IFFR 2019: Veel ruimte voor obscure krochten

IFFR 2019: van 23 januari tot en met 3 februari 
Veel ruimte voor obscure krochten van wereldcinema

door George Vermij

Rotterdam host het grootste internationale filmfestival van Nederland en wij doen traditioneel verslag. Na onze twee IFFR-previews per genre een vooruitblik om helemaal in de stemming te komen. 

Rotterdam heeft altijd een breed programma: naast de wat grotere arthouse en independent films is er veel ruimte voor de meer obscure krochten van de wereldcinema. Wat de grote titels betreft zijn dit jaar Vox Lux en High Life opvallend. Deels worden ze gedragen door bekende Hollywoodsterren, maar de regie is in handen van mensen die naam hebben gemaakt binnen de arthouse.

Vox Lux

Popster
In Vox Lux speelt Nathalie Portman een grote popster die bekend werd nadat zij als jong meisje een traumatische gebeurtenis meemaakte en daarover ging zingen. Acteur Brady Corbet (Funny Games US, Melancholia) is de regisseur en zijn The Childhood of a Leader was eerder op het festival te zien. Voormalig meisjesidool Robert Pattinson probeert zijn carrière weer meer artistieke geloofwaardigheid te geven met zijn rol in High Life van de Franse Claire Denis die bekend staat om haar lange staat van dienst (Trouble Every Day, Beau Travail en Un Beau Soleil Intérieur) binnen de arthousecinema.

Binnen dat genre is er ook nieuw werk van Alice Rohrwachter die een aantal jaar geleden imponeerde met Le Meraviglie. Haar nieuwe film Lazzaro Felice werd al goed ontvangen in Cannes en draait in Rotterdam. Sunset kan ook verrassend worden. László Nemes maakte indruk met het intense concentratiekampdrama Son of Saul en Sunset wordt omschreven als een paranoiathriller.

Spionnen
Genrecinema is onderhuids altijd wel aanwezig op het festival en sluit goed aan op de thema’s die dit jaar worden aangekaart. Een programmaonderdeel gaat over spionage en bevat klassiekers zoals Alfred Hitchcocks Rear Window en Frits Langs Spione. Verrassende keuze is wel de Tsjechische film Skid uit 1969 die de intriges van de Koude Oorlog laat zien vanuit de kant van het Oostblok. De Zuid-Koreaanse film The Spy gone North klinkt ook veelbelovend. Een verhaal over een spion die met moeite infiltreert in de partijtop van Noord-Korea en geleidelijk het vertrouwen van hooggeplaatste figuren binnen het totalitaire regime wint.

Una Banda de Chicas

Naast spionnen ook geen gebrek aan monsters en zombies. In het Argentijnse Soy Toxico is Latijns-Amerika veranderd in een post-apocalyptisch landschap met hordes ondoden. De mens is het ultieme monster in Harpoon waarin drie jongeren opeens zijn gestrand op zee en moeten overleven. Een situatie die het slechtste uit de mens kan halen. En in Koko-di Koko-da wordt een getraumatiseerd koppel geterroriseerd tijdens een campingtocht in de bossen.

Tot slot mogen wat documentaires niet ontbreken. Doozy is een ongebruikelijk portret van een stemacteur die vooral slechteriken in cartoons vertolkte. Vinyljunkies, over een iconische platenzaak in Rotterdam, is verplichte kost voor liefhebbers van het zwarte goud. En een erg leuk geheim van het festival is het Scopitone Café waar muziekdocumentaires worden vertoond waaronder Una Banda de Chicas over feministische rockbands in Argentinië.

 

22 januari 2019


MEER FILMFESTIVAL

One, Two, Three

One, Two, Three

Kluchtige hectiek in verdeelde stad

door George Vermij

Spanningen tussen Oost- en West-Berlijn lopen hoog op in Billy Wilders mallotige One, Two, Three. En dat alles wegens een jonge Amerikaanse dame die gevallen is op een fanatieke communist. Hooggeplaatste Coca-Colaverkoper C.R. “Mac” MacNamara mag het allemaal oplossen. 

De invloedrijke filmcritica Pauline Kael was geen fan van One, Two, Three. In haar boek ‘I Lost it at the Movies’ is ze buitengewoon vilein en laat ze niets heel van de film:

As a member of the audience, I felt degraded and disgusted, as if the dirt were being hurled right at my face.  One Two Three is overwrought, tasteless, and offensive – a comedy that pulls out laughs the way a catheter draws urine.

Je merkt dat ze gekwetst is. Een emotie die vandaag de dag ook niet ontbreekt in veel filmkritiek. Maar heeft Kael gelijk?

One, Two, Three

Houdbaarheid
Toen ik de film zag tijdens een Billy Wilder-retrospectief op tv moest ik lachen. Als vijftienjarige werd ik meegevoerd in het dolle tempo van de film. One, Two, Three moest ook snel zijn volgens Wilder en dat allemaal op het acteerritme van veteraan James Cagney die de film volledig draagt als Mac. In die stroom van woord- en beeldgrappen zitten af en toe wat losse flodders of schoten die het doel niet raken. Door de tijd zijn bepaalde moppen ook verouderd. Komedie is nu eenmaal een lastig genre qua houdbaarheid. Maar als een spiegel van de mores van een specifiek tijdsgewricht is het een veelzeggend document.

Mac is een hoge piet bij Coca Cola in West-Berlijn. De Muur is er nog niet, maar de ruïnes die te zien waren in Wilders A Foreign Affair zijn inmiddels verdwenen. Althans in het kapitalistische Westen waar het Wirtschaftswunder de stad een nieuw elan heeft gegeven. Het besmette verleden is voor het gemak onder het tapijt geveegd, maar af en toe borrelt er nog iets omhoog. Zo is Macs assistent een ijverige en onderdanige Duitser die het maar niet kan laten om met zijn hielen te klikken als hij zijn baas aanspreekt. Het was er in de SS goed ingestampt.

Billy WilderRomance
De spanningen van de Koude Oorlog worden geleidelijk ook voelbaar voor Mac. De aanleiding is echter onschuldig. De verwende dochter van zijn baas is in Berlijn neergestreken. Tot Macs grote schrik blijkt zij haar hart te hebben verloren aan een felle anti-kapitalist die overtuigd is van de communistische heilstaat. Alleen jammer dat deze romance niet kan bestaan in een periode waarin een atoomoorlog op elk moment kan uitbreken.

Toch zijn die obstakels voor Mac een uitdaging waar hij zijn onderhandeltalenten en zakeninstinct op los kan laten. En zo reist hij door de verdeelde stad om de jonge communist zwart te maken. Dat doet hij sluw door dealtjes te bekokstoven met de Russen waarbij de politieke verschillen ondergeschikt lijken te zijn aan de kracht van Amerikaanse overredingskracht en natuurlijk dollars. Het is curieus dat Macs ondernemende insteek raakvlakken heeft met de hoofdpersoon uit Steven Spielbergs Bridge of Spies. Een advocaat die opeens een tussenpersoon is in een groot conflict tussen de Russen en de Amerikanen. Als hommage aan Wilder laat Spielberg in een scène een bioscoop zien waar de film draait. Maar anders dan de grimmige realiteit van die film is dit natuurlijk een dwaze klucht.

