkenbaar ondanks dat er poppen zijn gebruikt om dat over te brengen.

Bone Tomahawk

Het wilde en bloedige westen
Bone Tomahawk is een merkwaardige hybride van horror en western. Als er in een slaperig dorpje opeens mensen worden ontvoerd door mysterieuze indianen, gaat een stoere Sheriff (Kurt Russel, die net van de set van The Hateful Eight lijkt te zijn weggelopen) op onderzoek uit. Samen met de man (Patrick Wilson) van een ontvoerde vrouw, een dandy cowboy en zijn trouwe deputy komen ze op het spoor van een primitieve meute indianen die lijken op neanderthalers en er brute eetgewoontes op nahouden.

Bone Tomahawk weet een overtuigende westernsfeer neer te zetten, maar is vooral aan de te lange kant. De tocht die het gezelschap aflegt naar de grotten had makkelijker wat korter gekund en bevat wat onnodige subplots. De overgang van western naar horror is lekker abrupt, waarna het bloed rijkelijke vloeit en ledematen niet meer veilig zijn voor strijdbijlen en andere barbaarse instrumenten. Helaas wordt die rauwe duistere sfeer niet tot het einde vastgehouden.

Junun

Muzikaal fort
Junun is een vreemde toevoeging van de filmografie van Paul Thomas Anderson. De impressionistische documentaire volgt muzikant Johny Greenwood (bekend van de band Radiohead en componist van een aantal soundtracks voor Andersons films) in India. Daar heeft hij in een eeuwenoud fort met muziekproducer Nigel Godrich een tijdelijke studio gebouwd waar hij met Indiaanse muzikanten repeteert en muziek maakt.

Junun toont wat energieke sessies waar oost en west bij elkaar komen in onwerkelijke en ritmische composities. Anderson lijkt niet geïnteresseerd in het geven van informatie of het duidelijk vertellen van een verhaal. Zijn film is een schets die mooie momenten van muziek maken afwisselt met wat couleur locale. Af en toe komen er artiesten aan het woord, maar die vertellen weinig. Het gaat dus vooral om de sfeer en verschilt daarmee van een beter docu over de ontmoetingen tussen muzikale culturen zoals het mooie Song of Lahore. Meer een tussendoortje dus, wat ook de korte duur verklaart.

High-Rise

Brutalistische botsingen
Ben Wheatley is een unieke Britse filmmaker die zich begeeft tussen genres, maar altijd confronterende, licht surreële en gewelddadige films maakt. In Rotterdam was Kill List al eerder te zien: een verhaal over een huurmoordenaar krijgt een duister occult kantje. High-Rise is een grotere film, wat blijkt uit de indrukwekkende look van de film en een sterrencast.

Tom Hiddleston speelt een verwarde arts die in een grootse torenflat woont die door architect Jeremy Irons is ontworpen vanuit een modernistisch utopisch model. Het immense betonnen gebouw bevat alles wat een mens nodig heeft. Maar zijn de bewoners wel zo gelukkig en is iedereen wel gelijk?

Wheatley’s film is een bewerking van de gelijknamige roman van cultschrijver J.G. Ballard die een fascinatie had voor de botsing tussen moderne technologie en de kwetsbare psyche en vleselijkheid van de mens. Dat gegeven werd al vrij letterlijk vertaald in Crash, dat gaat over mensen die opgewonden raken van auto-ongelukken. High-Rise weet duistere thema’s ook langzaam onder de oppervlakte tastbaar te maken. De prachtige shots en sets vallen vooral op, echter het verhaal weet de spanning maar tot een bepaald punt te behouden. Daarna wordt het al snel onnodig bizar en richtingloos. En gemiste kans dus voor een regisseur die visueel perfect weet te imponeren maar bepaalde belangwekkende thema’s slechts zijdelings weet te raken.

 

28 januari 2016

 

VERSLAG IFFR 2016 Deel 2

VERSLAG IFFR 2016 Deel 3

VERSLAG IFFR 2016 Deel 4

VERSLAG IFFR 2016 Deel 5 (slot)