Imagine 2023 – Deel 2: Suspense & Horror

Imagine 2023 – Deel 2: Suspense & Horror
Griezelige sleutelgaten, superspinnen & een dimensie van bloed

door Bob van der Sterre

Tijdens deze Imagine vindt de kijker helaas wederom weinig suspense. Dus films à la de meesters Hitchcock en Clouzot die vaak tijd nodig hebben om een verhaal op te bouwen. Horror is juist het tegenovergestelde: dat is dé voortdenderende trein van de cinema momenteel. En dus ook dominant aanwezig bij deze Imagine. Ieder jaar weer nieuwe variaties van films over vampieren, zombies en spinnen. Dit jaar is er wat evolutie met een horroressay en films over de diepere, asociale drijfveren van de mens zelf.

 

Home Invasion

Home Invasion – De wetenschap van het sleutelgat
De camera op de bel: was dat wel zo’n goede uitvinding (die al eens was uitgevonden trouwens)? Deze film gaat op onderzoek uit en haalt diverse filosofische en historische tegels omhoog. Word je er echt zoveel beter van als je echt weet wat buiten de deur gebeurt? Is de ‘home invasion’ niet juist het bestaan van deze belcamera?

Dit documentaire-essay (‘een tech-horroressay’ volgens Imagine) van Graeme Arnfield is een van de meest gewaagde films van het festival. De doorsnee-Imagineganger die op basis van de titel rekende op een actiefilm en al klaar zit met een bak popcorn, zal wel een beetje hulpeloos in de zaal om zich heen kijken. Want dit is geen publiekstrekker. Je kijkt de hele film door een fisheye-lens en leest de teksten eromheen.

Het thema is of onze gewenste controle met technologie echt zoveel rust geeft. In vier hoofdstukken vertelt Arnfield zijn verhaal met beelden van YouTube (diefstal van pakketjes), klassieke films, filosofische teksten, verhalen over inbrekers, historische beelden (van fabrieken met wevers) en creepy soundscapes. Knap gedaan hoe deze stroom beelden onze illusie aan veiligheid ontrafelt. Controle met die camera? Schijnveiligheid krijg je ervoor terug.

Een type essay waarbij de technologie wel weer vrij eenzijdig de boeman is. Met teksten als: ‘Wat voor goeds kan er komen uit onze nachtmerries?’ of ‘Wat moeten we met machines die niet voor ons werken?’ Ik snap dat de sleutelgatbel misschien niet de beste technologische uitvinding van de mensheid is, maar ik deel dit pessimisme toch niet. Dat neemt niet weg dat dit debuut van Graeme Arnfield een interessante, grensverleggende film is.

Kijk hier waar en wanneer deze film draait (mits niet uitverkocht).

 

Vincent doit mourir

Vincent doit mourir – Uit het niks meppen krijgen
Vincent vergadert op kantoor. Uit het niks begint de stagiair hem met een map te slaan. Daarna steekt de accountant Vincent herhaaldelijk in zijn arm. Als zijn buurkinderen hem ook opeens aanvallen op de trap, begint Vincent te beseffen dat er iets raars aan de hand is. Waarom wil iedereen hem iets aandoen?

Hij reist naar het familiehuis op het platteland. Daar leert hij een soortgenoot kennen en die geeft hem adviezen, zoals een hond nemen en verder alle mensen mijden. Er zijn weliswaar minder mensen maar toch gaat het hier ook af en toe mis. Hij ontmoet een vrouw. Ze werkt bij een snackbar, ze hebben een klik maar dan moet hij uitleggen dat zij hem niet kan aankijken.

Vincent doit mourir (Engelse titel: Vincent Must Die) van regisseur Stéphan Castang wordt gedragen door het idee dat mensen je opeens gaan aanvallen. Hóe dat zit, tja, daar kan ik niet te veel over zeggen zonder iets los te laten over het plot. Het is een beetje als een zombievirus zonder zombies. Ik denk dat je het filosofisch of maatschappijkritisch moet opvatten (zinloos geweld?, de kilheid van nationalisme?). De film laat ondertussen een halve borduurwinkel aan losse eindjes achter. Het lijk? De buurvrouw? De vader?

De film werkt toch dankzij de charmante relatie tussen Vincent en Margaux. Goed spel van Karim Leklou en Vimala Pons geeft de film het nodige optimisme. Ondanks de onmogelijkheid van hun relatie gaan ze er toch voor. De filmkijker gaat erin mee. Is het logisch? Nee. Is het realistisch? Ook niet. Is het film? 100%.

Kijk hier waar en wanneer deze film draait (mits niet uitverkocht).

 

Vermines

Vermines – Arachnofobie in een Franse achterstandswijk
Kaleb koopt illegaal een spinnetje. Past goed bij zijn collectie insecten die hij in zijn kamertje in zijn flat heeft. Hij doet de spin even snel in een schoenendoos. De spin ontsnapt en een nieuwe eigenaar van gestolen schoenen wordt even later door de spin gebeten.

Daarna blijkt de spin een onhoudbaar darwinistisch superroofdier. Het reproduceert zichzelf in genadeloos tempo. Hoe te ontsnappen, als de politie ook het gebouw potdicht houdt?

Een verrassing deze Imagine is deze Vermines van debuterend regisseur Sébastien Vaniček. Met sympathieke karakters, aardige dialogen, gepassioneerd acteerwerk en vooral veel banlieu-sfeer. Dat werkt heel aardig in het begin. Selfmade reparaties aan het huis, illegale handeltjes in schoenen en fietsen, feestjes in kleine kamertjes. De locatie is het opvallende Arenes de Picasso-gebouw in Noisy-le-Grand, ten oosten van Parijs.

Maar het is een genrefilm en dus het gaat een spannende kant op. En het is spannend met dit gebouw waar het licht het zelden doet, de gang glad is, bedompte kelders last hebben van lekkages en ze constant moeten haasten om niet gebeten te worden door spinnen.

Tijdens het filmfestival in Venetië in september was Vermines de slotfilm en kreeg toen veel persaandacht. Volgens de maker toont de film de bewoners als het ongedierte van de maatschappij. Hun hopeloosheid komt wel goed over. Het is jammer dat Vermines op het einde door vreemde plotkeuzes in kracht inboet.

Kijk hier waar en wanneer deze film draait (mits niet uitverkocht).

 

Perpetrator

Perpetrator – Niet te voorspellen zoektocht naar serieontvoerder
Een meisje (Jean Baptiste) moet bij haar tante wonen. Ze gaat daar ook naar huis. Sinds ze 18 is geworden, gebeuren er vreemde dingen. Ze ervaart bizarre trips met bloed, waar ze in lijkt te vallen. In de spiegel lijkt ze op iemand anders. ‘Ik noem het foreveren,’ zegt haar tante. Oftewel: ze is superempathisch geworden. En dat is handig om de vele vermiste meisjes op te sporen. Er is namelijk een serieontvoerder aan de gang.

Perpetrator wil alles anders doen en stelt zich zo kwetsbaar op. Het verhaal is compleet onvoorspelbaar; de dialogen en scènes hebben een onverwachte vindingrijkheid; het bovennatuurlijke en surrealistische is alom aanwezig; de toon is licht-absurdistisch en er zijn een paar nachtmerrieachtige momenten. Bloed is de rode draad (stroom) van de film.

Perpetrator van regisseur Jennifer Reeder (enigszins bekend van Knives and Skin uit 2019) scoort toch slecht op IMDb. Jammer. Het is even aanpassen als kijker, maar dan zie je een ideeënrijke film met een eigen logica, die de zwakheden van mannen en vrouwen uitvergroot. Bonus is de leuke (en lastige) rol van Melanie Liburd als Jean Baptiste.

De weirdness in deze film roept een vergelijking op met de films en series van David Lynch. Denk bijvoorbeeld de interessante rol van Alicia Silverstone als weirde tante; de dimensie van bloed; het liedje dat lijkt op dat van Julee Cruise in Twin Peaks; de wisselende gezichten. Met Lynch vergelijken is wel trekken aan een dood paard, hij komt bijna in iedere bespreking van een beetje mysterieuze film naar boven. Net als het woord ‘surrealisme’. Maar als we dan toch vergelijken: de échte griezeligheid komt hier minder uit de verf dan in Lynch’ films. Dat had Perpretator sterker gemaakt.

Kijk hier waar en wanneer deze film draait (mits niet uitverkocht).

 

Les Dents du bonheur

Shorts
Een van de beste shorts van deze Imagine is voor mij de Franse film Les Dents du bonheur (zie: foto). Een nagelstyliste bezoekt drie rijke vrouwen om hun nagels te doen. Het dochtertje van de nagelstyliste mag een spel spelen met de drie dochters van de rijke vrouwen. Ze spelen om geld. Omdat zij dat niet heeft, zijn haar melktanden ook wisselgeld. Een geestig verhaal waarmee klassenverschillen op de hak worden genomen. De kinderen spelen hun rollen ontzettend goed, wat een compliment is voor de regie van Joséphine Darcy Hopkins, want niets moet zo moeilijk zijn voor een regisseur.

In Vogelkooi moet zuster Mariëlle het bovennatuurlijke jongetje Damian pillen geven. Dat valt haar niet makkelijk. Deze Vlaamse horrorshort begint met een interessante quote: In 1947 stelde het Belgische ministerie van Volksgezondheid een mutatie vast bij 0,003 % van de pasgeborenen. De documentatie sprak over gevaarlijke bovennatuurlijke krachten. Als short werkt het niet helemaal – het lijkt meer een vrijgegeven scène uit een serie over bovennatuurlijke krachten in de jaren veertig. Daar zou ik wel heel nieuwsgierig naar zijn.

In Transylvanie van Rodrigue Huart zien we een van de acterende meisjes uit Les Dents du bonheur terugkomen (Katell Varvat). Hier speelt ze het meisje Ewa dat overtuigd is dat ze afstammeling is van Dracula. Is ze dat nu wel of niet? Beetje voorspelbaar.

 

25 oktober 2023

 

Imagine 2023 – Deel 1: Humor
Imagine 2023 – Deel 3: Iran
Imagine 2023 – Deel 4: Sciencefiction

 


MEER FILMFESTIVAL

Imagine 2022 – Deel 4: Horror

Imagine 2022 – Deel 4: Horror
Wraakzuchtige oudjes & livestreamen met geesten

door Bob van der Sterre

Natuurlijk, Imagine is horror. Maar er is horror in veel soorten en maten: zachte horror, grove horror, stijlvolle horror, grappige horror. De creatieve horror blijft op Imagine het meeste hangen.

