***
recensie L’avenir
Natuur en filosofie: meer heeft een mens niet nodig
door Cor Oliemeulen
Vrouwen van boven de veertig kunnen bij het vuilnis. Zo voelt het als je verlaten wordt. Maar gelukkig heb je nog een rijk en intellectueel leven.
Regisseur Mia Hansen-Løve maakt er geen geheim van dat ze werk van haar oude Franse collega Éric Rohmer bewondert. Rohmer, eind jaren vijftig een van de pioniers van de Nouvelle Vague-beweging, maakte op latere leeftijd films die zich grotendeels afspelen in de buitenlucht op mooie locaties en waarin hij alle tijd neemt om de personages existentieel neer te zetten. Die stijl – zo mooi getypeerd door Gene Hackman in Night Moves (1975) van Arthur Penn: “Ik zag ooit een film van Rohmer, het is alsof je verf ziet drogen.” – zie je terug in Hansen-Løves vijfde speelfilm L’avenir.
Toekomst
Zoals de titel aangeeft, richt de film zich op de toekomst, ook al lijkt die onbestemd voor het hoofdpersonage: Nathalie, een filosofielerares op een lyceum in Parijs. Haar lesmethode komt onder druk te staan, haar labiele moeder overlijdt en haar echtgenoot vertrekt na 25 jaar huwelijk omdat hij een jongere vrouw heeft ontmoet. Waar veel vrouwen in een dergelijke crisis kopje onder dreigen te gaan, probeert Nathalie de scherven bij elkaar te vegen en klampt zij zich vast aan de wijze lessen van filosofen, de pasgeboren baby van haar dochter en haar vriendschap met een ex-student die zich in een commune in de bergen heeft teruggetrokken.
Mia Hansen-Løve schreef het verhaal met Isabelle Huppert in het achterhoofd en het wordt snel duidelijk dat L’avenir volledig drijft op het talent en de uitstraling van de grootste Franse actrice van haar generatie. Zoals in haar eerdere films onderzoekt de regisseur de gemoedstoestand van haar hoofdpersonage en zoekt zij naar de belichaming van een lotsbestemming. De actrice fungeert als een bewegend portret, met als doel om (de zin van) het bestaan te grijpen.
Verleden
Door het switchen van locaties ontstaat een impressionistische manier van film maken die correspondeert met Nathalie’s innerlijke gemoedstoestand. Het schitterende buitenhuis aan het strand in Bretagne, waar ze in de vakanties haar zoon en dochter heeft zien opgroeien en waar ze met veel liefde een prachtige tuin heeft aangelegd, moet ze vaarwel zeggen. De rust en stilte van de onmetelijke natuur in de bergen wordt de nieuwe omgeving om de hectiek van het schoolleven voor even te kunnen ontvluchten. Net zoals de soundtrack – klassieke muziek tijdens het huwelijk, folk van Woody Guthrie die staat voor revolutie en het slaapliedje op het eind om een hoopvolle toekomst uit te drukken – een stempel drukt op Nathalie’s leven.
Mia Hansen-Løve verzuimt kennelijk bewust Nathalie’s sociale achtergronden te belichten om haar karakter te duiden. Het enige dat we weten is dat haar moeder model was, scheidde en haar laatste dagen ongelukkig doorbracht. Nathalie’s identiteit wordt voornamelijk ontleend aan de literatuur in haar boekenkast en de filosofische discussies die zij voert, vooral met haar ex-student Fabien.
Door haar ervaring en levenswijsheid is zij veel realistischer dan de idealistische Fabien, maar hoe ambigu Nathalie’s woorden zijn, mag de kijker zelf ontdekken. “De kinderen zijn de deur uit, mijn man vertrokken, mijn moeder is dood. Ik heb mijn vrijheid teruggevonden, een vrijheid die ik nog nooit heb gehad.”
4 september 2016