Zoetsappigheid
Door Macs opportunistische inspanningen worden Oost en West op de hak genomen. Het is voor Wilder een soort jachtseizoen op alle heilige huisjes die de tegengestelde ideologieën hebben voorgebracht. Ondanks alles blijft het wel luchtig en dat is waarvoor hij zo vaak werd afgestraft in de filmpers. Zo vond de Britse filmcriticus David Thomson dat Wilder ondanks zijn cynisme vaak zwichtte voor de conventies van Hollywood. Een bittere film kreeg vaak een zoete kers op de taart in de vorm van een happy end.

One, Two, Three

Die kritiek proef je ook in Kael terug. Voor beide critici gaat Wilder niet ver genoeg of zwakt hij op het laatste moment dingen af met zoetsappigheid. One, Two, Three ontsnapt ook niet aan die neiging om het naar het einde toe op safe te spelen. Het is wel een dolle rit die grappig is als tijdscapsule. Zie daar de Mad Men-achtige kantoorwereld waar oude bazen het doen met hun jongere voluptueuze secretaresses. Vrouwen zijn ook een dealbreaker. Als Mac wat Russen moet overtuigen haalt hij zijn sexy assistente uit de kast. Het is plat, maar ook grappig. Vooral als zij in haar wilde dans ervoor zorgt dat een portret van Nikita Chroesjtsjov uit de lijst schiet en opeens een portret van Josef Stalin tevoorschijn komt.

Als film schippert One, Two, Three tussen de slechtste tendensen van Wilder en zijn beste: die cynische eerlijke en vooral ook komische visie op de zwaktes van de mens. Sommige grappen zijn verouderd maar ook het politieke landschap. Desondanks blijft het een vermakelijke en interessante film.

 

1 augustus 2018

 

Deze film draait binnenkort o.a. in EYE Amsterdam. 

 

MEER BILLY WILDER

Private life of Sherlock Holmes, The

The Private Life of Sherlock Holmes

Speurneus onder de loep

door George Vermij

The Private Life of Sherlock Holmes lijkt op het eerste gezicht een buitenbeentje in Billy Wilders oeuvre. De film deed het ook niet goed in de bioscoop en werd lauwtjes onthaald door critici.

Die ontvangst kan misschien verklaard worden door veranderingen in de smaak van het filmpubliek. De film ging eind jaren 60 in productie als een episch portret van ‘s werelds beroemdste detective. In eerste instantie zou het een musical worden met Peter O’Toole in de hoofdrol, maar dat idee ontwikkelde zich geleidelijk tot iets heel anders. Zo nam theateracteur Robert Stevens het stokje over van O’Toole. De film zou zich richten op Holmes’ studententijd en daarna gaan over een zaak die hij als professionele speurneus op zich neemt.

The Private life of Sherlock Holmes

Wegvallen van illusies en oude waarden
Het eindresultaat is met zijn twee uur, maar een deel van een film die eigenlijk langer had moeten zijn. In 1970 was de aandacht van de bioscoopbezoeker al verschoven naar meer eigentijdse films. The Private Life of Sherlock Holmes was toen al verouderd in vergelijking met al die nieuwe hippe titels die inspeelden op een jonger publiek. Een lot dat David Leane’s epische Ryan’s Daughter ook was beschoren. Maar verouderd is maar een relatief begrip en het is nou net dat element dat de film vandaag de dag juist zijn charme en uiteindelijk zijn bittere kracht geeft. The Private Life of Sherlock Holmes gaat over het wegvallen van illusies en oude waarden en dat in een Engeland dat een nieuwe eeuw tegemoet gaat.

De openingsscène vindt plaats als Holmes en Watson al lang tot stof zijn wedergekeerd. In een statige bank wordt een kluis geopend. Vervolgens worden wat objecten afgestoft: een deerstalker hoed, een viool en een grote loep. Het zijn herkenbare rekwisieten die iedereen associeert met Arthur Conan Doyle’s held. Maar wat doet die mysterieuze injectiespuit bij al die spullen? En hoe zit het nou met dat grote manuscript? Het blijkt een tekst die Holmes’ trouwe metgezel John H. Watson met veel zorg heeft geschreven. Het is een verslag van een pijnlijke zaak die de smetteloze reputatie van de privédetective in een heel ander daglicht zet.

Billy WilderOntleding van de mythe
En zo gaan we naar een mistig Londen in het fin de siècle. Holmes en Watson komen net thuis na een van hun avonturen. De meesterdetective is echter niet blij met Watsons stukken over hem die geregeld verschijnen in The Strand Magazine. Moet hij nu steeds met die belachelijke hoed rondlopen omdat lezers dat verwachten? En hij kan wel vioolspelen, maar hij zit niet te wachten op uitnodigingen van orkesten. Zo goed is hij ook weer niet. Het is een mooie ontleding van de mythe die de man overschaduwt.

De scène speelt ook met de ontwikkelingen die de fictieve figuur in het echt heeft meegemaakt. Zo is er nog steeds discussie over de deerstalker hoed die wordt gezien als een handelsmerk, maar in de boeken alleen vluchtig voorbijkomt. En zo is het vaak aangehaalde citaat ‘Elementary, my dear Watson.’ niet in Doyle’s teksten terug te vinden. Iedereen die zich waagt aan een nieuwe bewerking van deze fictieve figuur lijkt er elementen aan toe te voegen. Die worden stapsgewijs een onmiskenbaar deel van de fictieve persoon.

Wrang staartje
Billy Wilders’ film gaat over deze discrepantie tussen verwachting en werkelijkheid aan de hand van een zaak die onschuldig begint, maar een wrang staartje krijgt. De eerste akte start nog komisch in de beste dubbelzinnige Wilder-traditie. Holmes wordt door een gerenommeerde Russische ballerina gevraagd om als zaaddonor te dienen. Hij is nu eenmaal een begeerde vrijgezel wegens zijn uitmuntende reputatie. Daar kunnen toch alleen maar briljante kinderen uit voortkomen? Toch moet hij de ietwat verlopen Russische dame teleurstellen.

The Private life of Sherlock Holmes

Robert Stevens is perfect als de gevatte Holmes die vliegensvlug op het idee komt om maar subtiel te hinten dat hij homoseksueel is. ‘Ach net als Tsjaikovski!’, zegt een teleurgestelde koppelaar. Helaas wordt Watson (een uitstekende Colin Blakely) ook betrokken bij deze leugen. En dat terwijl hij enthousiast aan het flirten is met kokette danseressen.

Van deze grappige misverstanden en decepties komen wij plotseling bij een mysterieuze vrouw die uit de Thames is gevist. Ze wordt voor Holmes’ huis gedropt omdat zij zijn adres bij zich heeft. Deze buitenlandse dame is door het ongeluk haar geheugen tijdelijk kwijt geraakt. Holmes is duidelijk gefascineerd door deze elegante verschijning die uit België blijkt te komen. Haar man is vermist en ze heeft Holmes’ hulp nodig om hem terug te vinden. Het begin van een grote speurtocht waar dwergen, Schotse kastelen, het monster van Loch Ness en geheimzinnige voertuigen de revue passeren.

