Top 5 en miskleun 2018

Deel 7 (slot): Tim Bouwhuis
Top 5 en miskleun van 2018

Phantom Thread

Zeven recensenten van InDeBioscoop bespreken hun vijf favoriete films die dit jaar in Nederland in première gingen. Traditioneel kiest iedereen ook de Miskleun van het Jaar én een film die een bioscooprelease had verdiend. Tot en met Oudjaarsdag lees je hier elke dag een persoonlijke terugblik op het filmjaar 2018.

 Tim Bouwhuis door Tim Bouwhuis

In het beste wat filmjaar 2018 te bieden had, bepaalden blikken, gebaren en regie. Volg Paul Thomas Andersons camera in Phantom Thread; zie hoe het non-verbale spel van een eerste liefde zich eigenlijk niet bij de naam laat noemen. De aantrekkingskracht van het witte doek heeft de potentie om de tijd te doden, in het verstillende Cold War of het zwetende Zama. Voorbij het directe conflict lijkt het soms alsof cinema niet meer politiek kan zijn, alsof ook filmmakers dromen. Niets is minder waar: er is waarheid in een schrijnende ‘post-truth world’, geeft de gelijk getitelde documentaire van Hans Pool treffend aan. Een Koreaan (Lee Chang-Dong) en een Japanner (Hirokazu Koreeda) grijpen in de subtiele marges van Burning en respectievelijk Shoplifters de staat van hun land bij de strot. Ze gebruiken een pincet waar Spike Lee een sloophamer nodig dacht te hebben.

 

5. – MEKTOUB, MY LOVE: CANTO UNO

Op het vorige filmfestival van Venetië (2017) leken sommige filmjournalisten zich haast al te hebben voorgenomen om de nieuwe film van Abdellatif Kechiche (La Vie d’Adèle) met de grond gelijk te maken. Het regende reacties waarin het eerste luik van Mektoub, My Love omgedoopt werd tot de nieuwe Male gaze: de film. Inderdaad – hoofdpersoon Amin (Shaïn Boudemine) kijkt en aanschouwt, en de camera kijkt mee. Maar diezelfde hoofdpersoon trekt zich middenin de zomervakantie terug om in het aardedonker van zijn slaapkamer naar Dovzhenko’s Arsenal (1929) te kijken, en als een overduidelijk geïnteresseerde dame hem meevraagt naar het strand blijft hij liever in een stal achter om de lyrische geboorte van een lammetje mee te maken.

Iedere getoonde blik toont ook weer het potentieel van een groot bevragen, waarin voyeurisme geen verwerpelijk goed is maar een spiegel. De film is een hyperrealistische karakterstudie, ze moét subjectief zijn om te werken. Dat gegeven wordt nog het best bespeeld en beschreven in dit (https://kinoautomat.com/2018/08/17/kijken-naar-mektoub-my-love/) essay dat ik vond op de site van Kinoautomat. De reflexieve houding van de schrijfster getuigt van een intelligent, waar nodig kritisch perspectief dat een verademing is ten aanzien van de fulminerende critici die blijmoedig meegaan met de politiek-moreel correcte massa – hun potentiële gelijk sneuvelt onder een volledige onbereidheid om tussen de (film)regels door te lezen.

 

4. – WESTERN

Het conflict sluimert, de geschiedenis leeft nog en de voorwaarden van culturele toetreding worden op gespannen voet verkend. Dit is prachtcinema van een regisseuse die haar nuances kent, maar tegelijkertijd een heldere en niet mis te verstane beeldtaal hanteert. Valeska Grisebach gaat uit van de overtuigingskracht die het ‘spel’ van haar niet-professionele castleden met zich meebrengt; een betere keuze had ze niet kunnen maken.

 

3. – CALL ME BY YOUR NAME

De zomer was nooit zo tastbaar als in Januari 2018, toen Luca Guadagnino’s Call Me By Your Name na een zegetocht langs de festivals ook de Nederlandse zalen bereikte. Het genoemde blikkenspel wordt geperfectioneerd door Arnie Hammer en Timothée Chamalet, die met zijn naturelle vertolking in één klap (volledig terecht) zijn acteertoekomst veiligstelde. In lijn met andere indies als The Rider (Chloé Zhao) en Leave no Trace (Debra Granik) overtuigt deze film in zijn stelselmatige vizier op de schoonheid van kleine gebaren. Scènes die binnen andere producties nog niet eens de montagetafel hadden gehaald (Oliver en Elio die tijdens hun fietstocht ergens stoppen om water te drinken), geven hier uitdrukking aan een lyrische gewaarwording: de prachtige verwarring van ontluikende gevoelens.