Horror is in de mode. Vorig jaar was horror volgens deze bron na actie en avontuur het meest populaire genre. Het had in 2021 het hoogste percentage van het totaal ooit. (Dit gaat alleen over Amerikaanse films.)

Het genre bestaat nog steeds veelal uit trucs en dat appelleert vermoedelijk aan veel filmmakers. Het evolueert net zo goed als andere genres. Lees wat we er vorig jaar over schreven.

De films doen het vaak goed in het neerzetten van een idee, minder in wat ze ermee willen vertellen. Het griezelidee domineert het verhaal. Hoewel het naar mijn idee beter andersom zou kunnen zijn, dat maakt het vaak nog veel enger.

Horrorfilms maken steevast gebruik van griezelige huizen. Dat zorgt ervoor dat je beter je horrortrucs kunt inzetten. De enige horrorfilm die daar helemaal niet aan deed tijdens deze Imagine, was de film van de 80-jarige veteraan Dario Argento.

 

Viejos

Viejos – Het is warm, pas op de oudjes
Het is heet en het wordt alleen maar heter, in de veertig graden. De oma van Naia springt van het balkon. In plaats van te rouwen, doet opa raar. Als de vader en stiefmoeder van Naia hem in huis nemen, zegt hij: ‘Ik ga jullie vermoorden.’ Zo gek als een deur, oordeelt stiefmoeder Lena, en ze wil hem laten opnemen.

Zeker geen slechte film, Viejos. Het is een soort horrorniche: een bepaalde groep is creepy en neemt wraak op (meestal) volwassenen. Who can kill a child? is een voorbeeld waarbij kinderen dat doen. Ook Spaans trouwens.

De film zit goed in elkaar. Het tempo is rustig, de setting mooi (Madrid tijdens een hittegolf), de acteurs zijn niet ergerlijk. Er is suspense op de goede manier. Dat komt ook door de cinematografie, die me positief opviel. Goede cinematografie maakt alles interessanter. Daarnaast weet je dat de oudjes weird zijn, maar wat zit erachter? Of je erachter komt in deze film laat ik even in het midden.

Een paar dingen storen wel. De onnodige jump scares (geen hete thee in je handen houden dus) en de muziek. Sinds een tijd is het een trend om spannende filmmuziek te maken met het geluid alsof een orkest aan het inspelen is. Dat hoor je hier wel erg veel.

Daarnaast mis je vaak bij zulke films een soort filosofische laag waar het idee functioneel voor is. De film biedt niet veel meer dan het idee zelf. Dat is hier ook zo. Natuurlijk kun je er wel kritiek in lezen, bijvoorbeeld hoe wij met ouderen omgaan, maar dat is dan vrij simpel als je het mij vraagt.

Lees hier waar en wanneer deze film draait.

 

The Eyes Below

The Eyes Below – Als je nachtmerries levend worden
Journalist Eugène gaat een onthullend stuk publiceren. Met stress gaat hij de nacht in. En wat een nacht… Een terrornacht.

Hij zit vast in bed, maakt tochten door zijn eigen lakens, stoeit met een zwart olieachtig wezen, grijpt (tevergeefs) naar zijn mobiel. Hij krijgt slechts hulp door wat vage verwijzingen in boeken.

Vorig jaar zag ik La Femme aux chaussures Léopard op Imagine. Vijf minuten van deze film en je weet dat je met dezelfde maker te maken hebt: Alexis Bruchon. Dat is een goed teken. Hij heeft een eigen, herkenbare stijl met ontzettend veel creativiteit en interessante beeldideeën. Als ik al horror kijk, dan graag zo.

Daarmee maakt hij een originele film over een voor velen herkenbaar gegeven: panisch van de angst in je bed zitten, compleet bevroren van angst voor een duister wezen. Dat gevoel weten hij en zijn team geweldig over te brengen, zelfs met de beperkte middelen die ze ongetwijfeld hadden. Het is soms zo griezelig dat deze film wel een waarschuwing zou mogen hebben voor mensen die hier echt last van hebben… Want een nachtmerrie beleven is een poeslief ding vergeleken met ‘terrors’. Lees over de serieuze kant van het verhaal.

Net als La Femme aux chaussures Léopard is de film niet foutloos. Waarbij die film last had van een wat te ingewikkeld gegeven, is deze film simpelweg te lang voor het idee. Ook al is het maar 1 uur en 17 minuten, het wordt op een gegeven moment te herhalend. Een half uur minder en de film was misschien wel briljant geweest. Voor filmfans zijn de verwijzingen naar Cluny Brown nog wel grappig (de poster, de naam Boyer).

Lees hier waar en wanneer deze film draait.

 

Deadstream

Deadstream – Livestreamen in een huis vol geesten, wat kan er misgaan?
Shawn is een livestreamer die met pranks geld verdiende op YouTube. Hij ging iets te ver, werd gebanned, maakte een excuusvideo en is nu weer up en running met livestreams.

Zijn volgende project: een livestream van een bezoek aan een haunted mansion. Het is het huis waar de geest van de gestorven Mildred rondwaart. Hij moet er voor zijn publiek (en sponsors) een nacht doorbrengen.

Als een echte livestreamer hangt hij alle kamers camera’s op, inclusief een safe room met veel licht. Hij houd met camera’s alles in de gaten, checkt aldoor de chat. Afgezien van een paar rare geluiden, gebeurt er niets. Totdat ineens Chrissy – een enorme fan – in de kamer staat. Vanaf dat moment… wel… ik zal niets verklappen. Maar het is enerverend.

Iedere Imagine is er wel een film die je totaal verrast. Deze film van Joseph en Vanessa Winter (zowel script als regie als hoofdrol voor Joseph) combineert met eenvoudige middelen knap een parodie van een livestream à la Twitch met een echte horrorfilm. Dat levert een soort grappige The Blair Witch Project op. Het ene moment houd je een dekentje voor je ogen, het andere moment moet je schateren. Het tempo van de film is ook heel hoog.

De parodie op prankers op YouTube en livestreamers is vooral vermakelijk. Zoals het constante gegil van Shawn die bij het minste geringste wegrent; zijn reacties op comments uit de chat; de sluikreclame; de adviezen van ‘het internet’. In wat voor benauwde situatie hij ook zit, hij vindt toch telkens tijd om de comments van zijn fans te bespreken. Het wordt natuurlijk flink over de top – en het einde had beter gekund én Joseph speelt het allemaal net een slag té grappig – maar de amusementswaarde is hoog.

Deadstream – ongetwijfeld voor een appel en een ei gemaakt – laat zien dat grote budgetten toch altijd ondergeschikt zijn aan een sterk script.

Lees hier waar en wanneer deze film draait.

 

Megalomaniac

Megalomaniac – Kinderen van een seriemoordenaar
Martha en Felix wonen in een oud huis. Ze zijn de kinderen van ‘de slager van Bergen’. Een mysterieuze moordenaar in de jaren negentig die nooit werd gepakt. Felix neemt het slagersambacht over van zijn vader. Terwijl Martha door aanrandingen van mannen op haar werk steeds minder in de realiteit staat.

Op een dag neemt Felix een van zijn prooien mee naar huis. Martha voelt een band met het slachtoffer, op wie zij haar eigen frustratie kan botvieren. ‘Mijn kleine poesje.’ Het wordt erger als Martha zwanger blijkt te zijn van een van de aanrandingen.

Megalomaniac heeft in het begin veel potentie. Veel intuïtieve, stijlvolle beelden. De vliegende slager; hoe Martha zichzelf ziet; creepy figuren in het zwart. De film blinkt uit in korte momenten met verrassende, griezelige cinematografie. Tel er een prachtig interieur bij op en goed acteerwerk (Eline Schumacher als Martha).

Alleen is de film van Karim Ouelhaj (zijn vierde) afgezien van stijlvol ook wel erg zwaar en traag. Martha heeft wat te weinig reliëf om zo lang te blijven boeien als hoofdpersoon. Daarnaast zijn er geen lichtpuntjes. Wat het verhaal nog wilde uitdrukken, vloog ook over me heen. Er zat denk ik een knaller van een mysterieuze horrorfilm van een klein uur in deze film verborgen.

Lees hier waar en wanneer deze film draait.

 

Dark Glasses

Dark Glasses – Donkere glazen helpen je niet tegen seriemoordenaars
Een eclips. Een prostituee. Ze wordt op de dag van de eclips in haar auto aangevallen door een kerel in een wit bestelbusje, rijdt andere mensen aan, verongelukt, raakt blind.

Het overlevende kind van het ongeluk, een tienjarig Chinees jongetje genaamd Chin, komt bij haar wonen. Ze moeten vluchten voor een maniakale moordenaar die het om een of andere reden op haar gemunt heeft.

Wat kun je verwachten van een intussen tachtigjarige Dario Argento? Toch op zijn minst een mooie prostituee die blind wordt en op stap gaat met een tienjarige Chinees jongetje. En scènes op het Italiaanse platteland in het pikkedonker. En een paar moorden met net iets te veel smerige details.

Het was ook wel naïef om te verwachten maar Dark Glasses heeft niet dezelfde sfeer als klassiekers als Profondo Rosso, Tenebrae en Suspiria, horrorfilms die met extreem stilisme de filmwereld veroverden. Dit oogt een stuk lomper en dat zit hem vooral in een verhaal waar weinig moeite in is gestopt en de inspiratieloze bad guy.

Aan de andere kant is de vriendschap tussen Chin en Adriana (een Chinees weeskind én een blinde prostituee) wel iets voor Argento. Een aardig contragewicht tegen de brute seriemoordenaar. Er zitten meer Argento-herkenbaarheden in. De protagoniste; de combinatie van uiteenlopende karakters; het humane versus het duivelse; de kansloze detectives; en natuurlijk de extreme uitvergrotingen van geweld.

Ongetwijfeld worden filmbezoekers tijdens Imagine wild van de dingen die in de jaren 70 al grappig waren: het gebruik van effecten van poppen in plaats van CGI, het nepbloed en het soms oersimpele acteerwerk. Dat hoort erbij.