Complexe relatie met vrouwen
Het knappe van de film is dat dit wilde avontuur gecombineerd wordt met een intiem portret van Holmes. Zo wordt zijn complexe relatie met vrouwen gaandeweg blootgelegd door subtiele openbaringen. Holmes klaagt over hoe Watson hem in zijn verhalen portretteert als een misogyne man. Hij is geen vrouwenhater, hij vertrouwt ze gewoon niet.

In een ongebruikelijke ontboezeming aan de Belgische Gabrielle vertelt Holmes waar zijn wantrouwen vandaan komt. Een verloofde stelde hem teleur op het moment dat ze in het huwelijksbootje zouden stappen. Typisch onderkoeld en met een vleugje ironie zegt Holmes dat ze stierf door een ziekte. Kortom, je kunt niet op ze rekenen die vrouwen.

Stevens heeft de juiste toon te pakken om deze schijnbaar emotieloze gentleman gevoelens mee te geven. Het zijn ook die onderdrukte emoties die zorgen voor de verrassende ontknoping van het verhaal. Ondanks zijn perfectionisme heeft de speurder ook zijn kwetsbare kanten. Zijn talenten om alles tot in de puntjes uit te zoeken kunnen ook gemanipuleerd worden. Gabrielle is daarbij de spil. Misschien niet zo gek dat Wilder die in zijn films noirs de femme fatale ruimte gaf, hier ook gebruik maakt van die figuur.

The Private life of Sherlock Holmes

Melancholiek
Anders dan die fatalistische films noirs is The Private Life of Sherlock Holmes  meer een melancholieke film. Het draait om een man die zijn talenten gebruikt zodat hij kan vluchten van de realisatie dat hij te bang is om iemand echt lief te hebben. Zijn bescheiden verslaving aan verdovende middelen vloeit daar ook uit voort. Stevens heeft aan wat kleine gebaren genoeg om dit geloofwaardig over te brengen. Zijn teksten zijn ook heerlijk vooral als hij iemand scherp van repliek voorziet zoals zijn sluwe broer Mycroft, een prima gecaste Christopher Lee.

Het is jammer dat de film in zijn tijd geen groot publiek kon vinden. Toch is de waardering voor de film door de jaren gegroeid. Criticus Kim Newman vindt het nog steeds de beste Sherlock Holmes-verfilming. Steven Moffat en Mark Gattis gaven ook toe dat zij zich door de film lieten inspireren toen ze het scenario van een eigentijdse versie van de detective schreven. Die BBC-serie met Benedict Cumberbatch als Holmes werd een groot succes. Naar mijn mening is deze film toch beter en verplichte kost voor iedereen die zijn hart heeft verloren aan deze knappe kop wonende op 221b Baker Street.
 

28 juli 2018

 

MEER BILLY WILDER
 
 
MEER ESSAYS

Cézanne et moi

**

recensie Cézanne et moi

Provençaalse Bro’s doen alles voor de kunst!

door George Vermij

Bro onmoet bro in Aix-en-Brovence. Vrienden voor het leven dat worden ze! Maar dan komen de vrouwen, het succes en de jaloezie. Kan deze bromance de druk van dat alles aan?

Dat is in een notendop Cézanne et moi. Een verhaal over de hechte vriendschap tussen twee gasten en de krachten die dat ontwrichten. Het is alleen geen Bromance-komedie, maar een serieuze film over de hoge kunsten met de stormachtige relatie tussen kunstschilder Paul Cézanne (1839-1906) en schrijver Émile Zola (1840 – 1902) als uitgangspunt.

Toch is het voorspelbare sjabloon van de bromance makkelijk te herkennen als je door al die mooi geschoten plaatjes van een denkbeeldig negentiende-eeuws Frankrijk kijkt. Misschien is dat ook niet zo gek voor een regisseuse die in feite bekend werd met een soort bromance-film avant la lettre. Danièle Thompson werkte mee aan het scenario van haar vaders La Grande Vandrouille met proto-bro’s Louis de Funès en Bourvil die de moffen te slim af zijn. Een film met het aanstekelijke ‘Tea for two, and two for tea…’

Cézanne et moi

Onafscheidelijke maten
Maar terug naar Cézanne et moi die met zevenmijlslaarzen door de levens van de Franse culturele zwaargewichten walst. Het begint allemaal met een ongemakkelijk bezoek van de oude Cézanne aan de succesvolle Zola naar aanleiding van zijn roman L’Œuvre. Vervolgens springt de film tussen flashbacks en dat pijnlijke gesprek tussen de miskende kunstenaar en de gevestigde romancier.

Wij zien ze als jongens in Aix-en-Provence waar de arme Émile bevriend raakt met de rijkere Paul wiens vader een bankier is. Onafscheidelijke maten worden het en als Zola besluit om naar Parijs te gaan, volgt Cézanne al snel. Daar belanden de mannen in een turbulent milieu met drank en vrouwen in overvloed. Zola maakt geleidelijk naam met zijn maatschappijkritische en naturalistische romans. Cézanne heeft minder succes. Samen met andere miskende kunstenaars exposeert hij op de Salon de Refusés, waar zijn werken nog het minst serieus worden genomen.

Deze miskenning vormt gaandeweg een kloof tussen beide mannen terwijl verschillende vrouwen hun pad kruisen. Zo is er Alexandrine (Alice Pol) die modelleert voor de veeleisende Cézanne, maar trouwt met Zola. Het schijnt dat zij ook het model was van de naakte baadster in Éduard Manets Le Déjeuner sur l’herbe. Een werk dat in de film ook niet kan ontbreken omdat het de geschokte reacties van het nette Parijse bourgeois publiek toont op het werk van de impressionisten.

Cézanne is binnen die groep van artistieke buitenstaanders een geval apart wegens zijn obsessieve perfectionisme en zijn wens om zich steeds verder te distantiëren van traditionele figuratieve kunst. Acteur Guillaume Gallienne portretteert hem op een wijze die wij inmiddels gewend zijn van kunstenaars: egoïstisch, koppig en gedreven. Het stereotype van het romantische en miskende genie. Een running gag in de film is dat Cézanne steeds maar tegen zijn ongeduldige schildersmodellen zegt ‘Appels blijven toch ook stilzitten!’. Zijn relatie met mensen wordt daarmee ook gelijk duidelijk. Ze zijn een last omdat ze niet te bedwingen zijn.

Vrouwen zijn zeikerds
Tegenover de temperamentvolle Cézanne is Zola een beetje een saaie kneus in de droge vertolking van Guillaume Canet. Hij heeft het op een gegeven moment gemaakt en wordt gelauwerd door het publiek ondanks zijn kritische visie op het conservatieve Franse regime. De relatie tussen hem en de schilder is wel intens en eerlijk. Als het Cézanne opvalt dat Zola een oogje heeft op zijn dienstmeid vraagt hij of hij haar al geneukt heeft.

