Film by the Sea 2019 – Deel 3 (slot)
Sociaal-realisme en een ontsnapte hand
door Suzan Groothuis
Wie wilde kon zich de hele week opsluiten in het gigantische CineCity-complex waar de meeste films draaiden. En als je behoefte had aan wat frisse lucht boden de boulevard en het strand een uitkomst. In dit laatste deel aandacht voor de nieuwe Ken Loach, ontroerende en vervreemdende Franse animatie, psychiatrie in Litouwen en een boerin die zich losmaakt van een grote, allesbepalende coöperatie.
Sorry We Missed You – Werken tot je er bij neer valt
Sorry We Missed You is een typische Ken Loach (I, Daniel Blake, The Wind that Shakes the Barley). Wie het oeuvre van de man niet kent: Loach richt zich op de Britse working class. Hij toont het harde, werkende leven en dat gaat niet van een leien dakje. Meestal vormt een gezin het uitgangspunt, met hardwerkende ouders die moeten opboksen tegen werkgevers die alleen maar naar productie en winst kijken. Onrecht en sociale ongelijkheid zijn terugkerende thema’s, gefilmd in een naturalistische stijl.
In Sorry We Missed You draait het om Ricky en zijn gezin. Na de kredietcrisis van 2008 besluit hij om te investeren in een bestelbusje en als pakketchauffeur aan de slag te gaan. Om die bus te bekostigen, moet hij wel de auto van zijn vrouw verkopen. Aangezien zij werkt als ambulant verzorgster is het voor haar ondoenlijk iom alles met het openbaar vervoer te doen, maar Ricky ziet een gouden toekomst en ze zwicht. Als kijker voel je aankomen dat het goud er niet gaat komen.
Die vermoedens worden algauw bevestigd met de start van Ricky’s werk bij de pakkettendistributeur. Een blaffende boom van een kerel geeft orders. Een hoge productie levert geld. En de scanner om de pakketten te traceren, moet je bewaken met je leven. Wat dan volgt is een ware race tegen de klok om de pakketjes op tijd te leveren. Ricky en zijn gezin komen steeds meer onder druk te staan, spanningen nemen toe en dan is er ook nog zijn puberende zoon die Ricky en zijn vrouw tot het uiterste drijft.
Sorry We Missed You is een film met een hoog gevoel van sentiment, maar dan gestoken in een sociaal-realistisch jasje en voorzien van de nodige pittige dialogen. Een van de beste is die waarin Ricky’s werkgever hem vertelt wat hem drijft. De man – zo’n typische testosteronbuldog van een manager – was in dat opzicht een interessanter uitgangspunt geweest voor Loach’ film. Want natuurlijk ligt de sympathie bij Ricky en zijn gezin, die je – Loach eigen – steeds meer de afgrond in ziet zakken. Er zijn sprankjes hoop, maar tegenover zoveel tegenslag dat daar amper tegenop te vechten is. Een ware tearjerker voor de Britse werkende klasse.
Mjölk – IJslandse Ken Loach
Van Britse ellende gaan we naar IJsland, waar filmmaker Grímur Hákonarson (Rams) zijn inspiratie wellicht bij Ken Loach zocht. Want Mjölk gaat ook over de werkende klasse en het onrecht van grote corporaties, eveneens gefilmd in een droge sociaal-realistische stijl.
Inga is de protagonist in het verhaal. Samen met haar man runt ze een klein melkveebedrijf, maar de twee zijn volkomen afhankelijk van de corrupte zuivelcoöperatie die alles bepaalt. Een voorbeeld: als je je producten elders goedkoper inkoopt, zorgt de coöperatie ervoor dat je je als kleine boer maar moeilijk staande kan houden. Met een coöperatie die in je nek hijgt en hardwerkende boeren afhankelijk maakt, is het vechten tegen de bierkaai.
Vechten is een thema dat centraal staat in Hákonarsons film. Net als in Sorry We Missed You lijkt er alleen maar sprake van tegenslag. Wanneer Inga’s man plotseling in een auto-ongeluk overlijdt, komt ze oog in oog met de coöperatie te staan. Inga besluit het heft in eigen handen te nemen en voor zichzelf te starten. En zo woedt er een strijd tussen de stugge boerin en de hoge meneren van de coöperatie die allesbehalve zuiver zijn. Die strijd is met momenten droogkomisch gevangen, zoals Inga die haar rauwe koeienmelk zo tegen het coöperatiegebouw laat spuiten.