Lees hier waar en wanneer deze film draait.

 

What Killed Timmy Benson

Shorts: Hudlos / Under the Ice / What Killed Timmy Benson
Hudlos is een Korte Deense film van een klein kwartier, die vertelt over Jonas die bij zijn nieuwe vriendinnetje op bezoek komt. Hij loopt de verkeerde kamer in en daar zit haar vader. ‘Hallo!’ Vader reageert niet. Blijkt dood. Opgezet.

‘We hebben een gekke familie’, zegt ze.

Je kunt al raden wat je aantreft in de badkuip. De film is wat grappiger dan de meeste horrorfilms maar heeft geen meer inspiratie over om de film te eindigen met een aardig plot. De meeste films zijn te lang, deze is iets te kort.

De Spaans-Andorraanse productie Under the Ice is minder grappig maar slaagt wel redelijk in het klassieke griezelwerk.

Vader van jongetje verdrinkt maar keert terug in hun huishouden. Wat is de rol van het jongetje? Inclusief bliksemschichten en een elegant plot. Mooi gemaakt.

Meer ijs en een jongetje in What Killed Tommy Benson (zie: foto). Horroranimatie, dat is misschien (ik ben geen kenner) wel iets nieuws. Jongetje wordt gevolgd door monster dat uit spiegel kruipt.

De Nederlandse korte film van Nick Cremers is een mooi persoonlijk werk. (Er is overigens niets Nederlands aan – als je mij had gezegd dat het Zweeds was, had ik het ook wel geloofd.) Enige is dat de film voor kinderen lijkt (animatie, kinderen als hoofdpersonen) maar het lijkt mij toch echt wat te griezelig voor jonge kinderen.

 

26 oktober 2022

 

Imagine 2022 – Deel 1: Suspense
Imagine 2022 – Deel 2: Sciencefiction
Imagine 2022 – Deel 3: Familie
Imagine 2022 – Deel 5: Luchtig
Imagine 2022 – Deel 6: Mysterieuze films

 


MEER FILMFESTIVAL

Innocents, The

****
recensie The Innocents
Gebroken glas in een schoen

door Cor Oliemeulen

Kinderen en bovennatuurlijke gaven vormen een dodelijke combinatie in het sfeergevoelige Noorse opgroeidrama The Innocents.

Eskil Vogt vormt samen met beste vriend Joachim Trier een bijna onafscheidelijk Noors duo dat verantwoordelijk is voor het boeiendste dat de Scandinavische cinema het laatste decennium heeft voortgebracht. Meestal schrijven ze samen het scenario, maar af en toe klimt Vogt zelf op de regisseursstoel. In zijn debuutfilm Blind (2014) kruipt hij in het hoofd van een jonge vrouw die plotseling haar gezichtsvermogen verliest en door middel van herinneringen en fantasie, samen met de kijker, haar weg in het donker moet zien te vinden. Eskil Vogt bedacht voor films van Joachim Trier al verhalen over tieners (Thelma, 2017) en jonge volwassenen (Reprise, 2006; Oslo August 31st, 2011; The Worst Person in the World, 2021), in zijn tweede regiefilm The Innocents krijgen jonge kinderen te maken met onbekende en onbestemde omstandigheden.

The Innocents

Moraliteitsbesef
Vogt liet zich inspireren door zijn eigen kinderen, die net als al hun leeftijdsgenootjes tijdens het opgroeien experimenteren en grenzen opzoeken. De vier kinderen in The Innocents zijn al even onschuldig, maar bovennatuurlijke gaven compliceren de weg naar moraliteitsbesef en realiteitszin. Neem nu Ida (Rakel Lenora Fløttum), die met haar gezin naar een stadje aan de rand van een bos is verhuisd en al snel kennismaakt met Benjamin (Sam Ashraf). Zij imponeert hem door haar flexibele armen te overstrekken, waarna Benjamin met zijn gedachten een steentje laat bewegen. Ze vinden elkaars talenten allebei even cool.

Ida schaamt zich voor haar oudere zusje Anna (Alva Brynsmo Ramstad) die ze buitenshuis moet begeleiden omdat Anna zwaar autistisch is en enkel korte geluidjes uitstoot. Volgens Ida voelt Anna geen pijn, ook als Benjamin hard in haar arm knijpt, geeft zij geen krimp. Echter het meisje Aisha (Mina Yasmin Bremseth Asheim) vertelt Ida en Benjamin dat Anna wel degelijk pijn kan voelen, maar niet in staat is haar emoties uit te drukken. Aisha kan het weten, ze is hypersensitief en kan soms gedachten lezen en voelen wat anderen voelen. Het viertal trekt met elkaar op, totdat een van hen een schokkende handeling verricht en een tiener wordt vermoord.

The Innocents

Kijk op de wereld
Wanneer het opgroeidrama zich ontpopt als bovennatuurlijke thriller doet de film al snel denken aan de Zweedse vampierfilm Let the Right One In (2008) van Tomas Alfredson, waarin jonge kinderen proberen te ontsnappen aan ouderlijke controle en zich overgeven aan duistere krachten, en het als sprookje verklede Mexicaanse drama Tigers Are Not Afraid (2019), waarin kinderen door fantasie de alledaagse ellende proberen te vergeten. Ook The Innocents wordt verteld vanuit het perspectief van kinderen. De camera is vooral laag gepositioneerd en focust op details waarop kinderen letten. Symbolisch zijn de shots van Ida die liggend op een schommel de wereld ondersteboven ziet en Benjamins beperkte blik op de realiteit kijkend door een gat in zijn broodje. De geluidsband is bij vlagen al even verontrustend.

The Innocents slaagt door de geheime wereld van de kindertijd bewonderenswaardig te portretteren en de perfecte casting van de vier kinderen. Terwijl de horrorgebeurtenissen zich langzaam opstapelen, lijkt Vogt wat te stoeien met de climax van zijn verhaal die misschien een beter lot had verdiend. Hoewel, de dood van een van de kinderen komt onverwacht, maar past in het plaatje: het leven gaat verder, zonder dat de volwassen buitenwereld een idee heeft wat zich allemaal tussen de kinderen heeft afgespeeld.

 

11 juli 2022

 

ALLE RECENSIES

Happiness of the Katakuris, The

***
IFFR Unleashed – 2002: The Happiness of the Katakuris
Het geluk van een verknipte familie

door Bob van der Sterre

De Katakuri’s hebben een guesthouse gebouwd. Alleen sterven de gasten allemaal een ongelukkige dood. Film van Takashi Miike overtreft zichzelf in bizarriteiten en extremiteiten.

We krijgen de Katakuri’s meteen geschetst. Dat is de vader die zijn ziel en zaligheid in het guesthouse heeft gestopt met zijn vrouw. Zijn dochter, een alleenstaande moeder die snel verliefd wordt. Haar zwijgende broer. En opa: ‘Hij leeft een makkelijk bestaan, met het vertellen van leugens en zelfzuchtigheid.’

The Happiness of the Katakuris

Het geluk uit de titel is vet ironisch want het guesthouse loopt totaal niet. De eerste bezoekers zijn spirituele wandelaars en als het dan net de eclips is, haasten ze zich weg. Zij komen er nog goed van af. Alle andere bezoekers sterven door een of andere reden. De een krijgt een hartaanval, de ander pleegt zelfmoord, en zo verder. ‘Heeft u soms een lang koord dat we kunnen gebruiken?’ De Kakaturi’s begraven ze maar, want slechte publiciteit kunnen ze niet gebruiken.

Een van de gasten is een piloot die de goedgelovige dochter Shizue wil veroveren. Hij vertelt dat hij familie is van Queen Elizabeth. ‘Ik herinner me geknuffeld te worden door tante Elizabeth. En Diane! Tegen Charles zei ik: je moet je vrouw koesteren.’ Ondertussen barst de familie voortdurend in gezang uit, inclusief dans.

Wat is dit??
Veel kijkers die The Happiness of the Katakuris voor het eerst zien, zeggen: dit is de vreemdste film die ik ooit heb gezien. Zelfs voor ervaren kijkers is het even slikken. Neem het legendarische begin. Een vrouw begint het met lepelen van de soep. Eruit komt een wezentje. En die trekt de huig los van de soepeetster. En vliegt dan met de huig door het hele land. Eet dan de huig op. Een kraai eet het wezentje op. En een pop pakt een oog en doodt de vogel. Een meisje: ‘En toen verwonderde ik mezelf: wat maakt een familie gelukkig.’

Want wat is deze film niet? Hij heeft drama, zang, komedie, fantasy, spanning, animatie en horror. Voor je weet waar je naar kijkt, ben je al bij de volgende scène. De film was weliswaar licht gebaseerd op de Zuid-Koreaanse film The Quiet Family (Ji Woon Kim) maar is in de handen van Takashi Miike een eigen leven gaan leiden.

Het is bijna ongelooflijk voor te stellen dat iemand die Audition vervaardigde, twee jaar later The Happiness of the Katakuris maakte. Miike probeert veel genres en daardoor heeft iedereen wel een film van hem gezien. Die snelheid nekt hem ook af en toe, want niet al zijn films zijn even goed, zoals bijvoorbeeld Yakuza Apocalypse en Zebraman 2 erg teleurstellen.

The Happiness of the Katakuris

Veel improvisatie
The Happiness of the Katakuris had eigenlijk niet moeten werken, maar werkt tóch. Dat is vermoedelijk sterk te danken aan Miike’s invloed en zijn gebrek aan angst voor het mislukken van zo’n project. Hoewel de film ook wat mindere stukken heeft (eigenlijk dat hele stuk met de moordenaar), het acteren niet echt geweldig is, er soms té maffe dingen zijn (zo draagt iedereen Kappakleding), en is de lengte nog vrij fors (toch 113 minuten).

De film is de kijker telkens een stap voor met het spontane, alles-is-mogelijk-karakter. “Het werd een keer laat”, zei Miike, “en de producer zei dat we de scène de volgende dag niet konden filmen, dus moesten we een eclips verzinnen om de plotselinge duisternis te verklaren.” De kleien poppen werden ingezet om dure scènes te vermijden.