Cézanne et moi

De bro’s before ho’s filosofie heeft het echter zwaar te verduren in Cézanne et moi. Vrouwen drijven constant een wig tussen de vriendschap, maar zijn in de film vrij eenzijdige personages. Het zijn inspiratiebronnen die even kort in wat poëtische shots worden gevangen. Daarna worden het al snel zeikerds die een ballast vormen voor de creativiteit van de mannen.

Netjes binnen de lijntjes
Wat je vooral beklijft na Thompsons film is dat je het allemaal al eerder gezien hebt. Cézanne et moi presenteert de kijker een gepolijste kostuumversie van het kunstenaarsleven in de 19e eeuw zonder de rauwe randjes. Het idyllische en pittoreske hebben visueel de overhand, maar resulteren in een soort degelijke oppervlakkigheid die alleen wil bekoren. De spanning tussen de mannen die nog als contrast dient op de mooie historische beelden heeft ook zijn problemen. Het stelt ons beeld van kunstenaars niet ter discussie omdat het strandt in clichés die worden gezien als waarheid.

Dat het thema van creativiteit pakkender verbeeld kan worden zie je terug in Jacques Rivette’s La Belle Noiseuse. Een film die is geïnspireerd op Honoré de Balzacs Le Chef-d’œuvre inconnu. Een boek dat Cézanne en zijn kunstenaarschap ook intens heeft beïnvloed en gaat over het mysterie van het creatieve proces. Het is die pijnlijke en obsessieve passie om iets nieuws te maken die je mist in het brave Cézanne et moi waar alles netjes binnen de lijntjes blijft.
 

27 december 2016

 
MEER RECENSIES

Top 5 2016

Top 5 films + Miskleun van 2016

Toni Erdmann

Acht recensenten van Indebioscoop bespreken hun vijf favoriete films die dit jaar in Nederland in première gingen. Traditioneel kiest iedereen ook de Miskleun van het Jaar én een film die zij jammerlijk misten in de bioscoop. Tot en met Oudejaarsdag lees je hier elke dag een persoonlijke terugblik op het filmjaar 2016.

George DEEL 3: George Vermij

Een jaar dat wat mij betreft vooral uitblonk in festivalfilms die helaas niet werden beloond met een normale bioscooprelease. Dat maakt mijn uiteindelijke keuze van beste films wat onvolledig, gezien wij ons bij IDB vooral richten op reguliere bioscoopfilms. Bij wijze van correctie hierbij nog wat woorden over de titels die jammer genoeg niet voor een breder publiek toegankelijk waren in 2016.

Het aanbod op het IFFR was dit jaar verrassend goed en als een groot liefhebber van het werk van José Luis Guerín viel ik als een blok voor La Academia de las musas. Een film die begint als een academische overpeinzing over creativiteit en inspiratie maar gaandeweg het sensuele potentieel van cinema laat zien zoals alleen Guerín dat kan. Net zo sensueel maar dan met Istanboel als kloppend hart was de essayfilm Innocence of Memories gebaseerd op Orhan Pamuks gelijknamige boek en zijn liefde voor zijn geboortestad. Op het IFFR zag ik ook het heerlijke Nuts! van Penny Lane. Een prachtige ongewone documentaire samengesteld uit archiefbeelden en animatie over de bizarre levensweg van een succesvolle kwakzalver.

Verder hulde aan de IFFR-programmeurs voor The Lost Arcade (voor een fanatieke gamer zoals bovengetekende een ontroerende ervaring), The Love Witch (lekker wegdromen in campy horror-psychedelica) en Fear Itself (een intelligente essayfilm over de aantrekkingskracht van horror).

Goede programmeerkeuzes waren er ook op andere festivals. Op het IDFA was Cameraperson van Kirsten Johnson het onmiskenbare hoogtepunt. Een documentaire over het proces van filmmaken die veel vragen oproept, maar dat doet op een poëtische en meditatieve wijze die de kijker betrekt.

Op het filmfestival van Leiden was ik erg onder indruk van Kelly Reichardts Certain Woman. Een regisseuse die een minimale stijl heeft vergelijkbaar met het realisme van Loach en de Dardenne’s, maar naar mijn bescheiden mening toch beter is. Haar nieuwste film is op het eerste gezicht herkenbaar maar voelt geleidelijk anders en wist mij door kwetsbare details te raken.

Van de films die wel gewoon in de bios waren te zien zijn er nog een aantal die een eervolle vermelding verdienen. Qua genrefilm was 2016 een so-so jaar. The Wailing en Don’t Breathe waren wat horror betreft de hoogtepunten. Als Star Wars-fan was ik ook aangenaam verrast door Rogue One: zonder twijfel een van de beste delen uit de hele reeks. De films Experimenter, Land of Mine, Évolution en Julieta hebben ondanks hun kwaliteiten de lijst net niet gehaald. De gelauwerde films I, Daniel Blake, Arabian Nights en Neruda zijn mijn gaten voor dit jaar, maar staan nog op de watchlist. Tot slot voel ik me verplicht om het boeiende Hypernormalisation nog te vermelden. Opnieuw een ambitieuze documentaire van Adam Curtis die als geen ander deze woelige tijden op verpletterende visuele wijze weet te doorgronden.

 

5. – HEART OF A DOG

Laurie Andersons experimentele Heart of A Dog is een essayfilm die gaat over verlies en subtiel ook zorgwekkende politieke veranderingen in de VS aankaart. Toch geeft Andersons film hoop en ontroert door de schoonheid van kleine dingen die contrasteren met de tragiek om ons heen.

 

4. – THE FORBIDDEN ROOM

Een koortsdroom van een film die alleen goed nieuws is voor fans van de magische cinema van Canadees Guy Maddin. Gelukkig reken ik mezelf tot die kleine groep van bewonderaars en heb ik intens genoten van een spectaculaire botsing tussen zeppelins, de surrealistische poëzie van barokke tussentitels, het lot van een gedoemde onderzeeër die op ontploffen staat en natuurlijk heel veel verleidelijke derrieres!

 

3. – STRIKE A POSE

Een film over de impact van een cultureel fenomeen op de levens van mensen, maar ook de kracht van dans en vriendschap als bron van schoonheid en troost. Zorgde bij mij voor een van de weinige tranen-biggel-momenten van het jaar.

 

2. – EL BOTÓN DE NACÁR

Ik wens de 75-jarige Guzman nog vele jaren. Zijn bijzondere documentaires definiëren wat het betekent om mens te zijn. Ze benadrukken ook het belang van de geschiedenis als een manier om ons handelen te doorgronden. Zo ook in El Botón de Nacár over een prachtig stuk onherbergzame natuur, een geïsoleerde indianenstam en natuurlijk de traumatische geschiedenis van Chili. De rode draad in zijn unieke oeuvre.

 

1. – TONI ERDMANN

Ik moet stiekem toegeven dat ik Mare Ade’s eerdere films toch beter vind. Haar Der Wald vor lauter Bäumen was een verrassende ontdekking en een pijnlijk portret van een jonge vrouw. Zij volgde dat op met het onthullende Alle Anderen. Onderbelichte films die nu door het succes van Toni Erdmann hopelijk weer aandacht krijgen. Geheel terecht voor een filmmaker met een visie die schippert tussen humor en tragiek en onze diepste onzekerheden op menselijke wijze weet bloot te leggen.