De film werkt echter plichtsgetrouw toe naar een voorspelbare afloop: de voorvechter wint en krijgt weer een stukje sympathie en respect terug van een gemeenschap die de vechtlust verloren was. Die ontwikkeling voltrekt zich in rap tempo, waarbij iedere spanningsboog ontbreekt. Wellicht, met meer droogkomische momenten, was Mjölk meer in het oog springend geweest.
J’ai Perdu Mon Corps – Betoverende animatie
In het oog springend gaat wel op voor de Franse animatiefilm J’ai Perdu Mon Corps. Regisseur Jérémy Clapin doet iets heel knaps: met zijn magische, wat donkere vertelling weet hij de kijker te beroeren. Overkoepelend thema zijn de zintuigen. We volgen de jonge Naoufel, een gevoelige, kwetsbare jongen die zijn ouders op jonge leeftijd verliest. Hij heeft van hen liefde voor de schone dingen in het leven meegekregen, zoals muziek en kunst. Zijn moeder was pianiste en zijn vader kon iets wat bijna niemand kan: een vlieg vangen.
Het verfijnde van zijn ouders zit ook in Naoufel, in hoe hij de wereld om zich heen ziet en ervaart. Zijn zintuiglijke waarneming speelt een grote rol. Zoals het opnemen van omgevingsgeluiden met een taperecorder. Of zijn handen die in contact zijn met al het moois en tastbare dat de aarde voortbrengt – water, sneeuw, planten, insecten.
Tegelijkertijd volgen we – jawel – een ontsnapte hand uit een laboratorium. Geleidelijk aan smelten de twee verhalen – Naoufels zoektocht naar stabiliteit en schoonheid in zijn leven en de hand die ook zoekende is – samen. Het moet gezegd: J’ai Perdu Mon Corps doet dat prachtig. De film speelt in de jaren negentig, getuige de cassettebandjes die toen populair waren en de patch van de alternatieve band The Pixies, dat het meisje op wie Naoufel zijn oog heeft laten vallen, op haar tas heeft genaaid.
Getekend in een donkere stijl, verhaalt J’ai Perdu Mon Corps over liefde, verlangen en durf. De sociaal-realistische achtergrond van de arme Naoufel is magisch gevangen. Een donker sprookje, waarbij je, als je je er helemaal voor openstelt, geraakt wordt door de puurheid ervan.
Summer Survivors – Ongewone trip door Litouwen
Op een filmfestival mag een roadmovie natuurlijk ook niet ontbreken. Summer Survivors is wel een vrij ongewone. Het zijn namelijk geen vrienden of een stel die samen een trip maken. Psychologe Indre, net afgestudeerd, moet twee jonge mensen die opgenomen zijn in een psychiatrische kliniek begeleiden naar de andere kant van het land. De psychiater vindt dat ze beter af zijn bij een andere kliniek. Een wat ongewone keuze om Indre mee te laten gaan, want ze heeft iets sociaal onhandigs en is helemaal niet geïnteresseerd in contact met cliënten.
Toch gaat ze, onder druk van de volhardende psychiater. Bijgestaan door een zuster die de pillen verstrekt starten ze hun reis, die vol ongemak begint. De bipolaire Paulius begint namelijk ineens te praten – iets wat hij dagen niet gedaan heeft. En dan is er de suïcidale Juste, haar polsen nog in het verband, die vindt dat ze niet ziek is maar wel geteisterd wordt door donkere gedachten.
Geleidelijk aan, zoals dat vaker gaat met een roadtrip, komen de drie (de pillenzuster wordt letterlijk vergeten en bij een tankstation achtergelaten) nader tot elkaar. Regisseur Marija Kavtaradze blijft met haar personages dicht bij de realiteit, mede dankzij hun naturelle spel. Haar film heeft een tragikomisch karakter en toont de gebeurtenissen van de drie met een lach en een traan. Daarbij: de psychiatrische stoornis waarmee Paulius en Juste te kampen hebben, wordt nergens uitvergroot. De boodschap van de film is dat we allemaal mensen zijn en ondanks een psychiatrische diagnose meer met elkaar delen dan we denken. Kavtaradze is realistisch genoeg om in te laten zien hoe bepalend lijden kan zijn. Geluk is niet voor ieder mens weggelegd, getuige de bitterzoete afloop van de film.
24 september 2019