Geen wonder dat deze film zo’n grote schare fans heeft. Deze film is zo consequent bizar dat je als kijker twee keuzes hebt: meegaan in de mafheid of je gezicht afwenden. Je moet toch wel respect hebben voor deze ode aan de fantasie.

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 26 mei 2021.

12 april 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR

Imagine Film Festival 2021 – Horror

Imagine Film Festival 2021 – Horror:
Huizen waar je absoluut niet wilt wonen

door Bob van der Sterre

Wat heeft de horrorfilm in de 21ste eeuw nog te bieden? Veel variatie op oude thema’s, blijkt op de volledig digitale Imagine. Griezelige huizen keren in alle films terug.

Enge huizen als horrorthema begonnen vermoedelijk in 1927 met The Cat and The Canary, en kende gaandeweg nog veel andere hits, zoals The Innocents in 1961 (remake als The Others in 2001). In 2012 zag ik nog When The Lights Went Out – een oldskool haunted house film.

Het vernieuwende zit hem nu dat de enge huizen uit nog veel meer culturen komen. Groot verschil is ook dat ze zelf niet meer zo haunted zijn. Ze dienen vaak als portals voor demonen. Enge huizen waar je niet wilt wonen blijven het.

Je zou denken dat corona hier misschien invloed op heeft gehad – immers wereldwijde pandemie die iedereen overal thuis dwong – maar de meeste van de films op Imagine zijn vermoedelijk al voor die periode opgenomen. Onbedoeld toeval is wel een mooi ding.

Lees onze preview voor meer info over het programma en hoe je kaartjes kunt kopen.

 

Ich-Chi

Ich-Chi – Jakoetische geesten
In de Russische film Ich-Chi (Иччи) zitten we in Jakoetië, Oost-Siberië. Zo afgelegen dat je gegarandeerd niemand kent die daar ooit is geweest. Terwijl het gebied toch ruim vier keer zo groot is als Frankrijk. Je huis is daar zo groot als je zelf wilt dat je huis is.

Pa ploegt met een tractor maar een stronk blokkeert de trekker. Pa laat de trekker staan, ze gaan eten. Wie zijn ze? De traditionele Jakoetische vader en moeder; hun ‘stadse’ zoon met vrouw uit West-Rusland en hun kind; en andere zoon Aisen, die nooit wat zegt. Hun huis is het enige huis dat je zal zien in de film.

Als Aisen de stronk verwijdert, komt een schedel boven, die juist verborgen was om de slechte entiteit onder het land te houden. Nu de negatieve entiteit los kan gaan, wordt het raar in het grote huis. Vader krijgt een hartaanval, de twee zonen komen vast te zitten in het land en schoondochter, kleinkind en moeder eindigen vluchtend op een meer.

Met gemene Jakoetische geesten valt niet te spotten. De Ich-chicultuur is iets typisch Jakoetisch en heeft te maken met de verbindingen tussen vuur, begraven, bossen, vegetatie, water en het huis. Ich-chi zijn de spirituele meesters, die zowel goed als slecht kunnen zijn. Dit essay van vier kantjes legt het uit. Regisseur Kostas Marsaan koos daarmee voor een interessante locatie en culturele achtergrond, waarmee de film al bijna niet kan misgaan. De geïsoleerde natuurbeelden liggen in Jakoetië voor het oprapen.

De twee delen verschillen wel enorm in kwaliteit. Het eerste deel is vrij matig, in stijl (handheldcamera, close-ups in overvloed) en in karaktertekeningen (clichématige tegenstellingen). Het tweede deel is inventief en mysterieus in bossen – een beetje à la Blair Witch Project. De overgang is bruusk, het verhaal ronduit chaotisch (waar loopt iedereen toch heen?) maar het boeit wel.

Online te zien vrijdag 16 april 15.00 uur.

 

Mankujiwo

Mankujiwo – Enge huizen in Indonesië
In Mankujiwo verhuizen we naar enge huizen in Indonesië. Het zal je lot maar zijn: eerst bevrijd worden van dorpsbewoners die in jou een heks zien, daarna door je bevrijder (Broto) opgesloten worden. Dat overkomt Kanti. Broto misbruikt haar voor zijn demonische doeleinden. Ze zit met voeten aan een blok vastgemaakt in een kamer. Met een spookspiegel (‘Pengilan kembar’), rondkruipende slangen, kikkers, vogelspinnen en een gebochelde die eten geeft… Voeg daar nog wat gore, body horror en exorcisme aan toe en je horrorfeest is compleet.

Jaren later. De tiener Uma (Broto’s dochter) heeft een connectie met Kanti maar begrijpt niet hoe. Broto (intussen batikmaker) doet alsof zijn neus bloedt. Alles valt samen als Uma in een hotel getuige is van een moord en zich moet verdedigen. Dan begint Kanti’s geest zich ook te roeren.

Oef… deze maar niet kijken voor het slapen gaan. Met het griezelen zit het wel goed, met de karakters wat minder. Niemand is een goed persoon in deze film, afgezien misschien van Uma, maar die moordt er ook lekker op los. Dat geeft een onprettig gevoel als kijker. Ook een horrorfilm mag wat minder zwartgallig zijn om je echt te raken. Verder opvallend: het verhaal bevat diverse verwijzingen naar Indonesische cultuur (ook het Nederlandse koloniale verleden komt nog even langs) zonder dat dat het verhaal in de weg zit. Film in het programma Geesten en demonen in de Indonesische genrefilm.

Online te zien woensdag 14 april 19.30 uur.

 

Red Screening

Red Screening – Onveilige bioscoop in Montevideo
In Red Screening is het enge huis een heel gebouw. Een bioscoop in 1993 in Montevideo, Uruguay. Voorstelling: een moderne variant van Frankenstein. Hooguit tien bezoekers komen erop af. De operator is een meisje dat probeert te studeren.

Met het gebouw is niets mis. Er loopt wel een maniakale moordenaar rond met een leren jas en een rode sporttas. Vervolgens krijgen we alle kanten van een bioscoop te zien: wc’s, screeningruimte, ruimte achter het podium, zaal. De ene bioscoopbezoeker gaat er nog gruwelijker aan dan de ander. Ineens is de hele bioscoop – toch een mooie, vredige plek van nature – zélf een horrorlocatie.

Inspiratie uit een giallo, maar dat is het dan ook. Dit is geen neogiallo zoals Francesca of The Editor, want er is geen verhaal. Best goed gedaan omdat niet moeilijk te rooten is voor de filmgangers maar een straightforward slasher blijft het. Zoals met de meeste slashers verveelt het mij al snel.

Verbazingwekkend is dat als je de maniakale moordenaar wegneemt, er eigenlijk een leukere film overblijft, omdat er best wat aandacht was voor de relaties tussen de karakters. De moordenaar is een commerciële knieval, net als in de getoonde moderne versie van Frankenstein het monster dat was. Die knieval zorgt ervoor dat mensen films bezoeken. Toch waren de karakterschetsen al best aardig en humoristisch en was het met een andere invalshoek een betere film geweest.

Online te zien zaterdag 10 april 19.30 uur.

 

Caveat

Caveat – Ierse horror op een eiland
Misschien wel het meest griezelige huis zien we in de Ierse horror Caveat. Een huis dat gelegen is op een eiland. Isaac krijgt van zijn huisbaas Barret een kans om goed geld te verdienen om in tijdje in dat huis te zitten. Een ding: hij moet met een vest vastgebonden zijn aan een ketting. O ja: Barrets nicht (Olga) is er ook en ze is labiel en heeft een schietboog.

Dat is nog allemaal nog tot daaraan toe maar Isaac hoort geluiden en vindt het lijk van de moeder van het meisje in de kelder (altijd weer die kelder)… Goede les voor Isaac voor de volgende keer: vraag iets beter door over wat je te wachten staat.

Caveat ontpopt zich als een zeer sfeervolle Ierse horrorfilm, waarbij de creepiness door de alledaagse dingen in dat huis komt: een speelgoedkonijn dat bij gevaar gaat trommelen; een intercomsysteem; een schilderij dat omdraait terwijl je slaapt; gaten in de muren; een donkere kelder… Al die dingen waar de ware horrorliefhebber van gaat smullen. Een minpunt van de film van debutant Damian Mc Carthy is het wat te trage tempo. De film had met betere montage nog beter doel getroffen, net als de schietboog.

Online te zien dinsdag 13 april 21.30 uur.

 

Anything for Jackson

Anything for Jackson – Ontvoering zwangere vrouw
Het gekste griezelige huis zien we in Anything for Jackson. Een ouder stel (waarvan een dokter) ontvoert een zwangere patiënt, om van haar kind hun kleinkind te maken. Ze sluiten haar op, een keer niet in de kelder maar op zolder. Daar lezen ze spreuken op van een oud boek (‘Ik heb dat voor veel geld gekocht van een dubieuze handelaar in Jeruzalem’).

Alleen is de demon die ze oproepen voor dit klusje niet de enige die dankbaar gebruikt maakt van de kans. Diverse geesten in het vagevuur gebruiken dit huis ineens als een portal. Daarom moeten ze de hulp inroepen van een twijfelachtige connectie via hun heksenkring.

Anything for Jackson begint rustig en droogkomisch (vooral de uiterst vriendelijke manier van kidnappen), mysterieus zelfs. Het huis zelf is hier ook niet eng. Daardoor komen de creatieve horrorvondsten (dus de wezens die hun kans schoon zien) beter over: het is best gek om die door zo’n gewoon huis te zien lopen. Horrorliefhebbers lusten denk ik wel pap van de toer met bizarre horrorvondsten in het tweede deel van de film. Met name de man met de zak over zijn hoofd… of anders de vrouw die steeds binnenkomt om iets te doen (kalmpjes: ‘Dat doet ze de hele nacht al’).

Het plot is verreweg het grootste probleem van Anything for Jackson. Het lijkt allemaal ergens heen te gaan, maar dat is toch niet zo. Zonde dat de ideeënrijkdom van de film niet tot een daverend plot leidt in de film van Justin G. Dyck, want de potentie was er wel. Met ook vrij goed acteerwerk van niet zo bekende acteurs: Julian Richings (ook te zien op Imagine in Vicious Love), Sheila McCarthy, Konstantina Mantelos en Josh Cruddas.

Wie echt geen genoeg kan krijgen van griezelhuizen, kan ook nog terecht bij de korte films In the Mirrors (8 minuten), Bird Lady (12 minuten), Penumbra (15 minuten) en Abracitos (11 minuten).

