The Grand Budapest Hotel (2014)

The Grand Budapest Hotel (2014)
Toonbeeld van vergane glorie

door Jochum de Graaf

Hoog op een heuvel van het kuuroord Nebelsblad, in het Midden-Europese land Zubrowka, staat het Grand Budapest Hotel. Ooit, voor de oorlog, was het met de gracieuze entree en de weelderig ingerichte vertrekken een toevluchtsoord voor de mondaine Europese elite. Het is nu met afgebladderde gevel en veel leegstand een toonbeeld van vergane glorie.

Dat nu is gesitueerd in 1985. De film begint met een beroemd schrijver die vertelt over de ontstaansgeschiedenis van zijn boek The Grand Budapest Hotel. We gaan vervolgens terug naar 1968 wanneer de dan nog jonge schrijver de voormalige piccolo Zero Moustafa ontmoet. Die belooft hem het échte verhaal van het hotel te vertellen, om dan in 1932 te belanden waarin de hoofdplot van de film zich afspeelt.

Het verhaal van The Grand Budapest Hotel is een verhaal-binnen-een-verhaal-binnen-een-verhaal. Je zou het ook een raamvertelling met nog een paar raamvertellingen daaronder kunnen zien.

The Grand Budapest Hotel

Verdwenen schilderij
De centrale personages zijn Monsieur Gustave, de Conciërge, de man die ervoor zorgt dat alles in het hotel op rolletjes loopt, en Zero Moustafa, een met een fijn potloodsnorretje uitgeruste oorlogswees die ergens uit de Arabische wereld komt en door Gustave onder zijn hoede genomen wordt. Gustave is vermaard vanwege zijn uitstekende service, in het bijzonder de verzorging van rijke bejaarde vrouwelijke gasten, zoals de 84-jarige Céline Villeneuve Desgoffe und Taxis, ofwel Madame D.

Wanneer zij onder verdachte omstandigheden dood wordt aangetroffen in haar kamer, reizen Gustave en Zero naar haar landgoed waar het testament bekend zal worden gemaakt. Als blijkt dat het pronkstuk uit haar kunstcollectie renaissancetopstuk Jongen met appel van schilder Johannes van Hoytls verdwenen is, richten de verdenkingen zich op haar geheime minnaar Gustave.

Foto: Brigitte LacombeGustave en Zero verdonkeremanen het schilderij, Gustave wordt gearresteerd en Zero beraamt met vriendin Agatha, geholpen door een netwerk van conciërges uit heel Europa, de ‘Society of the Crossed Keys’, en achtervolgd door een brute huurmoordenaar, een plan om hem vrij te krijgen.

De zoektocht naar het schilderij leidt tot achtervolgingen die aan Buster Keaton doen denken. Bij de treinreizen is het alsof je in een Agatha Christie-complot verzeild bent geraakt. Wes Anderson schakelt moeiteloos heen en weer tussen een thriller, oorlogsfilm, gevangenisfilm en vooral een romantische komedie.

Melancholische ode
Anderson werd bij het schrijven geïnspireerd door Stefan Zweig en diens herinneringen in Die Welt von Gestern, over de culturele vrijheid in het Wenen van voor de oorlog die door het opkomende fascisme om zeep werd geholpen. In het vooroorlogse Zubrowka verenigen de fascisten zich in de ZZ.

In de scènes in de jaren zeventig en tachtig zie je hoe het hotel langzaam maar zeker teloor is gegaan aan de onachtzaamheid voor grandeur en bourgeois luxe in het naoorlogse Oostblok. Het is daarmee een melancholische ode aan de vergankelijkheid van een wereld die niet meer bestaat.

The Grand Budapest Hotel

The Grand Budapest Hotel wordt wel als Wes Andersons beste film beschouwd, beloond met vier Oscars: muziek, design, kostuumontwerp en make-up. De geweldige decors trekken de aandacht, de schilderijen van Madame D, de kleurrijke taartjes van meesterbanketbakker Mendl, de kabelbaan van Nebelsbad, en natuurlijk het in miniatuur nagebouwde hotel waar indertijd een aparte uitgebreide website aan werd gewijd.

En er is het sterke ensemble aan topacteurs. Ralph Fiennes als Monsieur Gustave, Tony Revolori als de jonge Zero Moustafa, F. Murray Abraham als de oudere Zero en verteller, Willem Dafoe als de sinistere schurk Jopling en Jeff Goldblum als de vileine advocaat Deputy Kovacs.

En natuurlijk niet te vergeten Tilda Swinton. Ze zat voor de opnamen vijf uur in de make-up voor haar briljante bijrol als de licht geschifte Madame D om wier erfenis de plot draait.

The Grand Budapest Hotel is te zien in Eye.

 

19 oktober 2025

 

THEMAMAAND TILDA SWINTON

Grave of the Fireflies

****
recensie Grave of the Fireflies
Door brandbommen getekend

door Bert Potvliege

In de slotfase van de Tweede Wereldoorlog slaan de tiener Seita en zijn jonge zusje Setsuko op de vlucht voor de verwoestende brandbommen die hun Japanse thuisland in as leggen. Terwijl hun huis in vlammen opgaat, raakt hun moeder dodelijk gewond. Dakloos en alleen probeert Seita wanhopig te overleven en zijn zusje te beschermen, zelfs door haar de waarheid over hun moeders dood te besparen. Hun ontroerende reis, aangrijpend verbeeld in de animatiefilm Grave of the Fireflies (1988), is een tragische lijdensweg vol verdwijnende hoop. Dit Japanse meesterwerk draait vanaf 28 augustus voor het eerst in de Nederlandse bioscopen. 

Animatiestudio Studio Ghibli behoeft nauwelijks nog introductie, vooral dankzij het wereldwijde succes van grootmeester Hayao Miyazaki (Spirited Away, The Boy and the Heron, The Wind Rises). Iets minder bekend bij het grote publiek is medeoprichter Isao Takahata, maar zijn werk veroorzaakte wel de nodige deining. Hij wordt geprezen om de emotionele diepgang en volwassen thematiek van zijn films (Only Yesterday, Pom Poko, The Tale of the Princess Kaguya). Zijn hoogtepunt Grave of the Fireflies geldt als een klassieker in het genre van de anti-oorlogsfilm.

Grave of the Fireflies

Dat vlammend betoog tegen de humanitaire waanzin van oorlog wordt ontzettend schrijnend door de hopeloosheid te contrasteren met het ontwapenende portret van een onschuldig klein meisje. Het oorlogsdrama snijdt dieper wanneer je haar, temidden van de verwoesting, ziet spelen en verwonderd vuurvliegjes ziet vangen. Het zachte licht van de insecten weerspiegelt haar kinderlijke fascinatie – een moment van schoonheid in een wereld vol geweld. Verwondering en wreedheid bestaan hier pijnlijk naast elkaar.

