Deel 3: Horror, beklemming en een bloederig goedmakertje
door Suzan Groothuis
In dit derde deel van het International Film Festival Rotterdam aandacht voor films waarin horror, angst en bloedvergieten een rol spelen. Van de essay-achtige docu Fear Itself springen we naar het beklemmende Endorphine, om te eindigen met Green Room waarin de punkband The Ain’t Rights in een waar bloedbad verzeild raakt.
Wat doet angst met je?
De kalme voice-over van Amy E. Watson leidt ons in Fear Itself door diverse scènes uit horrorfilms. Enge momenten waardoor zij betoverd is, fragmenten die een beklemmende of opbouwende angst suggereren en zich in je hoofd nestelen. De essay-achtige documentaire, waarin de bevindingen en verklaringen van de voice-over samensmelten met beelden uit vergeten horrorfilms en iconische klassiekers, is vooral een sfeerimpressie die de vraag oproept wat angst is en wat het met je doet. En ook waarom bepaalde scènes zo goed werken, zoals Liv Tyler die in The Strangers vastzit in een huis en lastiggevallen wordt door onbekend kwaad.
Fear Itself veroorzaakt een vreemd soort sensatie van samensmelting van soundtrack, beelden en voice-over in een dromerige, angstige en schimmige wereld. Het maakt nieuwsgierig naar vergeten films als Let’s Scare Jessica to Death (1971), waarin een enkele foto kippenvel veroorzaakt op je armen. Of The Exorcist III, waarin een scène in een mortuarium laat zien dat niets op kan tegen het kwaad. En dan nog de fantastische bioscoopscène in A Nightmare on Elm Street 4: The Dream Master, waarin je de dreiging letterlijk in je bioscoopstoel voelt. Fear Itself is niet een hele opzienbarende of vernieuwende documentaire, maar doet wel de vraag rijzen hoe het werkt met angst in films en de gekozen fragmenten sluiten daar perfect op aan.
Niets is wat het lijkt
In het Canadese Endorphine is niets wat het lijkt. Regisseur André Turpin, aanwezig op het festival, raadt aan om de film te ondergaan als een droom en niet teveel te zoeken naar antwoorden of verklaringen. Endorphine begint sterk met een meisje op een afgelegen terrein, waar alles verandert als zij stappen voor- of achterwaarts zet. Lichten springen aan, een bus met passagiers neemt een andere positie in.
Dan over naar het verhaal: de twaalfjarige Simone is getuige van de gewelddadige moord op haar moeder. Tegelijkertijd geeft zestiger Simone een lezing, waarin (toeval of niet?) de beelden van de moord geprojecteerd staan op een groot scherm. En twintiger Simone werkt in de garage waarin de moeder vermoord is. Heden, verleden en toekomst vervloeien met elkaar, evenals de hoofdpersoon Simone in de vorm van drie generaties. De twaalfjarige- en twintigjarige Simone lijken dusdanig op elkaar dat je als kijker even verward raakt – wie is nou wie? Is het wel dezelfde persoon? Of speelt de regisseur met manipulatie van de werkelijkheid en onze zintuigen?
Endorphine is prachtig geschoten – je verwacht ook niet anders van Turpin die ook verantwoordelijk was voor het camerawerk van Denis Villeneuve’s Incendies en Xavier Dolans Mommy. Toch is het meer stijl boven inhoud. Met name de tweede helft zakt wat in en maakt je als kijker juist afwezig in plaats van alert. Naar verklaringen of antwoorden hoef je inderdaad niet te zoeken, want de verwarring is er na het zien van de film nog steeds. Maar die blijft niet met zo’n impact hangen als films van David Lynch (duidelijk een referentie) of het donkere, repeterende Triangle.
Bloederig goedmakertje
Na Blue Ruin (in 2013 vertoond op het IFFR) komt Jeremy Saulnier nu met Green Room. Blue Ruin is een soort wraakfilm die flink uit de hand loopt en ook in Green Room gaat het mis. We volgen punkband The Ain’t Rights, die het niet bepaald makkelijk heeft. Na een afgeblazen concert spelen ze zowat voor nop in een Mexicaans restaurant. Dat je daar pissig van wordt is niet gek, dus biedt hun bemiddelaar hen een goedmakertje aan. En zo gebeurt het dat het viertal afreist naar de bossen van Oregon en in een louche tent met neonazi’s belandt. Ze treden op, maar je voelt de dreiging direct. De agressie is alom aanwezig. En dan gaat alles mis wat er maar mis kan gaan en mondt het goedmakertje uit in een ijzingwekkend bloedbad.
Zonder teveel te vertellen – ga de film zien! – lukt het Saulnier een beklemmende, opbouwende spanning neer te zetten. Waarin er ook ruimte is voor onverwachte momenten, die de kijker een waar “what the fuck!”-moment geven. Waar Blue Ruin met name met de tweede helft inlevert met een te traag tempo, zitten we nu tot het einde op het puntje van onze stoel. Knap, want de film speelt zich vooral in één ruimte af. Als extraatje komt Patrick Stewart als ijzingwekkende bendeleider voorbij. Een film voor liefhebbers van geweld en bloedvergieten, maar dan wel met een rauw en donker randje.
4 februari 2016
VERSLAG IFFR 2016 Deel 5 (slot)