Online te zien vrijdag 9 april 17.00 uur.

 

7 april 2021

 

Imagine Film Festival 2021 – Sputnik
Imagine Film Festival 2021 – Komische films
Imagine Film Festival 2021 – Sciencefiction
Imagine Film Festival 2021 – Interview Remco Polman over Camouflage
Imagine Film Festival 2021 – Mysterie & Suspense

 

MEER FILMFESTIVAL

Schramm – Into the Mind of a Serial Killer

*
IFFR Unleashed – 1994: Schramm, Into the Mind of a Serial Killer
Fascinerende afschuwelijkheid

door Cor Oliemeulen

We kunnen deze filmbespreking beginnen met een korte opsomming van alle afschuwelijkheden in Schramm, Into the Mind of a Serial Killer, maar dan haken de meeste lezers direct af. Of juist niet?

Waarom zou iemand in de hersenen van een seriemoordenaar willen kijken? De Duitse filmmaker Jörg Buttgereit zei in een interview dat films over seriemoordenaars eigenlijk altijd gaan over politieagenten, die bijvoorbeeld problemen met hun vrouw of een verslaving hebben, en uiteindelijk de seriemoordenaar oppakken. Buttgereit haat dat soort films, want we komen volgens hem veel te weinig te weten over de seriemoordenaar. Tegelijkertijd kun je je afvragen welk nut het dient om überhaupt iets te weten over de impulsen van een zieke geest. Zeker als handelingen niet worden verklaard, zoals dat bijvoorbeeld wel gebeurt bij andere Duitse seriemoordenaars in M (1931), Der Untergang (2004) en Der goldene Handschuh (2019).

Schramm – Into the Mind of a Serial Killer

Perversiteiten
Aangezien Buttgereit – in kleine kring beroemd door zijn films over necrofilie – zelfs te weinig geld had om een politiewagen te huren, koos hij ervoor om zich volledig te concentreren op het lugubere bestaan van een psychisch gestoorde taxichauffeur (collega Travis Bickle in Taxi Driver is met hem vergeleken een zeer mild geval). Deze Lothar Schramm is een einzelgänger, komt niet onsympathiek over buitenshuis, maar in zijn eigen woning geeft hij zich over aan activiteiten die het daglicht niet kunnen verdragen. Voor Buttgereit genoeg reden om ’s mans extreme activiteiten op camera vast te leggen. Natuurlijk met een korrelige 18 mm-camera, want dan lijken alle perversiteiten nóg realistischer.

Aan acteur Florian Koerner von Gustorf (die later een aantal uitstekende films van Christian Petzold zou produceren) de dubieuze taak om te neuken met het onderlichaam van een sekspop en om vrouwen naar binnen te lokken, zodat hij die kan vermoorden, van make-up voorzien en misbruiken. De man is zo gefrustreerd door zijn seksuele stoornissen dat hij, mogelijk om zichzelf te straffen, op een gegeven moment zijn geslachtsdeel aan een tafel vastspijkert. Om aan een en ander kennelijk nog een artistieke betekenis te geven, zijn de beelden schokkerig en repetitief, soms voorzien van kleurenfilters en is de geluidsband al even verontrustend.

Associaties
Eerlijk gezegd heeft de schrijver dezes weinig ervaring met dit type van horror en wordt hij over het algemeen al snel lacherig van de voorspelbaarheid van het verhaal (als dat er al is) en rondvliegend bloed. Het moet gezegd dat Schramm, Into the Mind of a Serial Killer is doordrenkt met een zweem van onsamenhangende authenticiteit, maar dat de bloedballetten nog best meevallen en het uitlepelen van een mensenoog voor weinig extra opwinding zorgt. De montage van beeld en geluid, onverwachte weerzinwekkende handelingen en de algehele teloorgang kun je ongetwijfeld associëren met de hersenen van een krankzinnige, maar de vraag blijft waartoe dit alles dient.

Schramm – Into the Mind of a Serial Killer

Geweld als pornografie? Net zo waarschijnlijk vinden sommige mensen het leuk om te choqueren of om zich te laten choqueren. Voor andere kijkers biedt deze film mogelijk een uitstekende gelegenheid om over nimmer uitgesproken gedachten te fantaseren. Er zijn gelukkig nog geen berichten dat iemand, na het kijken van Schramm, besloot om seriemoordenaar te worden. Misschien dat deze rerelease in het IFFR Unleashed-programma nog een duit in het zakje kan doen.

Smaak
Een groot onderzoek dat in 2015 in The Lancet werd gepubliceerd, over de vraag of (jonge) mensen zich gewelddadiger gaan gedragen nadat ze gewelddadige beelden hebben gezien, wees uit dat een dergelijk kopieergedrag nauwelijks voorkomt. Dat neemt niet weg dat bijvoorbeeld het beeld van iemand op straat die zich plotseling met een pistool door het hoofd schiet een onrustige nacht kan opleveren, of simpelweg de mensenziel weer een heel klein beetje donkerder kleurt.

In 1978 verscheen de eerste Faces of Death-mockumentaire – vol fragmenten van wereldburgers die op de meest uiteenlopende manieren om het leven komen – die volgens de statistieken op IMDb voornamelijk bij mannelijke tieners in de smaak viel. We zullen de hang naar het kijken van zeer schokkende beelden maar een typisch gevalletje van intrigerende afschuwelijkheid noemen. Doe jezelf een lol en kijk liever naar de fysieke ongein in die Jackass-films – kun je tenminste nog af en toe lachen om krankzinnige types.

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 12 mei 2021.

1 april 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR

Lighthouse, The

****
recensie The Lighthouse

Misère op de vierkante meter

door Cor Oliemeulen

Een oudere en een jonge man onderhouden een vuurtoren in New England laat negentiende eeuw en worden langzaam krankzinnig. The Lighthouse is een bijzondere combinatie van drama, zwarte humor, fantasie en thriller.

We maken kennis met betweter Thomas Wake (Willem Dafoe) die al jaren een vuurtoren en bijbehorende woning op een bijna onbereikbare rots onderhoudt en aanvankelijk wel raad weet met groentje Thomas Howard (Robert Pattinson) die hij graag als een hond behandelt. Alle noeste werkzaamheden die de nieuweling op het mini-eilandje verricht, worden met een kritisch oog bekeken. Zelfs de zeemeeuwen zijn Howard niet welgezind.

The Lighthouse

Isolement
Door het voortdurende isolement en het gebrek aan fijne menselijke verhoudingen zoekt Howard ’s avonds zijn toevlucht tot een klein stenen beeldje van een mooie zeemeermin, die hij later in het verhaal ook buiten tijdens hallucinaties zal ontmoeten. Hij merkt dat ook Wake zich soms overgeeft aan lust, nadat die zich heeft opgesloten bij het licht van de vuurtoren, een ruimte waar Howard beslist niet mag komen. Terwijl Wake overdag pseudo-Shakespeareaanse teksten oplepelt en verhaalt over oude zeemansmythen, kruipt Howard langzaam onder het juk van zijn meerdere uit. Hij zal immers binnenkort vertrekken van deze godvergeten plek.

Maar als op de bewuste dag de boot door slecht weer de rots niet kan bereiken, blijft Howard geconfronteerd met de dominantie en onhygiënische gewoonten van Wake, die op zijn beurt het gezelschap van Howard niet wil missen. Verhoudingen beginnen te veranderen, grenzen en normen vervagen. Als hun woning na een heftige storm zwaar is geteisterd en de voorraden opraken, dreigen beide mannen af te stevenen op een onstuitbare teloorgang en zijn ze – versterkt door overmatig drankgebruik – aan elkaars gezelschap, menselijke warmte en machismo overgeleverd.

Claustrofobisch
De claustrofobische atmosfeer van The Lighthouse wordt bepaald door de technische keuzes van regisseur Robert Eggers (The VVitch: A New-England Folktake, 2015) en cinematograaf Jarin Blaschke. Het duo koos voor de beeldverhouding van 1,19:1, zoals je die veel ziet in de gotische stijl van de zwijgende cinema en die Fritz Lang bijvoorbeeld in 1939 had ingezet om de opgejaagde stemming in zijn misdaadfilm M te versterken. Dit oude formaat blijkt zeer geschikt voor verticale structuren, zoals de vuurtoren, en maakt bovendien de ruimten waarin de personages verkeren nog enger. Tijdens de talrijke veelzeggende close-ups van Dafoe en Pattinson is de ruimte om hen heen niet relevant.

The Lighthouse

De contrastrijke, soms korrelige, look-and-feel van de vroege cinema (denk ook aan de latere film noir) kwam tot stand door lenzen met een op maat ontwikkeld orthochromatische filter. De belichting is schamel en het materiaal waarop The Lighthouse is geschoten, is Kodak Double-X, een weinig gebruikte zwart-witfilm die bijvoorbeeld ook Martin Scorsese aanwendde voor zijn boksfilm Raging Bull (1980). Dat alles, aangevuld met de minimalistische soundtrack, maakt de weergave grimmig en sinister.

Symboliek
The Lighthouse heeft geen noemenswaardig plot, maar kent wel interessante metaforen en symboliek (zien we daar plots een bovennatuurlijk wezen?), waarmee de kijker zelf naar hartenlust mag interpreteren. De focus op de verhouding tussen twee zeer verschillende mannen die zowel de omstandigheden als de ander dienen te trotseren en uiteindelijk moeten zien te overleven, wordt steeds spannender en blijft tot het eind toe overeind door de goede chemie en het ijzersterke spel van Dafoe en Pattinson. Door de opeenstapeling van huiveringwekkende gebeurtenissen, valt ook een lach in deze macabere wereld nauwelijks te onderdrukken.

 

22 februari 2020

 

ALLE RECENSIES

Alien 40 jaar: De engerd aller engerds

Alien 40 jaar
De engerd aller engerds is het id van het universum

door Alfred Bos

Alien van Ridley Scott verscheen veertig jaar geleden in de bioscoop. Het is een van de meest geliefde films aller tijden, die een breed spoor door de populaire cultuur heeft getrokken en is uitgegroeid tot een moderne mythe.