Het vuur van pessimisme
Omdat de plot beknopt is en alles draait rond het overleven, creëert Takahata ruimte om de twee kinderen in hun gedrag te kunnen observeren. Zo maken we kennis met Setsuko als het allerschattigste meisje: hoe ze haar geldbeugel van haar hals haalt, hoe ze voorzichtig een kom water draagt zonder te morsen. Dit lijken maar details, maar ze vormen de kern van Takahata’s intentie. De ellende – en zodoende de boodschap – komt harder binnen wanneer de kijker enkel mededogen voelt voor haar. De rode kleur die vaak het scherm vult, symboliseert de dreiging die dichtbij sluimert. De vuurvliegjes die haar fascineren, worden visueel gespiegeld in de brandbommen die uit de lucht neerdalen.

Seita is een complexer personage: hij moet niet alleen voor zichzelf sterk zijn, maar ook voor zijn kleine zusje. Verzwolgen door het verdriet om het verlies van hun moeder en de verantwoordelijkheid om voor Setsuko te zorgen, zet hij een masker op om haar in het ongewisse te houden over de ellende van hun situatie: ze krijgen geen onderdak meer bij hun tante, ze zijn genoodzaakt eten te stelen, Setsuko wordt ziek door de ontbering. Ondanks zijn liefde voor haar, die hem op de been houdt, lijdt Seita zwaar onder hun situatie. Het feit dat de film begint met de dood van beide kinderen, maakt het verhaal extra aangrijpend en moeilijk te verwerken.

De film roept herinneringen op aan La vita è bella van Roberto Benigni, waarin ook alles wordt gedaan om een kind te beschermen tegen de gruwelen van oorlog. Toch is er een belangrijk verschil: terwijl Benigni als toegewijde vader vooral hoop en positiviteit uitstraalt, is Seita een diep verscheurd personage. Zusje Setsuko kan zijn innerlijke strijd niet doorgronden, maar de kijker wordt onverbiddelijk geconfronteerd met zijn pijn en worstelingen. Hoewel de ontroering die de film oproept enigszins vergelijkbaar is met die van Benigni’s werk, is de teneur daarvan geheel anders. Grave of the Fireflies is allesbehalve een optimistische film.

Grave of the Fireflies

Als een goocheltruc
Een mogelijk minpunt is dat Takahata’s regie soms te nadrukkelijk mikt op emotionele ontlading. Hij lijkt er alles aan te doen om tranen bij de kijker los te weken, waardoor zijn intentie bij momenten te transparant wordt. Hoewel zijn aanpak oprecht aanvoelt, is het mechanisme achter de emotionele sturing niet moeilijk te doorzien. Het roept associaties op met het werk van Florian Zeller, die in The Father en The Son eveneens een sterke nadruk legt op het willen ontroeren. Dat kan oprecht emotioneel zijn (de slotscène van Anthony Hopkins in The Father is hartverscheurend) maar zodra je als kijker achter de schermen begint te turen, vervaagt de magie en blijft vooral de constructie zichtbaar. Takahata laat weinig aan de verbeelding over wat zijn bedoelingen betreft.

Grave of the Fireflies is een krachtig voorbeeld van Studio Ghibli’s kunnen – een harde, oprechte en diep ontroerende film. De band tussen broer Seita en zusje Setsuko is met tederheid en nuance verfilmd, en vormt het hart van het verhaal. Zoals Takahata het bedoeld heeft, worden we nog maar eens geconfronteerd met de gruwel en zinloosheid van oorlog.

 

27 augustus 2025

 

ALLE RECENSIES

Good One

****
recensie Good One
De impact van een wandeltocht

door Zoë van Leeuwen

De debuutfilm Good One van India Donaldson is een bescheiden, maar veelzeggend ‘slice of life’-verhaal. Een simpel ogend drama over de strijd om te communiceren en een verkenning van wat er in een korte tijd kan veranderen tussen mensen.

Na het regisseren van een aantal korte films komt schrijver en regisseur India Donaldson nu met een indiefilm over een 17-jarig meisje dat met haar vader en zijn beste vriend op een kampeertrip gaat. Good One ging vorig jaar in première op het Sundance Film Festival. De film kreeg lovende kritieken en werd door de National Board of Review uitgeroepen tot een van de tien beste onafhankelijke films van 2024.

Good One

Sam (Lily Collias) en haar vader Chris (James Le Gros) vertrekken vanuit hun huis in New York City naar het Catskillgebergte in de Amerikaanse staat New York voor een driedaagse wandeltocht. Chris’ beste vriend Matt en Matts zoon Dylan zouden ook meegaan. Maar Dylan, die boos is op zijn vader, weigert te gaan, waardoor alleen het trio overblijft en het niet helemaal duidelijk is wie van de drie het ‘derde wiel’ is.

Eenzijdig
De universiteit komt dichterbij voor de 17-jarige, die in haar laatste jaar van de middelbare school zit, en daarmee ook de onafhankelijkheid. Iets waar Sam perfect geschikt voor lijkt. Ze is slim, denkt te weten wat ze wil en deinst er niet voor terug om anderen te vertellen hoe het zit. De twee mannen vragen haar zelfs om advies over hun scheidingen. De 17-jarige lijkt de meer volwassenen van de groep.

Chris lijkt de perfecte vader, lief, accepteert haar seksualiteit zonder problemen en maakt veel grappen. Maar toch klopt er iets niet helemaal. Door de afwezigheid van Dylan ontstaat er meteen een onbalans in de groep. Sam moet achterin de auto zitten terwijl de twee mannen praten. Wanneer ze vraagt om te rijden, wordt ze genegeerd en wanneer ze bij het hotel aankomen voor de nacht, moet Sam op de grond slapen.

Wanneer het drietal zich een weg baant door het bos, lijkt de sfeer gemoedelijk. Er wordt gegrapt en gelachen, maar alles is eenzijdig. Het duurt zelfs een hele dag voordat een van de mannen iets aan Sam vraagt wat niet over hun zeer volwassen problemen gaat.

Subtiel
In een tijdsbestek van slechts 89 minuten laat Donaldson ons een scherp verhaal zien, waarin geen minuut wordt verspild. De film is verre van dialoogrijk en is zelfs gevuld met veel b-roll van de prachtige bergen, het bosterrein en de riviertjes. Toch voelt elk gesproken woord betekenisvol aan. Alles aan Good One is subtiel. Het is duidelijk dat Sam niet over de universiteit wil praten, maar als kijker wordt nooit verteld waarom. En dat hoeven we ook niet te weten, want het verhaal concentreert zich op de trip. Wat daarvoor was en wat daarna komt, is grotendeels onbelangrijk.

Good One

Het wordt vanaf het begin heel duidelijk dat Sam en haar vader een goede band hebben (voor zover een vijftigjarige man en een tiener die kunnen hebben). Maar zodra Matt erbij komt, wordt Sam naar de achtergrond gedrongen. Als het te confronterend wordt, kappen ze haar af.

Openbaring
De subtiele verhaallijn gaat verder wanneer Matt na een avond bij het kampvuur dronken Sam probeert te versieren. We kunnen het ongemak in haar ogen zien, wat actrice Lily Collias heel goed speelt. Het moment is ongemakkelijk en je voelt de spanning bijna door het scherm heen. Wanneer Sam haar vader probeert te vertellen over de rare opmerking die zijn vriend maakte, wordt ze afgewimpeld.

