***
recensie Moonwalkers
Kubrick-mythe als filmplot
door Alfred Bos
Moet je stoned of anderszins onder invloed zijn om deze komedie rond Ron Pearlman te kunnen waarderen? Nee, maar het helpt wel.
Wanneer hebben we Ron Pearlman voor het laatst op het witte doek gezien in een film die niet beter direct op dvd had kunnen worden uitgebracht? Was het in het visueel avontuurlijke wuxia meets comics-drama Bunraku uit 2010 of de tweede Hellboy-film, The Golden Army, van twee jaar daarvoor? De Guilllermo del Toto-fan roept natuurlijk: Pacific Rim, maar die vonden wij weer niet te pruimen.
Hoe dan ook, de man die de kleinzoon van de legendarische Franse acteur Fernandel had kunnen zijn is momenteel nauwelijks van het tv-scherm te branden – mis vooral niet zijn vertolking als godsdienstwaanzinnige rechter in de Amazon-serie Hand of God – en de voornaamste ster in deze kolderieke, met veel stoner-humor opgetuigde productie van Belgische makelij, het regiedebuut van een zekere Antoine Bardou-Jacquet, als dat zijn echte naam is tenminste.
Geestverruimend menu
Het is juli 1969 en de Amerikanen staan op het punt om Apollo 11, met aan boord onder andere Neil Armstrong en Buzz Aldrin, naar de maan te schieten. Om de propagandaoorlog van de Russen te winnen moet deze meesterzet van Koude Oorlogsvoering natuurlijk wel slagen en om elk toeval – en dat is ruim aanwezig met een maanlander wiens boordcomputer een werkgeheugen van 20K heeft – uit te sluiten stuurt de Amerikaanse geheime dienst zijn agent Tom Kidman (Ron Pearlman) gewapend met een koffer met geld naar Londen. Hij moet Stanley Kubrick overhalen om de maanlanding te faken.
Pearlmans tegenspeler is Rupert Grint, die we nog kennen als het bangige vriendje van Harry Potter uit de gelijknamige filmreeks. Grint vertolkt Jonny Thorpe, de klunzige manager van een hopeloze rockband, die op kamers leeft met de altijd onder invloed verkerende – naarmate Moonwalkers vordert verrijkt hij zijn hasj-menu met opium, lsd en paddenstoelen – Leon, een rol van Robert Sheehan. Pearlman speelde eerder samen met Sheehan in een van de minst gedenkwaardige films (uit een lange reeks) van Nicolas Cage, Season of the Witch, en Sheehan kent op zijn beurt Grint van het drugsfestijn Cherrybomb en zo is de cirkel van deze parodie op een stoner-film rond.
Gedrogeerde slapstick
Het zegt ook iets over wat we van Moonwalkers kunnen verwachten: doorgerookte slapstick met knipogen naar de realiteit, want het broodje aap-verhaal rond Kubrick’s namaakmaanlanding is uitgegroeid tot een urban myth waar heuse documentaires over zijn gemaakt. Verwikkelingen te over: Kidman is een getraumatiseerde Vietnam-veteraan die lijdt aan hallucinaties. Thorpe is geld schuldig aan een Londense onderwereldbaas genaamd The Ironmonger. Dan zijn er nog een Duitse arthouse-regisseur, een wulpse hippiedame (de Waalse actrice Erika Sainte; die willen we vaker zien) en natuurlijk de sigaren paffende generaal – shades of Dr. Strangelove – die vanuit een geheime bunker de verwikkelingen op afstand volgt.
Die laatste stuurt een batterij mannen in zwart naar Londen om alle getuigen van het maanfilmpje uit de weg te ruimen, wat culmineert in een kostelijke climax, want laat nu net op dat moment ook The Ironmonger met een legertje gorilla’s op de filmset neerstrijken. Moonwalkers is de natte droom van theoretici van de post-moderne film want hij handelt over een genepte nepmaanlandingsfilm.
De grappen draaien om het persifleren van de hippiemores en het broodje aap-verhaal rond Kubrick (inclusief vele verwijzingen naar diens films), het uitvergroten van overbekende clichés en het tot groteske porties oppompen van cartoonesk ultrageweld dat op zijn leukst is wanneer het zich buiten beeld afspeelt en alleen op de geluidsband is te horen. Los van de uitstekende, zij het voor de hand liggende muziekkeuze (Jefferson Airplane, Lovin’ Spoonful, Creedence Clearwater Revival) is de experimentele geluidsband de geheime kracht van de film, met dank aan de Franse house-producer Alex Gopher. Ook broodnuchter valt er genoeg te grinniken.
28 maart 2016