Green Book

***
recensie Green Book

De zwarte pianist en zijn witte chauffeur

door Cor Oliemeulen

Twee films over rassendiscriminatie dingen naar de Oscar: het enerverende BlacKkKlansman draait al in de bioscoop, het grappige Green Book beleeft komende week zijn première. De eerste film gaat over een infiltratie in de Ku Klux Klan, de tweede is een roadmovie waarin een lompe uitsmijter wordt ingehuurd om een verfijnde zwarte meesterpianist te begeleiden tijdens een tournee door het racistische zuiden van Amerika begin jaren zestig. Wie gaat het worden?

Recente Amerikaanse films over racisme kun je in drie categorieën verdelen: documentaire, drama en feelgood. Het non-fictieve I Am Not Your Negro (2016) over het leven van James Baldwin, een van de grootste Amerikaanse schrijvers na de Tweede Wereldoorlog, is een historisch document over segregatie en racisme. De naar Parijs uitgeweken Afro-Amerikaanse schrijver ventileert zijn zinnige gedachten en opvattingen over de menselijke conditie, terwijl regisseur Raoul Peck archiefbeelden, proza, poëzie, drama, scènes uit speelfilms, nieuwsflitsen, sfeerbeelden en politiegeweld tegen de zwarte burger doeltreffend aan elkaar monteert. Prachtig, en leerzaam.

Green Book

Racisme in films
Een film als Fruitvale Sation (2013) voelt als een docudrama met fictieve verhaalelementen en is een reconstructie van het laatste etmaal van de 22-jarige Oscar Grant, die overleed als gevolg van een schotwond in de rug na een fatale inschattingsfout van een blanke agent in de vroege morgen van nieuwjaarsdag 2008. In het effectieve rassendrama voor jongeren, The Hate U Give (2018), draait de plot eveneens om de nerveuze vinger van een witte agent die een zwarte jongeman doodschiet wanneer deze in zijn auto reikt naar een … haarborstel. Enige nuancering over etnisch profileren door de politie komt van een zwarte agent die zegt dat hij bij gerede twijfel eerder op een zwarte in een slechte wijk schiet dan op een blanke in een Mercedes.

Het historische drama 12 Years a Slave (2013) won drie Oscars en is net als Green Book een publiekstrekker en een verdienstelijk eerbetoon aan een geniale, maar onbekende muzikant. Violist Solomon Northup is in het New York van 1841 een van de weinige welgestelde kleurlingen die gelukkig leeft met vrouw en kinderen en zich ongehinderd en gerespecteerd beweegt in sociale en politieke kringen. Maar nadat hij in Washington na een optreden wordt ontvoerd, belandt hij als slaaf in het racistische zuiden van Amerika. Hoewel we met Green Book 120 jaar verder zijn, lijkt ook in deze film dat er elders in de natie nauwelijks rassendiscriminatie bestaat. Een enkel scheldwoord kan niet verhinderen dat de zwarte pianist (genaamd Don Shirley) alsnog mag aanschuiven aan de dis, ook al wordt die omringd door louter Italiaanse immigranten.

Opgewekt
Het zal niemand verbazen dat de bioscoopbezoeker – net als bij het gros van al die andere feelgoodfilms over racisme met een voorspelbaar verloop en een sentimentele finale – ook na Green Book opgewekt de zaal zal verlaten. Denk bijvoorbeeld aan de verfilmde keukenmeidenroman The Help (2011) die heerlijk wegkijkt ondanks, en dankzij, het stereotiepe beeld van de mammy en de blanke bazin. Hoe systematisch het racisme in deze broeierige periode van de Amerikaanse geschiedenis ook is, lijkt het enige ongemak van de huishoudster dat ze niet het familietoilet mag gebruiken, maar buiten in een hok haar behoefte moet doen.

Hetzelfde lot is het drietal zwarte rekenwonders van ruimtevaartbedrijf NASA beschoren in Hidden Figures (2016) waar de vrouwen in de stromende regen honderden meters verderop de pot op kunnen. Natuurlijk kennen deze feelgoodfilms korte fragmenten van segregatie in bussen, bibliotheken en scholen, of nieuwsflitsen van demonstraties en oproer op tv, maar van enige diepgang, karakterontwikkeling en originele invalshoeken is zelden sprake. De kijker dient de film met een fijn gevoel te verlaten en op een overmatige aanslag op het denkvermogen zit niemand te wachten.