 

Nocturnal Animals

Miskleun van 2016:

NOCTURNAL ANIMALS

Een  gladde en cynische film over gladde cynische mensen, maar met de pretentie om daar iets zinnigs en dieps over te zeggen. Als uitgangspunt zijn er zat films die de oppervlakkigheid van succes en roem al beter hebben gedeconstrueerd. Neem bepaalde films van Federico Fellini en Woody Allen of Paolo Sorrentino’s La Grande Bellezza. Nocturnal Animals haalt echter niet dat niveau omdat de film strandt in clichés en onovertuigende zijsporen zonder echt een kloppend hart te hebben. De verleidelijke oppervlakte die Ford zo graag wil bekritiseren is daardoor het enige wat overblijft. Als contrast kon je van het net zo decadente The Neon Demon tenminste nog ondeugend nihilistisch genieten.

 

Gemist in de bios in 2016:

THE WITCH

Een horrorfilm die werkt door gebruik te maken van onze angst voor een mysterieus en onvoorstelbaar verleden. In de nieuwe wereld moet een verstoten kolonistengezin overleven in de wildernis. Dat is echter het begin van hun lijdensweg als blijkt dat er duistere krachten rondwaren in het bos. Sfeervol, sinister en bijzonder beklemmend.

26 december 2016

Alle terugblikken op 2016:
Wim Meijer
Bob van der Sterre
George Vermij
Ralph Evers
Nanda Aris
Alfred Bos
Suzan Groothuis
Cor Oliemeulen

Toni Erdmann

****

recensie Toni Erdmann

De gekke vader en de vervreemde zakenvrouw

door George Vermij

De Duitse regisseuse Maren Ade heeft met haar kleine oeuvre bewezen dat ze een eigentijdse meester is in het tonen van ongemakkelijke situaties die een diepere waarheid blootleggen. Haar nieuwste film Toni Erdmann is een ambitieuze voortzetting van die thematische lijn en is al volop geprezen in de pers en op festivals.

Maren Ade’s eerste film was het pijnlijk herkenbare Der Wald vor Lauter Bäumen waarin een jonge lerares voor het eerst les gaat geven in een nieuwe stad. Haar dromen en ambities vallen al snel uit elkaar als blijkt dat zij haar klas niet in bedwang kan houden. Langzaamaan vereenzaamt zij in een onbekende omgeving. Haar tweede film Alle anderen is een subtiel portret van een koppeltje dat een schijnbaar idyllische vakantie heeft op Sardinië. Spanningen borrelen echter onder de oppervlakte op als de verschillen tussen beide personen langzaam worden onthuld.

Toni Erdmann

Meelevend oog
In beide films heeft Ade een scherp en meelevend oog voor vrouwen en hun verstoorde zelfbeeld: de onhandige lerares die geaccepteerd wil worden en stug haar best blijft doen wat juist averechts werkt; de jonge verliefde vrouw in Alle Anderen die door haar strenge geliefde wordt gewezen op haar impulsieve persoonlijkheid en daardoor gaat twijfelen aan zichzelf.

Toni Erdmann is ook een onthullend portret. Ditmaal van carrièrevrouw Ines Conradi die werkt als een business consultant. De film begint met haar vader Winfried die de postbode voor de gek aan het houden is. Winfried is een liefhebber van ongemakkelijke practical jokes waar hij iedereen mee lastig valt. Hij verkleedt zich of doet zich voor als iemand anders door middel van een nepgebitje. Zijn vreemde en kinderlijke gedrag staat op het eerste gezicht in schril contrast met zijn serieuze dochter. Zij is een zakenvrouw op weg naar de top, maar wat betekent dat eigenlijk?

Ongegeneerd hielenlikken
Ade levert in de film een antwoord op die vraag door Ines op te zadelen met haar gekke vader. Nadat zijn hond is overleden besluit Winfried om zijn dochter op te zoeken in Boekarest. Ines is daar bezig met het zoeken naar kostenbesparende oplossingen voor haar bedrijf. In zakenjargon heeft zij het over het flexibel outsourcen van arbeid. Eufemismen voor het uitbesteden van werk naar andere goedkopere landen, waardoor werknemers in Roemenië moeten worden ontslagen.

Winfried verstoort Ines’ wereld van businessclass hospitality en expats die praten in de lingua franca van de internationale economie. Ade spaart deze mensen niet en toont een cultuur van ongegeneerd hielenlikken, valse beleefdheid en verkapt seksisme. Dat alles verpakt in de glamour van een corporate lifestyle: cocktails en massages op kosten van de zaak in steriele luxe bars en dure hotels die niet van elkaar zijn te onderscheiden.

Haar vader ziet dit allemaal aan, maar verwerkt het op zijn eigen gekke manier. Hij vermomt zich als zakenman Toni Erdmann en zijn verwarde dochter speelt het spelletje wanhopig mee. Bizar genoeg wordt de vreemde Erdmann ook nog serieus genomen door Ines’ opportunistische zakenvrienden. Kaartjes worden uitgewisseld en zijn bizarre gedrag wordt gezien als een excentrieke nieuwe coachingsmethode.

Toni Erdmann

De film heeft heerlijke komische momenten die werken wegens de plaatsvervangende ongemakkelijkheid die Ade weet te vangen. Haar stijl is schatplichtig aan de kale registraties van de Dogma-stroming. Denk aan een bewegende camera en het gebruik van natuurlijk licht. Ade hanteert die methode meesterlijk zoals in haar voorgaande films. Het acteerwerk is ook zeer sterk en Sandra Hüller is als Ines fascinerend om naar te kijken. Serieus, stijf en zakelijk maar evengoed ongemakkelijk. Haar mondhoeken scherp naar beneden alsof zij haar gekozen carrière onderhuids niet kan verdragen. Peter Simonischek is een heerlijk contrast met zijn ontwapende geintjes die vreemd zijn en geleidelijk aan het ijs breken.

Diepere lagen
Deze komische kanten van de film illustreren natuurlijk dieperliggende onzekerheden en spanningen: De generatiekloof tussen de streberige Ines en haar rare hippie-achtige vader. De beleefde en harde internationale zakenwereld die alles regelt en waaraan arbeiders ondergeschikt zijn. En vooral de ambigu positie van vrouwen in het bedrijfsleven. Ines doet enerzijds haar best om zo professioneel mogelijk te zijn. Anderzijds wordt zij door een van haar superieuren gevraagd om de vrouw van een belangrijk contact te vergezellen met het shoppen omdat zij als vrouw daar schijnbaar verstand van moet hebben. En zo wordt er ook van haar verwacht dat zij zich verleidelijk kleedt omdat dat invloed kan hebben op een gewenste cliënt.

Al die zaken maken Toni Erdmann een ambitieuze film over actuele situaties die herkenbaar zullen zijn bij veel kijkers. Ade’s boodschap is kritisch op een absurd-komische manier en bijzonder waarheidsgetrouw. Zij heeft oog voor de zwaktes van haar personages en dat maakt haar films zo menselijk en empathisch. Toni Erdmann is daarom terecht gelauwerd, wat hopelijk zal leiden tot een breder publiek voor haar eerdere films. Want er zijn maar weinig regisseurs die ons zo een eerlijke en onverbloemde spiegel voorhouden als Maren Ade.
 