 

2. – YOU WERE NEVER REALLY HERE

In een wereld die riekt naar corruptie en verval omarmt een getraumatiseerde antiheld zijn queeste om een jong meisje te bevrijden uit de handen van haar ontvoerders. Alhoewel deze Scorsese-premisse in de uitvoering vermengd wordt met een Refniaans sausje van gezworen stilzwijgen en plotse geweldsexplosies, mist Lynne Ramsay (We Need to Talk About Kevin) nergens de eigengereidheid om de film stilistisch volledig naar haar hand te zetten. De verstikkende montage en de beklemmende geluidsband versterken met succes het beoogde koortsdroomgehalte. De ironische werktitel bespeelt de conventies van de nachtmerrie: uiteindelijk blijkt het in New York toch gewoon een prachtige dag te zijn.

 

1. – PHANTOM THREAD

Ondergetekende liet zich tijdens het kijken naar Phantom Thread vooral leiden door de prachtige score van Jonny Greenwood, die op dat moment live uitgevoerd werd door het Rotterdams Philharmonisch Orkest. De volmaakte paradoxen van de muziek – elegant maar dreigend, harmonieus maar bij vlagen ook ijzig en verstokt – schijnen ook door in de film zelf, die de perfectie vrijwel op ieder vlak benadert. Karakters botsen en schuren in een sierlijk kader van cinematografische wonderlijkheid. Haast onmerkbaar verschuiven de perspectieven: het blikkenspel is ook een rollenspel. Vicki Krieps mag de geschiedenis in als de actrice die erin slaagde (een wederom fenomenale) Daniel Day-Lewis te overrompelen. Wát een vrouw – het mag, nee moet gezegd.

 

Bohemian Rhapsody

Miskleun van 2018:

BOHEMIAN RHAPSODY

Mijn hart huilde – maar het viel te verwachten – toen ik las dat precies Bohemian Rhapsody de meest lucratieve film van 2018 is geworden. De film prijst het muzikale genie van de Britse band Queen en haar legendarische frontman, maar om te scoren was het kennelijk nodig om een zo toegankelijk mogelijk script te gebruiken en alle schaduwzijden van de zanger zorgvuldig wit te wassen. Scenarist Anthony McCarten (begin dit jaar ook al de valste noot in de afgevlakte Churchill-bio Darkest Hour) propt Mercury in het hokje van de eenzame artiest die – de ironie – uiteindelijk niets te zoeken zou hebben in een wereld van excessen. De film is er één van het tenenkrommende rise and fall-stempel (A Star is Born had er bijna evenveel last van) dat de geschiedenis met schijnbare onverschilligheid naar haar hand zet: niet uit artistieke visie of vrijheid, maar uit de zelfzuchtige nood een emotionele climax te forceren.

 

Gemist in de bioscoop:

UNICÓRNIO

Een immersieve en vervreemdende kijkervaring, niet in de laatste plaats omdat deze film meer mysteries creëert dan oplost. Een mythisch Braziliaans landschap en een verknipte familie worden gevangen gehouden in een onconventioneel aspect ratio: 3:66:1. De cinematografie (Mauro Pinheiro Jr.) schreeuwt om een zo groot mogelijk scherm, een volle zaal die in duisternis gehuld blijft. Helaas is Unicórnio (Eduardo Nunes, 2017) vrijwel op alle vlakken te ‘ontoegankelijk’, waardoor het (pijnlijk genoeg ook) logischerwijs bij vertoningen in onder meer Berlijn en Turnhout (MOOOV) bleef.
 
31 december 2018 

Deel 1: Cor Oliemeulen
Deel 2: Sjoerd van Wijk
Deel 3: Yordan Coban
Deel 4: Alfred Bos
Deel 5: Ralph Evers
Deel 6: Bob van der Sterre