Green Book

Geen risico’s
Green Book verwijst naar een groen boekje met adressen van etablissementen waar negroïde mensen wél welkom zijn. Dat de zwarte pianist als eregast van een grote bijeenkomst absoluut niet in hetzelfde restaurant als zijn fans mag eten, is weliswaar even tenenkrommend als ridicuul (net zoals de gevierde atleet Jesse Owens, die als viervoudig Olympisch kampioen in Race na zijn thuiskomst uit nazi-Berlijn in 1936 in een zijkamertje wordt gezet), maar tot meer dan stereotiepe beelden en situaties strekt ook deze feelgoodfilm niet. Het is niet verwonderlijk dat de overigens uitstekende actrice Octavia Spencer (The Help, Fruitvale Station, Hidden Figures) als uitvoerend producer van Green Book een flinke vinger in de pap heeft en geen onnodige risico’s neemt.

Over eten gesproken: een van de grappigste fragmenten in Green Book is het weigeren van de aanvankelijk snobistische pianist op de achterbank om zijn eetlust te stillen met een ordinaire kippenvleugel van Kentucky Fried Chicken, terwijl zijn chauffeur zich ongegeneerd aan een hele emmer vergrijpt. Een opvallend staaltje ‘product placement’ voor een bedrijf dat gigantisch kon groeien in Louisville in de periode onder de Jim Crow-wetten, waarin rassenscheiding was vastgelegd. Bovendien zijn KFC-oprichter Colonel Harland Sanders en zijn bedrijf meerdere malen in verband met racistische uitingen gebracht.

Amusement versus confrontatie
Als je Green Book beschouwt als puur amusement schiet je middenin de roos. Het ‘odd couple’ Viggo Mortenson (The Lord of the Rings, Captain Fantastic) als chauffeur/bodyguard en Maharshala Ali (Moonlight, Hidden Figures) als meesterpianist is uitstekend op elkaar ingespeeld. Natuurlijk leren de twee tegenpolen tijdens het maandenlange samenzijn on the road veel van elkaar. Zo haalt de uitsmijter de klassieke pianist uit zijn comfortzone door hem spontaan in een kroeg een ander repertoire te laten spelen en leert de welopgevoede Afro-Amerikaan de rouwdouwende Italo-Amerikaan enkele fijne kneepjes voor het schrijven van romantische brieven aan zijn achtergebleven vrouw in New York.

Green Book

Hoe anders van opzet en toon is BlacKkKlansman van Spike Lee (Malcolm X) die al in het broeierige Do the Right Thing (1989) het discrimineren van Afro-Amerikanen veel onomwondener aan de kaak stelde. Hoewel er in die film genoeg te lachen valt, culmineert hij in opstand en geweld waarbij de eettent van een Italo-Amerikaan uiteindelijk met de grond wordt gelijkgemaakt en de witte politie een einde aan de rellen maakt. Ook BlacKkKlansman, waarin een (zwarte!) politieagent begin jaren zeventig weet te infiltreren in de Ku Klux Klan, kent zijn grappige momenten, maar is veel realistischer en geloofwaardiger dan het leeuwendeel Amerikaanse films over rassendiscriminatie, Green Book incluis.

Het is de vraag of de Academy het aandurft om regisseur Spike Lee eindelijk eens met een Oscar te belonen, ondanks de onverbiddelijke toegift van BlacKkKlansman die – weliswaar een tikkeltje kort door de bocht – via de actuele geschiedenis van de rassenrellen in Charlottesville het gedachtengoed van de Ku Klux Klan en Donald Trump gewiekst en resoluut op één hoop gooit. Hierna kan Green Book-regisseur Peter Farrelly zich weer met een gerust gemoed toeleggen op het maken van ongecompliceerde flauwekulkomedies als Dumb and Dumber (1994) en There’s Something About Mary (1998).

 

26 januari 2019

 

ALLE RECENSIES