About Dry Grasses

****
recensie About Dry Grasses
Het ondergesneeuwde dorre gras

door Yordan Coban

Een dikke laag sneeuw drukt op het vruchtbare Turkse landschap en smoort alles wat er wenst te bloeien in de kiem. Nuri Bigle Ceylan keert in About Dry Grasses (Kuru Otlar Üstüne) terug naar de bergen en de kleine rurale met sneeuw bedolven gemeenschappen in het noorden van Anatolië om daar op een middelbare school de verschillen tussen het stedelijke en het platteland te benadrukken. 

Net zoals in Winter Sleep (Kış uykusu, 2014) gebruikt Ceylan in zijn jongste film de symboliek van de sneeuw en de bergen. In About Dry Grasses zien we het verhaal van Samet (Deniz Celiloglu), een leraar die uitgestuurd is naar een afgelegen district en daar in opspraak raakt door zijn ongepaste contact met een vrouwelijke student waarmee hij uit de toon valt bij de conservatieve cultuur van het dorp. Tegelijkertijd raakt hij bevriend met een vrouwelijke collega die in de omgeving opgegroeid is. Hij stelt haar voor aan een vriend met gelijke achtergrond, maar raakt vervolgens toch zelf geïnteresseerd in haar als zij intelligenter blijkt dan hij in eerste instantie dacht.

About Dry Grasses

Tweedeling tussen oost en west
De wijze waarop Samet de oosterse vrouwen behandelt is veelzeggend. En eigenlijk vinden we hier, in de behandeling van de vrouw, het gespleten karakter van de Turkse cultuur: de eeuwige touwtrekwedstrijd tussen de Europese Turk en de Arabische.

Deze tweedeling tussen oost en west, die eigenlijk geen recht doet aan de verscheidenheid aan minderheden, is al sinds de oprichting van het land aanwezig. Turkije, sinds haar ontstaan precies honderd jaar geleden, daar op de kruising van drie continenten, is een van de meest diverse en verdeelde landen op de wereld. Een land dat al decennia gebukt gaat onder de koers van haar regressieve politiek. Dusdanig zelfs, dat het de ontwikkelde progressieve laag van de bevolking ontvreemd heeft van de politiek.

In Nederland (en vrijwel overal ter wereld) is deze maatschappelijke tweedeling – de scheiding tussen de Randstad en regio – ook voelbaar en uit zich dat bijvoorbeeld in de politieke discussie over stikstof. In Turkije strekt deze verdeling tussen west en oost nog een stuk verder. Naast dat het stad en platteland tegenover elkaar staan, draait het daar ook om een etnisch en religieus verschil.

De grote twee
Regisseur Ceylan is niet de eerste die opmerkt dat de symboliek die ligt in de verdovende stilte van de sneeuw, de onuitgesproken spanningen in de Turkse cultuur perfect vertalen kan. De grote Turkse schrijver Orhan Pamuk deed dit namelijk al in zijn boek Kar (Sneeuw). Er zijn veel overeenkomsten te vinden tussen deze twee grote Turkse auteurs, maar er is ook een prangend verschil.

Beiden zijn in de eerste plaats kritisch op de westers georiënteerde arrogante Turkse elite die haar contact met het achterland verloren is. En terwijl hun verhalen zich afspelen tussen de ruïnes van het ooit zo grote Ottomaanse rijk en de personages geconfronteerd worden met de tegengestelde waarden die door het landschap stromen, taxeert Ceylan de conservatieve dimensie van de Turkse cultuur beduidend kritischer dan Pamuk. Pamuk neemt een neutrale positie in en schrijft vanuit een waardering van de traditionele Turkse cultuur. Ceylan zet zich af tegen die cultuur maar valt Pamuk bij in zijn kritiek op de Istanbulse bourgeoisie, die hij het nauwste uitwerkt in Uzak (2002).

About Dry Grasses

De Turkse vrouw
Vanaf het begin van de Turkse staat en de afschaffing van het kalifaat door Attatürk, zien we de strijd rondom de Turkse vrouw telkens terugkeren. Attatürk die de Turkse staat naar het model van de Franse democratie wenste te vormen, met een scheiding tussen kerk en staat, verbood bijvoorbeeld de hoofddoek in het Turkse parlement. Onder de huidige president Erdogan is dit tien jaar geleden voor het eerst tenietgedaan en kent het parlement vandaag de dag meerdere gesluierde vrouwen.

In Kar wordt de nadruk gelegd op hoe het verbieden en uitsluiten van gesluierde vrouwen de emancipatie van die vrouwen juist tegenhoudt. Alhoewel de notie dat de hoofddoek een teken van emancipatie zou zijn echter weer indruist tegen de oorspronkelijke culturele betekenis die ten grondslag ligt aan het idee van de Turkse staat.

Ceylan waagt zich echter niet aan de hoofddoek maar richt zich met name op de wijze waarop mannen in Turkije nog altijd neerkijken op de vrouw en haar nog altijd wensen te beheersen. Het verplichten of verbieden van de hoofddoek ligt in het verlengde van die mentaliteit. Ceylan gebruikt daarvoor de vrouw die, als gevolg van een politieke aanslag, haar been verloren is. En ondanks dat zij het slachtoffer geworden is van een ideologische strijd heeft dat haar politiek niet vervreemd, zoals Samet dat wel is. Samet richt zich nu liever op zijn fotografie en tekeningen.

Het is niet voor niets dat Turkije bij haar oprichting als vrouw afgebeeld werd. De vrouwen lopen ook vandaag de dag voorop in de Turkse politieke strijd. Hun autonomie is altijd rechtstreeks in het geding. De ontwikkelde Turkse progressieve man, die Samet pretendeert te zijn, heeft daar niet altijd oog meer voor doordat hij zich – na bijna tien jaar Erdogan – niet meer kan boeien voor de ideologische politieke strijd die nog altijd voelbaar is, maar bedolven ligt onder een groot pak sneeuw. De vraag is of het dorre gras, na al die jaren van sneeuw, nog zal groeien over dit verdeelde land.

 

25 december 2023

 

ALLE RECENSIES

All Our Fears

***
recensie All Our Fears
Regenboog over de velden

door Ralph Evers

All Our Fears (Wszystkie nasze stracy) neemt recente gebeurtenissen uit het conservatieve platteland van Polen als uitgangspunt voor het menselijke conflict gepaard gaande met verandering. 

O polach. Wie zich nog afvraagt waar Polen naar verwijst? Pole betekent veld, O polach: over de velden. Het belangrijkste decor waartegen dit op ware gebeurtenissen gebaseerde drama zich afspeelt. Het sterk conservatief katholieke karakter wat de binnenlanden van Polen kenmerkt, zoals wel meer typerendheden aanwezig zijn. De dubbelheid, de worsteling van de diepgelovige hoofdrolspeler, Daniel (Dawid Ogrodnik), die tegelijkertijd openlijk homoseksueel is, wat niet te verenigen lijkt in een leer die duizenden jaren oud is, nauwelijks aan de veranderende tijd is bijgesteld, beklonken is in eveneens eeuwenoude rituelen die de status quo telkenmale bekrachtigt. 