Alien scoort hoog op de lijst van engste films ooit gemaakt. Hij verbeeldt een oerangst. Niet de vrees om te dienen als prooi; te worden gedood, gegeten en verteerd door een monster. Maar gruwelijker, om te fungeren als broedlichaam en monsterkroost te baren. Veel erger kan het niet worden. Of gaat Alien over seks?

Alien

Alien is tevens een van de meest geliefde films ooit gemaakt. Wetenschappers deden internationaal onderzoek naar de publieksreacties en veertig jaar na de filmrelease – in Amerika op 25 mei 1979, in Nederland op 25 oktober – organiseerde de Bangor Universiteit in Wales een tweedaags symposium. Er verschenen na 1979 een reeks vervolgfilms en crossovers; boeken, strips en games. Weinig films zijn zo populair en hebben zoveel culturele impact gehad als het werkstuk van Ridley Scott.

Alien spreekt tot de verbeelding. Die oerangst dus. Voor het onbekende, dubbel zo eng omdat het van buitenaardse komaf is. Voor parasieten en enge ziektes. Voor levend te worden gegeten, van binnenuit nog wel. Voor seks.

Of eigenlijk, voor onvrijwillige seks. Alien is een film over penetratie en verkrachting—van een man. Met als resultaat, een bloedige geboorte—uit een man. Het monster wordt in de bloedstollende ontknoping verdelgd door de held—een vrouw. Alien doet wat voor velen een nachtmerrie is, het zet de bestaande orde op zijn kop. Twee jaar later werden in Amerika de eerste gevallen van aids gerapporteerd.

Alien

Exoleven
Kevers, mieren, sluipwespen en vlinders zijn de talrijkste en meest diverse diersoorten op aarde. Met zijn complexe voortplanting – ei, larve, pop, imago – lijkt de alien op een insect, de sluipwesp. Die injecteert zijn eieren in andere insecten, de larves eten het gastdier van binnenuit op en verpoppen buiten het lijk. Er zijn naar schatting zo’n honderdduizend soorten sluipwespen, hun parasitaire methode van voortplanting is wijdverspreid.

Maar het exoleven uit Alien volgt niet de biologie van aardse insecten. De cyclus van het organisme begint met een ei, gelegd door een koningin. Uit het ei springt de facehugger, die zijn gastheer oraal impregneert. Via mond en slokdarm deponeert hij een ei in de maag van de waard, uit wiens middenrif de larve naar buiten barst. De larve verpopt zich op het ruimteschip tot imago, het volwassen stadium. Dat is wellicht de reden dat de indringer na de vermaarde chestburster scène lange tijd buiten beeld blijft, hij moet zich transformeren tot imago.

De voortplanting van de alien samengevat: ei-facehugger-ei-larve-pop-imago. Dat is volgens terrabiologie één ei teveel. De tussenfase van de facehugger is echter nodig om de gastheer te impregneren. Bij sluipwespen doet de imago dat, de volgroeide alien is daar niet voor toegerust. Die is een een moordmachine, gespecialiseerd in overleven, want voorzien van vervaarlijke klauwen, een gebit van scheermessen, een extra set uitschuifbare kaken voor het chirurgische precisiewerk, zwiepstaart met jachtmes als punt en, als laatste agressiemiddel, bijtend zuur in de aderen. De alien staat buiten de aardse natuur. Hij belichaamt het id van het universum.

Shapeshifter
De alien is een shapeshifter. Of om het sjiek te zeggen, een metamorf: het resultaat van metamorfose, een gedaanteverwisseling. Hij is tevens van buitenaardse afkomst, een xenomorf. De alien is dus een xenometamorf. (Xeno = vreemd, meta = zelf, morf = vorm.) Dat is dus dubbel zo vreemd en dubbel zo onbekend. Dus dubbel zo eng. De alien is de engerd aller engerds.

Alien gaat over seks. Grapjurken zouden de voorlaatste alinea afsluiten met de zin: de alien belichaamt het lid van het universum. En inderdaad, het mannelijke lid is een shapeshifter. Het geeft sommige mannen het idee dat ze totemische kwaliteiten bezitten, twee wijsvingers onder hun navel.

Alien

De alien penetreert oraal, de facehugger impregneert de gastheer via de mond. (In één van de vervolgfilms, Alien: Covenant uit 2017, is de facehugger een soort übervagina.) De imago van de alien, zijn volwassen stadium, beschikt niet over iets wat herkenbaar is als een penis, maar in de mond van de shapeshifter, tussen zijn kaken, huist een tweede, uitschuifbare mond. Met die tweede set kaken penetreert hij zijn prooi. De alien heeft een orale fixatie.

Verwoestende schaduw
De shapeshifter komt voor in de folklore van uiteenlopende en onderling zeer verschillende culturen. Sprookjes en volksverhalen over wezens die van vorm veranderen, zijn te vinden op alle continenten. De Zwitserse psycholoog Jung zou de shapeshifter een archetype noemen, product van het collectieve onderbewustzijn. Wat Freud als het id benoemt, heet bij Jung de schaduw, een verdrongen instinct dat verwoestend kan toeslaan.

In de Griekse mythologie gebruiken de goden hun vermogen om van vorm te veranderen voor amoreuze avonturen. De Keltische mythologie zit vol met shapeshifters, vaak met wraak als motief. In de Noorse sagen nemen mannelijke goden een vrouwelijke identiteit aan. De naga uit de mythen van het Indiase subcontinent zijn slangen die zich als mens presenteren.

De moderne fantasy-literatuur, van The Lord of the Rings tot de Harry Potter-romans, ritselt van de shapeshifters. Superhelden doen vrolijk mee, zie Mystique van de X-Men. Zelfs robotten kunnen van vorm veranderen, bijvoorbeeld de T-1000 in Terminator 2: Judgement Day.

Glamour stond oorspronkelijk voor de illusie die werd opgeroepen door de betovering van een heks. In de moderne tijd heeft het begrip zijn bovennatuurlijke origine verloren en een meer materiële betekenis gekregen als de schijn van roem en rijkdom. Op vergelijkbare wijze is de shapeshifter uit Alien de pseudeowetenschappelijke en intens fysieke variant van een oeroud idee. Intens fysiek, want er is weinig luchtigs aan de alien. Hij is een gematerialiseerde nachtmerrie. De sater van het antropoceen, een eigentijdse mythe.

Alien

H.P. Lovecraft
Er valt weinig bovennatuurlijks meer te ontdekken aan de alien en in dat opzicht is deze shapeshifter geëvolueerd ten opzichte van het archetype, hij is onttoverd. Dan O’Bannon, de auteur van het filmscript, heeft nooit een geheim gemaakt van zijn bewondering voor het werk van H.P. Lovecraft, de Amerikaanse schrijver van suggestieve griezelverhalen. Diens vertellingen, in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw gepubliceerd in het pulpmagazine Weird Tales, draaien om atmosfeer en suggestie. En de angst voor het bovennatuurlijke.

Niets enger dan het onbekende en het onverklaarbare, aldus Lovecraft in zijn essay Supernatural in Horror Literature. Vreemde fenomenen die door de wetenschap konden worden verklaard, ontraadseld, verloren voor hem hun beklemming. In de onttoverde wereld van het interbellum, met nieuwe technologie als radio en luchtvaart, zocht hij het bovennatuurlijke buiten de aarde, in de kosmos. En buiten de menselijke geschiedenis, in een onverkende prehistorie. Bij Lovecraft vallen het bovennatuurlijke en het tegennatuurlijke samen.

Lovecrafts novelle At The Mountains of Madness, geschreven in 1931 en vijf jaar later gepubliceerd in het pulpmagazine Astounding Stories, verhaalt over de ontdekking van een enorme onderaardse stad op Antarctica. Het is een sinister, zelfs gekmakend oord, vol spectaculaire architectuur en vreemde artefacten, achtergelaten door een cultuur van buitenaardse afkomst die ver voor de mensheid op aarde heeft geleefd. De scène uit Alien waarin de astronauten de spacejockey en de kelder met alien-eieren ontdekken, is er direct door geïnspireerd.

Lovecrafts proza boeit dankzij de suggestie. De body horror van de chestburster scène uit de film is echter het tegendeel van suggestief, meer in your face is nauwelijks denkbaar, en Alien kun je onmogelijk bovennatuurlijk noemen: van gothic naar gore. De alien is het summum van wat de natuur heeft te bieden, een organisme dat tot in perfectie is toegerust om de strijd om het bestaan als winnaar te beslechten. Het bovennatuurlijke van Lovecraft heeft in de film van Ridley Scott plaatsgemaakt voor de wetenschap van Darwins evolutietheorie.

Alien

Angst voor intimiteit
De alien is ook in een ander opzicht een oude mythe in een moderne jas, een onttoverde manifestatie van de angst voor het bovennatuurlijke. Hij komt van buiten de verbeelding – ondenkbaar, onbestaanbaar – en treedt de werkelijkheid binnen. Hij is van pop (simulacrum) tot imago (reputatie) geworden. De alien is de wijze waarop de moderne mediamaatschappij een oervrees van het onderbewuste verbeeldt.

Het sprookje La Belle et la Bête symboliseert de angst van de uitgehuwelijkte maagd voor haar onbekende echtgenoot—sprookjes gaan over seks, waar zou Roodkapje anders over gaan dan de eerste menstruatie en het verlies van onschuld? De vampierroman Dracula gaat over seks, horror gaat over seks. En de sciencefictionhorror van Alien gaat over seks.

H.P. Lovecraft was bang voor intimiteit, de buitenaardse monsters uit zijn verhalen hebben een kluwen van tentakels als hoofd. In het ruimtevrachtschip Nostromo moordt een evolutionaire oerkracht, het (l)id van het universum, de complete bemanning uit, met uitzondering van de sterke vrouw. Zij is de oerdrift de baas.

Ook de kunstmatige intelligentie, de androïde robot Ash, legt het loodje tegen de schaduw uit het onderbewustzijn—hij verliest zijn onderlichaam en eindigt als hoofd. Dat zelfs de kunstmens sneuvelt is niet zonder ironie, want een namaakbrein heeft geen onderbewustzijn. Maar hoe had het anders kunnen zijn? Ash is seksloos.

