Festivalverslag 2015: Deel 1
door George Vermij en Suzan Groothuis
Afgelopen vrijdag ging het Movies That Matter filmfestival in Den Haag van start. Het Filmhuis en het Theater aan het Spui vertonen negen dagen lang bijzondere speelfilms en documentaires waarin mensenrechten, politieke en maatschappelijke ontwikkelingen voorop staan.
Als toeschouwer word je geconfronteerd met de wereld van nu. Een wereld waarin technologie een steeds grotere rol inneemt. Neem de drone-aanvallen die door de VS uitgevoerd worden, of de wijze waarop het internet gecontroleerd wordt. Buiten de zogeheten “conspiracy” documentaires is er oog voor menselijke waardigheid en maatschappijkritiek op kleinere schaal, zoals homoseksualiteit in Jamaica en discussies over religie in Iran. Buiten de vertoningen van films zijn er debatten, talkshows en specials. Een breed programma dus, waarin wederom blijkt dat de camera een sterk middel is om de ogen te openen.
In dit eerste deel bespreken we de gevolgen van de kolonisatie in Afrika, de nooit afgemaakte oorlogsdocumentaire van Alfred Hitchcock, de onthullingen van een klokkenluider over de spionageactiviteiten van de NSA en een ontwricht gezin in Roemenië.
Concerning Violence – Göran Olsson, 2014
De Zweedse regisseur Göran Olsson maakte al eerder de film The Black Power Mixtape (2011) uit archiefmateriaal van en over de Black Power-beweging in de VS. In Concerning Violence richt Olsson zich nogmaals op de strijd voor gerechtigheid en gelijkwaardigheid, maar dit keer in Afrika. Uitgangspunt vormt een essay van Frantz Fanon waarin hij de koloniale situatie scherp analyseert en bekritiseert. Zangeres Lauryn Hill brengt in de film Fanons woorden krachtig en polemisch over. Op momenten zijn ze poëtisch maar met een keiharde feitelijkheid die tot de kern komt.
Volgens Fanon is geweld nu eenmaal de enige optie als je bent geketend, wordt geëxploiteerd en door de koloniale heerser bent getransformeerd tot een minderwaardig mens. Dat is volgens hem de situatie van de meerderheid van de mensen die leven in de derde wereld. Deze woorden vult Olsson aan met uniek en intrigerend beeldmateriaal van de strijd tegen kolonialisme en exploitatie. Van de jungle van Mozambique, waar vrijheidsstrijders vechten tegen Portugezen tot aan stakingen in Liberia die bloedig worden neergeslagen. Olsson bouwt met Fanons woorden een krachtig betoog op: het onrecht van die jaren bestaat nog steeds en houdt miljoenen in zijn houdgreep. Ondanks de ouderdom van Fanons teksten, blijkt hij in deze tijd toch weer helemaal actueel te zijn. Zijn kritische beschrijving van het kapitalisme is een eyeopener in onze onzekere crisistijd waarin we beter moeten nadenken over het verdelen van onze rijkdom. (GV)
Night Will Fall – Andre Singer, 2014
Night Will Fall is de titel van de film die Alfred Hitchcock zou maken over de bevrijding van de vernietigingskampen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. De geallieerden wilden een film die de wereld kon laten zien wat de nazi’s hadden gedaan. De gelijknamige documentaire van Andre Singer reconstrueert de film en levert context bij het productieproces. Hitchcock kon putten uit het filmmateriaal dat door het Britse en Amerikaanse leger werd geschoten toen ze Europa binnentrokken. Zo filmden Britse soldaten de bevrijding van het kamp Bergen-Belsen. Schokkende beelden die nog steeds moeilijk te bevatten zijn. De uitgemergelde naakte lichamen die op elkaar liggen in onbeschrijfelijke poses. Stapels lijken waar af en toe een verwrongen gezicht je glazig aanstaart.
De docu interviewt ook de cameramensen die toen aanwezig waren, ook al komen zij soms niet uit hun woorden als zij terugdenken aan die tijd. Opmerkelijk genoeg werd de film door de invloed van grotere historische omstandigheden, zoals de Koude Oorlog, nooit afgemaakt. Een kortere versie met het beladen beeldmateriaal werd door Billy Wilder samengesteld. Uit de documentaire blijkt echter dat Hitchcock een heel andere visie had. Zo was hij gefascineerd door de spanning tussen de gewone Duitsers niet ver van de kampen en de onvoorstelbare misdaden die zich daar afspeelden. Een spanning die hij door middel van montage probeerde over te brengen.