Good One is slechts een momentopname van de levens van de personages; wat er na de trip gebeurt, weten we niet. Wel is het duidelijk dat er iets in Sam veranderd is. Het einde is dan misschien ook wat terughoudend, maar je ziet heel goed wat er kan gebeuren wanneer je je realiseert dat de mensen om je heen niet zijn wie je dacht dat ze waren.

 

14 mei 2025

 

ALLE RECENSIES

God Is a Bullet

***
recensie God Is a Bullet
Satan is een slechte tatoeëerder

door Cor Oliemeulen

De nieuwe film van Nick Cassavetes kent een interessant vertrekpunt, maar het sympathieke realisme van de relatie tussen twee tegenpolen botst met het ongeloofwaardige geweld.

Het duurde bijna tien jaar voordat Cassavetes zich waagde aan zijn tiende speelfilm. Ditmaal geen romantische film zoals She’s So Lovely (1997) of The Notebook (2004), volgens eigen zeggen zijn slechtste film. Ook geen familiedrama als My Sister’s Keeper (2009) of Yellow (2012). Misdaadfilms liggen hem het best, zoals John Q (2002) en Alpha Dog (2006). Net als zijn vader John, de beroemde onafhankelijke New Yorkse filmmaker van weleer, heeft Nick oog voor emotionele diepgang en complexe menselijke relaties. Dat zie je terug in zijn nieuwe actiethriller God Is a Bullet.

God Is a Bullet

Ontvoerde dochter
De film opent met de ontvoering van een jong meisje door een groep duistere figuren die later blijken te behoren tot een satanische sekte. Haar moeder, die net de supermarkt verlaat als haar dochter in een obscuur busje wordt gegooid, ziet haar rode ballon in de lucht langzaam kleiner worden. Dan schakelen we over naar een riant huis met zwembad waar diezelfde satanisten een man en een vrouw vermoorden en opnieuw een meisje meenemen. Haar vader Bob (Nikolaj Coster-Waldau: Game of Thrones, 2011-2019) ontdekt dat zijn 14-jarige dochter Gabi is verdwenen. Bob is politieagent, die zijn meeste werkzaamheden achter een bureau verricht. Hij wacht zes weken tevergeefs tot zijn collega’s een spoor van haar hebben gevonden. Dan komt de tijd dat hij zelf op onderzoek uitgaat.

Bob krijgt contact met de getroebleerde jonge vrouw Case (uitstekende rol van Maika Monroe: It Follows, 2014), die zegt aan de betreffende sekte te zijn ontsnapt en hem wil helpen Gabi te vinden. De creepy uitgedoste leden behoren tot de Left Handed Path die zich bezighouden met een satanische vorm van spiritualiteit. Ze wijzen elke vorm van godsdienst af en doen aan zelfvergoddelijking. Hoewel deze gasten wat over de top zijn neergezet – alsof ze een wedstrijd hebben gehouden wie de meest afschuwelijke tatoeages op zijn gezicht durft te zetten – weet de kijker dat Bob een flinke kluif aan deze gasten zal krijgen. Om ook stoer over te komen, laat hij zichzelf ook een aanzienlijke tatoeage aanmeten door de zonderlinge Ferryman (Jamie Foxx: Django Unchained, 2012). Samen met Case daalt hij af naar de diep verborgen, donkere krochten van gewelddadig satanisme om Gabi te vinden. Het grootste obstakel vormt de sadistische bendeleider Cyrus (Karl Glusman: The Neon Demon, 2016).

God Is a Bullet

Tegenpolen
Nick Cassavetes weet de duistere, hallucinante omgeving waarin Bob en Case zich begeven sfeervol weer te geven. Hun groeiende relatie is het sterke deel van God Is a Bullet. Grotere tegenpolen zijn er nauwelijks, maar hun traumatische verledens brengen hen dichter bij elkaar. De christen ontmoet de goddeloze wereld, en de goddeloze vindt langzaam het geloof dat er ook hoop voor haar is. Als hun wederzijdse vooroordelen verdwijnen, kunnen ze elkaar verder helpen. Echter het probleem van dit sympathieke gegeven is dat hun persoonlijke queeste te veel botst met alle gewelddadigheden die zowel zij als de kijker voor de kiezen krijgen.

In sommige Amerikaanse bioscopen draaide de ongecensureerde versie van ruim tweeënhalf uur, bij ons duurt de film twee uur. Waarschijnlijk zijn de meest aanstootgevende scènes eruit geknipt. Mogelijk is er ook wat gerommeld met de opbouw van het verhaal, want sommige plotgaten zijn storend. Het realisme van de onderlinge band tussen Bob en Case gaat hopeloos ten onder in het ongeloofwaardige geweld. Zo wordt Bob met een mes bewerkt (waarna hij de enorme snee in zijn buik met lijm en nietjes moet dichtmaken), gebeten door een giftige slang, gedrogeerd, toegetakeld met een vlammenwerper en tot pulp geslagen met een honkbalknuppel. Case wordt ‘slechts’ een paar keer keihard in haar gezicht gestompt en verkracht. Dat alles zal het koppel er niet van weerhouden de ultieme confrontatie met het gespuis aan te gaan – met dank aan het begeleidende Requiem van Mozart en de mooie soundtrack van de film.

 

29 november 2023

 

ALLE RECENSIES

Golda

**
recensie Golda
Flets drama met goede hoofdrol

door Jochum de Graaf

Het had een mooi epos kunnen worden: Golda, de film over de iconische Iron Lady van Israël die als enige vrouw in de woelige mannenwereld overeind bleef en vastberaden haar land door de Jom Kippoer-oorlog in de jaren zeventig leidde. Maar ondanks een goede rol van Helen Mirren blijft de film steken in een flets drama en een afgeleide discussie of ze als niet-Joodse acteur wel Golda Meïr zou mogen spelen.

Het was kantje boord, oktober 1973, of de jonge staat Israël zou door een invasie van Egypte en Syrië vernietigd zijn. Na de Zesdaagse Oorlog van 1967, waarbij Israël de Sinaï-woestijn op Egypte en de Golanhoogten op Syrië had veroverd, voelde het leger zich schier onoverwinnelijk. Ondanks signalen van inlichtingendiensten en spionnen bij de vijand was het Israëlische leger ditmaal niet of nauwelijks voorbereid. Vroeg in de ochtend van 6 oktober – Grote Verzoendag, ofwel Jom Kippoer, de belangrijkste joodse feestdag – pas vier uur voor de grootscheepse aanval kwam een gedeeltelijke mobilisatie op gang. De Jom Kippoer-oorlog zou na ruim twee weken door Israël ternauwernood gewonnen worden.

Golda

De oorlog zorgde voor een groot trauma in de Israëlische samenleving. Hoe kon het dat Israël zich zo had laten verrassen, dat er zoveel slachtoffers waren gevallen, dat er zoveel fouten door de regering en legerleiding waren gemaakt? Er kwam een breed samengestelde onderzoekscommissie die het tot de bodem moest onderzoeken, de commissie Agranat. 

