Stand Up Guys

***

recensie  Stand Up Guys

Tarantino-met-rollator

door Alfred Bos

Drie bejaarde gangsters beleven voor een nacht en een dag de kameraadschap en opwinding van hun gloriejaren. Maar er zit een adder onder het gras.

Het is belegen nieuws: Hollywood heeft de senioren ontdekt. De oudere consument, niet opgegroeid met internet of slimme telefoon en in staat zich langer dan vijftien seconden te concentreren, geeft – in Amerika althans – meer geld uit aan bioscoopbezoek dan de 24 op 7 aan het web gelinkte digifielen. Met als resultaat: filmsterren van toen doen hun kunstje vrolijk verder; rimpels geen bezwaar.

Stand Up Guys

En waarom ook niet? Karakter (doorgaans geen selling point in Hollywood) is onbetaalbaar en hoe knoestiger de kop, des te ‘authentieker’ het karakter. Voeg daar een vleugje zelfspot aan toe – de krasse knarren weten wie ze zijn, ook een teken van rijpheid – en de houdbaarheidsdatum heeft een face-lift gekregen. Stand Up Guys, met hoofdrollen voor Al Pacino, Christopher Walken en de iets minder bekende Alan Arkin, is zo’n film.

Dialogen om te smullen
Stand Up Guys is een buddy film over drie voormalige gangsters op leeftijd. Het is ook een kruising van komedie en misdaadfilm. En hij draait om de personages, minder om de plot. De actie is beperkt en de dialogen zijn om te smullen. Kortom, Stand Up Guys is zo’n film zonder pretentie waarin vakmensen ontspannen hun kunstje doen; een soort Tarantino-met-rollator, zeg maar, die de mondhoeken doet krullen.

Val (Al Pacino) heeft 28 jaar gevangen gezeten voor een misdaad die zijn maten hebben begaan. Zijn beste vriend en kompaan van toen, Doc (Christopher Walken), wacht hem op bij de gevangenispoort; Doc wordt door lokale opperschurk Claphands gedwongen Val binnen 24 uur te vermoorden. Doc rekt de tijd door Val te trakteren op drank en vrouwen. Ze betrekken een oude maat, Hirsch, in het feestgedruis. Val heeft geen notie wat hem te wachten staat.

Stand Up Guys

Chemie tussen giganten
Zo’n film lukt alleen als er acteurs met een hoofdletter A aan meewerken en was er ooit een betere filmschurk dan Christopher Walken (kleine greep: King Of New York, Batman Returns, The Funeral en onlangs nog Seven Psychopaths)? Al Pacino beleefde zijn doorbraak als titelheld van The Godfather en zijn Tony Montana (Scarface) is legendarisch. Als Val doet Pacino wat hij al jaren doet, uitzinnig schmieren, maar ditmaal past het voortreffelijk bij zijn personage. Het is de chemie tussen deze twee giganten die Stand Up Guys zijn charme geeft.

En zo kan het gebeuren dat een niet bijster origineel script, een onbekende regisseur (de acteur Fisher Stevens, die hier voor zijn tweede feature tekent) en een bescheiden budget een film opleveren die onderhoudender is dan menig met special effects en computeranimaties dicht gepleisterde spektakel blockbuster. Vakmanschap kent geen leeftijd.

 

9 mei 2013

 

MEER RECENSIES