IDFA 2019 – Deel 6

IDFA 2019 – Deel 6:
Observeren, reflecteren en doemdenken

door Suzan Groothuis

Kleine, beschouwende films over het leven van mensen staan tegenover documentaires met een politiek of maatschappelijk thema. Van dikke Scandinavische vrouwen gaan we naar blinde vrienden in Uruguay, om vervolgens te zien hoe het een kungfu vechtende sekte vergaat in Italië. In een persoonlijk essay zien we veertig jaar fotogeschiedenis van The New York Times en met de ontwikkeling van artificiële intelligentie gaan we een duistere toekomst tegemoet.

 

Fat Front

Fat Front – Ere mijn lichaam
In de openingsscène horen we een conversatie in een skilift. Een vrouw vraagt aan haar vriendin of zij haar dik vindt. Haar vriendin praat er met verzachtende woorden omheen. Maar ik ben dik, zegt de vrouw vastberaden. Een feit waar zij zich niet langer voor wil schamen. Tijd om de strijd met de moraal omtrent het gewicht aan te gaan!

Fat Front volgt vier verschillende jonge vrouwen in Scandinavië die allen kampen met overgewicht. Op dieet, het eeuwige gevecht met eten, een negatief zelfbeeld. Maar die tijd is nu voorbij. Ieder voor zich heeft besloten haar gewicht te accepteren en mooi te zijn zoals je bent. Op kanalen als YouTube presenteren de dames zich zonder gêne. Naakt, dansend, gehuld in kleding die niet camoufleert. Een medium waar vrouwen met overgewicht elkaar vinden en elkaar bemoedigen er mogen zijn.

Het accent van de film ligt in eerste instantie op hoe de vrouwen zich in het nu presenteren. Naarmate we de hoofdpersonen beter leren kennen, duiken we dieper in hun geschiedenis. Daar liggen tragische gebeurtenissen, zoals seksueel misbruik of opgroeien met een alcoholistische vader. Het (extreem) dik zijn komt ergens vandaan.

Fat Front van regisseurs Louise Detlefsen en Louise Kjeldsen stelt, dan weer op komische en dan weer op pijnlijke wijze, aan de kaak hoe groot de impact van overgewicht is in een samenleving waar dun de mode is. De vrouwen vertellen open en eerlijk hun verhaal. Maar ondanks de moraal, die dik en dun gelijk trekt, laat de film de kijker achter met een dubbel gevoel. Het is mooi om te zien hoe de vrouwen hun middelvinger opsteken naar het geldende modebeeld. Tegelijkertijd doet extreem overgewicht iets met je gezondheid. Het is alsof de vrouwen met hun provocatieve strijd zeggen, dat dit er niet toe doet. Maar er omheen kan je niet.

 

Mirador

Mirador – Op stap met blinden
Van Scandinavië gaan we naar Uruguay in Zuid-Amerika, waar drie blinde vrienden in een beschouwende stijl worden gevolgd. Regisseur Antón Terni kwam op het idee nadat hij de 34-jarige Pablo ontmoette. Samen met vrienden Valeria en Oscar doet hij dingen die mensen die niet blind zijn ook doen. Zoals likeur maken, of samen kamperen.

Terni maakt gebruik van lange, observerende shots. Zoals van Oscar die met zijn radio bezig is, de camera langdurig gericht op de apparatuur die hij gebruikt. Of Pablo in een tuinhuisje, zijn omgeving aftastend.

Mirador is een film met weinig dialoog. Ze zijn er wel, zoals wanneer de drie samen zijn en herinneringen ophalen of grapjes maken. Maar de film bestaat vooral uit verstilde shots, waarvan de mooiste dat van Pablo is, die in alle rust een schelpje met zijn vingers bevoelt. Het geeft een hypnotiserend effect, alsof de tijd er niet toe doet en je wordt bevangen door de schoonheid van iets wonderlijks.