Iron Lady van Israël
Golda begint met de aankomst van de iconische Iron Lady van Israël in het gerechtsgebouw waar ze verhoord zal worden. Golda Meïr was vanaf 1969 de eerste vrouwelijke premier van Israël, de derde wereldwijd, en de enige vrouw en voorzitter van de crisisstaf tijdens de Jom Kippoer-oorlog. Helen Mirren typecast haar mooi: licht gebogen houding, haar achterover in een knot, karakteristieke neus en mond, de eeuwige handtas, klompschoenen, onafscheidelijke sigaret in de mond. Golda legt de sigaret terzijde, legt de eed af en de film volgt verder de aanloop, het verloop en de afloop van de oorlog.

Hoe de mannen van de legertop, de geheime diensten Mossad en Shin Bet, de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken en al hun assistenten alsmede de enige vrouw in het gezelschap aanvankelijk overdonderd, licht naïef en vertwijfeld in het geweer komen en vervolgens door slimme tactiek, maar ook ten koste van grote verliezen, de oorlog op zijn kant gaan zetten. Zoals de wankelmoedige Moshe Dayan, defensieminister met het befaamde ooglapje en oorlogsheld van 1967 die zo gedesillusioneerd is dat hij ontslag wil nemen en een paar dagen onderduikt. Daar tegenover staat generaal David ‘Dado’ Elazar, de stafchef die als een van de weinigen wel die eerste uren het hoofd koel houdt en Golda Meïr voorhoudt dat ze het tij kunnen keren. Ze houdt de krijgshandelingen nauwgezet bij in haar opschrijfboekje: de aantallen tankdivisies over en weer, de gevechtsvliegtuigen, de aantallen reservetroepen die nog gemobiliseerd kunnen worden, de aantallen doden en gewonden. Ze stelt generaal Ariël Sharon aan, de latere premier, die de beslissende tankslag tegen Egypte uitvoert.

Uiteraard komt in de film de geopolitieke context aan de orde. Zoals de Amerikaanse president Nixon die in het Watergate schandaal verstrikt raakt, de pogingen en uiteindelijk het slagen om de Egyptische president Sadat tot de impliciete erkenning van de staat Israël te dwingen, de intensieve diplomatieke overleggen, de Arabische landen die met een olieboycot dreigen en dat vervolgens ook na de oorlog uitvoeren met de oliecrisis als gevolg.

Het levert af en toe een aardige scène op, zoals wanneer Golda Meïr de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger op zijn afkomst aanspreekt. Kissinger zegt: ‘Ik ben in de eerste plaats Amerikaans minister, vervolgens Amerikaan en pas in derde instantie Jood.’ Golda reageert sterk onderkoeld: ‘Meneer de minister, in het Midden-Oosten schrijven we van rechts naar links’.

Golda

Helen Mirren
Ze toont ook haar menselijke kant, haar medeleven met de typiste die alle persverklaringen en communiqués optikt, die moeder wier zoon op het slagveld sneuvelt. In de pauze van een vergadering spuwt ze bloed, tussen de oorlogsbedrijven door bezoekt ze met haar trouwe assistente heimelijk het ziekenhuis en wordt uitgebreid onderzocht. Ze blijkt lymfklierkanker te hebben, maar kan  met zware medicatie toch blijven functioneren.

Helen Mirren schijnt haar origineel zeer dicht te benaderen, met die handtas, die klompschoenen, en die kettingrokerij, al had die verslaving met continu rookwalmen, de ene na de andere sigaret die in de hens wordt gestoken, de overvolle asbakken met uitgedrukte peuken ook wel wat subtieler in beeld gebracht kunnen worden. Mirren is natuurlijk een fantastische actrice, maar de film krijgt geen reliëf. De tegenspelers zijn fletse karakters, die dramatisch nauwelijks tot leven komen. Bij de casting lijkt de keuze gelegen te hebben op de fysieke gelijkenis met het personage dat ze spelen of dat ze hen goed kunnen imiteren.

Golda is een Israëlische film. Regisseur Guy Nattiv en vrijwel de volledige cast is Joods. In de Amerikaanse en Britse filmpers ontstond enige discussie of Mirren als niet-Joodse actrice met een sterk aangezette grime met typisch Joodse neus wel Golda zou mogen spelen. Het geeft genoeg te denken dat een dergelijke marginale discussie een groot stempel op de berichtgeving over de film zet.

 

20 september 2023

 

ALLE RECENSIES

Grizzly Man (2005)

Grizzly Man (2005)
Wat je van beren leren kan

door Yordan Coban

Grizzly Man is het verhaal van Timothy Treadwell, een man die een brug wenste te zijn tussen mens en dier, door tien jaar lang rond te dolen tussen de grizzlyberen in Katmai National Park Alaska. Hij filmde zijn verblijf in de groene vlaktes terwijl hij de beren observeerde en in zekere zin adoreerde. Timothy dacht een fundamentele vrijheid te herkennen in dit berenleven.

Twee jaar na zijn dood kreeg Werner Herzog de zelf geschoten beelden van Timothy in handen. De Duitse regisseur voegt er vervolgens zijn eigen beschouwingen aan toe, wat leidde tot deze machtige maar ontroerende documentaire.

Grizzly Man (2005)

Superieure dwaas
Stond Timothy dichter tot de natuur, doorleefde hij een superieur organisch bewustzijn? Of was hij slechts een doorgeslagen goeroevlogger, een dwaas die niet alleen zijn eigen leven maar ook die van zijn vriendin Amie Huguenard op het spel zette? Deze stelling fungeert als vertrekpunt van deze documentaire. Herzog laat de kijker uiteindelijk zelf een oordeel vormen terwijl hij Treadwell eerzaam ontleedt, van zijn jeugd tot aan zijn letterlijke autopsie. Want ja, het mag geen spoiler zijn, om aan het begin van deze recensie diens tragische dood te vermelden, omdat dit ook helemaal aan het begin van de documentaire benoemd wordt.

Op 5 oktober 2003 komen Timothy en Amie op gruwelijke wijze om het leven door het toedoen van een oude hongerige grizzlybeer. Hetgeen de kijker gelukkig niet krijgt te zien of te horen, maar slechts meekrijgt in de vorm van Werner Herzog die luistert naar de audio terwijl hij ons laat weten dat niemand gebaat is bij het bestaan van deze tape. De sensationele kijker kan zich daar misschien maar moeilijk bij neerleggen maar weet waarschijnlijk ook dondersgoed dat de regisseur de juiste beslissing maakt. Al is het ergens ook markant dat hij dit moment in de film betrekt omdat het toch, in zekere zin, de deur naar sensatie op een kier laat.

Een beer in de spiegel
Enkele kijkers zullen wat dat betreft hier en daar de behoefte voelen om de eigenaardige acteerwijze en framing van Herzog te benoemen en misschien zelfs af te kraken. Hij laat verschillende personen uit Treadwells leven gedurende de documentaire aan het woord en doet dat op een wijze die hier en daar uit de toon lijkt te vallen. Hij laat nabestaanden dramatisch in de camera kijken waardoor je als kijker het gevoel krijgt dat het allemaal één grote Amerikaanse show is. Desondanks zou het te oppervlakkig zijn om dit als misplaatste toonaanduiding te bestempelen, eerder toch lijkt Herzog zich, in het geveinsde, te willen spiegelen aan Treadwell. Uiteindelijk is dat namelijk ook wat Timothy deed met zijn film door de mens aan de beer te spiegelen als machtig symbool van de natuur.