All Our Fears

Boerenopstand
De openingsshots, een sereen bosschage in de velden en het boerenbedrijf. Geschoten in het Poolse gehucht Puńsk, vlakbij de Litouwse grens, waar een boerenopstand op handen is, waarin Daniel met de 17-jarige Jagoda (Agata Labno), lesbienne, grapjes uithaalt, terwijl ze naar een religieus evenement rijden, waar ze beiden in beroering flauwvallen. Het is een van de vele voorbeelden waarin deze film de gelaagdheid van het conflict ‘niet-heteroseksueel en devoot gelovig’ wil tonen. Het gaat de makers niet om gemakkelijke kritiek, maar juist om de spanning tussen een binnen de context van de katholieke leer, zoals begrepen in grote delen van Polen, onverenigbare kwaliteiten van mens-zijn. 

Naast dit in beelden uiteen te zetten, zit bovenstaande ook intellectueel verweven in enkele dialogen. Nadat Jagoda na een zoveelste pesterijtje zichzelf verhangt, stelt Daniel voor dat het dorp een kruisdraging ondergaat. Om zichzelf aldus van de schuld te verlossen. Zoals te verwachten vangt hij vooral bot. Jagoda had immers zelfmoord gepleegd en wijkt daarmee af van de dood van de Messias; daarnaast speelt haar seksuele geaardheid een rol. De priester stelt aan Daniel dat de mens te allen tijde zondig is, we hebben namelijk allemaal weleens iemand uitgescholden. Dat Jagoda daar zo zwaar aan tilde dat ze zich verhangen heeft, zou daar los van staan. 

All Our Fears

Film als verlengstuk van journalistiek
Wat volgt is een klassieke ontwikkeling van een drama, zoals dat al door de Grieken weergaloos opgetekend is en in de praktijk vaak ook zo loopt. Verwijdering, verzoening, plotselinge wendingen. Het helpt dat de filmmakers Łukasz en Łukasz oog houden voor de contrasten en dat de acteurs dorpelingen van vlees en bloed neerzetten. Dit draagt bij aan de geloofwaardigheid en invoelbaarheid van het getoonde.

Tegelijkertijd heeft het ritme waarop het verhaal zich ontvouwt last van een bekende arthouse-kwaal, dat het onvoldoende aansluit op elkaar, sommige scènes te kort, andere te lang. Gezien de oorsprong van de film, komt hij meer over als een gefictionaliseerde documentaire, waarbij de nadruk vooral op de politieke boodschap lijkt te zijn gericht, hetgeen nodig is in landen waar er vooralsnog zo weinig tolerantie voor de LHBTIQ+-realiteit van de mens is. Blijf die boodschap vooral uitdragen! Tegelijk kun je constateren dat het een trend is, vooral in de arthouse-cinema, om allerlei misstanden in de wereld aan het licht te brengen, waarbij het kunstzinnige of filmische aspect van ondergeschikt belang is. Film als verlengstuk van journalistiek.

 

30 juli 2023

 

ALLE RECENSIES

Aguirre, der Zorn Gottes (1972)

Aguirre, der Zorn Gottes (1972)
Ontdekkingsreiziger met grootheidswaanzin

door Cor Oliemeulen

Nadat Spaanse ontdekkingsreizigers de Inca’s hardhandig hadden beroofd van hun rijkdommen en het koninkrijk Peru hadden gesticht, daalt enkele decennia later een nieuwe expeditie vanuit de bergen af naar de Amazone-rivier met als bestemming de legendarische stad El Dorado.

De openingsscène van Werner Herzogs Aguirre, der Zorn Gottes (1972) doet sterk denken aan die van The Gold Rush (1925) van Charlie Chaplin waarin een lang spoor van goudzoekers eind negentiende eeuw als mieren een besneeuwde berghelling in Alaska beklimmen om de goudvelden van Yukon te kunnen bereiken. Vanuit een hoge camerahoek zien we verkleumde, uitgeputte mannen langzaam vlak langs de lens naar boven schuiven. In Herzogs zestiende-eeuwse avonturenfilm staat de camera naast een kronkelend bergpad in de Zuid-Amerikaanse jungle en zien we een meer dan honderdkoppig gezelschap van soldaten, indianen, slaven en enkele hoogwaardigheidsbekleders zich moeizaam hogerop bewegen, bijna verloren tussen de wolken en het weelderige groen. Eenmaal afgedaald naar de rivier en getroffen door voedselschaarste, ziekte en onenigheid besluit een groep opstandelingen onder leiding van Lope de Aguirre (Klaus Kinski) tot muiterij. Ze willen op zoek naar het goud van El Dorado, een nooit ontdekte stad.

Aguirre, der Zorn Gottes (1972)

Overleven op een vlot
Vanaf hier speelt Aguirre, der Zorn Gottes zich helemaal af op een groot vlot met nog enkele tientallen overgeblevenen. Klaus Kinski speelt de psychopathische rebel, zoals hij die nog vaker zou spelen in films van Werner Herzog. Hier trekt hij met een been, veroorzaakt door een van de vele confrontaties met de inheemse bevolking tijdens eerdere expedities, demonstreert een ijzige blik, vertoont oppervlakkige charme, manipulatief en impulsief gedrag met korte uitbarstingen. Exact zoals het filmscript van Herzog het beschrijft: “Hij noemt zichzelf ‘De Grote Verrader’ ofwel ‘De Toorn van God’. Fanatiek, bezeten en met grenzeloze ambitie, maar uiterst methodisch in zijn handelen. Ongeveer veertig jaar oud, zwijgzaam, pezig en met handen als het vasthouden van stalen klauwen. Gewetenloos en met een bijna pathologische criminele energie, maar toch zo volkomen menselijk dat je het niet kon zeggen, dit soort man bestaat niet meer.”

We schrijven de jaren 1560 en 1561. Herzog baseerde zijn film op het dagboek van een priester die ook deel uitmaakt van de expeditie. Wat snel blijkt, is dat de Baskische conquistador Lope de Aguirre zich openlijk verzet tegen de Spaanse Kroon. Na de ophanging van de aanvankelijke expeditieleider en het elimineren van andere sta-in-de-wegs heeft Aguirre vrij spel. Zo nu en dan wagen ze zich op de oever om een kleine nederzetting plat te branden en om voedsel te bemachtigen, maar altijd moeten ze oppassen omdat ze drijvend op de rivier soms met snelle, korte gifpijlen door indianen en kannibalen worden beschoten.

