Theory of Everything, The

***

recensie  The Theory of Everything

‘What about my brain?’

door Cor Oliemeulen

Na het zien van het romantische, biografische drama over Stephen Hawking bekruipt je de vraag wat de fameuze Engelse wis- en natuurkundige allemaal zou hebben kunnen bedenken als hij gezond was gebleven. Meer óf juist minder?

Dat hij het vroeger al meer van zijn hersens dan van zijn lichaam moest hebben, illustreert de scène waarin hij tijdens een roeiwedstrijd fungeert als stuurman. Het is 1963 en de 21-jarige Stephen Hawking (Eddy Redmayne) studeert kosmologie aan de universiteit van Cambridge. Hij is vastbesloten om een simpele verklaring voor het ontstaan van het heelal te ontdekken en zijn uitzonderlijke talent wordt snel onderkend. Zijn leraar neemt hem mee naar een ruimte waarin “J.J. Thomson het elektron ontdekte en Rutherford atomen splitste”. Stephen kijkt er rond als een kind in een snoepwinkel. Ook privé gaat het voor de wind: hij wordt stapelverliefd op de kunststudente Jane (Felicity Jones).

Recensie The Theory of Everything

Nog maar twee jaar te leven
In gedachten verzonken over een wiskundige formule en een eerste aanval van spierverslapping valt Stephen op zijn gezicht. De diagnose komt als een mokerslag: hij heeft nog meer twee jaar te leven. Stephen heeft MND: progressieve degeneratie van zenuwcellen die de spieren in staat stellen te bewegen, ademen, slikken en praten. In Amerika noemt men het Lou Gehrig’s Disease, vernoemd naar de beroemde honkballer die overleed aan de ziekte, en in onze volksmond heet het ALS.

“What about my brain?”, vraagt Stephen aan de dokter. Dat blijkt gelukkig niet aangetast. Op zijn beurt kan Stephen een vriend geruststellen: inderdaad ‘daar beneden’ zal het voorlopig ook wel blijven werken. Dat blijkt enige jaren later als Jane trots hun eerste baby in Stephens armen legt: “Look what we made.”

The Theory of Everything is een liefdesverhaal, dat 25 jaar relatie tussen Stephen en Jane omspant. De film is gebaseerd op de biografie ‘Travelling to Infinity: My Life with Stephen’ van Jane Hawking. Net als in zijn Oscar winnende documentaire Man on Wire kan regisseur James Marsh naar hartenlust de uiterste grenzen van een man tentoonspreiden. De filmmakers werkten enkele jaren samen met de Hawkings, waarbij ze moesten beloven dat ze sensatie en sentiment achterwege zouden laten en secuur zouden omgaan met de complexiteit van hun huwelijk.

Humor, toewijding en doorzettingsvermogen
Als Stephen zich eenmaal heeft neergelegd bij zijn fysieke onmogelijkheden komt zijn ware karakter bovendrijven: humor en doorzettingsvermogen. Eerst moeten ze zien om te gaan met zijn handicap, nadien met roem en publiciteit. Stephen ontvangt dankbaar de volle steun en toewijding van Jane. Zij moedigt hem aan om zijn doctoraat te halen: zijn theorie over het ontstaan van het universum. Terwijl Stephens lichamelijke beperkingen toenemen, verkent zijn geest de grenzen van de theoretische fysica.

Recensie The Theory of Everything

Doordat Stephen uiteindelijk (bijna) niet meer kan praten, dient de kijker meer te observeren. Om het verhaal extra diepte te geven is een aantal familiegebeurtenissen opgenomen in homevideo-stijl voor een persoonlijke en authentieke kijk op het leven van de Hawkings. Andere filmscènes bevatten regelmatig één hoofdkleur, bijvoorbeeld intens blauw tijdens de amoureuze ontmoeting van Stephen en Jane op het universiteitsbal, geelgroen tijdens een potje cricket op het zonovergoten gras en een mooi rood filter van het haardvuur dat Stephen ziet door zijn trui als hij die moeizaam aantrekt en dat langzaam lijkt te vervagen in een zwart gat.

Eddy Redmayne (Les Misérables) bereidde zich intensief voor op zijn rol. Met een prachtige grijns op het schuine hoofd, steeds verder in elkaar gedoken in zijn rolstoel en door subtiele aanpassingen van de grimeurafdeling lijkt hij steeds meer op de echte Stephen Hawking. The Theory of Everything is een waardig en bij vlagen ontroerend portret van de beroemdste wetenschapper van onze tijd.

 

11 januari 2015

 

MEER RECENSIES