Op het moment dat je als documentairemaker zo ingrijpend met de beelden van een andere auteur aan de slag gaat, is het wel cruciaal dat je een wezenlijke bijdrage levert om in ieder geval het risico te vermijden dat je mee gaat liften op de creatie van de ander. Want in de context van Timothy Treadwells tragische leven zou dat een ernstige ethische schoffering zijn. Maar wat Werner Herzog vrijwel ongemerkt in Grizzly Man heeft gedaan, is niet alleen de diepgang in het verhaal van Timothy belichten voorzien van de juiste pathos, maar ook heeft hij hem willen eren als filmmaker door zijn speelse zelfbewuste manier van filmen te imiteren en zijn levenswerk tot een betekenisvol einde te brengen.

Gebroken moderniteit
Als we dieper duiken in het verleden van Treadwell zien we in eerste instantie een jongen uit een exemplarisch Amerikaans suburbaan gezin. In zijn volwassenen leven ontwikkelt zich een ongenoegen, dat leidt tot een toevlucht in alcohol en drugs. Wat nu precies de grondslag van zijn ongenoegen vormt, laat Herzog in het midden, maar tegen de achtergrond van zijn beelden kan het niet anders dan verbonden zijn aan een afkeer tegen de mensenwereld. Iets aan zijn leven onder de mensen heeft Timothy gebroken of in ieder geval doen besluiten om zijn rug te keren naar de moderniteit. En misschien heeft hij wel gelijk. Misschien hebben we onze samenlevingen wel onnodig complex, steriel en onaangenaam ingericht. Een observatie die tevens te vinden is in films als Walkabout (1971) of Koyaanisqatsi (1982).

Grizzly Man (2005)

Ecstasy of truth
Desalniettemin is Grizzly Man bovenal een reflectie van Werner Herzog zelf. De filosofische regisseur staat bekend om zijn stellige avonturen naar de hoogste bergtoppen, de donkerste grotten en zijn gevaarlijke reizen diep in het Amazonewoud. Wie de verhalen leest over hoe films als Aguirre (1972) en Fitzcarraldo (1982) zijn gemaakt, weet dat deze koppige regisseur alles over heeft voor de poëzie die te vinden is in zijn sublieme beelden.

In een interview in 2009 met de American Film Institute beschrijft Werner Herzog het verschil tussen feiten en de waarheid. Feiten geven slechts een oppervlakkige weergave van de waarheid, een accountantswaarheid. In goede poëzie en films vindt men, zo beschrijft hij, een ‘ecstasy of truth’. Dit is een niet te beschrijven overstroming van gevoel die je meteen herkent, voelt in elke vezel van je lichaam en veel verder strekt dan elk berekenbaar gegeven.

Ook documentaires zijn geframed en vooropgezet, het is naïef om te denken dat die een werkelijke weergave van de realiteit zijn. Maar dat hoeft ook niet, in Grizzly Man laten Werner en Timothy zien dat een goede documentaire in dienst van deze ‘ecstasy of truth’ staat. Werners poging om deze door Timothy betoogde en belichaamde waarheid aan het grote publiek kenbaar te maken, betoont zich als zoveel meer dan slechts een natuurdocumentaire, toch eerder van ode tot meesterwerk.

Kijk hier en hier waar Grizzly Man draait.

 

13 juni 2023

 

THEMAMAAND WERNER HERZOG

Godland

****
recensie Godland
Moderne saga in adembenemend landschap

door Maaike Mulder

Het drama Godland van Hlynur Pálmason heeft zijn wortels in twee verschillende tradities, in die van de saga´s en die van de romantiek. 

In IJsland behoren de saga‘s tot het culturele erfgoed. Iedere IJslander kent de kracht van Egill (Egils saga), de heldhaftigheid van Grettir (Grettirs saga) en de trouw, moed en vindingrijkheid van Gísli (Gísla saga Súrssonar). Met name de saga‘s over vogelvijverklaarden spreken nog steeds tot de verbeelding. Het verhaal over Gísli, dat in 1981 door Ágúst Guðmundsson is verfilmd (Outlaw: The Saga of Gisli), wordt nog ieder jaar als theatervoorstelling opgevoerd in de Westfjorden.

Godland

Overleven in de natuur
Een vogelvrijverklaarde was iemand die vanwege een misdrijf uit de gemeenschap verbannen was en in zijn eentje in de natuur moest zien te overleven. In een klimaat als dat van IJsland was dat niet een eenvoudige opgave. Hij moest fysiek sterk, moedig en vindingrijk zijn én de wetten van de natuur respecteren. Alleen dan kon hij in leven blijven. Grettir zou het volgens de overlevering twintig jaar hebben volgehouden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de allereerste film die in IJsland speelt, over zo´n balling gaat: The Outlaw and his wife (1918). Het bijzondere van deze (stomme) film is dat hier voor het eerst de natuur zelf op een indrukwekkende manier in beeld wordt gebracht.

IJsland is in de 19e eeuw nog steeds een kolonie van Denemarken. (Het land zal pas in 1944 onafhankelijk worden.) Reykjavik is een stadje met slechts 2000 inwoners en kent geen enkele opleidingsmogelijkheid voor studenten. Wie wil studeren moet naar Kopenhagen. Een van de studenten die rond 1830 in Denemarken gaat studeren, is Jónas Hallgrímsson, later vooral bekend als romantisch dichter. Het is de tijd van de romantiek, een goede voedingsbodem voor nationalistische gevoelens. Met enkele studiegenoten richt Jónas Fjölnir op, een IJslands literair tijdschrift dat het nationaal bewustzijn van de IJslanders wil bevorderen en het streven naar onafhankelijkheid wil stimuleren. Hierbij past natuurlijk de aandacht voor het eigen culturele erfgoed. De hoofdfiguren uit de saga´s worden voor hen helden die vaak hun leven – en soms ook dat van hun families – op het spel hebben gezet om onafhankelijk te kunnen zijn. Hun entourage is de IJslandse natuur, die zowel vriend als vijand is.

IJslandse held
De film Godland van Hlynur Pálmason speelt in de tweede helft van de 19e eeuw. Lucas, een jonge idealistische dominee met een obsessie voor fotografie, wordt vanuit Denemarken naar een klein dorp in Oost-IJsland gestuurd om daar een kerk te bouwen. Als begeleider op zijn tocht door IJsland krijgt hij Ragnar mee, het prototype van een IJslandse held. Ragnar is fysiek in een prima conditie voor deze tocht en doet elke dag zijn oefeningen om dat zo te houden. Hij weigert Deens te praten met de jonge dominee, die geen woord IJslands spreekt. En hij respecteert de natuur en haar wetten. Als de overtocht over een rivier te gevaarlijk is, adviseert hij om twee dagen te wachten. Lucas is niet fysiek in staat tot zo´n tocht door de IJslandse natuur en meent dat zijn wil belangrijker is dan wat de natuur dicteert. Met rampzalige gevolgen.