Nadat twee gastvrije ‘wilden’ zich nabij het vlot wagen, tot grote woede van de priester de aangeboden Bijbel negeren, maar een hangertje met goud tonen, waant Aguirre zich rijk en claimt vanaf de rivier al het land zover hij kan zien. Hij vergelijkt zich met Hernán Córtez, de veroveraar van Mexico in 1521. Echter maanden hoofdzakelijk ronddobberen op een vlot begint zijn tol te eisen. Een voor een bezwijken de opvarenden tijdens hun barre tocht naar succes in de hen onbekende, vijandige omgeving. Het zal niemand verbazen dat de Amerikaanse regisseur Francis Ford Coppola zich met zijn Vietnamfilm Apocalypse Now (1979) liet inspireren door Herzogs verkenning van de psychologische impact van waanzin, afmatting en demoralisatie van de menselijke natuur.

Aguirre, der Zorn Gottes (1972)

Mens versus natuur
Op het vlot beginnen sommigen te hallucineren, wat leidt tot een wonderlijk shot van een zeilboot, de gewenste noodzakelijke uitweg uit de ontberingen, die onbereikbaar hoog bovenin een boom hangt. Op verzoek van Herzog werd het gevaarte ter plekke geconstrueerd en om de boom gedrapeerd door inlanders. Tien jaar later zou Herzog in Fitzcarraldo (1982) een nog veel sterker staaltje vernuft en doorzettingsvermogen tonen met een stoomboot die in datzelfde Amazonegebied over een berg moest worden getrokken.

Aguirre, der Zorn Gottes kent de beklemmende traagheid van het leven op een vlot. Zo nu en dan bedient Herzog zich van een onverwachte, absurdistische kwinkslag. Bijvoorbeeld als Aguirre over een soldaat zegt: “Die man is een kop groter dan ik, maar dat kan veranderen”, waarna het hoofd van de soldaat over de grond rolt. Of de soldaat die als eerste wordt getroffen door (niet een korte maar) een lange pijl, die hem doorboort: “Huh, die lange pijlen raken in de mode”, steunt hij voordat hij dood in het water valt. Alsof je een paar seconden kijkt naar Monty Python and the Holy Grail (1975).

Net als al in zijn debuut Lebenszeichen (1968), Grizzly Man (2005) en veel van zijn andere films plaatst Herzog zijn personages in extreme omgevingen en confronteert ze met de onvoorspelbaarheid en ontembare krachten van de natuur. Thomas Mauch (ook camera Fitzcarraldo) maakt in Aguirre, der Zorn Gottes weidse shots van grandioze landschappen om de schoonheid en de overweldigende natuur te tonen. Het benutten van natuurlijk licht creëert sfeer en emotie in zijn beelden. Ook als we inzoomen op het gezicht van Aguirre, die tegen beter weten in zijn strijd tegen de elementen in zijn voordeel denkt te kunnen beslechten. Ten langen leste draait de camera talloze malen rond het vlot om de uitzichtloosheid van de situatie te benadrukken.

De immer ambitieuze Werner Herzog vertelde later in een interview dat in het oorspronkelijke einde de hoofdrolspeler probeert het vlot de zee op te nemen, maar voortdurend door de plotselinge, symbolische tegenstroom van de Amazone naar de kust wordt geveegd, terwijl een papegaai cynisch ‘El Dorado, El Dorado’ krijst. Ook het gebruik van de zeilboot die boven in de boom hing, bleek technisch te ingewikkeld. Gelukkig waagde de regisseur zich in zijn film niet aan de letterlijke ondergang van Aguirre, volgens de overlevering neergeschoten, handen en hoofd afgesneden, en de rest aan de honden gevoerd. Voor een ontdekkingsreiziger is het niet al wat goud blinkt.

 

Kijk hier en hier waar Aguirre, der Zorn Gottes draait.

 

26 juni 2023

 

THEMAMAAND WERNER HERZOG

Aurora’s Sunrise

**
recensie Aurora’s Sunrise
Het gewicht van de Armeense genocide

door Tim Bouwhuis

De geanimeerde documentaire Aurora’s Sunrise tekent een onvoorstelbaar dunne lijn tussen de persoonlijke beleving van een historisch trauma en de representatie daarvan. Luttele jaren na het ontvluchten van de Armeense genocide (1915) werd een getroffen tienermeisje in New York gecast als vertolker van haar eigen leed. Deze gemankeerde film over haar leven zorgt voor gemengde gevoelens: de makers onderstrepen terecht hoe belangrijk het is deze volkenmoord te erkennen en te memoreren, maar stappen daarbij te makkelijk over de schrijnende rol van de door Hollywood misbruikte Aurora heen.

“Ik was geen actrice”, zegt Aurora Mardiganian aan het begin van deze aangrijpende vertelling over haar leven. Als minderjarig weesmeisje belandde ze door de hulp van Amerikaanse missionarissen in New York, waar haar pogingen om haar eerder geëmigreerde broer te vinden de aandacht trokken van journalisten. In 1918 kreeg ze de kans haar memoires te publiceren: eerst in de krant, later in boekvorm. Het duurde niet lang voor Hollywood op de stoep stond.

Aurora's Sunrise

Archief, animatie en representatie
Aurora’s verhaal is onwaarschijnlijk, maar waar. In 1919 zat ze op de voorste rij van het filmtheater bij de première van Auction of Souls, een stille film over haar eigen trauma. Op verzoek van het meisje maakte de kostuumafdeling zelfs de kleding na die ze tijdens haar vlucht had gedragen. Aurora’s Sunrise verweeft een geanimeerde verbeelding van de veelbewogen reis met beelden van Auction of Souls (in 1994 werden er achttien minuten teruggevonden en later gerestaureerd) en fragmenten uit een archiefinterview met de (dan bejaarde) hoofdpersoon.

Animatie kan een waardevolle techniek zijn om herinneringen op een gevoelige, detailrijke manier te doen herleven, maar in Aurora’s Sunrise voelt de verbeelding van de vlucht meer als een creatieve oplossing (er zijn geen historische opnames, en de beelden van Auction of Souls zijn beperkt en vertekend) dan als een volwaardige artistieke keuze. Dat heeft er deels mee te maken dat de montage (archief, representatie en animatie) gefragmenteerd is, waardoor de animaties niet voldoende op zichzelf staan: de beelden vertellen telkens alleen een opgebroken stukje van het verhaal, en komen op die manier (en door de aanvullende voice-over) maar beperkt tot leven.

Als de animaties kwalitatief hadden overtuigd, had de bewust gefragmenteerde opzet van de film minder zwaar gewogen. Helaas is de dynamiek tussen de verbeelding van mensen en het omringende landschap niet in evenwicht: de schilderachtige decors zien er prachtig uit, maar de mensen bewegen en spreken onnatuurlijk en houterig. Op specifieke momenten stoort ook de muziek: die is tijdens Aurora’s reis soms ongepast opzwepend, alsof we naar een actiefilm in wording kijken.

