Trip to Italy, The

***

recensie  The Trip to Italy

Mosterd na de maaltijd?

door George Vermij

Michael Winterbottoms The Trip to Italy biedt het vaste recept van komieken Steve Coogan en Rob Brydon die elkaar de loef afsteken, terwijl de regisseur er nog een smakelijk mediterraan sausje overheen gooit.

Het idee achter de oorspronkelijke The Trip moet Winterbottom wel deels hebben afgekeken van Louis Malles My Dinner with Andre (1981) waar twee acteurs aan tafel met elkaar in discussie raken over het vak. Coogan en Brydon deden iets vergelijkbaars in The Trip (2010), de filmbewerking van de gelijknamige serie voor de BBC. Ook The Trip to Italy is een spin-off van een serie waar meer aandacht wordt gegeven aan de culinaire perikelen van het Britse duo.

Recensie The Trip to Italy

Zoals de titel al prijsgeeft, vindt ditmaal alles plaats onder de Italiaanse zon. De acteurs worden er weer op uitgestuurd om te gaan schrijven over restaurants. Niet omdat het gastronomische connaisseurs zijn, maar wegens hun celebrity-status. De trip start in het noorden van Italië en loopt van de kust van Ligurië naar Rome om te eindigen op Capri. Ondertussen rijdt het duo in een mini (vette knipoog naar de oorspronkelijke The Italian Job uit 1969) terwijl ze gevat bekvechten over hun fluctuerende sterstatus.

Seksloze oom
Coogan en Brydon spelen zichzelf: Britse komieken die ondanks hun succes bang zijn om gedegradeerd te raken in de showbusiness. Leeftijd en afnemend sexappeal zijn daarbij de grootste ergernissen die ze aankaarten in gesprekken. Het voorziet de film van een meta-aspect waar de filmindustrie op de hak wordt genomen en waar realiteit en fictie schijnbaar in elkaar overlopen. Uit hun conversaties kun je concluderen dat ze in een midlifecrisis zijn beland. Voor jonge vrouwen zijn ze niet meer aantrekkelijk, maar verworden tot een sympathieke maar seksloze oom.

Naast deze frustraties tussen de gangen door is er tijd om op bedevaart te gaan langs de plekken waar Britse romantische dichters op grand tour zijn geweest. De film is geslaagd in de wijze waarop hoge en lage cultuur elkaar afwisselen. Alanis Morissette, Lord Byron, Roger Moore, Alberto Moravia en Jean-Luc Godard. Ze passeren allemaal de revue in de reis door Italië en in een tijd waarin er geen sprake meer lijkt te zijn van een onderscheid tussen high- en lowbrow. Het enige wat je moet bezitten is een brede kennis en interesse in dat veelkoppige monster dat nu cultuur heet. De verwijzingen worden gebruikt als een wisselende decoratie, net als de maaltijden die heerlijk worden gefilmd en je doen verlangen om even een retourtje Rome te boeken.

Moeders en onenightstands
Films over de filmwereld zijn vaak cynisch maar met een knipoog. Naast narcisme, materialisme en oppervlakkigheid is humor het beste middel om door de illusie te prikken. Die humor bezitten Coogan en Brydon natuurlijk, maar daar vervalt de film helaas wel in herhaling. De gevatte chemie die in het eerste deel nog fris was, heeft hier aan nieuwigheid ingeboet. De imitaties die in The Trip nog hilarisch waren, zijn op momenten irritant. Weer Al Pacino? Weer Brydons impressie van een kleine man in een doos?

De beste scènes zijn die waar het duo wordt aangevuld door anderen. Zo komen Coogans assistent en zoon ook mee tijdens hun trip, terwijl die ook weer zorgen voor stof om over te praten. Met een publiek wordt de inzet voor de rivaliserende komieken hoger, maar het versterkt ook de gezellige sfeer van mensen die met elkaar genieten tijdens een maaltijd.

Recensie The Trip to Italy

Ondanks de melancholie en luxeproblemen die worden aangekaart blijft de film erg vrijblijvend in zijn boodschap over roem en het goede leven. Verveling blijkt nu eenmaal een onvermijdelijk nadeel te zijn in de gouden kooi van beroemdheid. So what en big deal. In La Dolce Vita (1960) werd al hetzelfde geopperd, zegt de assistent van Coogan in een scène in Rome. Ondanks die inzichten is er verder geen ontwikkeling en blijven beide acteurs gevangen in hun rollen die hun succes hebben bepaald.

Wat verder opvalt, is dat in beide trips de vrouwen er bekaaid vanaf komen. Het zijn moeders of onenightstands. Oftewel een avontuurtje voor een ijdele man die zijn viriliteit nog wil bewijzen, maar als alles voorbij is wacht vrouwlief altijd nog trouw thuis. De onderliggende melancholie van de mannen wordt daarmee wel realistisch onderuit gehaald. De romantische idealen van oude dichters die worden verheerlijkt hebben een heel basale, primitieve en platte oorsprong: Een libido dat zich ondanks de jaren niet laat temmen.

Vermakelijk tussendoortje
Winterbottom speelde al eerder met de oppervlakkigheden van de filmwereld in A Cock and Bull Story (2005) over een gedoemde poging om het cultboek Tristram Shandy te verfilmen. In die film spelen Coogan en Brydon ook tegenover elkaar terwijl Winterbottom verwijst naar Fellini’s 8 ½ (Otto e mezzo, 1963). Winterbottom blijft in dat opzicht een eclectische regisseur die naast Brits sociaalrealisme ook experimenteler te werk gaat. Van hardcore porno met filmhuis pretenties (9 Songs uit 2004) naar maatschappijkritische docu’s (The Shock Doctrine uit 2009). Binnen de diversiteit van zijn oeuvre is The Trip to Italy vooral een vermakelijk tussendoortje.

 

19 september 2014

 

MEER RECENSIES