Als de groep de rivier heeft overgestoken op bevel van de dominee en er een slachtoffer te betreuren valt, zingt Ragnar een lied (in de geest van de saga‘s), dat de namen vermeldt van alle mannen die hun leven hebben gelaten bij het oversteken van de rivier. De doden worden niet vergeten. Leven en dood staan heel dicht bij elkaar, zowel in de oude saga‘s als in deze film. Maar na de dood groeit er in de lente opnieuw gras en bloeien er weer bloemen. Er is hoop op een goede toekomst.

Godland

Fotografie
Hlynur Pálmason, de regisseur van Godland, heeft zijn opleiding in Denemarken gehad en heeft daar na zijn opleiding nog een aantal jaren gewoond. Zijn indrukwekkende debuut, Winter Brothers (2017), speelt dan ook in Denemarken. Hij keert met zijn gezin terug naar IJsland en maakt hier zijn tweede film, A White, White Day (2019), die speelt in een klein dorp. Godland (2022) is Hlynurs derde speelfilm, die grotendeels dezelfde crew kent en tijdens de filmfestivals van Cannes en Rotterdam heel goed ontvangen is.

Wat zijn films zo bijzonder maakt, zijn met name de beelden van de IJslandse natuur. De eerste twee films werden al geroemd om hun visuele zeggingskracht, maar deze derde is nog sterker op dat punt. De obsessie die Lucas in Godland heeft voor fotografie, zal de regisseur niet vreemd zijn. Bijna ieder filmbeeld is een foto op zich: een indrukwekkend en steeds wisselend decor voor het verhaal dat zich in de film ontvouwt. We zien uitgestrekte vlakten, moerassen, smalle en brede waterstromen, bergen, kloven, en zelfs een vulkaanuitbarsting in al zijn pracht. En dat alles overkoepeld door prachtige luchten in verschillende seizoenen.

 

13 februari 2023

 

ALLE RECENSIES

Guess Who’s Coming to Dinner

Guess Who’s Coming to Dinner (1967) met Sidney Poitier
Lastige thema’s aansnijden als een stuk taart

door Bob van der Sterre

Een bijzondere film, Guess Who’s Coming to Dinner. Gemengde relaties als onderwerp van de film? Gewaagd! Maar is de film echt goed? En hoe zit het met de tranen van Katharine Hepburn?

Witte dochter komt bij witte ouders en toont haar nieuwe vlam: een zwarte man. Ze kennen elkaar tien dagen en willen trouwen. Niet eenvoudig te slikken voor de ouders. Ook al gaat vader Matt juist prat op zijn liberale denken. Het is wat anders als je het zelf moet doen.

Guess Who's Coming to Dinner (1967)
Ze trekken de zere pleister er maar meteen af: is dat maar gedaan. Een avond hebben de ouders om hun zegen te geven. Gelukkig is John een perfecte dokter, die en passant de wereld met VN-operaties erop vooruit helpt. Dat maakt het wel minder zuur. Maar toch. Waarom zo snel?

Eerst komt een vriend, een priester, zijn woordje doen. Dan komen de ouders van John ook op bezoek. Die twijfelen zelf ook. Zelfs de zwarte huishoudster Tilly heeft haar bedenkingen: ze is zeker dat John een oplichter is.

Spanning is om te snijden en eindigt met een speech van vader Matt waarbij hij alle reacties langsgaat.

Van mens tot mens
Guess Who’s Coming to Dinner is zo’n film die vastberaden komt aangerend om een beladen sociaal thema, gemengde huwelijken, aan te snijden als een stuk taart. Dat gebeurt eens niet onder het mom van een thriller maar gewoon, rechtstreeks: van mens tot mens. Soms luchtig, soms serieus.

Dit was ook nog 1967, een zeer woelige tijd waarbij de raciale ongelijkheid nog veel groter was. Niet voor niets zegt vader Prentice tegen zijn zoon: “In zestien of zeventien staten zou je de wet breken. Je zou een crimineel zijn.” Dat was geen overdrijving, dat was echt zo.

Hoe overleeft Guess… anno nu?
Eerst het goede nieuws: veel films missen hart en ziel: niet deze. Dit verhaal van scriptschrijver William Rose (die met het idee kwam) bevat verrassend veel krachtige monologen die je nu nog steeds raken. En bovendien nog wat wranggeestige oneliners: “Hij denkt dat je gaat flauwvallen omdat hij een zwarte man is.” “Nou ik ga niet flauwvallen, maar ik ga er wel even bij zitten.”

Het helpt dat je naar ijzersterk drama-acteerwerk kijkt van acteurs met in wezen komische aanleg, die vaak juist goed hun mannetje of vrouwtje staan in dramafilms. Laat dat maar aan Spencer Tracy, Katharine Hepburn en Sidney Poitier over. Frappant hoe ze zulke schetsmatige typetjes vrij eenvoudig tot leven krijgen. Hepburns nicht Katharine Houghton als Joey werkt verrassend goed als contrast bij deze acteerkanonnen.

En dus een paar mooie oprechte scènes waarbij je even moeten slikken. Met als hoogtepunt als Sidney Poitier tot tranens aan toe aan zijn vader uitlegt dat hij niet zijn eigendom is…

Poitier haalt echt alles uit de kast tijdens deze korte scène. Let op zijn vele blikveranderingen en toonveranderingen als hij die memorabele woorden zegt: “Pa, je bent mijn vader. Ik ben je zoon. Ik hou van jou. Heb ik altijd gedaan en zal ik altijd blijven doen. Maar jij denkt aan jezelf als een man van kleur. Ik denk aan mezelf als een man.”

Of als de ogen van Katharine Hepburn vol tranen staan… Daar komen we nog op terug.

Schematisch en voorzichtig
Dan wat minder goed werkt: de film is voorzichtig en schematisch.

Regisseur Stanley Kramer en scriptschrijver William Rose wisten de film perfect ‘hart’ te geven, maar ze wisten niet hoe ze dat vernieuwend moesten brengen. De film is schaamteloos toneelstukkerig. Alle gesprekken worden onnatuurlijk aan elkaar geregen. En de muziek is ook vrij pover. Alsof het verhaal ‘helaas’ verplicht verfilmd moest worden.

Té schematisch is bijvoorbeeld de metafoor als Matt ijs bestelt en dat hij niet kent maar hem goed smaakt. Vervolgens rijdt hij een zwarte man aan en geeft hém de schuld van de aanrijding. Voilà: hier zijn persoonlijke dilemma in een notendop.

En als liefhebber vraag je je wel een beetje af: wat blijft er over als je het beladen thema uit de film haalt? Op goed acteerwerk en enkele hartverwarmende momenten na, niet veel denk ik. Zonde. In een andere recensie las ik een vergelijking met The Graduate (ook 1967), dat ook over een taboe gaat maar dat aldoor voor minder gewone oplossingen kiest.