Het kwaad in beeld
Het is moeilijk om met animatie tot de kern van het kwaad door te dringen. De kunstvorm is vaak een dankbaar poëtisch middel, maar als de film het wangedrag van een stel soldaten richting vrouwen en kinderen verbeeldt doet hij even denken aan Ari Folmans Waar Is Anne Frank? (2021), waarin de nazi’s schetsmatig en door kinderogen worden bekeken en neergezet. Animatie kan uitermate genuanceerd zijn, tot je iets moet animeren dat moeilijk te nuanceren is. Het ware leed wordt in Aurora’s Sunrise dan ook pas tastbaar als de geanimeerde scènes overlopen in Auction of Souls en we een slachtoffer aan een symbolisch kruis zien hangen. In werkelijkheid, vertelt Aurora, wachtte een nog veel vreselijker lot.

Regisseuse Inna Sahakyan stelt alles in het werk om het gewicht van de Armeense genocide over te brengen en invoelbaar te maken, maar vergeet om scherper te reflecteren op de rol van het meisje dat centraal staat. Hollywood kwam Aurora’s verhaal op het spoor en zag een verdienmodel: dat het meisje letterlijk gebukt ging onder het gewicht van haar eigen herinneringen, die ze alleen kon ‘spelen’ door ze opnieuw te beleven, wordt in Aurora’s Sunrise wel duidelijk gemaakt maar niet ontleed.

Aurora's Sunrise

Dubbelgangers
Toen de inmiddels (naar schatting) achttienjarige Aurora (die ook niet zo heette, maar zo wel ’toegankelijker’ was voor het publiek) al lang in een tehuis was opgevangen, en geen premières meer bijwoonde, gebruikten de makers nog steeds dubbelgangers (andere meisjes) om Auction of Souls zo optimaal mogelijk in de markt te zetten. Als de stille film op de aftiteling van Aurora’s Sunrise wordt geroemd om zijn onmisbare bijdrage aan de Amerikaanse liefdadigheidscampagne, voelt dat kortzichtig en ongepast: Auction of Souls had nooit gemaakt moeten worden met Aurora zelf in de hoofdrol.

Sahakyan gaat bovendien te eenvoudig uit van een belangeloze Amerikaanse overheid en een goedhartig cordon van weldoeners (Aurora bevindt zich op een gegeven moment in het welgestelde gezelschap van magnaat John D. Rockefeller en andere rijkelui). Er werden overzees inderdaad talloze wezen opgevangen en de bevolking doneerde massaal, maar de staatsreactie op de genocide was ook een politiek spel, waarbij de regering van Woodrow Wilson in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog een nieuwe landindeling voorstelde en intensief betrokken was bij het voortwoekerende conflict met Turkije (in de complexe overgangsfase van het Ottomaanse rijk naar onafhankelijkheid).

De tol van trauma
Noem het cynisme, maar liefdadigheid heeft in politieke en welgestelde kringen vaak meer dan één doel of betekenis, en Hollywood gaf in 1919 meer om een potentieel kassucces dan om de mentale gezondheid en het reële trauma van Aurora. Deze observaties schijnen zijdelings óók door in Aurora’s Sunrise, maar worden niet onderstreept of hard gemaakt, waardoor de film ondanks zijn goede bedoelingen (internationale erkenning voor – en herinnering van – de Armeense genocide) niet tactvol overkomt. Hoeveel mag een trauma kosten, en wat mag het opleveren? Deze geanimeerde documentaire leert in ieder geval om nog eens kritisch naar de mogelijke tol van representatie te kijken.

 

25 april 2023

 

ALLE RECENSIES

Alma Viva

***
recensie Alma Viva
Benauwend magisch realisme in Portugees bergdorp

door Paul Rübsaam

In Alma Viva heeft Salomé een innige band met haar grootmoeder. Oma’s plotselinge dood zet de verhoudingen tussen de moeder, tantes en ooms van het meisje onder druk. Ook de gehele familie komt ter discussie te staan in het dorp. Niet in de laatste plaats omdat Salomé in de voetsporen treedt van haar van hekserij betichte grootmoeder.

In de eerste scènes van Alma Viva (Levende Ziel), het speelfilmdebuut en familieportret van de Frans-Portugese regisseuse Cristèle Alves Meira (1983), zien we hoe de ongeveer negenjarige Salomé (Lua Michel, dochter van de filmmaakster) stiekem getuige is van een seance waarin haar grootmoeder Avó (Ester Catalão) de dolende ziel van een pas overledene in goede banen tracht te leiden. Al gauw mag Salomé haar grootmoeder ter zijde staan bij het aanroepen van Sint-Joris. Deze heilige moet de levenden beschermen en de demonen in hun omgeving verjagen.

Alma Viva

Sterke band
Salomé woont met haar moeder in Frankrijk, zo blijkt. Maar ze logeert bij haar familie van moederskant in de bergachtige regio Tras-os-Montes in het noordoosten van Portugal. Ook haar vrijgezelle tante Fátima (Ana Padrão), haar blinde, maar visionaire en muzikale oom Dantas (Duarte Pina) en een neefje van Salomé wonen daar nog. Haar met een Franse vrouw getrouwde oom Joaquim heeft er bovendien een buitenhuis. Maar het sterkst is Salomé’s band toch met haar grootmoeder. Die helpt ze niet alleen met het begeleiden van dolende zielen, maar weet ze ook te verleiden tot samen ’twerken’ (dansen met schuddende heupen en billen). Als waren ze twee ondeugende vriendinnen.

De identificatie van Salomé met Avó gaat zo ver dat ze al bij voorbaat weinig moet weten van buurvrouw Gracinda, met wie haar oma een vete heeft in verband met een oude liefdesaffaire. Toch neemt het meisje een door Gracinda bereide vis voor Avó mee. Wordt die mogelijk vergiftigde vis oma fataal? Of is het de taart van oom Joaquim die de suikerzieke oude vrouw gegeten heeft?

Krachten en tegenkrachten
Als familie en bekenden in de hete Portugese zomer samenkomen in de kleine kamer waar Avó zonder koeling licht opgebaard, leidt dat tot hartverwarmende, maar soms ook pijnlijke en groteske taferelen. Het weerzien met Salomé’s snel uit Frankrijk over gekomen moeder Aida (Jacqueline Corado) is hartelijk. Er is echter ook het nodige oud zeer tussen de broers en zussen, die niet allemaal afkomstig zijn van dezelfde vader en het er niet over eens kunnen worden wie op moet draaien voor de kosten van de begrafenis. Ondertussen gaat Salomé’s dikke neefje Rúben met een vliegenmepper manmoedig de vliegen te lijf die al afkomen op het stoffelijk overschot van Avó. Niet iedereen vindt dat geklap onder de omstandigheden even gepast klinken.

