Suspiria (2018)

Suspiria (2018)
Dansend door het doolhof

door Bert Potvliege

De consensus kan al eens fout zijn. De filmgeschiedenis is doorspekt met verbluffende prenten die bij hun release verkeerd begrepen of genegeerd werden. Een aantal groeiden uit tot cultfilms, waarbij de wereld gewoon wat later tot inzicht kwam. Soms voel je een toekomstige cultklassieker van mijlenver aankomen. Luca Guadagnino’s Suspiria, de uit 2018 daterende remake van de horrorklassieker van Dario Argento, is zo’n film. Ik heb geen idee hoeveel tijd de wereld nodig zal hebben om er de ogen voor te openen, maar die dag komt.

In de vele wonderlijke samenwerkingen die actrice Tilda Swinton de afgelopen decennia aanging, was haar partnerschap met een filmmaker zelden inniger dan met Guadagnino. Swinton is een hartsvriendin en een muze voor de Italiaanse arthouse-cineast. Hun horrorfilm (bovendien niet hun enige samenwerking) is niet enkel ravissante cinema, maar ook een ode aan de met raadselachtige allure gezegende Swinton. Pers en publiek hielden er aanvankelijk een andere mening op na en wisten niet goed hoe aan de slag te gaan met Suspiria.

Suspiria

Geen olijfbomen meer
Luca Guadagnino is al vijftien jaar een vaste waarde in de Europese cinema, met intussen ook een boeiende stap naar Hollywood (Challengers, Bones and All). Een sfeer van onbezonnen Italiaanse zomers was tot 2017 zijn stilistisch handelsmerk. Hij perste steevast alle mediterrane romantiek en erotiek uit zijn verhalen, waardoor de cinema van Paolo Sorrentino (La grande bellezza) nooit veraf was. Call Me by Your Name was in deze fase van zijn carrière het hoogtepunt.

Nog geen jaar later gooide Guadagnino het roer echter volledig om en waagde hij zich, tot ieders verbazing, aan een remake van de expressionistische horrorfilm Suspiria. Hij liet zijn vertrouwde stijl voor wat die was en zocht nieuwe oorden op. Niemand zag het aankomen en eerlijk gezegd zat niemand erop te wachten. Weg met de verschroeiende Italiaanse zomerzon, op naar het Berlijnse beton.

Critici struikelden over de lange speelduur en vroegen zich af waarom deze update van tweeënhalf uur een vol uur langer moest duren dan het origineel. Ook de iconische status van Dario Argento’s Suspiria werkte tegen, want het zat een warme ontvangst van de remake in de weg. Daarnaast vonden sommigen de arthouse-aanpak potsierlijk en pretentieus. Zelf ervoer ik dat helemaal anders. Guadagnino’s Suspiria hield me 150 minuten lang in de ban en liet me achter met een gevoel dat ik nog altijd koester.

Onder moeders vleugels
Berlijn, 1977. De jonge Amerikaanse Susie (Dakota Johnson) dwaalt wat verloren door de metro, op weg naar dansschool TANZ. De naam prijkt in harde letters boven een grauwe betonnen ingang, pal naast de Muur. Susie droomt van een plek in het gezelschap en hoopt tijdens haar auditie te overtuigen. Al bij haar eerste dans valt ze op bij de raadselachtige Madame Blanc (Tilda Swinton), die haar onder haar hoede neemt. Tussen beiden groeit een bijzondere band.

Maar TANZ blijkt veel meer dan een dansschool. Achter de façade schuilt een heksenkring, verscheurd door een machtsstrijd tussen Blanc en de aftakelende Moeder Markos (eveneens gespeeld door Swinton). De groep bereidt een ritueel voor dat Markos nieuw leven moet schenken en daarvoor hebben ze een jong lichaam nodig. Susie raakt steeds dieper verstrikt in hun plannen.