De film heeft ook wat eigenaardigheden als je erover nadenkt: de film gaat over wit en zwart maar de ouders van John zijn minder goed ontwikkeld in de film dan de ouders van Joey. En waarom toch die haast?! Zeker voor een stel dat elkaar tien dagen kent… Het geeft het script vaart maar is ook een beetje dwaas. En tot slot heeft John geen enkele slechte eigenschap. Dat maakt hem in feite minder geloofwaardig.

De tranen van Katharine Hepburn
Daar zijn we dan: hoe zit het met de tranen van Katharine Hepburn? Dat is puur verdriet.

Hepburn heeft deze film nooit meer gekeken. Reden: dit waren haar laatste herinneringen aan haar levensgezel Spencer Tracy, met wie ze in negen films samen speelde. Hij was heel ziek tijdens het maken van de film en stierf tien dagen nadat de film klaar was, in juni, terwijl de film pas in december in de VS in roulatie zou gaan.

Katharine Houghton die Joey speelde: “Dat wisten we allemaal. Het was helemaal geen leuke tijd.” Ze hadden zelfs twee scripts: een voor als Tracy eerder zou overlijden, en het gewone.

Misschien dat er daarom zoveel tranen vloeien in deze film. Hepburns ogen schieten iedere tien minuten wel een keer vol. Maar ook de andere acteurs laten de tranen gaan.

Er is een specifieke, bijzonder ontroerende zin aan het einde die haar zichtbaar immens ontroert. Zij dacht alleen op dat moment niet aan de situatie van haar dochter, maar aan haar en Tracy en zijn aankomende sterven. Twee keer ontroering voor de prijs van een.

Tracy zelf was opgelucht dat hij de film nog kon afmaken. De laatste scène was ook zijn laatste scène ooit. Met die wetenschap kijk je toch anders naar deze film. Het is ronduit verbijsterend wat Tracy in zijn doodzieke staat nog aan acteerwerk wist te leveren.

Guess Who's Coming to Dinner (1967)

En Sidney?
Voor Sidney Poitier zou het heel anders gaan: de laatste twintig jaar van zijn leven speelde hij niet meer in films. Anders dan Tracy (die overleed op zijn 67ste) haalde hij de respectabele leeftijd van 94 jaar. Hij overleed afgelopen januari.

Het was een eenzame wereld voor zwarte acteurs in zijn tijd. In een necrologie van NBC wordt een eerdere, schrijnende quote aangehaald: “Ik maakte films toen de enige andere zwarte man daar de schoenenpoetser was. Ik was een beetje de lone guy.”

Misschien was het in zekere zin een voordeel als acteur en als mens dat hij de ballast van Amerikaanse segregatie miste. Hij werd geboren in de VS maar groeide op in de Bahama’s – is zelfs ambassadeur geweest voor de Bahama’s – waar vrijwel iedereen zwart was. Hij ging pas op achttienjarige leeftijd naar Harlem, New York. Was even dakloos, hobbelde van baantje naar baantje. Hij oefende op zijn accent en na een paar toneelstukken ging het opeens snel en debuteerde hij op zijn 23ste in een film.

En toen ging het snel en werd hij een soort symbool als eerste bekende zwarte acteur in de jaren vijftig en zestig. Zijn rollen gingen óók over zijn uiterlijk. Pas in 1965 zou hij in een film spelen waarin zijn kleur geen rol speelde (The Bedford Incident).

Poitier was een intelligente man die kalm omging met alle raciale issues die voor zijn voeten kwamen. Luister naar deze fantastische opmerkingen van Poitier in 1968, bijna weer een speech van Guess… op zichzelf. Het was een eenzame wereld voor zwarte acteurs.

Dus de perfecte rol voor Guess Who’s Coming to Dinner… Net als zijn karakter zou hij zelf ook veel doen voor de burgerrechtenbeweging in de VS. Uiteindelijk deed niets méér voor de zwarte zaak dan meedoen aan deze film die, hoe plompverloren en conservatief ook, toch bijdroeg aan meer onderling begrip. “Hij was de Hollywoodafdeling van de burgerrechtenbeweging!” zei Wesley Morris, criticus van The New York Times.

Het blijft altijd zo vreemd als filmlevens en echte levens via een bizarre kronkel samenkomen.

 

Kijk hier wanneer Guess Who’s Coming to Dinner draait.

 

15 juli 2022

 

Meer Sidney Poitier & Denzel Washington

Movies that Matter 2022 – Het Grote Verzwijgen

Movies that Matter Festival 2022:
Het Grote Verzwijgen

door Jochum de Graaf

Op de begrafenis van haar moeder Lieke wordt Marieke van der Winden aangesproken door Liekes pleegbroer. Van hem hoort ze dat haar geliefde opa en oma ‘fout´ waren in de oorlog, gecollaboreerd hadden met de Duitsers. Haar moeder, relatief jong gestorven op haar 48ste, heeft dat geheim altijd met zich meegedragen en mee haar graf in genomen. Pas dertig jaar later durft Van der Winden het aan zich in haar moeders geschiedenis te verdiepen.

Ze onderzoekt hun levenslange moeizame relatie; de moeder die, vaak labiel, depressief, vlucht in de antroposofie, de opstandige dochter die zich ontwikkelt als punker, als opstandige tiener in kraakpanden gaat wonen. Ze spreekt met vrienden en bekenden van haar moeder, met de buren van de grootouders in de Amsterdamse Jordaan, de volksbuurt waar het altijd zo gezellig was en waar nogal wat NSB-aanhang woonde. Ze gaat naar het dorp in Duitsland waar ze jaren achtereen met die grootouders op vakantie ging en zulke goede herinneringen aan had. De wetenschap van hun collaboratie werpt daar ineens een heel ander licht op. En ze bezoekt het Nationaal Archief waar ze ontdekt dat daar van maar liefst 47 familieleden een dossier bestaat. Ze bezoekt de kampen waar haar opa gevangen zat na de oorlog.

Movies that Matter 2022 - Het Grote Verzwijgen

Het is een ontnuchterende ontdekkingstocht, waarbij Van der Winden, op gezette tijd kritisch bevraagd door echtgenoot/cameraman Sander Snoep, wiens oma Joods was, steeds dichter bij haar moeder komt.

Het is weliswaar een liefdevol monument dat Marieke van der Winden voor haar moeder en ‘andere kinderen die toevallig aan de verkeerde kant van de geschiedenis zijn gevallen’ opricht. Je gaat wel begrijpen waarom ze niet kon schreeuwen, in esoterie vluchtte, haar voornaam veranderde en haar achternaam niet genoemd wilde hebben op de grafsteen. Heel symbolisch poetst Van der Winden het verwaarloosde graf op, waardoor de naam Lieke weer toonbaar wordt.

Grootschalige collaboratie
Het wordt niet helemaal duidelijk waarom Van der Winden nog eens dertig jaar wachtte voor ze haar zoektocht begon. De film had daarbij aan diepgang gewonnen wanneer het verhaal over de grootschalige collaboratie van de familie nog wat meer in context geplaatst was. Hoe erg was het, hebben ze nog steeds onder het taboe te lijden of is het intussen allemaal minder zwart-wit dan het lange tijd leek? Er zijn de afgelopen jaren veel meer documenten, verhalen, bekentenissen verschenen; er is een stichting Werkgroep Herkenning van NSB-kinderen op grond waarvan de geschiedenis van collaboratie meer reliëf gekregen heeft.