Geplaagd door verdriet en schuldgevoel gaat Salomé het liefst onder de doodskist zitten, waar de anderen omheen staan. Met haar ‘ontvankelijke lichaam’, zoals haar grootmoeder dat bij leven uitdrukte, kan ze zich niet losmaken van haar dwalende geest. Nachtmerries en visioenen overtuigen het meisje ervan dat het haar taak is de oude rekeningen van Avó te vereffenen. Dit zet haar aan tot dubieuze daden op nachtelijke dwaaltochten, die haar en haar familie in diskrediet brengen.

Alma Viva

Het ten grave dragen van Avó, een gebeurtenis die onder invloed van verschillende natuurlijke omstandigheden echt niet langer uitgesteld kan worden, zal evenwel krachten en tegenkrachten oproepen. Want Salomé’s grootmoeder was ook een bindende figuur. Niet alleen voor haar familie, maar voor het hele dorp. Zo zijn sommige dorpsbewoners de ‘overspelige heks’ nog altijd dankbaar voor de zorgen waarmee ze hun dierbare overledenen omringde.

Ongemakkelijk
Mogelijk bovennatuurlijke gebeurtenissen worden in Alma Viva weerlegd noch bewezen. Ook wie werkelijk verantwoordelijk waren of zijn voor bepaalde misstanden blijft ietwat mysterieus. Maar dat is niet per se een bezwaar. Vetes en bijgeloof lijken immers een integrerend onderdeel te vormen van de streng katholieke cultuur van de regio Tras-os-Montes, waarin de kijker wordt ondergedompeld.

Verheven of dromerig is de film allerminst. Het is juist een bij uitstek lijfelijke film, op het plastische af. Daardoor kun je je wat ongemakkelijk gaan voelen. Soms echter worden ontroerende momenten wat al te lukraak afgewisseld met impressies die eerder een gevoel van verbijstering, of zelfs weerzin oproepen. Alsof Cristèle Alves Meira zelf nog niet helemaal heeft uitgeknobbeld wat haar eigen overheersende gevoel is met betrekking tot haar familie van moederskant en de streek waar deze vandaan komt.

 

17 april 2023

 

ALLE RECENSIES

All the Beauty and the Bloodshed

****
recensie All the Beauty and the Bloodshed
Intiem portret van activistische fotograaf Nan Goldwin

door Jochum de Graaf

Oscarwinnaar en IDFA-hoofdgast van de afgelopen editie Laura Poitras ontving de Gouden Leeuw in Venetië voor All the Beauty and the Bloodshed. Ze maakte een intiem en openhartig portret van de beroemde fotograaf Nan Goldin over haar leven en kunst, maar ook over haar strijd tegen de Sackler-familie, de veroorzakers van de opiatencrisis in de VS én bekend als een van de grootste filantropen van de kunstwereld.  

Daar zitten ze dan, David Sackler en Theresa Sackler, achter het scherm in een online zitting van de rechtszaak die tegen hun bedrijf Purdue Pharma is aangespannen. Hoogste baas David Sackler heeft geweigerd voor het scherm te komen. De Sacklers, ook wel omschreven als de titanen van de Amerikaanse farmaceutische industrie, worden met hun rol als fabrikanten en marketeers van zwaar verslavende pijnstillers als OxyContin in hoge mate verantwoordelijk gehouden voor de opiatencrisis die in de tweede helft van het afgelopen decennium alleen al in de VS rond de half miljoen dodelijke slachtoffers eiste.

All the Beauty and the Bloodshed

Getuigenissen
Met tamelijk uitgestreken gezichten horen ze getuigenissen aan, zoals van de ouders die zeer emotioneel het in de knop gebroken leven van hun enige zoon beschrijven die ze niet meer reagerend op de grond van de slaapkamer aantreffen, na een overdosis. De vader richt zich rechtstreeks tot de Sacklers: ‘Ik wil jullie er op wijzen dat tegen de tijd dat deze twee uur durende zitting beëindigd is, er opnieuw zestien mensen aan jullie dodenlijst kunnen worden toegevoegd.’

Tot een veroordeling komt het niet. Ruim voor de rechtszaak begint, onttrekken de Sacklers miljarden aan het bedrijf, sluizen ze weg naar belastingparadijzen en laten het bedrijf failliet gaan, zodat ze de hoge boetes schaamteloos kunnen ontlopen.

Een deel van die miljarden is gestoken in het ondersteunen van kunst, in gerenommeerde musea als het New Yorkse Metropolitan Museum of Art (MET), het Guggenheim en het Louvre. Op Harvard en een stuk of tien andere universiteiten zijn er Sackler Wings, Sackler Halls, Sackler Rooms en Sackler Educational Centers. Verder zijn er in Washington en Londen Sackler Museums, waarmee ze hun reputatie als een van de grootste filantropen van de kunstwereld oppoetsen.

OxyContin
De wereldberoemde fotografe en kunstenares Nan Goldin, die al in 1986 naam maakte met haar fotoserie The Ballad of Sexual Dependency, kende de Sacklers ook vooral als de maecenassen in wiens musea en galerieën ze menigmaal exposeerde. Tot ze in 2014 na een operatie de pijnstiller OxyContin voorgeschreven krijgt, binnen de kortste keren verslaafd raakt en er vervolgens bijna door een overdosis aan onderdoor gaat. Een paar jaar later richt Goldin – geïnspireerd door de onthullingen van journalist Patrick Radden Keefe in The New Yorker die de Sackler-bedrijven omschrijft als ‘een imperium van pijn’ – de actiegroep Prescription Addiction Intervention Now (PAIN) op die de strijd aanbindt met de praktijken van de Sacklers.

All the Beauty and the Bloodshed begint maart 2018 in het New Yorkse MET waar PAIN een populaire tentoonstelling in de Sackler Wing verandert in een symbolisch slagveld. Later in de film laten ze met als het ware een performance act honderden receptbriefjes met anti-Sackler-slogans van de kenmerkende spiraalgangen in het Guggenheim naar beneden dwarrelen.

Drie jaar later is er de teleurstelling dat de Sacklers niet veroordeeld kunnen worden, maar vieren ze wel een klein feestje dat de namen van de Sacklers in vrijwel alle Wings, Rooms en Galleries verwijderd worden en de grote musea de een na de ander besluiten geen geld meer van de big pharma-reus aan te nemen.

All the Beauty and the Bloodshed

Openhartig
Laura Poitras, die een Oscar kreeg voor Citizenfour over NSA-klokkenluider Edward Snowden en hoofdgast was op het afgelopen IDFA, maakt een intiem, aansprekend en bij tijd en wijle melancholisch portret van Nan Goldin, waarvoor ze in Venetië de Gouden Leeuw kreeg.

In een stuk of zes hoofdstukken laat Poitras vooral Goldin zelf rauw, eerlijk en openhartig haar leven en werk schetsen. Na een moeilijke jeugd in een buitenwijk van Maryland met een depressieve zus, wier zelfmoord een slagschaduw over haar jeugd legt, volgen de bevrijdende jaren aan de kunstacademie en speelt ze een vooraanstaande rol in de kunstscene van Manhattan in de enerverende jaren zeventig en tachtig.