 

20 oktober 2019


ALLE ESSAYS

Peter Strickland over In Fabric

Regisseur Peter Strickland over In Fabric:
“Kleding heeft macht, een soort alchemie”

door Alfred Bos

De Britse regisseur Peter Strickland maakt genrefilms die niet in een hokje passen. In Fabric, over een jurk met een eigen wil, is zowel gotisch griezelverhaal als eigentijdse satire. “Je zoekt het ongewone in het gewone.”

Het gesprek is al voorbij wanneer Peter Strickland (Reading, 1973) verzucht: “Het wordt bij iedere film moeilijker om de volgende te maken. Ik had een sweet spot met Berberian en Burgundy, die waren eenvoudig te financieren. Ik ben me ervan bewust dat mijn tijd als regisseur eindig is. Regisseurs komen en gaan, agenten en producers blijven. Dat is een feit.”

De regisseur van In Fabric – en daarvoor Berberian Sound Studio (2013) en The Duke of Burgundy (2015) – zag zijn zomerproject van 2019, een film over The Sonic Catering Band, in het water vallen. Hij is lid van het elektronische kwartet, dat muziek maakt met samples van keukengeluiden. Maar de film ging niet door. “Wat heel, heel erg spijtig is. Ik ben behoorlijk over de zeik.”

Peter Strickland

In Fabric, de vierde speelfilm van Peter Strickland, als we het zelfgefinancierde no-budget debuut Katalin Varga (2009) meetellen, is een horrorfilm met elementen van satire en komedie. Met zijn gestileerde beeldtaal en uitgebalanceerde sound design is het onmiskenbaar een Strickland-film. De man heeft een eigen stijl, even speels als eigenzinnig. Bizarro fiction is de benaming voor het literaire genre dat absurdisme, satire en het groteske mengt met surrealisme en genreconventies; het resultaat is vreemd en subversief. In Fabric is daarvan het filmische equivalent, bizarro film.

Bezeten zijn
In Fabric
verhaalt over een moorddadige jurk. Hoe kwam hij op het idee? “Kleren, eerlijk gezegd”, antwoordt Strickland. “De relatie tussen kleren en mensen, wat kleding doet met mensen en omgekeerd. Geuren en vlekken die mensen achterlaten op kleren. Dat is een taboe, daar praten we liever niet over. Dat wilde ik verder uitdiepen, met ideeën over erotiek, verlangen, en fetisjisme ook, uiteraard.”

“Je kunt aan je sores
ontsnappen via kleding”

“Die dingen gaan over het zien of het aanraken van kleding. Niet over het dragen van kleding. Dat wilde ik er ook in betrekken: hoe je kleding draagt, hoe kleding je houding en gedrag verandert. Je kunt aan je sores ontsnappen via kleding. Trek een goed stel kleren aan en het is zoiets als dronken worden: je vergeet je problemen.”

“Wat ook vaak wordt vergeten, is dat veel mensen een afkeer hebben van hun lichaam. Dat wordt verdoezeld, letterlijk bedekt, met kleren. Al dat soort gedachten spelen mee in de film. Kleding heeft een bepaalde macht, een soort alchemie. Er is een element van bezeten zijn. Je gooit de kleren van iemand die is overleden niet makkelijk weg.”

Denk aan de lijkwade van Turijn die aan Jezus wordt toegeschreven…

“Dat bedoel ik. Het is een waanzinnig interessant onderwerp. Je kunt er een dozijn films over maken. In Fabric krabt alleen aan de buitenkant.“

In Fabric

Jurk als ziekte
Horror is het vertrekpunt van In Fabric, maar de film is meer dan een originele genre-exercitie. Hij toont het warenhuis als kathedraal van het consumentisme. “Of als theater”, vult de regisseur aan. “Ik vind winkelen leuk, maar winkels sterven langzaam af.”

Dat is in de geest van J.G. Ballard, de sciencefictionauteur: de mediawerkelijkheid heeft de plaats ingenomen van de fysieke realiteit, online shoppen vaagt de winkelstraat weg, hyperconsumptie vult een spirituele leegte.

Strickland: “Dank je, dat is aardig om te zeggen. Het consumentisme was tricky. Ik wilde niet belerend zijn. Ik wilde ook niet hypocriet zijn. Ik satireer de hysterie rond de uitverkoop. Maar waarom zou Marianne Jean-Baptiste, de actrice die de protagonist Sheila speelt, géén jurk kopen? Ze heeft het lastig op haar werk, ze heeft het lastig thuis, haar man heeft haar verlaten, ze gaat naar een afspraakje. Natuurlijk koopt ze een jurk.”

“Dat de personages doodgaan, wordt bepaald door toeval. Niet door immoreel gedrag. Traditioneel gaan mensen in horrorfilms dood omdat ze hebben gezondigd. Ze hebben seks gehad en daar moeten ze voor sterven. Dat vind ik volstrekt pervers. Daar gaat de film dus niet over, er is geen wraakengel of zoiets. Ik zie de jurk als een ziekte. Ziekte slaat blind toe. Het treft de gezondste mensen. Dat is eng. Als de jurk schuldige mensen straft, verliest het verhaal zijn angstfactor. Als er een logica aan te pas komt, verlies ik een deel van mijn belangstelling.”

Het consumentisme was dus niet de insteek.

“Niet direct. Het zit erin, maar op een speelse manier, niet zoals Ken Loach het zou hebben gedaan. Begrijp me niet verkeerd, ik waardeer wat hij doet, maar ik maak genrefilms.”

Maar niet op de gebruikelijke manier.

“Ik probeer me te verplaatsen in de personages binnen de genresetting. Genrefilms tonen een fantasie, maar die fantasie wordt nooit doorgeprikt. Ik wil kijken naar de realiteit binnen de fantasie. In In Fabric besteed ik veel tijd met de personages, meer dan gebruikelijk is in genrefilms. Ik wil om ze geven, niet om het leven brengen. Ik wil dat het publiek wil dat ze niet doodgaan. Bij veel horrorfilms, ook de films die ik bewonder, is dat niet aan de orde; als kijker maal je er niet om dat de personages sterven. Dus voor mij was het alsof ik een drama schreef dat geregeld wordt onderbroken door het genre.”

“Sfeer is lastig om te schrijven,
die creëer je via een langdurig proces”

“Ik ben nooit zo’n liefhebber van plot geweest. Personages en sfeer zijn voor mij de aantrekkelijke aspecten als ik een film schrijf. Dat zijn de dingen waar ik op val. Sfeer is lastig om te schrijven, die creëer je via een langdurig proces. Als filmfan word ik geraakt door de personages. Ik kan Goodfellas heel goed waarderen zonder al het geweld, maar het zijn de personages waarom ik die film kan blijven zien; hoe ze met elkaar en hun familie omgaan. Dat is mijn smaak, dat is wat ik verlang van een genrefilm.”

Veelheid van inspiratiebronnen
Als filmmaker is Peter Strickland een kleinkind van de Britse regisseurs Nicolas Roeg en Ken Russell en de experimentele Amerikaanse cineast Kenneth Anger, actief rond de tijd dat hij werd geboren. Zijn belangstelling is evenwel breder dan cinema. Voor de soundtrack van In Fabric werkte hij met leden van de Britse post-punkgroep Stereolab en als inspiratie voor de moordende jurk dienden de spookverhalen van M.R. James, uit het begin van de vorige eeuw. Die moderniseerde het genre door de gothic tale in een eigentijdse omgeving te plaatsen.

In Fabric

De verhalen van M.R. James zijn door de BBC vaak bewerkt tot hoorspel – ook Strickland regisseerde radiodrama voor de Britse staatsomroep – maar slecht éénmaal verfilmd, Casting the Runes werd in 1957 door Jacques Tourneur naar het filmdoek gebracht als Night of the Demon. De plannen voor een remake liggen in de ijskast. Het zou een perfect project voor Strickland zijn.

“Het was een soort oefening”, zegt Strickland. “Wat zou er gebeuren als M.R. James over de winkelstraat zou schrijven? Vergeet het spookhuis en neem de meest prozaïsche setting denkbaar. Je zoekt het ongewone in het gewone. Dan komen de beelden vanzelf. M.R. James was voor mij een beginpunt. Meer dan giallo, waar In Fabric vaak mee in verband wordt gebracht. De jurk is niet realistisch, maar de rest moest zijn verankerd in het dagelijkse leven. Ik rek het elastiek, maar ik laat het nimmer knappen.”

Hij noemt meer inspiratiebronnen: de mannequins van de Amerikaanse Dada en popart-beeldhouwer Edward Kienholz (1927-1994), de horrorfilm Carnival of Souls uit 1962 van Herk Harvey, en de films die tijdens zijn promotiebezoek aan Nederland op zijn veroek voor publiek werden vertoond. Les yeux sans visages (Georges Franju, 1960) is Stricklands favoriete horrorfilm. Qui êtes-vous, Polly Maggoo?, de eerste speelfilm, uit 1966, van fotograaf en documentairemaker William Klein heeft de wereld van mode, kleding en fetisjisme tot onderwerp.

Strickland: “Daar ben ik op een speelse popcinema-manier mee omgegaan. In Fabric zoomt in op een catalogus, iets wat doorgaans wordt weggegooid. Godard heeft dat ook gedaan in Une femme mariée, wat ik tot voor kort niet wist.”

Ruwweg zijn er twee filmscholen: film als theater en film als fotografie. In Fabric valt in de laatste categorie, Polly Maggoo hint daar op.

“Dat is een verbazingwekkende film, heel speels. Hij becommentarieert ook fetisjisme en kleding. Wederom, één film over dit onderwerp is niet genoeg. Je kunt er vele films over maken.”

“Veel mensen denken dat de film
in de jaren zeventig speelt”

In Fabric is gesitueerd in een versie van de jaren zeventig.

“Feitelijk is het 1993. Het voelt als de jaren zeventig. De warenhuizen veranderden nauwelijks, het had ook de jaren vijftig kunnen zijn. Mij ging het om het contrast. Je waant je binnen in de jaren zeventig, maar zodra je de winkel uitstapt, ben je terug in de jaren negentig. Ik had de film in het heden moeten situeren. De reden waarom ik dat niet heb gedaan is een triviale. Ik hou van die mysterieuze contactadvertenties achterin de krant. Je hebt alleen de woorden, daaruit moet je opmaken hoe iemand eruitziet. Dus de film moest spelen in de tijd vóór dat internet mainstream werd, 1993 dus.”