Daarnaast wou Hitchcock de film maken als een waarschuwing voor wat mensen elkaar aan kunnen doen. Wilders film focuste zich vooral op de schuld van de Nazi’s die als monsters worden afgeschilderd. Gelukkig is er door deze film een nieuwe kans om Hitchcocks ideeën te zien. Het resultaat is een pijnlijk confronterende film die geen doekjes windt om de niet te bevatten gruweldaden die mensen elkaar aan kunnen doen. (GV)
Toto and His Sisters – Alexander Nanau, 2014
Roma-kinderen Toto, Andreea en Ana zijn op zichzelf aangewezen, nadat hun moeder voor drugshandel een gevangenisstraf uitzit. Hun vader is uit beeld, niet geïnteresseerd in het wel en wee van zijn gezin. Twee ooms nemen de zorg voor de kinderen tijdelijk waar, maar in de praktijk blijkt dat ze het huis slechts als drugshol gebruiken. Ook de 17-jarige Ana kan geen weerstand bieden aan de drugs en junks die het huis binnenkomen en is algauw verslaafd.
Terwijl Toto met zijn dekentje op de bank ligt, steekt zijn oom een naald in zijn hals. De kleine oppervlakte van het huis vult zich met junks, spuiten en troep. Waarin de drie kinderen zich staande moeten zien te houden. Ondanks die grauwe dosis ellende is Toto and His Sisters (Toto si surorile lui) geen pessimistische film. Filmmaker Alexander Nanau toont ook dat er voor dit soort problematische gezinnen hulp is, zoals speciale onderwijsprogramma’s en de mogelijkheid om van een opvang gebruik te maken. Dat Toto en Andreea uiteindelijk keuzes maken voor zichzelf en Ana het pad kiest van destructie, wordt mooi in beeld gebracht. Met humor, zoals de hiphop-talenten die bij Toto aangeboord worden, maar ook met schrijnend realisme. Een film die zowel hoop als uitzichtloosheid in beeld brengt en laat zien dat je met geloof in jezelf een eind kan komen. (SG)
Citizenfour – Laura Poitras, 2014
Wie de vertoning van Citizenfour op het IDFA 2014 gemist heeft, kan nu zijn kans grijpen op Movies That Matter. Citizenfour is het langverwachte derde deel van Laura Poitras over het Amerika van na 9/11. Na de oorlog in Irak (My Country, My Country) en de detentie van vermeende terroristen in Guantanamo Bay (The Oath) zou het derde deel gaan over het misbruik door de nationale veiligheidsdiensten in de VS. Poitras was al een paar jaar met de film bezig toen ze in 2013 een gecodeerde mail kreeg van een anonieme bron, “Citizenfour”. “Citizenfour” beweerde bewijs te hebben van grootschalige illegale afluisterpraktijken van de National Security Agency (NSA). Een aantal maanden later is er een ontmoeting in Hong Kong, samen met The Guardian-verslaggever Glenn Greenwald. Voor het oog van de camera onthult “Citizenfour” zijn ware aard: Edward Snowden, voormalig CIA-agent.
Vanaf het moment van onthulling worden de gesprekken vastgelegd op camera en vormen het uitgangspunt van de film. Snowdens belastende informatie wordt met hulp van The Washington Post en The Guardian gepubliceerd, waarna zich een intrigerend en beangstigend schouwspel ontvouwt. Bij zijn woning wordt opeens gesurveilleerd, familie wordt ondervraagd, automatische rekeningen worden niet meer afgeschreven. Het proces waarin Snowden zich bevindt – uitkomen voor wie hij is en achter zijn idealen staan – wordt nauwgezet en haast op thrillerachtige wijze in beeld gebracht. De kijker volgt hem terwijl de spanning steeds meer oploopt en Snowden uiteindelijk voor zijn eigen veiligheid politiek asiel moet aanvragen. Citizenfour is zowel een indringend ooggetuigenverslag als een waarschuwing voor de gehele mensheid: de film laat met Snowdens onthullingen zien hoe verstrekkend media als internet en mobiele telefoons gecontroleerd worden. Pas maar op, als je onderzoek gaat doen naar de VS en hun veiligheidsdiensten. (SG)
24 maart 2015