Goldin vertelt onopgesmukt over Tin Pan Alley, over medekunstenaars als underground-actrice Cookie Mueller, fotograaf David Armstrong, kunstenaar, schrijver en aidsactivist David Wojnarowicz, over haar heroïneverslaving, over de deprimerende jaren dat de aidsepidemie vooral in het kunstenaarsmilieu om zich heen greep, over haar korte periode als go-go-danseres en sekswerker, omdat ze de huur niet meer kon betalen en hoe ze voor het eerst de camera oppakt.

Ze breekt door met fel realistische projecten als The Ballad of Sexual Dependency en Sisters, Saints and Sibyls, waar ze rechtstreeks put uit haar leven en haar vriendenkring, de bohemiens, transseksuelen, selfmade-artiesten, mensen aan de zelfkant. In de film zien we een aantal diavoorstellingen met een steeds wisselende soundtrack voorbijkomen, opgezet als een soort dagboek een stijl die veel navolging krijgt en haar exposities in prestigieuze musea en collecties over de hele wereld oplevert.

Bijzondere archiefbeelden van New York onderstrepen het mooie tijdsbeeld, de rebelse levenshouding van Goldin, de constante van haar gedrevenheid en haar volharding in de strijd tegen de Sackler-familie. De gelauwerde Laura Poitras verdient vooral veel lof voor de knappe manier waarop ze Goldins latere activisme weet te verweven in het grotere verhaal over haar leven en kunst.

 

11 januari 2023

 

ALLE RECENSIES

À plein temps

****
recensie À plein temps
Maalstroom van een arbeidersbestaan

door Tim Bouwhuis

Op papier is À plein temps een sociaal drama over de maalstroom van een Parijs arbeidersbestaan. Gelukkig komt degene die in dat geval een dertien in een dozijn-film verwacht, bedrogen uit: door de golvende geluidsband en de indringende montage kijkt het op zichzelf alledaagse verhaal weg als een tikkende tijdbom.

Als de treinen tussen stad en platteland door aanhoudende stakingen steeds minder vaak gaan rijden, wordt het voor Julie (Laure Calamy) een almaar hachelijker karwei om op tijd in te klokken op haar werk. Om zichzelf en haar twee kinderen nog wat ademruimte te geven, woont ze op enige afstand van de Parijse binnenstad en is ze volledig afhankelijk van het openbaar vervoer. À plein temps (Full Time; geregisseerd en geschreven door Eric Gravel) begint met een wekker die een sluimerdroom doorbreekt; wat volgt, is een soort hindernisparcours naar het respectabele hotel waar Julie de kost verdient.

À plein temps

Apocalyptische koortsdroom
Door de vluchtige, maar toch uiterst beheerste beeldregie en de golvende (‘pulserende’) geluidsband, die doet denken aan de score van de adrenalinerijke misdaadfilm Good Time (de gebroeders Safdie, 2017), krijgt Julies forensenbestaan de dynamiek van een thriller. De reis van platteland naar stad en terug is voor de modelarbeider in een westerse maatschappij het meest alledaagse tafereel denkbaar, en toch heeft À plein temps gevoelsmatig soms meer weg van een apocalyptische koortsdroom dan van een gemiddeld inkijkje in het dagelijks leven.

Gele hesjes
Op het dieptepunt van de film rijdt er níets meer. Het regent, de nacht valt in, de straten zijn onveilig, de hotels overvol en hun eigenaars onvriendelijk. Ontsnappen is onmogelijk en de spanningen in de stad bereiken hun kookpunt. Felle straatprotesten, de complexe achtergrond even daargelaten, waren met name in aanloop naar de Coronaperiode (2018-2019) diep verankerd in de Parijse werkelijkheid.

Het treffen tussen burgers en autoriteiten wordt onverhuld verbeeld in de confronterende documentaire Un pays qui se tient sage (The Monopoly of Violence; David Dufresne, 2020), die vorig voorjaar exclusief te zien was op streamingdienst Picl. Gravel schreef het script van À plein temps vlak voor de opkomst van de gele hesjes, en liet zich naar eigen zeggen vooral inspireren door de historische arbeidersstakingen van 1995. Toch is de stedelijke chaos in de film vooral voorstelbaar met de gele hesjes in het achterhoofd.

À plein temps

Obstakels van het arbeidersbestaan
Toegegeven, Julie krijgt in anderhalf uur speeltijd daadwerkelijk ook wel met zo’n beetje álle obstakels van het arbeidersbestaan te maken. Haar ex-partner is onbereikbaar en moet nog alimentatie betalen, de bejaarde vrouw die op haar kinderen past kan de drukte niet aan en de bank belt om de haverklap voor de hypotheek. Tegelijkertijd dwingt juist die alomvattende maalstroom een reflectie af op de absolute grenzen van een leefbaar (arbeiders)bestaan. Overeenkomsten met de (Nederlandse) werkelijkheid zijn er ondanks de opgeklopte spanningsboog namelijk in overvloed: het beleid van de NS begint steeds meer op een rampenplan te lijken en in tijden van inflatie is de voedselbank er in extremis straks voor iedereen.

Groundhog Day
Het siert Gravel dat hij zich in de loop van zijn film niet tot politieke uitingen wendt, maar domweg laat zien hoe het arbeidersbestaan sociaal en emotioneel zijn tol eist. Julie is geen typische strijder voor gerechtigheid, en de regisseur maakt van zijn hoofdpersonage geen heilige: in de loop van de film maakt ze een aantal haastige, zelfzuchtige keuzes die mensen in haar omgeving in diskrediet brengen. Je kunt Julie onsympathiek noemen en het op dezelfde tel voor haar opnemen. Ook de eindafrekening van À plein temps is ambigu, vertwijfeld en gespeend van een goedkoop nieuw begin. We kunnen alleen maar hopen dat Groundhog Day de arbeiders van deze wereld elke ochtend weer zo genadig mogelijk is.

À plein temps werd goed ontvangen op verschillende internationale filmfestivals en ontving een prominente prijs op het filmfestival van Venetië (2021). Toch wist de film geen Nederlandse distributeur aan zich te binden. Vanaf 29 december is À plein temps op initiatief van Filmhuis de Spiegel (Heerlen) alsnog op meer dan veertig vertoningslocaties te zien. Kijk hier voor meer informatie.

 

21 december 2022

 

ALLE RECENSIES

Armageddon Time

***
recensie Armageddon Time
Opgroeidrama slaat niet in als een bom

door Cor Oliemeulen

Opgroeidrama’s lijken populairder dan ooit. Alsof filmmakers teruggrijpen naar een tijd dat alles beter of interessanter was. Of terugdenken aan hun eigen jeugd toen ze zelf gevormd werden. De vraag is of het publiek op die herinneringen zit te wachten.

