*
recensie Lay the Favourite
Gegokt en verloren
door Cor Oliemeulen
Bijna elke gerenommeerde regisseur slaat wel eens de plank volkomen mis. Stephen Frears lanceert een komedie die om te janken is.
Over gokken in een casino zijn genoeg mooie films gemaakt, zoals Bob le Flambeur (1956) en Rounders (1998). Films over het gokken op sportwedstrijden zijn dunner bezaaid. Terwijl films als The Killing of a Chinese Bookie (1975) van John Cassavetes en Two for the Money (2005) met Al Pacino zich centreren rond de dramatische verwikkelingen bij bookmakers, wil Lay the Favourite (Lay the Favorite voor de Amerikaanse markt) vooral een luchtige, pretentieloze komedie zijn. Helaas verzaken sterren als Bruce Willis, Catherine Zeta-Jones en Vince Vaughn om er een feestje van te maken.
Ambitie als serveerster in Las Vegas
De enige die er nog iets van bakt, is Rebecca Hall, bekend door Vicky Cristina Barcelona (2008) en overtuigend in The Awakening (2012). Zij speelt de hoofdrol van Beth Raymer, die na slechte ervaringen als privé-danser de ambitie heeft om serveerster in Las Vegas te worden, bij toeval gaat werken voor een bekende bookmaker en over haar leven een bestseller schrijft. Stephen Frears maakte een film van Lay the favorite: A Memoir of Gambling en laat Hall opdraven in een kort broekje, zoals hij eerder in zijn comedy Tamara Drewe (2010) een meisje indruk op haar omgeving laat maken door het tentoonstellen van haar benen.
Ook de boekverfilming heeft weinig om het lijf. Beth is lief en heeft een lieve hond, Otis. Beroepsgokker Dink (Bruce Willis in korte broek met witte sokken) vindt haar sympathiek, opgewekt en spontaan. Zij wordt aangenomen op zijn kantoor om weddenschappen af te sluiten en is betrouwbaar genoeg om geld op te halen en te bezorgen. Maar nadat ze verliefd wordt op Dink en te maken krijgt met zijn jaloerse, facelift minnende echtgenote Tulip (een dunne Catherine Zeta-Jones) wordt Beth ontslagen. Vervolgens duikt ze maar met een andere vent de koffer in en vertrekt naar New York om te werken voor Rosie, een concullega van Dink.
Komedie zonder humor
Is dat alles? Jawel! Lay the Favourite heeft geen plot, geen subplot en dus zeker geen plotwisselingen. Diepgang is ver te zoeken en er is nauwelijks achtergrondinformatie over het fenomeen gokken en de toegepaste technieken. Enige spanning, een werkelijke crisis of intrige om het verhaal naar een ander niveau te tillen ontbreken. Erger nog: het is een komedie zonder humor. En hoe romantisch de film soms met vlagen wil zijn, er is geen enkele chemie tussen de spelers, dus enige betrokkenheid met de personages is volstrekt uitgesloten.
Ondanks deze miskleun blijft de loopbaan van de Engelse regisseur Stephen Frears imposant. Hij brak in 1985 door met het gedurfde My Beautiful Laundrette, waarin een Pakistaanse jongen een openlijke liefdesaffaire krijgt met een blank schoffie (Daniel Day-Lewis). Hij is verantwoordelijk voor prachtige drama’s (Dangerous Liaisons, 1988 en The Queen, 2006), memorabele misdaadfilms (The Grifters,1990 en Dirty Pretty Things, 2002) en meesterlijke komedies (Hero, 1992 en High Fidelity, 2000). Met het saaie scenario en een totaal gebrek aan bezieling heeft Frears met Lay the Favourite gegokt en kansloos verloren.
18 januari 2013