7 november 2016

 
MEER RECENSIES

Fille inconnue, La

***

recensie La fille inconnue

De zaak van het onbekende meisje

door George Vermij

Net als alle gelukkige gezinnen lijken ook alle films van de gebroeders Dardenne op elkaar. Voor sommige filmliefhebbers is dat de kracht van de oprechte cinema die de Walen vanaf La Promesse prediken. Voor anderen is het vooral meer van hetzelfde.

Het is eigenlijk opmerkelijk dat Jean-Pierre & Luc Dardenne niet vaker in een adem genoemd worden met Luiks trots Georges Simenon. De schrijver die bekend zou worden met detective Jules Maigret was eerst een journalist in die vieze grijze mijnstad. Zo leerde hij op een feitelijke en precieze manier schrijven wat zijn detectiveromans alleen maar ten goede kwam. Het is die droge feitelijkheid die de cinema van de Dardennes evengoed typeert, er zijn echter meer overeenkomsten.

La fille inconnue

Misdrijf
Is het de kijker ooit opgevallen hoe vaak er sprake is van een misdrijf in hun films? In La Promesse wordt de dood van een illegale arbeider opgedoekt. In Rosetta ziet de schuchtere hoofdpersoon hoe een collega stiekem zijn eigen waren verkoopt op het werk. Verder wordt Rosetta nauwgezet gevolgd door de camera als een verdachte die op elk moment weer in de fout kan gaan. Die kille registratie zie je ook terug in Le fils over een timmerman die een jongen onder zijn hoede neemt en door hem is geobsedeerd. Een moord blijkt uiteindelijk de bindende factor te zijn.

Met La fille inconnue komen de broers nog het dichtst in de buurt van de morsige wereld van hun streekgenoot. Adèle Haenel speelt gedreven huisarts Jenny Davin die zich in haar praktijk fanatiek inzet voor haar patiënten. Als zij opeens een persoon aan de deur weigert omdat de praktijk al dicht is, ontwikkelt zich een typische Dardenne-plot over individuele verantwoordelijkheid en het maken van morele keuzes.

Jenny blijkt een jonge prostituee die om hulp vroeg te hebben genegeerd. Die wordt later dood aangetroffen, maar hoe zij precies om het leven is gekomen blijft schimmig. De door schuld achtervolgde Jenny kan het ongeïdentificeerde meisje niet loslaten. Ze begint een zoektocht en komt zo achter geheimen die haar patiënten en stadsgenoten voor haar verbergen.

Obsessie
Om de Dardennes genrefilmmakers te noemen gaat natuurlijk te ver. Het is een label waar zij zich waarschijnlijk niet achter willen scharen ook al heeft het plot wel de structuur van een whodunit. Toch gaat het bij La fille inconnue niet zozeer om de spanningsopbouw. De obsessie van Jenny staat centraal: een nobel persoon die ondanks tegenwerkingen invloed wil uitoefenen in een wereld die op materieel en moreel vlak verarmd is.

Wie het Dardenne-oeuvre kent zal niet verbaasd zijn dat de spiegeling van bepaalde gebeurtenis terugkomt in La fille inconnue. In Rosetta wordt de hoofdpersoon niet door haar moeder gered als zij in het water valt. In een scène die zich later in de film afspeelt moet zij juist iemand helpen die verdrinkt. In Deux jours, une nuit vecht Marion Cotillard om het behoud van haar baan door haar collega’s te overtuigen. Aan het einde van de film wordt zij echter gedwongen om te kiezen voor het ontslag van een ander zodat zij kan blijven werken.

La fille inconnue

La fille inconnue begint ook met een spiegeling van situaties die laat zien hoe netelig morele kwesties kunnen zijn. Als Jenny opeens een kind met een epileptische aanval moet helpen, blijft haar stagiair verstijfd staan. Hij kan niet ingrijpen terwijl het kind vecht voor zijn leven. Later wil hij de deur openen voor de prostituee, terwijl Jenny zegt dat het te laat is om nog iemand binnen te laten. Het is die beoordelingsfout die Jenny achtervolgt en haar zoektocht naar de identiteit van het meisje onderbewust voedt.

Waals realisme
La fille inconnue is standaard Dardenne wat op zich niet slecht hoeft te zijn. Voor ervaren kijkers voelt het als een expanded universe met de gebruikelijke bekende koppen: Fabrizio Rongione, Olivier Gourmet en ditmaal Yannick Renier die sprekend lijkt op zijn broer en vaste Dardenne-acteur Jérémie Renier. Dit Waals realisme wordt droog vastgelegd door de camera’s in medium shots met veel natuurlijk licht. En dat met een nuchter kleurenpalet dat doet denken aan de sfeer in een verzorgingshuis.

Een gedegen film dus die vooral wordt gedragen door aankomend talent Haenel (Les combattants, Les ogres). Toch verrast het weinig in stijl en boodschap. De morele keuzes die Jenny moet maken, worden misschien objectief en zonder franje geregistreerd; ze missen wel een bite. Er is daarnaast ruimte voor een vorm van sluiting wat het rauwe realisme niet echt ten goede komt. Het maakt van de objectieve stijl des temeer een trucje dat wij vaker hebben gezien, maar zonder de rafelrandjes. Misschien hadden de broers zich iets meer in de grimmige en naargeestige wereld van Simenon moeten verdiepen. De thematische links liggen al voor het oprapen, nu alleen die beklemmende film nog.
 

18 oktober 2016

 
MEER RECENSIES

Chinatown

*****

recensie Chinatown

Zonde in zonlicht

door George Vermij

‘Forget it, Jake. It’s Chinatown.’ Een onvergetelijke quote uit een onvergetelijke film ontsproten in het woelige Hollywood van de jaren 70. Chinatown is nu weer in volle glorie te zien dankzij een schitterende gerestaureerde versie van EYE.

The Whole Equation van David Thomson is verplicht leesvoer voor cinefielen en iedereen die vat wil krijgen op de onwaarschijnlijke samenkomst van magie en industrie in Hollywood. Thomson begint zijn boek verrassend genoeg met scenarist Robert Towne. Een succesvolle schrijver, maar met een knagend gevoel van onbehagen over de behandeling van zijn bekendste script: Chinatown.

Chinatown

Towne had in de jaren 60 naam gemaakt via de invloed van zijn vriend Warren Beatty. Hij dokterde aan de scripts van Bonnie and Clyde, The Parallax View en The Godfather. Maar er was ook nog dat script dat hij zelf had geschreven. Zo zou hij zijn verhaal volgens Thomson hebben gepitcht aan de gladde en gokverslaafde producer Robert Evans:

“It’s about how LA became a boomtown (…) incest and water (…) A second-rate shamus gets eighty-sixed by a mysterious broad.”

Droomfabriek in de Californische woestijn
De shamus is private detective Jake Gittes en de broad die hem om het tuintje leidt Evelyn Mulwray. Towne was geïnspireerd door het boek Southern California County: an Island on the land van de journalist Carey McWilliams. Een schrijnend relaas over de meedogenloze strijd om water en de onstuitbare groei van de zonnige metropool in de jaren 20 en 30. Centraal daarin staat de keiharde William Mulholland, hoofd van de waterwerken van Los Angeles en nog altijd vereeuwigd in de gelijknamige drive.