Je kunt natuurlijk ook graag films over vroeger willen maken omdat je vindt dat je te laat bent geboren. De Amerikaanse filmmaker James Gray had het liefst films gemaakt in de jaren zeventig toen zijn idolen Francis Ford Coppola, Martin Scorsese, Robert Altman en Stanley Kubrick het ene na het andere meesterwerk lanceerden. Het is dan ook niet vreemd dat Grays films zich afspelen in het verleden. Ze gaan vaak over immigranten (o.a. zijn debuut Little Odessa en The Immigrant) en spelen zich meestal af in New York. Met zijn achtste speelfilm, het coming-of-age drama Armageddon Time, keert Gray terug naar de tijd dat hij als elfjarige opgroeide in Queens als nazaat van joodse Russische immigranten.

Armageddon Time

Opa’s wijze les
Paul Graff (Banks Repeta) is het alter ego van de jonge James Gray, die liever tekent dan op school zit. Vader Irving (Jeremy Strong) en moeder Esther (Anne Hathaway) halen hun zoon na enkele incidenten van een particuliere school. Het ergste voor Paul is dat hij nu niet meer kan optrekken met zijn zwarte vriendje Johnny (Jaylin Webb). Hij mag dat sowieso niet van zijn vader sinds Paul en Johnny  werden betrapt toen ze samen op school een joint rookten. Als Paul samen met enkele jongens op het plein van zijn nieuwe, veel strengere school staat te praten, komt Johnny voorbij, maar Paul reageert afstandelijk omdat zijn nieuwe klasgenoten niet van ‘niggers’ houden. Paul voelt zich ongemakkelijk door de situatie en vertelt het voorval aan zijn grootvader Aaron (Anthony Hopkins), het enige familielid met wie hij een goede band heeft. Aaron verhaalt over hoe hij zelf als jood gediscrimineerd werd en draagt zijn kleinzoon op om op te komen voor minderheden en zich als een ‘mensch’ te gedragen.

Armageddon Time speelt zich af in 1980. Paul en zijn familie zien op tv hoe de republikein Ronald Reagan wordt gekozen tot nieuwe Amerikaanse president. “Dat wordt een kernoorlog”, verzucht Pauls moeder. Deze conservatieve tijd met het vooruitzicht dat democratische verworvenheden zullen worden teruggedraaid, onderstreept het lot van minderheden in de Amerikaanse samenleving. Maar het gaat regisseur James Gray vooral om de kijker zich te laten realiseren dat zijn jeugdjaren werden geteisterd door de angst voor een nucleaire oorlog vanwege de immer dreigende relatie met de Sovjet-Unie.

Armageddon Time

Toekomst
Met zijn opstandigheid en wijsneuzerige gedrag is Paul als puber geen uitzondering. Het enige wat hij wil, is een beroemd artiest worden. Nergens wordt duidelijk dat hij (of iemand anders) zou lijden, laat staan beïnvloed worden, door de angst voor een armageddon. Ook het reggaenummer Armagidion Time van The Clash en de korte links die Gray legt met het opvoeren van de vader en de zus (cameo van Jessica Chastain) van de latere president Donald Trump kunnen de kijker niet overtuigen van die te verwachten onheilspellende toekomst.

Het zijn vooral de uitmuntende vertolkingen van de hele cast die Armageddon Time de moeite van het kijken waard maken. Het familiedrama is met zorg vervaardigd, echter het script is niet verrassend genoeg en ook het gemis van enige nostalgie en wat humor doet de film geen goed. Het meest wezenlijke thema is de nasleep van het moment waarop Paul en Johnny zijn betrapt op diefstal en eerstgenoemde belangrijke keuzes over zijn eigen positie moet maken. Bij thuiskomst merken we dat Paul zich eenzamer dan ooit voelt.

 

7 december 2022

 

ALLE RECENSIES

All That Breathes

****
recensie All That Breathes
Het regent roofvogels

door Tim Bouwhuis

In de Indiase miljoenenstad Delhi komen de roofvogels letterlijk uit de lucht vallen. De twee broers die in de bescheiden documentaire All That Breathes centraal staan, zien niemand ingrijpen en besluiten zich gericht over de dieren te ontfermen. Ondertussen blijft het in hun politiek verkrampte omgeving niet bij ecogeweld.

Onder welke omstandigheden besluit je een deel van je leven te wijden aan mensen (en hier dus dieren) in nood? Het verzorgen van (tijdelijk) vleugellozen lijkt voor Nadeem en Saud een vanzelfsprekendheid, maar als je ziet hoe groot de problemen zijn, mag hun tomeloze inzet een klein wonder heten. De hechte broers kunnen de last van een zuchtend ecosysteem en bloedende straten nooit alleen dragen. En toch bouwen ze hun kleine garageruimte met de hulp van een vriend om tot een provisorisch noodhospitaal.

All That Breathes

Noodoproep
All That Breathes verweeft de onvoorwaardelijke liefdadigheid van de hoofdpersonen met een bredere blik op de sociaal-politieke en religieuze spanningen die India (Delhi niet eens in het bijzonder) al decennia parten spelen. Rigoureus gesteld lijkt het alsof sommige bewoners van de grootstad zo druk zijn met het uitdragen (en in dit geval ook bevechten) van hun identiteit, dat ze niet doorhebben dat de zuiverende kringlopen van water, lucht en natuur wankelen. De zwarte wouw (‘black kite’ in het Engels), zoals de vogelsoort die de broers zo koesteren genoemd wordt, is een hulpeloos slachtoffer van de erbarmelijke luchtkwaliteit, verziekt, vervuild en bestraald door menselijke ingrepen.

Het gaat regisseur Shaunak Sen (Cities of Sleep) duidelijk aan het hart dat Delhi niet alleen een onveilige stad is door de ecoproblemen. Korte mediafragmenten en terloopse opmerkingen van de broers worden in de montage uiteindelijk aangevuld met een mobiel opgenomen filmpje waarin een man met gevaar voor eigen leven een religieus monument probeert te slopen. In een documentaire die zich desondanks te allen tijde blijft concentreren op de zorgverlening van de broers, maakt de politiek geladen interventie duidelijk dat Sen zich verantwoordelijk voelde om het verband tussen het ecogeweld en de ontsporende verhoudingen tussen (met name) hindoe-nationalisten en moslims expliciet te maken. Wie de lange documentaire Reason (Anand Patwardhan; bekroond op het IDFA in 2018) of de speelfilm Nasir (Arun Karthick; IFFR 2020 en vervolgens uitgebracht in Nederland) zag, kan zich bij dat laatste een (zij het door de sterke stellingname van de filmmakers wat vertekende) voorstelling maken.