Ondertussen zoekt Patricia, een meisje dat uit de school is gevlucht, steun bij psychiater Dr. Klemperer (óók vertolkt door Swinton, ditmaal als oude man). De dokter besluit de waarheid achter de school te onderzoeken, maar stuit op onverschilligheid bij de autoriteiten. Zelf draagt hij een ondraaglijk oorlogstrauma met zich mee: het verdwijnen van zijn vrouw Anke, van wie hij nooit het lot heeft vernomen. Zijn verleden en zijn zoektocht zullen onverwacht een rol spelen in het duistere ritueel dat de heksen voorbereiden.

Een hoop vlees
Foto: Brigitte LacombeDe rijkdom van Suspiria schuilt in de toverdrank die Guadagnino stookt, met drie kerningrediënten: horror, erotiek en ontroering zijn in een dans verwikkeld met elkaar, met even prikkelende uitbarstingen als het door de danseressen opgevoerde spektakel Volk. Dat wringen van die ingrediënten leidt tot een bedwelmende cocktail die mismeestert. De horror krijgt een erotische lading terwijl de erotiek me de stuipen op het lijf jaagt, en doorheen dit alles spoken wonderlijke toetsen van ontroering.

Dat juist Guadagnino, een uitgesproken arthouse-regisseur en allerminst een genrefilmer, zich aan een horrorproject waagde, maakte dit experiment zo intrigerend. Het merendeel van hedendaagse horror weet me nauwelijks nog te beangstigen; wat zou een artistieke stilist als Guadagnino er dan van bakken? Heus wel wat, zo blijkt.

De vervormde spiegelwanden in de danszaal symboliseren de dreigende labyrintische aard van deze mysterieuze school. Nacht na nacht sturen de heksen Susie vergiftigde dromen, een sinistere voorbereiding op het ritueel. Die droomsequenties wemelen van de onheilspellende beelden, vaak doordrenkt met body horror. De fysieke vervormingen zijn een metaforische verbeelding van het reële lijden van dansers: lichamen tot het uiterste geduwd; jeugd en schoonheid versneld uitgehold. Onder de oppervlakte sluimert een erotische spanning, waarin verlangen en lichamelijke aftakeling samensmelten. Dat verlangen wordt ingelost bij het ritueel, waarbij het feminiene wordt verorberd. Daarmee legt de film al de thematische kiem voor Bones and All, Guadagnino’s romantisch kannibalendrama dat enkele jaren later zou volgen – het verslinden van de andere in de naam van liefde.

Wanneer danseres Olga besluit de school te verlaten, loopt het fout. De heksen laten haar niet ontsnappen. Ze verdwaalt in de vele donkere gangen en komt terecht in de afgesloten danszaal, waar haar lichaam op bovennatuurlijke wijze kraakt en breekt. Haar ledematen komen verwrongen te staan, haar lichaam uitgeperst. Ze plast in haar broek en komt als een hoopje samengevouwen vlees op de vloer te liggen. Het is een scène die evenzeer verontrust als dat ze opwindend en hypnotiserend is. Net zoals David Lynch (Lost Highway, Mulholland Drive) hanteert Guadagnino hier een fetisjistisch omgaan met zijn vrouwelijke personages. Hij brengt hen op bijna vertederende wijze een zuiverende pijn toe, als een vreemdsoortige ode aan de vrouw. De metalen sikkels die nadien nog door Olga’s vlees gestoken worden, stellen de prikkelende terreur en het ongemakkelijke vleselijke verlangen op scherp.

Een touw vastknopen aan opwinding
Suspiria is zo doordrenkt van seksualiteit dat de film vonkt. Het is een onverwachte dimensie die de prent naar een hoger niveau tilt. Seksualiteit in horror is schering en inslag, maar zelden wordt ze zo gelijkwaardig aan angst ingezet als hier. In Suspiria vervloeien horror en erotiek tot een enkele, bedwelmende ervaring. Op de meest verontrustende momenten merk ik een opwinding – gezien de terreur op het scherm is het een vreemd en zelfs ongepast gevoel. De film confronteert me met mijn eigen dierlijk instinct, dat een immorele vorm durft aan te nemen. Guadagnino laat me zo schrikken van mezelf.