Mirador is een haast zintuiglijke film, waarbij je meedeint op het tempo van de drie blinde vrienden. Het geluid is net iets versterkt, waardoor je de omgeving gaat ervaren zoals Pablo, Valeria en Oscar. We zien ze genieten, maar we zien ook de worsteling met hun handicap. Zoals Pablo die verdwaalt in een bos, waarbij de filmmaker bewust niet ingrijpt. Uiteindelijk redden de drie het wel, met of zonder elkaar. Waar de film het aan ontbreekt is context. Je weet maar weinig van de drie hoofdpersonen en bepaalde shots zijn wel erg lang en weinigzeggend. Dat Valeria moeder is van twee kinderen, vernemen we tijdens de Q&A. Ook zegt de film niets over de positie van blinden in Uruguay. Uiteindelijk doet Mirador wat richtingloos aan. Een greep uit de magie die drie blinden samen kunnen ervaren, maar die van de kijker een lange adem vraagt.

 

Faith

Faith – Vechten voor wat komen gaat
Het Italiaanse Faith is ook een beschouwende film. In fraai zwart-wit geschoten volgen we een bizar gezelschap dat afgelegen in Italië leeft. Aangevoerd door een kungfumeester bereidt het gezelschap – bestaande uit “krijgsmonniken” en “beschermmoeders” –  zich voor op een gevecht tegen het Kwaad. Een dag die er volgens de kungfumeester ooit gaat komen.

Regisseur Valentina Pedicini kreeg de unieke kans deze geïsoleerde sekte van dichtbij te filmen. Er waren wel voorwaarden, leren we tijdens de Q&A, want de filmploeg moest zich hullen in witte kleding. We zien de sekteleden trainen, eten, slapen. Net als in Mirador ontbreekt het in Faith aan uitleg of context. De filmmaker heeft ervoor gekozen zich observerend op te stellen, wat maakt dat we vooral het dagelijks reilen en zeilen zien. De strijd waarop de krijgsmonniken zich voorbereiden gaat gepaard met een ijzeren discipline. De meest indrukwekkende scène is die waarbij de weinig gemotiveerde Laura tot het uiterste gedreven wordt door haar kungfumeester. Haar laatste kans om te laten zien dat ze een krijger is, anders zal ze het gezelschap moeten verlaten.

De gemeenschap intrigeert, maar na het zien van Faith blijft de kijker wel met heel veel vragen zitten. Hoe het idee van de sekte (een gekke mengeling van vechtsport en geloof) is ontstaan, bijvoorbeeld. Of hoe ze elkaar hebben leren kennen. Wie familie van elkaar is, en wie niet. En wat ze ervoor op moesten geven. We zien een kort fragment waarbij twee sekteleden hun familie ontmoeten. Daarin is duidelijk dat ze niet terugkeren naar huis. Een spanningsveld is voelbaar, maar er mist verdieping.

Dat laatste is het grootste probleem met Faith. Als kijker zit je naar een eindeloos gefilmde krachttoer te kijken. Prachtig en intens gefilmd, dat wel. Maar ook moeilijk om uit te zitten. Faith vraagt geduld en uithoudingsvermogen van de kijker. Als je tot het einde bent gebleven, voel je je wel even een krijger. 

 

Letter to the Editor

Letter to the Editor – Een reis door The New York Times
Alan Berliner is een filmmaker met een geheel eigen stijl. Zijn First Cousin Once Removed won in 2012 de IDFA Award for Best Feature-Length Documentary, waarmee hij een intiem document levert over de laatste levensjaren van zijn dementerende achterneef Edwin Honig. Het is tevens een essay over het geheugen, opgesierd door geluidseffecten die een herinnering simuleren. We horen een TING!, wanneer een herinnering, of een stukje ervan, naar boven komt. Berliners kracht ligt in de manier waarop hij zijn films monteert. Een bont spel van beeld en geluid, vaak druk, met de neiging tot herhaling. Maar het werkte in First Cousin Once Removed, en het werkt ook in zijn wonderlijke nieuwste: Letter to the Editor.

Letter to the Editor is niet zomaar een documentaire. Berliner was al sinds begin jaren 80 bezig met wat toen nog een idee was. Namelijk het kopen van The New York Times, tweemaal daags, en belangrijk beeldmateriaal eruit knippen, categoriseren en opbergen. Het idee? Er uiteindelijk iets mee doen qua film. Over het belang van het medium krant en het effect dat het heeft op je eigen zijn.