Mulholland was als een eminence grise. De onscrupuleuze en machiavellistische kracht achter de vooruitgang en weelde van de droomfabriek in de Californische woestijn. En zonder water zou LA nooit iets zijn geworden. Mulholland was de inspiratiebron voor het personage Noah Cross. De rijke magnaat met alle touwtjes in handen waar Jake Gittes langzaam in verstrengeld raakt.

Evans was perplex van het script ook al was zijn studio, Paramount, niet gelijk enthousiast. Evans instincten zorgden ervoor dat hij voet bij stuk hield:

“… even though I didn’t understand the script, I knew Towne was a great writer. I felt like a blind gambler wanting to throw back-to-back sevens.”

Wazig creatief proces
En zo groeide het project. Jack Nicholson als Gittes. John Huston als Noah Cross en Faye Dunaway als Evelyn. Roman Polanski werd erbij gehaald als regisseur. En hier wordt het creatieve proces wazig. Polanski paste het script aan. Towne protesteerde, maar Evans stond het toe. Het ging over het einde van de film. Polanski vond het niet duister genoeg. Zonder iets te verklappen staat vast dat de film die je nu weer kunt zien en die geprezen wordt als een moderne klassieker niet eindigt zoals Towne had gewild.

Voor Thomson vormt dat de crux van de vaagheid en vrijblijvendheid van het creatieve proces in Hollywood:

“In the same way, we as an audience – or a culture – should take such compromises into account when judging the impact or value of movies. They drive from corporations and producers, not individuals or artists.”

Chinatown

Al die op papier onsamenhangende delen merk je niet terug in de film ook al speelde er meer. De sfeervolle muziek werd volgens Thomson in een periode van 10 dagen geschreven door Jerry Goldsmith die op het laatste moment een andere componist moest vervangen. En Polanski bekende in een interview met filmschrijver Mark Cousins dat hij een hekel had aan Dunaway. Hij intimideerde haar met close ups die te dicht op haar huid zaten. Uit een roddel die opduikt in Peter Biskinds vermakelijke Easy Riders, Raging Bulls blijkt dat Dunaway Polanski terugpakte door een kopje urine over hem heen te gooien.

Sunshine Noir
Ondanks de ego’s, het geld en de business achter de filmkunst werkte het. Chinatown is enerzijds verleidelijk. Het stralende camerawerk van John A. Alonzo staat in contrast met de duistere elementen. Dit is Sunshine Noir. En het verhaal van Gittes die in de corruptie en machtsspelletjes van Los Angeles wordt gezogen is beklemmend. Deels ook omdat Townes wereld echt voelt en is gebaseerd op een historische blauwdruk.

Het was dus mogelijk in het Hollywood van de jaren 70 om pulp en diepgang samen te brengen. Als contrast is er het minder roemruchte verhaal van Towne, Evans en Nicholson die een vervolg wilden maken in de jaren 80. Het was Townes oorspronkelijke idee om Jake Gittes drie decennia lang te volgen. The Two Jakes kwam uit in 1990 maar was een zooitje. Een project waar Towne zich uiteindelijk van distantieerde en dat door Nicholson werd geregisseerd. De laatste keer dat Jack op de regiestoel zou gaan zitten.

Het kan verkeren.
 

10 september 2016

 
MEER RECENSIES

Forbidden Room, The

****

recensie The Forbidden Room

Badderen in de diepe poel van het onderbewuste

door George Vermij

Voor Guy Maddin is cinema een vorm van lichtalchemie. Een magische lantaarn waarmee je vergeten verhalen weer tot leven kan wekken. Zo ook in zijn nieuwste koortsdroom van een film, The Forbidden Room.

Het begint allemaal met een oude man in een morsige badjas die doceert over bad-etiquette. De verzadigde kleuren van deze scène zijn als warm water waarin je langzaam wegzakt. Zo word je als kijker ondergedompeld in de wereld van The Forbidden Room waar verhalen op onverklaarbare wijze in elkaar overlopen als overrijpe visioenen.

The Forbidden Room

Na het gemoedelijke bad zijn er de wanhopige bemanningsleden van een zinkende onderzeeër. Een tussentitel waarschuwt over de explosieve lading die op elk moment kan ontploffen. Deze claustrofobische situatie vloeit over in het verhaal van een soort Hercules-figuur gekleed in een houthakkershemd. Hij moet absurde beproevingen ondergaan om een schone dame te redden van een wild volk. Maar er is ook tijd voor zang en dans in een spelonkachtige jazzclub waar een aan slapeloosheid lijdende vrouw in trance zingt over de Aswang: tropische vampiers die zich diep in de jungle hebben verscholen.

Wie deze summiere beschrijving van de eerste helft van The Forbidden Room iets te gortig vindt, moet niet vergeten dat Guy Maddin een lichtvoetige gave heeft om met minimale middelen en een rijke portie fantasie de kijker geboeid te houden. Vergelijk het met illustere voorloper Luis Buñuel die in Un chien andalou en L’ Âge d’or dezelfde associatieve beeldenstorm en verknipte verhalen tot een beklemmend geheel wist te smeden.

Onder de droomvulkaan
Maddins fascinaties bevinden zich ook in het gebied waar surrealisme, psychoanalyse en het melodrama van de zwijgende film samenkomen. Qua tijdsgewricht valt dat van het fin de siècle tot het broeierige interbellum. Een periode die voor het merendeel van de verhalen als achtergrond fungeert. Maddin voegt daar echter nog een vleugje eigentijdse Canadese humor en camp aan toe.

The Forbidden Room

Het riante scala aan personages dat de revue passeert zijn onder meer: debutantes met Louise Brooks-kapsels en onopgeloste jeugdtrauma’s, ijverige artsen die verliefd worden op hun verminkte patiënten, rusteloze inboorlingen van een vulkanisch eiland die onreine rituelen uitvoeren met octopussen, om nog maar te zwijgen over de nette meneer die zijn ogen maar niet kan afwenden van alle derrières. Gelukkig biedt lobotomie nog een uitweg. De lijdensweg van dit arme burgermannetje wordt in de film komisch bezongen door popgroep Sparks in het lied The Final Derriere.

Visueel is The Forbidden Room een liefdevolle en hallucinante hommage aan films van een mythisch verleden, compleet met de beknopte poëzie van tussentitels. Maddins regiehulp Evan Johnson bewerkte het op digitale video geschoten materiaal net zo lang tot het de look en textuur kreeg van oude nitraatfilm. De vergankelijkheid wordt nog eens benadrukt door kunstmatige krassen en schokkerige verspringingen die het beeld op momenten vervormt.

Heksenketel
Maddins filmische heksenketel wordt verder draaiende gehouden door een verrassende cast. Daar duikt opeens Geraldine Chaplin op als een ontembare feeks met een zweep. Vervolgens is een aristocratische Mathieu Amalric aan het bekokstoven hoe hij zijn butler kan vermoorden en zijn identiteit kan overnemen. En dan is er nog de weergaloze Udo Kier, de eerdergenoemde ongeneeslijke derrière-man, maar ook Charlotte Rampling, Maria de Medeiros, Jacques Nolot en nog velen anderen.