Deze film is nog online te zien tot zaterdag 16 april 23.59 uur.

 

15 april 2022


Movies that Matter Festival 2022 – Openingsfilm Navalny
Movies that Matter Festival 2022 – Activisten
Movies that Matter Festival 2022 – Judas and the Black Messiah
Movies that Matter Festival 2022 – Les choses humaines
Movies that Matter Festival 2022 – Sovjet- en post-Sovjetfilms


MEER FILMFESTIVAL

Great Dictator, The

The Great Dictator (1940)
Joodse kapper met geheugenverlies

door Jochum de Graaf

In aanmerking genomen dat The Great Dictator de eerste geluidsfilm van Chaplin is, dat hij het scenario in 1938/39 schreef en dat de film in mei 1940 in New York in première ging op een moment dat de ergste verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog nog moesten komen, is de genialiteit van Chaplin het beste te beschrijven aan de hand van een aantal iconische scènes uit de film.

Allereerst is er de taal, beter nog het gebruik van taal en het taalgebruik. Als dictator Adenoid Hynkel van het imaginaire land Tomania – gemodelleerd naar Adolf Hitler en nazi-Duitsland – steekt Chaplin een donderende speech voor een grote schare idolate aanhangers af: een combinatie van nagebootste Duits/Jiddisch/Katzenjammer-keelklanken, ‘frie sprekken sjtoonk’ , vrij vertaald ‘vrijheid van meningsuiting stinkt’. Na de speech wordt Hynkel per ongeluk door oorlogsminister Herring (Goering) omvergeduwd en belandt onderaan de trap. Herring moet dat natuurlijk beboeten en terwijl Hynkel de batterij aan medailles en andere eretekens van zijn uniform rukt, krijgt hij een enorme scheldkannonade over zich: ‘Straff! Straff da fluten flavin, da tjiezen krekken! Booben, banana!

The Great Dictator (1940)

Pantomime en slapstick
Maar ook in scènes zonder taal betoont Chaplin zich weer de grote meester van pantomime en slapstick. Op de tonen van Wagners Lohengrin, Hitlers favoriete opera, voert Hynkel een sierlijk, verleidelijk ballet met een wereldbol uit, symbool van zijn maniakale droom om de heerschappij over de wereld te krijgen. Net op het moment dat hij denkt die binnen bereik te hebben, zijgt de globe als een zeepbel ineen. Het is een scène die zich met de beste uit de tijd van de stomme film kan meten.

Het staatsbezoek van de dictator van het naburige Bacteria, Benzini Napaloni (Jack Oakie), overduidelijk naar Mussolini gemodelleerd, is een aaneenschakeling van hilariteit. De ontvangst op het station met het telkens moeten verplaatsen van de rode loper, de begroeting met de rechterarm gestrekt omhoog of overdwars waardoor ze elkaar bijna om de oren slaan, dat haantjesgedoe als ze met zijn tweeën naast elkaar in kappersstoelen zitten en om de beurt hun stoelen omhoog krikken om toch op de ander neer te kunnen kijken.

En er is de bijzondere scène in het getto waarin vijf mannen in een taartje moeten bijten nadat hen is verteld dat degene die een muntstuk vindt, is aangewezen om Hynkel te vermoorden. Geen van hen wil de munt vinden en er wordt vals gespeeld, het is te leuk om de uitkomst te verklappen.

Nazi-Duitsland
Het navertellen van de plot is weinig zinvol; van belang is dat Chaplin een dubbelrol vervult. Naast dictator Hynkel speelt hij een Joodse barbier, die met geheugenverlies uit de Eerste Wereldoorlog is teruggekeerd, een rustig leven in het getto probeert op te bouwen, maar door persoonsverwisseling in de positie komt om de dictator voor gek te zetten.

Dat spel met die twee totaal verschillende types die als twee druppels water op elkaar lijken, verschaft Chaplin de mogelijkheid om de opkomst van Hitler en de nazidictatuur zo geniaal te ontmaskeren.

De levens van een van de meest geliefde en van een van de meest gehate personen uit de wereldgeschiedenis vertonen een paar opmerkelijke overeenkomsten. Chaplin werd in april 1889 vier dagen voor Adolf Hitler geboren. Beiden kenden een moeilijke jeugd. Hitler was bekend met het werk van Chaplin, er gaat een hardnekkig gerucht dat hij zijn kenmerkende snorretje ontleende aan ‘The Tramp’. Hij had een aantal films van Chaplin gezien en uit onderzoek na de oorlog is komen vast te staan dat Hitler, terwijl de film in bezet Europa streng verboden was, waarschijnlijk twee keer The Great Dictator gezien heeft, zonder dat we weten wat hij ervan vond, helaas.

Chaplin heeft de opkomst van Hitler en nazi-Duitsland bijzonder goed bestudeerd en geanalyseerd. Behalve de briljante persiflage op Hitler in woord en gebaar, zijn maniertjes, zien we het leven in het getto, er is een aantal referenties aan de Kristallnacht, het bestaan van concentratiekampen wordt genoemd, en meest bijzonder is de wetenschapper die het kantoor van Hynkel binnenstormt en geëxalteerd uitroept dat er een ‘most wonderful, most marvellous’ gifgas ontdekt is ‘that will kill everybody’. Let wel, Chaplin schreef het script in 1938/39 toen de ergste verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog nog moesten komen en de omvang van de holocaust nog nauwelijks gestalte had gekregen.

The Great Dictator (1940)

Slottoespraak
En dan is er de apotheose, de bijna vijf minuten durende Final Speech. Volgens sommigen doet deze slottoespraak met zijn geëngageerd beroep op medemenselijkheid, de rede afbreuk op het voorgaande en toegegeven het is ook een stijlbreuk, geen tijd meer voor comedy, ironie of satire. Het lijkt ook wat knullig dat in eerste aanleg Hynkel de toespraak zal houden en bij nader inzien de Joodse barbier achter de microfoon plaatsneemt.

Maar langzaam wordt het beeld ontdaan van alle randverschijnselen, het publiek verdwijnt uit beeld, de entourage verdwijnt naar de achtergrond en de camera komt in close-up uit op zijn gezicht. Het is uiteindelijk Chaplin zelf die de gloedvolle woorden uitspreekt die vandaag net zo relevant zijn als in 1940, helaas.

Dictators free themselves but they enslave the people! Now let us fight to fulfill that promise! Let us fight to free the world – to do away with national barriers – to do away with greed, with hate and intolerance. Let us fight for a world of reason, a world where science and progress will lead to all men’s happiness. Soldiers! in the name of democracy, let us all unite!

Je zou Chaplin met terugwerkende kracht er de Nobelprijs voor de Vrede voor geven.

 

14 oktober 2021

 

THEMAMAAND CHARLIE CHAPLIN