Letter to the Editor is geheel opgebouwd uit nieuwsfoto’s. Duizenden zien we voorbijkomen, soms zo snel achter elkaar gemonteerd dat het lijkt alsof we meegezogen worden in een filmisch tijdsbeeld. Ondertussen verhaalt Berliners voice-over over de kracht van de papieren krant en uit hij tegelijkertijd zijn zorg dat het medium eindig is. We leven immers in het digitale tijdperk en de verkoopcijfers van een grote krant als The New York Times zijn drastisch gedaald.

Niet alleen is Letter to the Editor een persoonlijke reflectie op het papieren nieuws, maar ook een duik in de geschiedenis van de afgelopen veertig jaar. Van sport tot concerten tot de fatale instorting van het World Trade Center, The New York Times was erbij, fotografeerde en legde vast. Net als in First Cousin Once Removed is Letter to the Editor voorzien van een geluidsband, waarmee de beelden nog meer tot leven komen. Zo gebruikt Berliner daadwerkelijk de muziek van concertfoto’s. Of een schreeuw, wanneer er nieuws met emotie is. En met regelmaat hoor je een typemachine driftig tikken. Alsof de New York Times op de achtergrond aanwezig is door de foto’s te voorzien van tekst.

Het moet gezegd: Berliner heeft knap werk geleverd. Letter to the Editor is een ode en afscheidsbrief ineen aan een groots medium dat de tand des tijds zeer waarschijnlijk niet zal doorstaan.

 

iHuman

iHuman – De wereld bepaald door robots
In het Noors/Deense iHuman gaan we niet terug in de geschiedenis, maar wordt vooruitgeblikt op het medium kunstmatige intelligentie. Tonje Hessen Schei is na Drone (2014) terug met een duister toekomstbeeld.

Strak en stilistisch gefilmd, waarbij interviews met experts op het gebied van artificiële intelligentie (AI) worden afgewisseld met geanimeerde computertekeningen, krijgen we een blik op het nu en de toekomst. Met alle ontwikkelingen die gaande zijn is de vraag in hoeverre computers het voor het zeggen gaan hebben. Zelflerend vermogen komt ter sprake, en daarmee ook het nemen van beslissingen die van grote invloed kunnen zijn op politiek of maatschappelijk vlak. Hierbij haalt Hessen Schei weer even de omstreden drones aan. Wanneer beslist een computergestuurd systeem om een drone te laten ontploffen? Ziet AI de bedreiging goed in een omgeving of in een mens?

Het meest schokkend is het gegeven in een deel van China, waar AI de bevolking “screent” en je al naargelang je persoonlijke situatie, wel of niet gebruik kan maken van diensten van de samenleving. Het doet denken aan Black Mirror-aflevering Nosedive, waarin Bryce Dallas Howard hard haar best doet om een zo hoog mogelijke social media-waardering te krijgen. Wat weer van invloed is op het krijgen van een hypotheek of je begeven in hogere kringen. Dat het al zover is, blijkt dus al in een klein deel van de wereld.

En zo gaat iHuman door met het belichten van diverse gevaren die de ontwikkeling van AI met zich meebrengt. In slechte handen is het een uiterst gevaarlijk medium, waarbij je kan denken aan vervalsing van nieuwsberichten en het gebruik van algoritmen die bepaalde vooroordelen uitvergroten. Bijgestaan door een dreigende soundtrack, voel je als kijker het zwaard van Damocles boven je hoofd hangen. Alleen doet iHuman teveel haar best om dat onheilspellende gevoel te benadrukken.

 

2 december 2019

 

IDFA 2019 – Deel 1
IDFA 2019 – Deel 2
IDFA 2019 – Deel 3
IDFA 2019 – Deel 4
IDFA 2019 – Deel 5
IDFA 2019 – Deel 7
IDFA 2019 – Deel 8
IDFA 2019 – Deel 9

 
MEER FILMFESTIVAL