****
recensie The Insult
Geschiedenis zonder winnaars
door Tim Bouwhuis
Ogenschijnlijk kleine woorden krijgen in The Insult massieve betekenis. Wat begint als een burenruzie mondt uit in een geladen rechtszaak, waarbinnen de tragische geschiedenis van het Israëlisch-Palestijnse conflict een hoofdrol opeist. Het levert nu al één van de meest aangrijpende en doorleefde drama’s van het filmjaar op.
De Libanese christen Tony (Adel Karam) bewoont met zijn vrouw Shirine (Rita Hayek) een bescheiden appartement in de straten van Beiroet. Een onrechtmatig geplaatste waterafvoer op Tony’s balkon leidt tot een felle woordenwisseling met Yasser (Kamel El Basha), een Palestijnse bouwopzichter. Tony voelt zich beledigd door Yasser, en eist dat de man zich persoonlijk verontschuldigt. In de ontmoeting die volgt wordt de kiem voor het echte conflict gelegd. Eén zin (‘Ariel Sharon had jullie allemaal moeten uitroeien’) leidt tot een fysieke aanval, een drama in Tony’s gezin en de politiek gespannen rechtszaak die in de tweede helft van de film centraal staat.
Meer dan een burenruzie
Voor een intense filmervaring is achtergrondkennis niet per definitie vereist – de getekende gelaatsuitdrukkingen van de excellerende hoofdrolspelers doen het halve werk, terwijl de even drukkende als verstillende score subtiel op het gevoel inspeelt.
Toch vraagt een volledig eerlijke beoordeling van deze film om een goede situering van de context. Alleen tegen de achtergrond van het Israëlisch-Palestijnse conflict kan en kon een burenruzie van deze aard zodanig uit de hand lopen.
Nooit thuis kunnen zijn
Tijdens en na de staatswording van Israël (1948) vluchtten talloze Palestijnen naar Libanon. Een tweede golf van vluchtelingen verliet het land toen Israëlische troepen tijdens en na de Zesdaagse Oorlog (1967) de Westelijke Jordaanoever bezetten en grote vluchtelingenkampen ontruimden. Zoals in The Insult duidelijk wordt, bekleden deze Palestijnen binnen de Libanese samenleving een grote minderheidspositie.
De bedrijfsondernemer die Yasser aannam legt tijdens de rechtszaak uit dat het een risico was om hem een baan te geven; vreemdelingen in een vreemd land worden stelselmatig met angst en wantrouwen bekeken. Als christen kan Tony al op gespannen voet met Yasser staan voordat hij hem ook maar één keer heeft ontmoet. De twee delen een donkere geschiedenis die over de gehele breedte slachtoffers kent.
Als Tony zegt dat Ariel Sharon naar zijn mening alle Palestijnen had mogen uitroeien, raakt hij een gevoelige snaar die zich eigenlijk nauwelijks in woorden laat uitdrukken. Ariel Sharon, in de vroege jaren tachtig de Israëlische minister van Defensie, leidde in die periode een gewelddadige opmars op het Zuid-Libanese platteland. Talloze burgers lieten het leven in de door Sharon gecoördineerde pogingen om een aantal bolwerken van de PLO (Palestine Liberation Organization) te vernietigen. De naam van de Israëlische bevelhebber is ook onlosmakelijk verbonden met de bloedbaden in een tweetal Palestijnse vluchtelingenkampen (1982).
De bladzijde om willen slaan
Voor Yasser bevindt het verleden zich ergens tussen pijn en herinnering, maar ook voor Tony is de oorlog nooit gestopt. Hij komt terug in vluchtige flashbacks, gebeurtenissen en gedachten in de vorm van littekens. Eén uitspraak van tijdens de rechtszaak blijft maar nagalmen: niemand heeft het alleenrecht op pijn en lijden.
Regisseur Ziad Doueiri (The Attack) maakt via dit impliciete statement zijn enige én juiste grote keuze. Het perspectief van de kijker op Tony en Yasser is min of meer gelijk, en dat is een absolute voorwaarde voor het integere en authentieke karakter dat het scenario nu meedraagt. Op een aantal specifieke momenten is de toon van de film hoopvoller dan de realiteit toelaat, maar is film dan niet het medium bij uitstek waarin zo’n stellingname geaccepteerd of zelfs gewenst mag worden?
12 februari 2018