Het copieuze narratieve gerecht dat Maddin ons voorschotelt heeft ook literaire voorgangers. Denk aan een boek zoals Cloud Atlas van David Mitchell waar uiteenlopende verhalen in verschillende genres een geheel vormen. De methode is ook verwant aan de psychedelische proza van Thomas Pynchon met zijn verstrengelde verhalen die samen een beeld geven van onze chaotische en ondoorgrondelijke realiteit.

The Forbidden Room

Maddin liet zich voor zijn film inspireren door schijnbaar onafgemaakte films uit de jaren twintig en dertig, zoals Friedrich Wilhelm Murnau’s Der Januskopf. Verhalen die hij heeft willen redden uit de vergetelheid en die nu in een delirische droomlogica zijn verenigd. Maddins enthousiaste speelsheid werkt aanstekelijk en verplaatst je ondanks lachwekkende effecten en neppe decors overtuigend naar een andere wereld. Verbeelding heeft geen budget nodig. In dat opzicht is hij schatplichtig aan de goedkope underground cinema van de broers George en Mike Kuchar die zich nooit lieten beperken in hun weelderige en campy ambities.

Verscholen kunst
Maar het is niet alleen de camp die Maddins universum kenmerkt. Er zit ook kunst verscholen tussen de vergeten en verguisde restjes filmhistorie. Zo doet The Forbidden Room met zijn gebruik van achtergrondprojecties en nadruk op de kunstmatigheid van film denken aan de monumentale cinema van Hans-Jürgen Syberberg (Hitler, ein Film aus Deutschland). Een soortgenoot is ook kunstenaar Reynold Reynolds. Zijn grootse filminstallatie The Lost, spelend in een swingend Berlijn tijdens het interbellum, was ook geïnspireerd op een verloren en onafgemaakte film. En tot slot zijn er nog de verboden fin de siècle verlangens uit Bret Woods merkwaardige Psychopathia Sexualis. Ze passen helemaal in Maddins polymorfe perverse cinefiele wereldbeeld.

Uiteindelijk wordt The Forbidden Room gevoed door een onverzadigbare heimwee naar de ongrijpbare sensualiteit van oude cinema. De film zal je bekoren als je ontvankelijk bent voor de verborgen en verleidelijke krachten van de magische lantaarn. Het moet wel gezegd worden dat voor niet-ingewijden twee uur ronddobberen in Maddins onstuimige maalstroom misschien iets te lang is. Aan de andere kant: Waarom zou je een uitnodiging om ongegeneerd te badderen in de diepe poel van het onderbewuste laten schieten?
 

1 augustus 2016

 
MEER RECENSIES

Kiki, Love to Love

**

recensie Kiki, Love to Love

Spaanse onderbroekenlol

door George Vermij

In deze duistere tijden is het een schrale troost om te zien dat het overal op deze aardbodem toch draait om seks. Wie denkt dat Nederlandse films of Amerikaanse komedies uitblinken in het belachelijk maken van onze vleselijke verlangens, moet maar eens een bezoekje brengen aan Paco Leóns Kiki, Love to Love.

Niet dat het een goede film is, maar Kiki, Love to Love (Kiki, el amor se hace) illustreert een soort universele platheid die ondanks culturele barrières en landsgrenzen iedereen toch stiekem lijkt aan te spreken. De film was wonderbaarlijk genoeg een grote hit in Spanje en heeft waarschijnlijk om die reden een plekje in de Nederlandse bioscoop verdiend.

Kiki, Love to Love

De premisse is simpel en herkenbaar. Regisseur Paco León hanteert de structuur van een mozaïekfilm waar verschillende personages en verhaallijnen thematisch aan elkaar verbonden zijn. Vergelijk het met Love Actually en Nederlandse tegenhanger Alles is liefde, maar ook met de relatieperikelen uit He’s Just Not That Into You.

Seksuele freakshow
León wil met zijn film iets zeggen over moderne seks en liefde, maar de bindende factor zijn vooral de ongewone seksuele fantasieën die alle personages delen. Zo begint de film met Natalia die na een vrijbeurt iets aan haar vriend bekent. Zij raakt opgewonden als zij gewelddadig wordt beroofd. Een fetisj die harpaxofilie heet als je de bijgevoegde tekst in de film moet geloven.

Plastisch chirurg Jose Luis krijgt hem alleen omhoog als zijn vrouw slaapt (somnofilie) wat resulteert in wat ongemakkelijke scènes als hij haar stiekem slaappillen laat innemen. En dan is er María die alleen tot een orgasme komt als ze iemand ziet janken (dacrifilie).

Regisseur Paco León wil de verhalen nog wat diepgang geven, maar de film is vooral een seksuele freakshow die wanhopig probeert om de kijker aan het lachen te krijgen. Het niveau is bijzonder laag en Leóns gevoel voor humor blijft eenzijdig. Zo vormen pis en poep terugkerende elementen in het verhaal.

Remsporen en scheten
Er is de dame die opbiecht dat haar dochter haar slipjes met remsporen op internet verkoopt aan mannen die daar op geilen. Een ander gesprek tussen Natalia en haar vriend gaat over scheten laten. En dan is er nog het verhaal van Paco en Ana die hun huwelijk weer wat sjeu willen geven en in een morsige seksclub belanden. Daar komt Paco een oude bekende tegen die hem vraagt of hij op hem wil plassen. Het zijn scènes die je zou kunnen verwachten in de Deuce Bigalow-films met Rob Schneider.

Kiki, Love to Love

Problematischer zijn de mager uitgewerkte personages die voornamelijk door hun fetisj gekenmerkt worden en je daarom verder niet betrekken. Jose Luis’ drogeerpraktijken worden door een kluchtige visuele aanpak van León verbloemd. Zijn daden worden goedgepraat doordat hij het blijkbaar uit liefde doet, maar hebben in deze tijd waar er zoveel te doen is over consensual sex een nare bijsmaak. Die bijsmaak proef je trouwens ook terug bij de eendimensionale Natalia en haar verkapte aanrandingsfantasieën.

Doventolk
Het enige personage dat nog enigszins echt overkomt is Sandra die opgewonden raakt van zijde en leeft als een excentriekeling. Actrice Alexandra Jiménez weet haar ondanks het karige materiaal waarmee zij is opgezadeld, leuk en geloofwaardig neer te zetten. Van alle personages is zij nog het meest een buitenstaander die niet alleen snakt naar opwinding, maar ook naar liefde. Jiménez heeft ook de leukste scène als ze moet werken als een doventolk voor een jongen die een sekslijn belt.

Wat Kiki, Love to Love ons leert over liefde kan je natuurlijk al raden als je bekend bent met de moraal uit al die dertien-in-een-dozijn romantische komedies. Ondanks alle ranzige onderbroekenlol is de film onder de oppervlakte dus behoorlijk tam en voorspelbaar.
 

18 juli 2016

 
MEER RECENSIES