Susie kronkelt en beweegt tijdens het dansen op een hypnotiserend verleidelijke manier over de vloer. Voor de uitvoering van Volk dragen de dansers rode touwen als kostuum, wat sterk doet denken aan bondage. Susie die samen in bed hangt met de frêle Sara. Susie die even gaat plassen. Het vele naakt bij het ritueel. Iemand vraagt Susie hoe het is om in de opvoering te dansen. “Als geneukt worden door een dier”, antwoordt ze laconiek. Elk van deze momenten roept sensaties bij me op die moeilijk te verantwoorden zijn. Guadagnino presenteert hier een bijna bacchanaals spektakel en creëert met Suspiria misschien wel een van de meest sensueel geladen films van deze eeuw. Zijn adoratie van Swinton – al ware ze een godin – maakt de erotische uitspatting compleet.

Suspiria biedt zichzelf aan met heel wat filmisch vernuft. De montage is opvallend expressief: talrijke licht variërende beelden volgen elkaar in een snel tempo op, zonder dat ze expliciete informatie toevoegen. De intentie is onduidelijk, wat oncomfortabel voelt en een heldere interpretatie bemoeilijkt. Ook het kleurenpalet van de film draagt bij aan die verstoring: eenmaal in de dansschool heb je het gevoel in een andere wereld te stappen. De vloertegels zijn net zo verontrustend als het tapijt in The Shining. De cameravoering en beeldcompositie zijn uitstekend, maar ik verwacht niets minder van Guadagnino.

Suspiria

Entry music (for a film)
Een laatste, bepalend ingrediënt in de cocktail die Suspiria heet, is de ontroering. Ik kreeg een krop in de keel bij het acteerwerk van Tilda Swinton. Neem bijvoorbeeld de slotscène van Dr. Klemperer, wanneer hij eindelijk te horen krijgt wat er met zijn geliefde Anke is gebeurd. Verborgen achter lagen make-up weet Swinton nét genoeg expressie te tonen om me te raken. Het daaropvolgende slotbeeld, met de in de muur gekerfde letters, is buitengewoon teder. Ook de ondergang van Patricia en Sara tijdens het ritueel weet op een vergelijkbare manier te ontroeren.

De meest intense emotie komt echter van muzikant Thom Yorke. De Radiohead-frontman schreef voor deze film zijn allereerste score. Net zoals hij met zijn solodebuut Eraser uit 2006 nog zoekende was naar zijn eigen stem als soloartiest, speurt hij hier naar zijn identiteit als filmcomponist. Hoewel hij die nog niet volledig heeft gevonden, schemert de voor Yorke typerende emotionele muzikaliteit wel al sterk door. De track Suspirium, die over de openingsgeneriek ligt, is zelfs een van zijn krachtigste nummers in jaren. De generiek zelf speelt als een aangrijpende miniatuurfilm en getuigt van Guadagnino’s talent: compositie, kleur, ritme, sfeer en muziek smelten samen tot een werkelijk betoverende scène. Moeder ligt in bed met een doodsrochel, terwijl Yorke’s ijle stem weerklinkt: “All is well, as long as we keep spinning. Here and now, death still behind a wall.” 

De kracht van de vrouw
De kans bestaat dat je Suspiria vervloekt, omdat het niet evident is te achterhalen wat je ermee aan moet. Velen krijgen niet wat ze verwachten dat horror hen zou moeten geven, hoewel ik het net een zeldzaam angstaanjagende prent vind. De fans van Guadagnino zaten al helemaal met de handen in het haar, want hun idool leek zijn stijl compleet overboord te kieperen. En toch is het feminiene – zo essentieel in het oeuvre van Guadagnino – ook hier centraal aanwezig.

Guadagnino’s zin voor risico – waarbij hij onderzoekt, experimenteert en wat grenzen verlegt – kan ik enkel toejuichen. Ik voel en begrijp zijn fascinatie voor het materiaal, alsof we een geheim delen. Het is verslavend te verdwalen in het prikkelende Suspiria, waar vrouwelijkheid zowel erotiseert als afschrikt door haar verscholen krachtdadigheid en dreigende aard.

Suspiria is te zien in Eye.

 

27 oktober 2025

 

THEMAMAAND TILDA SWINTON