Brandalarm
Toen Peter Strickland schreef aan het scenario van In Fabric plaatste hij het verhaal in de jaren zeventig. Waarom doe ik dat, vroeg hij zich af. Hij had de jaren zeventig vaker gebruikt als decor. En bedacht zich. Het voelde frisser om meer naar het heden te gaan.

Strickland: “Veel mensen denken dat de film in de jaren zeventig speelt. Dat komt omdat de winkels toen zo voelden. De datering kun je enkel zien op dvd. Er is een scène met een krantenknipsel; wanneer je de film op pauze zet, kun je de datum lezen. De enige andere aanwijzing is het jasje van schaapsvacht dat Reg (acteur Leo Bill) draagt. Dat is typisch jaren negentig.”

In Fabric

Misschien werd ik op het verkeerde been gezet door de titelmuziek. Die klinkt erg jaren zeventig. Het herinnerde me aan het thema van de tv-serie The Persuaders! met Tony Curtis en Roger Moore.

“Dat is vooraf uitgebreid besproken met Tim Gane en Joe Dilworth die de filmmuziek hebben gemaakt. Het moest klinken als—niks anders. Maar dat waren de jaren zeventig, hè. Toen was het normaal dat muziek klonk als niks anders. Aan The Persuaders! en het thema van John Barry hebben we nooit gedacht.”

“Wel hebben we de soundtrack gebruikt die Mick Jagger heeft gemaakt voor Evocation of my Demon Brother van Kenneth Anger. Tim heeft die flink veranderd, om problemen met auteursrechten te voorkomen. Uiteindelijk klonk het als een brandalarm. Dat gaf me weer een idee voor de film. Ik heb een brand in het script geschreven.”

“Veel geluid en muziek was al klaar voordat ik een script had. Het risico van naar muziek luisteren terwijl je een script schrijft, is dat je aan die muziek blijft vastzitten voor de film. Dan vraag je aan de muzikanten: kunnen jullie iets spelen dat klinkt als dit. Dan geef je hen niet de vrijheid die ze nodig hebben. Als je alles vooraf wilt controleren, beperk je de ruimte voor andere opties en alternatieve oplossingen.”

Yobbo’s
Peter Strickland woont in Boedapest. Daar is men bekend met het fenomeen stag party, het hengstenbal, groepen van Britse vrijgezellen die zich laveloos misdragen. “Dat zullen jullie in Amsterdam ook wel kennen.” In Fabric heeft een ongemakkelijke scène met die yobbo’s, jonge luidruchtige dronkenlappen.

“Wij regisseurs zijn vervangbaar.
Dus ik houd mijn horizon breed”

Het is een vernietigend portret van dronken Engelse jongens en mannen. Is het iets persoonlijks?

“Boedapest is een andere populaire bestemming voor stag parties. Ik heb dronken Engelsen de stoep zien onderpissen. Niet eens tegen de muur, wat al erg genoeg is. Je moet letterlijk over straat lopen om de urine te ontwijken. De jurk moest van de ene persoon op de andere persoon over gaan. Ik wilde dat het niet alleen vrouwen waren, maar ook een man. Dan zijn er maar een paar mogelijkheden. Travestie zou kunnen, maar die kant wilde ik niet uit. Een vrijgezellenavond is onverwachter. Het contrast tussen het tribale element met zijn alfa-aap en de vrouwelijke jurk is veel interessanter. Ik ben Engels, dus die wereld ken ik.”

“Ik vlieg regelmatig op vrijdag naar Boedapest en dat is het moment waarop je al die types ziet die een vrijgezellenweekendje in een vreemde stad gaan doen. Vaak zijn het de vaders die zich het beroerdst gedragen. Ze zijn ouder, ze menen dat ze zich moeten bewijzen en ze gaan vervolgens over de grens. In een groep, wanneer er alcohol in het spel is, zijn ze weerzinwekkend. Maar op zichzelf, nuchter, zijn het ongetwijfeld prima mensen. Mannen in groepjes, met alcohol…”

Laatste vraag: je bent een filmmaker die is geïnteresseerd in geluid en deel uitmaakt van een muziekgroep. Je hebt voor de BBC-hoorspelen geregisseerd, zie je jezelf dat in de toekomst vaker doen?

“Als het idee werkt als film, maak je een film. Als het idee werkt, als hoorspel, doe je dat. Je benut wat beschikbaar is. Ik moet een open geest houden. Ik doe hoorspelen, commercials – als ik het geluk heb om zo’n opdracht te krijgen. In hoorspelen kan ik ideeën uitproberen, acteurs uitproberen. Soms zitten er lange pauzes tussen films. Het is vier jaar sinds The Duke of Burgundy en je moet blijven oefenen. Wij regisseurs zijn vervangbaar. Dus ik houd mijn horizon breed.”

 

In Fabric draait sinds donderdag 5 september in de Nederlandse bioscoop.

 

9 september 2019

 

MEER INTERVIEWS

In Fabric

****
recensie In Fabric

Duivelse jurk

door Suzan Groothuis

Een kledingstuk moordzuchtig? Het klinkt vergezocht, maar in Peter Stricklands In Fabric zien we hoe een rode, wulpse jurk slachtoffers maakt. De film overtuigt vooral qua sfeer, waarin beeld en soundtrack de kijker bedwelmen.

Horrorfilms kennen vele monsters, maar een kledingstuk dat moordt is vrij uniek. Net zoals de moordende autoband in Quentin Dupieux’ Rubber. In Peters Stricklands horrorkomedie In Fabric maakt een opvallende rode jurk de dienst uit. Verkocht in het luxe warenhuis Thames Valley Dentley & Soper, waar speciale prijzen de massa lokken en mysterieuze zwart gekapselde dames achter de toonbank staan. Miss Luckmoore (Fatma Mohamed) zwaait er de scepter en doet met haar uiterlijk nog het meest aan een kille vampier uit vroeger tijden denken.

In Fabric

Sheila (Marianne Jean-Baptiste, Oscar-genomineerd voor haar rol in Mike Leighs Secrets & Lies), zoekend naar een mooie outfit voor een date, laat haar oog vallen op de jurk. Er is er maar één van, laat ze zich door de autoritaire, deftig sprekende Miss Luckmoore vertellen. Hoewel maatje 36 wat smal lijkt voor Sheila, past ze er opvallend goed in. De jurk gaat mee, niet wetend dat ze daarmee het kwaad in huis haalt.

Thuis heeft de gescheiden Sheila het te stellen met haar zelfzuchtige zoon Vince en zijn masochistische vriendin Gwen. In die laatste herkennen we actrice Gwendoline Christie, die hitserie Game of Thrones opsierde als stoere vrouw Brienne of Tarth. Dat Sheila onderliggend eenzaam is en hunkert naar wat liefde en aandacht, merken de twee niet op. Sterker nog, ze eigenen zich het huis toe, alsof Sheila er niet is.

Dominant en bloeddorstig pronkstuk
Je raadt het al: de entree van de rode jurk doet alles veranderen. Eerst de lichamelijke sensatie, want na het dragen ervan heeft Sheila een vreemde uitslag op haar borst. Ook zijn er ‘s nachts vreemde geluiden te horen van iets dat tegen metaal schraapt. Een scène die doet denken aan BBC-serie Ghost Watch, waarin vreemde, spookachtige geluiden in de nachtelijke uren een heel huishouden domineren. De gebeurtenissen krijgen een steeds heftiger karakter, waarin de jurk als dominant pronkstuk overeind blijft. Kapotgebeten door een woeste hond? De volgende dag is de jurk weer back in business – schoon, bloedrood en dreigend.

Stricklands handelsmerk is, net als in zijn vorige films Berberian Sound Studio en The Duke of Burgundy, onmiskenbaar aanwezig: stilistisch verwijzend naar Italiaanse giallo, met de kleur rood prominent in beeld, een occulte en fetisjistische sfeer ademend. Ook zien we zijn acteurs terug: Fatma Mohamed en Sidse Babett Knudsen, eerder verwikkeld in een dominatrix-intrige in The Duke of Burgundy, staan nu in dienst van een duivelse rode jurk.

In Fabric

Hoewel de film naar het einde toe wat repetitief is – jurk gaat van drager naar drager en richt geweld en verwoesting aan – zijn er diepere lagen te ontdekken. Kritiek op de consumptiemaatschappij bijvoorbeeld, waarin uitverkoop in een duur warenhuis leidt tot waanzin onder kopers. En dan is er nog het perfecte maatje 36, waarin modellen zich hullen in  modieuze tijdschriften en ons iets zeggen over de geldende schoonheidsnorm. Ondertussen stelt Strickland ook op satirische wijze normen en waarden op de werkvloer aan de kaak. Personeelszakenmedewerkers Stash & Clive (komieken Julian Barratt en Steve Oram) onderwerpen Sheila aan een onmogelijk vragenvuur wat wel en niet kan tijdens werkuren. Zoals haar vermeende, veelvuldige toiletbezoeken vlak voor lunchtijd. Maar uiteindelijk willen ze het alleen over haar dromen hebben.

Spelen met genres
In Fabric ademt een eigen, vervreemdende sfeer, zoals Stricklands voorgangers dat ook deden. Zijn film is qua genre moeilijk te duiden en is wat kort door de bocht met de benaming horrorkomedie: er sluipen ook sociaal-realisme, ironie, fetisjisme en occulte magie doorheen. Het verhaal speelt in een tijdloos universum, maar refereert onmiskenbaar aan de stijl van de seventies, een tijd waarin luxe-consumptie voor de meeste Britten toegankelijk werd. Het warenhuis is als een exclusieve façade, dat het volk en masse lokt met uitverkoop. Maar achter de schone schijn wankelt het en heersen kwaadaardige intenties.

In de wondere wereld die In Fabric rijk is – zie het als een duister, surrealistisch sprookje – zijn het vooral beeld en soundtrack die imponeren. Cavern of Anti-Matter (met twee leden van Stereolab) verzorgt ditmaal de soundtrack, waarvan de spookachtige, melancholische sound perfect aansluit op de droomachtige, stilistische beelden. Een vreemde, maar bedwelmende kijkervaring, zoveel is zeker.

 

2 september 2019

 

Lees hier ons interview met regisseur Peter Strickland.

 

ALLE RECENSIES