All That Breathes

Natuurbeeld
Het is niet storend dat All That Breathes door de filmische verwerking van de politieke (onder)laag iets van zijn subtiliteit verliest. Wel had er enigszins bespaard kunnen worden op het gebruik van voice-overs, die gebruikt worden om de broers te laten uitdrukken welke filosofie (humanistisch, maar met een licht religieus tintje) er aan het verzorgen van de roofvogels ten grondslag ligt, en om toe te lichten welke rol de dieren spelen in het schoonhouden (‘reinigen’) van de natuurlijke omgeving. Er wordt namelijk al veel weggegeven door de sprekende beelden, die het verhaal van de documentaire met gemak dragen en de meeste zeggingskracht hebben als er niet bij wordt gesproken. Met het geduld van strakke kaders en lome tracking shots vangen Sen en zijn crew met beperkte filmische middelen dierlijke details die in vluchtigheid voor het oog verborgen zouden blijven. “Het gaat ons om alles wat ademt”, is de redenatie van de broers. Het geheven vingertje blijft uit. Gelukkig, want dat werkt vaak ook averechts. Maar misschien ‘moeten’ we wel vaker zo denken.

 

14 november 2022

 

ALLE RECENSIES

IDFA 2022 – Deel 1: Openingsfilm

IDFA 2022 – Deel 1: Openingsfilm
All You See

door Jochum de Graaf

Woensdag 9 november gaat het 35ste IDFA van start met een overweldigend aanbod van 294 documentaires. Het programma telt zeventien onderdelen en IDFA’s partners pakken uit met maar liefst 27 selecties. Met onze 33 IDFA-tips kreeg de bezoeker al een duidelijk compact overzicht. We trappen onze serie verslagen af met de openingsfilm All You See (Al wat je ziet), die tegelijk in 35 theaters wordt uitgebracht en 23 november bij 2Doc te zien zal zijn.

De film heet een onderzoek naar wat het betekent om aan de projecties van anderen onderworpen te zijn. ‘Wat als je van de ene op de andere dag niet meer wordt gezien, maar wel wordt bekeken? Ben je dan wie je was of wie je bent geworden?’ Documentairemaker Niki Padidar (Ninnoc, ANNA: Status en ook tv-programma De Dokter Corrie Show) kwam op haar zevende vanuit Iran naar ons land en ook de andere hoofdrolspeelsters hebben een migratieachtergrond.

All You See

Identiteit
We maken kennis met de Somalische Khadija die al 27 jaar in ons land woont en nog steeds als nieuwkomer bejegend wordt, peuter Sophia die pas sinds kort vanuit Engeland naar hier gekomen is en tiener Hannah uit Oekraïne die de neiging heeft zichzelf weg te cijferen en vlucht in de cartoonwereld. De 7-jarige Dewi Bus speelt scènes waarin Niki Padidar buiten beeld haar eigen ervaringen verwoordt.

Die centrale vraag naar identiteit – wie je bent of wat je wilt zijn, naar gezien willen worden maar constateren dat je slechts bekeken wordt – levert navrante, soms ook tragikomische observaties van onze samenleving op. Khadija die twee, drie keer per dag (sinds haar komst al zo’n 40.000 keer, zo berekent ze) vragen krijgt als ‘Waar kom je vandaan, nee, waar kom je oorspronkelijk vandaan? Woonden jullie daar nog in een hut? Ben je besneden? Zijn alle drie jouw kinderen van dezelfde vader?’

Ze vertelt het onthutsende verhaal over de nieuwe buurvrouw die nadat ze uit de deur van haar nieuwe koophuis in Rotterdam-Noord komt doodleuk opmerkt ‘ik wist niet dat ze hier ook huurhuizen hebben’. De peuter Sofia die van haar klasgenootjes tips krijgt om aan Nederland te wennen: ‘zo doen wij dat hier.’ Je ziet haar ineenkrimpen als ze gestoken in een wollige trui het advies krijgt om geen warme kleren aan te doen wanneer de andere kinderen in korte mouwen lopen. En de goedlachse Hannah die over haar moeite met de taal vertelt, de ‘grammatische fouten die ik maakte toen ik schreef deze gedicht’. Ze leert heel veel door strips te bestuderen, probeert zich de straattaal eigen te maken, maar voelt zich vooral toerist, zo voelt ze zich ook bejegend.

Niki Padidar zelf vertelt met archiefbeelden van Iran, nagespeelde scènes van haar schooltijd in Nederland, haar geschiedenis, haar opa die overleed een dag nadat ze na zoveel jaar terug gingen naar Iran, haar oma die kort daarop overleed, dat ze nu niet meer in oorlog leeft, maar ook geen familie meer heeft. ‘Ik voel me  verbonden met Nederland, maar ik voel me nul Nederlands.’

De verbazing over die kleinzielige Nederlanders. Khadija vertelt over de collega die twee dagen vrij neemt om bij te komen van het overlijden van haar fret. ‘Fred?’, denkt ze, ‘wie is die Fred, ze was toch met een ander?’. De andere collega die een half jaar uit de running was vanwege een verbroken relatie. Zelf was ze van dichtbij getuige van onthoofdingen. 

All You See

Vervreemding
All You See is een film over vervreemding, letterlijk en figuurlijk. Verstilde beelden van onder een viaduct, van een drone die laag over een polderlandschap scheert, de woeste zee bij de Oosterscheldekering, het onvermijdelijke aquarium, het slotbeeld van een in groothoek gefilmde provinciale weg waar in de verte een meisje aan komt lopen. De metafoor van de Hollandse hokjesgeest die je nauwelijks kan ontgaan met de protagonisten elk in een kale, grijze, betonnen kamer, die ze op hun eigen manier met persoonlijke houdingen en gedragingen proberen in te kleuren. Maar veel verder dan deze symboliek en dat gevoel van vervreemding komt de film niet. Onbevredigend ook dat einde met het voorlezen van een gedicht over ‘feeling at home’ en de niet goed te volgen tekst van Beforever like the curse van singer-songwriter Fink.

All You See is een stuk minder indringend dan Four Journeys, de opening van IDFA 2021 waarin Louis Hothothot zijn migratiegeschiedenis vanuit China onderzocht. En het is misschien wel zo aangenaam dat een controverse als bij de films van Sunny Bergman, die soortgelijke thema’s van integratie en migratie behandelt, uit zal blijven. Maar de film mist vooral urgentie, hij spreekt niet of nauwelijks aan en blijft steken in een vaag gevoel van vervreemding. Hebben we hier met een probleem te maken? Hoe groot is dat dan wel? Moet of kan er wat aan gedaan worden? En dat thema van gezien willen worden maar alleen maar bekeken worden, van wie je bent en wie je wilt zijn, is dat niet ook van toepassing op allerlei andere groepen die in hun coming of age met hun identiteit worstelen?

 

8 november 2022

 

IDFA 2022 – Deel 2: Azië, anders
IDFA 2022 – Deel 3: Muziekdocumentaires
IDFA 2022 – Deel 4: Mensen aan het werk
IDFA 2022 – Deel 5: Oekraïne 
IDFA 2022 – Deel 6: Pioniers
IDFA 2022 – Deel 7: Een zee van experimenten

 


MEER FILMFESTIVAL