*
recensie Le Grand Soir
Ode aan de punker
door Wouter Spillebeen
Uit Frankrijk komt Le Grand Soir, een film van Benoît Delépine en Gustave Kervern. Deze komedie heeft stukken minder impact dan hun debuut Aaltra uit 2004.
Broers Not (Benoît Poelvoorde) en Jean-Pierre (Albert Dupontel) leiden zeer verschillende levens. Not is de oudste punk met hond van Frankrijk. Hij zwerft rond op straat, schopt keet en zet zijn hanenkam recht met bier. Jean-Pierre is een matrassenverkoper met een agressieprobleem. Zijn vrouw wil hem niet meer zien of spreken en hij slaagt er niet in zijn verkoopquota te halen. Wanneer de werkdruk hem te groot wordt, slaat hij door, waardoor hij zijn job verliest. Hij belandt op straat met zijn broer, die hem leert vrij te zijn.
Franse humor
Het komedieaspect komt vooral van Franse taalgrappen, zoals een gesprek dat enkel bestaat uit variaties op de typische zegswijze ‘ça va’. Die humor werkt op het Franstalige grondgebied bijzonder goed, maar gaat in een vertaling volledig verloren. Franse komedies concentreren zich behalve op taalhumor vaak op karakterhumor, zoals iedere film met Louis de Funès (Le Gendarme de Saint-Tropez, Les Aventures de Rabbi Jacob) of het recentere Bienvenue Chez les Ch’tis aantoont. Die combinatie is in Le Grand Soir prominent aanwezig en werkt niet altijd even goed over de grens.
Topcast
De film heeft een ontegensprekelijke topcast. De hoofdrollen worden vertolkt door twee van Frankrijks beste hedendaagse acteurs. Daarnaast zijn cameo’s weggelegd voor onder andere Yolande Moreau (Le Fabuleux Destin d’Amélie Poulain, Séraphine) en niemand minder dan Gérard Depardieu (Cyrano de Bergerac, The Man in the Iron Mask). Zoals de laatste tijd wel vaker het geval is, kan over het piepkleine rolletje dat Depardieu speelt enkel gezegd worden dat het compleet overbodig is. Het lijkt alsof zijn scène (want er is er maar een) er achteraf is bijgeschreven. Het voegt niets toe aan het verhaal en het past niet in de context.
Punk Is Not Dead
De makers van Le Grand Soir proberen zeer hard alternatief te zijn op dezelfde manier waarop veel regisseurs dat tegenwoordig proberen: met een schuddende camera, lange shots waarin amper iets gebeurt en een pittige en uitdagende soundtrack. In een film die essentieel een hommage is aan de punk verwachten we immers iets alternatiefs. Op een niet zo subtiele referentie naar de bekende lijfspreuk ‘Punk Is Not Dead’ na, raakt deze poging haar doel niet echt. Shots zijn zo lang dat ze gaan vervelen, sommige scènes komen geforceerd over en alles is te voorspelbaar. Daardoor verrast Le Grand Soir nooit en gaat alle opbouw helemaal in rook op.
Als drama over de transformatie van Jean-Pierre of als ode aan de levensstijl van de punker had Le Grand Soir goed kunnen zijn. Maar de onvertaalbare humor en het eendimensionale verhaal zorgen voor een minder dan aangename filmervaring.
23 maart 2013